• Vijf jongeren [2 jongens en 3 meisjes] dansen hun hele leven al. Sinds 5 jaar geleden zijn ze samen een dansgroep, onder leiding van hun docent.
    Drie weken geleden is een van de leden vermoordt. De dader is bekend, niet gevat. Vooral uit op het leven van de anderen.
    Ze leven naar elkaar toe en hebben last van het enorme verdriet dat op hun schouders rust. De docent probeert hen erdoor te helpen, wat moeilijker lijkt dat gedacht.
    Wat als de dader van de moord op de dag van de jaarlijkse voorstelling andere plannen heeft dan een gezellige show?
    Valt de groep uiteen of houden de noten van hun lied hen bij elkaar?


    Rollen:

    Meisjes:
    - # Elizabeth 'Ellie' Esmée O'Pry ~ Souvenir
    - # Calliope ‘Callie’ McDroozy ~ Glucio


    Jongens:
    - # Jonathan Hojem McBright ~ Sinistra
    - # Daniel Cameron Vartanian ~ Shooter


    Docent:
    - # Milenka Popova ~ Sylvesti

    Slachtoffer:
    - # Maia O'Pry ~ Anguish


    Moordenaar:
    - # Valerio Javier Middleton ~ Sinistra

    Regels:
    # Minimum 4 regels.
    Er wordt oop gelet op extra enters!Meer mag natuurlijk!
    # 16+ mag.
    Daaronder wordt alles verstaan. Hou het wel netjes.
    # Géén eendags rpg.
    Je hoeft niet ervaren te zijn. Doe toch je best.
    # Sluit niemand uit etc.
    Praat met meerdere personen!
    # LET OP SPELLING EN ANDER DINGEN.
    Leestekens, woorden en andere.
    # Eén personage per account.

    [ bericht aangepast op 26 feb 2013 - 18:20 ]


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Maia O'Pry
    Ellie verdwijnt niet uit mijn kamer, maar blijft op de vloer tegen de rand van mijn bed zitten. Ik wil opstaan om haar uit mijn kamer te trekken en vergeet daarbij dat ik dat helemaal niet kan. Als ik mijn benen dan niet kan bewegen zucht ik geïrriteerd. Dat is ook het moment waarop de tranen over mijn wangen glijden en eigenlijk wil ik heel hard huilen, maar doe dit niet. Ellie mag het namelijk niet zien of hoor, zelfs niet nu ik boos op haar ben. Ik veeg de tranen ruw weg en luister doodstil naar Ellie's woorden.
    'Jij hebt ook gekust met die Valerio van je.' Hoe weet ze dat? Onmogelijk. Ze verzint dingen. 'Ik zou nog durven wedden dat hij je bijna vermoordt heeft.' Mijn ogen sperren zich wijd open, maar ook dat kan Ellie natuurlijk niet zien.
    'Die nacht, toen Daniel me meenam naar zijn huis, droomde ik over je. Over jou en Daniel. Ik hoef je niet uit te leggen wat jullie deden, ik hoef er geen tekeningetje bij te maken. Ik was verplicht te kijken. Ik was stikjaloers. Niet dat ik behoefte had aan jullie praktijken, ik was gewoon jaloers op jou. Omdat jij Daniel wél rond je vinger had kunnen winden. Ik heb ten dingen gezien, die ik absoluut niet gezien hoefde te hebben.' Ze staat op en ik kijk haar aan. Met een beetje moeite lukt het mij ook overeind te gaan zitten.
    'Kijk me in de ogen. Kijk me in de ogen en zeg dat je niets voelt voor Daniel, noch dat je gekust hebt met Valerio.' Ik denk na, moet ik liegen? Ik voel niets voor Daniel. Ik heb enkel medelijden met hem en hoewel ik vaak boos tegen hem doe, wens ik hem echt enkel het beste toe. Een tijdje dacht ik dat ik hem wel leuk vond, maar ik verwarde mijn bezorgdheid gewoon met liefde.
    'Ik voel niets voor Daniel, je bent gek dat je die dingen verzint,' sis ik weer, nog altijd woedend op haar. 'Wat ik met Valerio gedaan heb gaat je geen ene reet aan en hoe durf je te zeggen dat hij dit heeft gedaan? Je gunt me dat geluk gewoon niet, is het? Jij danst de dans van Odette met Daniel en beschuldigt de jongen die ik leuk vind van een poging tot moord. Vreselijk Ellie. Ik ben klaar met jou. Ik wil niet meer met je praten. En nu mijn kamer uit, ik haat je!'


    everything, in time

    Ellie O'Pry.
    'Ik voel niets voor Daniel, je bent gek dat je die dingen verzint. Wat ik met Valerio gedaan heb gaat je geen ene reet aan en hoe durf je te zeggen dat hij dit heeft gedaan? Je gunt me dat geluk gewoon niet, is het? Jij danst de dans van Odette met Daniel en beschuldigt de jongen die ik leuk vind van een poging tot moord. Vreselijk Ellie. Ik ben klaar met jou. Ik wil niet meer met je praten. En nu mijn kamer uit, ik haat je!' Ze meent het niet, ze meent het niet, ze meent het niet. Ik draai me om, zodat ik de kamer uit kan lopen, maar stop dan. 'Ik was fout. Maia is écht weg.' Met een bruusk gebaar, smijt ik de deur dicht. Het geluid dat de deur maakt als die in de deurpost klikt, is angstaanjagend, en weergalmt in de hal. 'Ze is weg, ze is weg!' schreeuw ik. 'Waarom neemt U haar mee? Wat heeft U met haar gedaan?' Ik laat me op mijn knieën zakken, in het midden van de hal. Terwijl ik daar zit, vouw ik mijn handen in mijn schoot en bid. Ik heb nooit echt in iets geloofd, maar ik heb iets, iemand nodig om tegen te zeggen hoe erg ik het vind dat mijn zus van me afgepakt wordt. Het kader dat stuk viel nadat ik de deur toesloeg, lijkt het officieel verzegeld dat ik haar kwijt ben. 'Ik mis haar, ik wil haar terug!' stotter ik tussen mijn huilen door.Ik laat me moedeloos tegen de deur van Maia's kamer zakken. 'Het spijt me zo,' fluister ik. But it is all gone.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Maia O'Pry
    Na mijn woorden blijf ik Ellie strak aankijken. Mijn ademhaling is sneller en daardoor gaat mijn borst als een gek op en neer. Eindelijk draait Ellie dan toch om en net als ze bijna de deur uit is, draait ze zich weer om.
    'Ik was fout. Maia is écht weg.' Ze weet niet half hoeveel pijn die woorden mijn doen. Ik grijp naar de mok die op mijn nachtkasje staat en gooi die haar richting op. Gelukkig heeft ze de deur al gesloten voor de mok daar tegenaan knalt en in verschillende stukjes op de grond valt. Het was niet mijn bedoeling geweest haar te raken en daarom ben ik blij dat de deur al dicht is. Vervolgens pak ik mijn kussen en leg het over mijn hoofd heen waarna ik in huilen uitbarst. Ik haat mijn leven zo.
    'Ze is weg, ze is weg!' hoor ik Ellie vanaf de gang schreeuwen waardoor ik het kussen nog harder op mijn oren druk. Ik wil dit niet horen. Ik wil mezelf ook terug. Dansen, fatsoenlijk in de spiegel kunnen kijken en weer kunnen lopen, dát wil ik. Dat en de band met mijn zusje terug.
    Door me op mijn ademhaling te concentreren lukt het me mezelf rustig te krijgen. Ik hoor de stemmen van mijn ouders harder worden waardoor ik denk dat ze naar boven zullen komen om Ellie te straffen omdat ze van haar kamer af is. Of ze zullen haar troosten. Ik hoop het laatste omdat ik het niet kan doen, aangezien ik degene ben die haar in die staat heeft gebracht.
    In plaats daarvan grijp ik naar mijn mobiel en sms de enige die ik op dit moment wil zien: Valerio. Normaal gesproken zou ik hem gewoon bellen, maar nu ben ik bang dat mijn stem nog zal trillen en dat wil ik niet.
    "Long time no see. Zin om eens af te spreken? Er is zoveel gebeurd," sms ik hem. Ik weet niet wat Valerio wel of niet weet en ergens ben ik dan ook bang om hem onder ogen te komen. Even wacht ik op antwoord, maar wanneer ik dat niet direct krijg, leg ik mijn mobiel terug op mijn nachtkasje. Ik stop mezelf helemaal in, draai me nog één laatste maal om zodat ik met mijn gezicht naar de muur lig en mijn rug naar de deur, voor ik in slaap val.

    [ bericht aangepast op 24 feb 2013 - 20:05 ]


    everything, in time

    |Breaking me to pieces right now, Maais.|


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    [ik ga bezig met een Valerio post maar ik denk dat ik die pas morgen kan sturen. Zit nu op mobiel (: dat met nummer hebben vind ik niet erg].


    "It's funnier in Enochian." ~ Castiel

    (Even een mededeling: Ik ben van woensdag ochtend tot zondag avond in Garmisch (Duitsland) met school en weet niet of ik daar wifi+tijd heb, dus zal die dagen waarschijnlijk niet instaat zijn te reageren.)


    Happy Birthday my Potter!

    || Hé peeps, ik ben net terug van 'n weekendje weg met de vriendinnen en ben echt helemaal gesloopt - was nogal heftig XD. Ik schrijf morgen wel weer 'n post voor Daniel! x ||


    Ellie O'Pry
    Ik ben bijna in slaap gevallen, met de muurplint die in mijn rug duwt, als ik een zacht getik hoor. Muisstil, om Maia niet te storen in wat ze doet, blijf ik bewegingsloos zitten. Het getik was waarschijnlijk het geluid dat een voorwerp maakte wanneer ze het op het nachtkastje legde. Ik hoor haar omdraaien en dan is het, ook aan de andere kant van de deur, muisstil. Nog heel even, heel even blijf ik zitten. Als ik bijna zeker ben dat Maia slaapt, sta ik op en duw de klinkt voorzichtig naar beneden. Mijn ouders waren naar boven gekomen, maar ik had ze gezegd dat alles goed ging, dat Maia sliep en dat ik daarom naar buiten was gegaan. Omdat ik geen lenzen draag, kan ik de truc met 'Ik ben mijn lens kwijt.' dus niet gebruiken. Ik zei dan maar dat ik naar hun gesprekken luisterde, omdat het me moed gaf om te horen hoe ook zij de hoop niet opgaven. Het was een zwak excuus, maar ik kwam ermee weg. Ik werd naar mijn bed gestuurd, mijn ouders waren niet boos, maar ik was enkele minuten later gewoon weer uit mijn bed gekomen. Nu zat ik hier dus, alleen, zonder zusje die me beschermt. Maar ik duw de deur op een kier, en kijk of Maia echt slaapt. Haar ademhaling is regelmatig, dus veronderstel ik dat ze nu in dromenland vertoeft. Even wordt ik teruggesmeten in de tijd. Voor me zie ik Daniel, en ik weet zeker dat het geen droom in omdat de sterke lucht van alcohol en braaksel zo levendig is. Hij slaapt. Vredig, voor heel even niet in de wereld waar hij wil van ontsnappen. Dan wordt ik voortgestuwt, naar de dag in het ziekenhuis. Daniels gelach. Vergiffenis was zoek. Ik die me opsluit en bijna zelfmoord pleeg. Ik heb Maia nodig. Nu meer dan ooit. Ik duw de deur open zodat ik net tussen de kier kan en schuifel blootsvoets naar Maia's bed. Nu ben ik zeker dat ze slaapt, want een regelmatig geluidje dat verdacht veel op snurken lijkt, wordt door haar mond en neus gevormd. Iets waar ik me nog kan aan optrekken, want snurken deed Maia voor het ongeluk ook al. Haar borstkast rijst en daalt ook regelmatig, dus er is wel een grote kans dat ze echt niet 'van deze wereld is'. Zo voorzichtig als ik maar kan, sla ik de deken open en ga dan zo zachtjes als ik kan liggen. Eerst blijf ik op een afstandje van Maia liggen, maar vervolgens kruip ik dichter tegen haar aan. En als ze zegt dat ik moet gaan, zeg ik: 'Het spijt me. Maar ik heb je nodig.' De slaap heeft me bijna overmeesterd, als ik het al te bekende geluidje hoor van een binnenkomende sms. Even lijkt het alsof Maia wakker wordt, maar ze blijft liggen. Ik ga rechtop zitten en neem haar gsm van het kastje. Het smsje is van Valerio, voorzichtig vloek ik. Even twijfel ik of ik haar gsm moet ontgrendelen, en het smsje moet lezen. UIteindelijk wint mijn instinct dat zegt dat ik voor Maia moet zorgen, en ik laat mijn ogen over de letters van de sms glijden. Meer en meer raak ik ervan overtuigd dat Valerio schuldig is. ZIjn woorden zijn te klef. Zijn afscheid is te stroperig.

    [ bericht aangepast op 25 feb 2013 - 18:47 ]


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Daniel Cameron Vartanian

    De kleine, mollige handjes van Stan laten twee vette afdrukken achter op het grote, glimmende raam aan de voorkant van zijn ouderlijk huis. Het hese, schampere lachje dat mijn keel verlaat zorgt ervoor dat ik voor een kort moment mijn wenkbrauwen nadenkend samenknijp tot een frons – enkel en alleen door het feit dat ik het in de afgelopen dagen niet meer had gedaan ; gelachen. Mijn nieuwe beste vriend Stan had iedere dag weer opnieuw geprobeerd om mijn humeur omhoog te trekken, maar zelfs het stralende gezicht van dat kleine ventje had me op geen enkele manier van gedachten kunnen veranderen. De dagen nadat Maia was wakker geworden en er van alles was voorgevallen in het ziekenhuis, heb ik vrijwel iedere dag met hem opgetrokken en hebben we samen de gehele stad ontdekt. De reden dat ik iedere dag bij hem was – bang om in mijn oude levensstijl terug te vallen – was voor hem helemaal onbekend, wat ik zo graag bleef houden. De angst om terug te vallen in het diepe, zwarte gat waarin ik me eerst bevond werd met de dag erger – waardoor ik ook alleen maar banger werd om eraan onderdoor te gaan.
    Zwijgend loop ik sloffend over het trottoir, terwijl de woorden van Stan door mijn hoofd galmen.
    Daniel, ik kan er niet tegen als je verdrietig beng. Daniel, waarom kijk je zo? Daniel, niet zo hard in mijn handje knijpen hoor …
    Het kleine, levenslustige ventje had het helemaal nergens aan te danken dat ik op deze manier met hem omging – maar tegelijkertijd was hij de enige die het bij me uit kon houden uit vrije wil, waardoor ik me op de een of andere manier redelijk goed bij hem leek te voelen. Wanneer ik ook maar een millimeter te dicht bij mijn oude leven kwam was het genoeg om de brandende pijn in mijn borst weer te laten opsteken. Het kleine, glazen flesje in mijn jaszak leek me enige rust te brengen ; ook al dronk ik het niet ; het was enkel en alleen een mentale steun die me op dit moment hielp met de dagen doorkomen.
    Geconcentreerd druk ik met mijn handen tegen een welbekende deur, terwijl ik mijn oren spits om te luisteren of er verder niemand in het gebouw van de danszaal aanwezig was. Op het moment dat Stan naar huis was gegaan kon ik het niet laten om langs deze plek te gaan ; als er tenminste niemand anders dan ikzelf aanwezig was. Enkele dagen geleden had ik bij binnenkomst enkele geluiden opgevangen, waardoor ik direct ben omgedraaid en zonder te aarzelen naar huis was gesprint. Iemand tegenkomen was op dit moment wel het laatste waar ik zin in had.
    Zonder daadwerkelijk naar mezelf te kijken in de grote, muurhoge spiegels hoor ik binnen enkele seconden de beat van – waarschijnlijk – het meest onzinnige lied ooit door de danszaal schallen.
    ‘Barman, doe me nog ’n paar! Zet maar op m’n naam, Raphaël van de Kaart!’
    Met gesloten ogen begin ik onwillekeurige dansbewegingen te maken op de muziek, terwijl ik langzaam voel hoe de rust door mijn lichaam sijpelt en ik me probeer te concentreren op de rest van de tekst en de muziek.
    ‘Helemaal naar de klote!’
    Terwijl de laatste dreunen van de muziek wegsterven schakelt mijn telefoon vanzelf verder naar het liedje Oceaan van Racoon, waardoor ik mezelf in kleermakerszit op de grond laat zakken en zwaar ademend mijn ogen open. Het liedje was zo confronterend dat ik het niet kon opbrengen om door te dansen en mezelf dwong om naar mezelf te kijken.
    Het lijkbleke gezicht, de zwart omringde ogen en het afgezwakte lichaam in de lichtgrijze joggingbroek en het strakke, witte t – shirt leek me spottend aan te kijken vanaf de spiegels. Vanaf een moment liet ik mijn blik naar het kleine, glazen flesje glijden met de drank – mijn medicijn, maar bleef doodsstil zitten.


    Ellie O'Pry
    De slaap komt niet, nadat ik Maia's gsm vergrendelde en teruglegde. Als ik toch alleen maar lig te woelen, besluit ik op te staan en naar mijn eigen kamer te gaan. Als ik zo stil mogelijk de hal heb overgestoken, kruip ik in mijn eigen bed. De dekens hebben koud, mijn voeten voelen aan als ijsklompjes. Mijn gsm ligt te blinken op mijn nachtkastje. De twijfel slaat toe, ik hoef niet na te denken over wat ik naar wie zou sturen, de twijfel handelt dan ook niet daarover. Het is wel of niet versturen, waarover ik twijfel. Ik mis Daniel. Ook al lachte hij me uit, recht in mijn gezicht. Het zijn andere dingen die ervoor zorgen dat ik hem mis. Het veilige gevoel dat ik heb als ik naast hem dans, met de noten van Het Zwanenmeer op de achtergrond. Hij prins Siegfried, ik prinses Odette. Maia als spelbreekster, maar ik snap waarom ze zulke dingen doet. Dat neemt toch niet weg, dat ik eigenlijk van Daniel hou. Dat heeft de jaloezie die ik voelde na mijn akelige droom me wel bewezen. Als ik mijn gsm in mijn handen heb, zijn nummer al geselecteerd, blijft mijn schermpje een hele tijd leeg. Geen idee heb ik, van wat ik hem eventueel zou kunnen sturen. Mijn hoofd zoekt achter dingen. Filmmomenten, anekdotes, liedjes, citaten. Uitendelijk besluit ik hem een stukje van Les Temps des Cathédrales op te sturen. Het is het lied waarop we enkele jaren geleden ook een routine dansten, voor de voorstelling.

    Les poètes et les troubadours
    Ont chanté des chansons d'amour
    Qui promettaient au genre humain
    De meilleurs lendemains
    [De dichters en muzikanten
    hebben liefdesliederen gezongen
    en beloofden aan het menselijk ras
    een mooiere morgenochtend]

    Nadat ik dat heb verstuurd, ik ben er honderd procent zeker van dat hij zich de tekst zal herinneren, laat ik me languit in mijn bed zakken. Ik mis hem zo erg.



    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Daniel Cameron Vartanian

    'Walgelijk.'
    Hoofdschuddend laat ik mijn blik naar beneden glijden - over de gladde vloer van de danszaal - omdat ik het gezicht dat me vanaf de spiegel aankijkt niet langer kan verdragen. Het woelende, brandende gevoel in mijn borstkast lijkt weer aan te zwellen als de zachte beat van de muziek niet meer is dan een rustig achtergrondgeluidje, onmogelijk om op te dansen ; maar ook zo effectief om je verschrikkelijk lang en kwellend over jezelf na te laten denken. Het kleine, glazen flesje op het midden van de vloer keek me recht in mijn gezicht - sterker nog ; het was me ontzettend hard aan het uitlachen, wenkend dat ik ernaar toe moest komen en het moest drinken ; zodat geen van mijn problemen nog bij mijn gedachten konden komen.
    Met trillende handen krabbel ik half overeind - naar het flesje toe - als mijn actie wordt onderbroken door mijn telefoon, die zachtjes zoemt in de zak van mijn trainingsbroek. Enigszins opgelucht, maar ook geïrriteerd graai ik hem uit mijn zak en laat mijn ogen over de woorden van het scherm vliegen.
    Les poètes et les troubadours. Ont chanté des chansons d'amour. Qui promettaient au genre humain. De meilleurs lendemains.
    De kilte die rond mijn hart leek te slaan kwam vanuit het niets, enkel en alleen door de naam die bovenop het smsje pronkte en mijn gedachten op nieuw liet duizelen van de problemen en het schuldgevoel. Ik had me walgelijk tegen Ellie gedragen, ik had het nooit mogen doen en dan nog blijft ze me smsjes sturen - alsof ze doet alsof er helemaal niets is gebeurd, in de tijd in het ziekenhuis en de tijd daarvoor.
    Echter, zonder te aarzelen vliegen mijn vingers over de toetsen, drukken uiteindelijk op verzenden en laten mijn telefoon weer in mijn zak glijden.
    Danszaal.
    Het simpele woord dat ik naar Ellie had verstuurd was een vermomende schreeuw om hulp, niet wetend wat ik hier in mijn eentje nog zou moeten doen. Het was te lang geleden dat ik iedereen van de dansgroep had gezien, het was te lang geleden dat ik had gedanst, het was te lang geleden dat ik het gevoel had gehad om thuis te zijn...
    Spottend keek het kleine, glazen flesje me weer aan nadat ik me opnieuw op de grond liet zakken - terwijl mijn ogen er verlangend op gericht waren.


    Ellie O'Pry
    De weinige tijd die verstreken is tussen mijn druk op de knop en die van Daniel, is miniem. Even staar ik naar het simpele woord. Danszaal. Mijn gedachten slaan in paniek. Ik wil niets liever dan gaan, maar de schemer is al veranderd in donkere, inktblauwe lucht. Naar buiten gaan langs de voordeur is dus geen optie. Je maakt het me moeilijk, aangezien het laat en donker is. Daarbovenop mag ik niet eens naar buiten, maar ik kom eraan. Gelukkig dat mijn raam maar enkele meters van de grond verwijderd is, ik kan makkelijk naar beneden, als ik één laken vast maak aan een ander en die uit het raam laat bengelen. Maar voordat ik de gure buitenwereld intrek, ga ik nog even bij Maia langs. 'Maak je geen zorgen, ik kom terug. Erewoord,' fluister ik zo zachtjes als ik kan. Ik sluit de deur van mijn kamer achter me en ga op de vensterbank staan. Mijn ouders vergeven me dit nooit, ik heb dus véél over voor Daniel. Het volgende moment kom ik met een zachte 'pouff' op de grond en probeer ik de deken weer het raam in te gooien. Dit mislukt flagrant, zoals verwacht. Afschrikken laat ik me echter niet, want ik zet het op een lopen, zo hard als ik kan. Mijn hartslag bonkt in mijn keel, mijn ademhaling onregelmatig. Als de danszaal eindelijk in zicht komt, voel ik me net als na een Shuttle-run, vreselijk misselijk. Het gevoel dat ik krijg als ik de deur openduw, is echter zo onverwacht, dat ik me even moet vasthouden aan de deurpost. Ik zet door, en ga de zaal binnen. Als ik de kleedkamer doorgestapt ben, zie ik Daniel al zitten. Voorzichtjes neurie ik enkele noten van Les Temps des Cathédrales. Met een kleine draaibeweging, sta ik naast hem, of beter gezegd naarst zijn flesje. Blijkbaar wordt ik hoogmoedig, want met de neus van mijn schoen, duw ik het flesje om. De inhoud vloeit over de grond.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    [mensen ik ben er, ik ga ff post maken]


    "It's funnier in Enochian." ~ Castiel

    Daniel Cameron Vartanian

    Je maakt het me moeilijk, aangezien het laat en donker is. Daarbovenop mag ik niet eens naar buiten, maar ik kom eraan.
    De woorden lijken over het scherm van mijn telefoon te dansen, die niet lang daarna weer in de zak van mijn trainingsbroek verdwijnt en uit mijn gedachten zijn verdwenen. Mijn blik lijkt enkel gericht te zijn op het kleine, glazen flesje dat me nog steeds spottend lijkt aan te kijken vanaf de gladde dansvloer. De gedachten en mogelijkheden die ik op dit moment allemaal door mijn hoofd flitsen lijken oneindig, maar geen van deze mogelijkheden lijkt perfect te zijn voor deze situatie. Ik vertikte het om de afgelopen dagen weg te gooien en in een klap terug geslingerd te worden in het zwarte gat dat mijn 'vorige leven' was door een simpel, klein flesje waarvan de inhoud me voor een volle dag knockout zou kunnen maken.
    Lichte geluiden - die niets met mijn muziek te maken hebben - proberen mijn gedachten binnen te dringen, zonder enig succes. Mijn aandacht blijft gericht op het kleine, glazen flesje voor me ; waardoor ik niet in de gaten had dat de muziek ondertussen was veranderd in een ander welbekend deuntje. De vederlichte, schuifelende voetstappen die in de danszaal verschijnen zorgen er niet voor dat ik opkijk om te kijken wie het was. Het moment dat mijn enige uitvlucht, mijn medicijn, over de grond naar me toe begint te sijpelen knipper ik verbaas met mijn ogen. Enkele seconden geleden stond het glazen flesje nog rechtop, terwijl het nu zwak en gebroken op de grond lag en de kostbare inhoud steeds verder van me werd verwijderd.
    Terwijl ik wild ademend overeind schiet zie ik mezelf voor een aantal seconden in de spiegel ; mijn blik verwilderd, mijn zwart omrande ogen en mijn lijkbleke huid. Wanneer mijn blik die van Ellie vindt bevries ik langzaam, opnieuw had ik mezelf te veel laten gaan in haar bijzijn en waarschijnlijk was ze zich helemaal rot geschrokken. Heftig knipperend prop ik mijn handen in de zakken van mijn trainingsbroek terwijl ik al mijn spieren aanspan en mijn kaken strak op elkaar klem. Iets zeggen deed ik niet, ik keek haar alleen aan ; verder was ik er nog niet aan toe, ik was haar al voor eeuwig dankbaar dat ze hierheen was gekomen om me te steunen, ook al kan ik het niet uitspreken...


    Ellie O'Pry
    Zijn ogen zijn groot geopend. Het lijkt wel alsof hij een klein hert is, dat achterna gezeten wordt door een jager met een geweer. Hij ziet er, in één woord, misérabel uit. Hij ziet eruit alsof hij al dagen niets meer gegeten heeft, of zonet een lijk gezien heeft. Als zijn blik de mijne kruist, bevriest hij. Hij spant zich helemaal op, zo erg dat ik er bang van word. 'Daniel, niet doen. Ik ben het maar.' Ik adem in en uit, en begin dan aan iets wat een preek moest worden, maar omdat ik Daniel niet nog eens wil kwijtraken, begin ik op zachte toon. 'Ik ben hier niet alleen als gezelschap. Niet zoals die ene avond, die mooie avond. Maar ik mis je, jou, je dansen, je aanwezigheid. Ik was bang, bang dat je weer zou hervallen.' Ik stop en kijk naar de sterk ruikende vloeistof die op de grond ligt. 'Waarom doe je dit? Waarom maak je jezelf kapot?' Na wat twijfelen, ga ik zitten. Nu moet ik recht omhoog kijken, en dat is niet handig. Ik besluit, om de vervelende stilte te verbreken, naar het sterioapparaat te stappen, en zoek Les Temps des Cathedrales, om die vervolgens op te leggen. Zelfverzekerd, om Daniel af te leiden, begin ik aan de routine die eerst solo gedanst wordt. Daniel danste eigenlijk met Maia, maar ik denk niet dat hij er echt iets op tegen heeft om nu met mij te dansen. Als de muziek oplaait, draai ik mezelf naar Daniel toe. 'Mag ik deze dans van u?' Een heleboel herinneringen smijten op bij deze woorden. De dag van de voorstelling, Maia en Daniel dansend. Vredig, gelukkig. Ik danste alleen, maar had er geen problemen mee. Daniel blijft staan. Ik herdans het refrein, en vraag hem wederom om de dans.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28