Xavier Hush Gray, wetenschapper.
Sage wuift het alweer weg en laat de sigaret tussen haar eigen, redelijk volle, lippen bungelen. Hierna murmelde ik al iets om vervolgens in gedachten verzonken ergens in de verte te kijken. Mijn zin had ik niet eens af willen maken, maar het maakt niets uit, volgens mij wist Sage dat ook al wel. Ze probeert me dan ook omhoog te krijgen, waarbij ik haar zo veel en goed mogelijk mee help. Ik heb echter alleen het idee dat het niet zo wil werken als ik in deze staat ben, ik wankel vooral heen en weer, waardoor sage bijna haar evenwicht telkens verliest.
Ik wijs welke richting het meertje is, waarop ze mij maar die kant op begint te sleuren. “Dat zal best.” Murmelde ze nog, maar net zoals de hele tijd reageer ik er niet op. Net als ik de fles tegen mijn lippen aan wil zetten, maakt Sage me de fles alcohol afhandig die ze zelf in haar hand houd. Hierdoor kijk ik haar vooral beledigd aan en maak een raar afkeurend geluidje. “Sage!” gromde ik iets, waarbij ik de fles terug wilde pakken, maar het lukte niet echt, dus hield ik op. Later zou ik het wel terug pakken. “We willen niet dat je die kapot laat vallen hé? Daarom bewaar ik hem even voor je. Je krijgt hem later wel terug.” Waarom vertrouw ik het nu niet als Sage het zegt? “Niet van drinken.” Meld ik alleen, murmelend en met een dronken toon in mijn stem, terwijl ik nog door loop richting het meertje.
“Waarom heb je toch zo idioot veel gezopen, Xavier?” vraagt ze aan mij, maar ik geef er eerst helemaal geen antwoord op. Dat moet er nog eens bijkomen zeg. Ik ben dronken, niet gek! Traag sleept ze me mee tussen de bomen en wanneer ik uiteindelijk opmerk dat we er bijna zijn, komt er een grote grijns op mijn gezicht terecht. Ik ben allang blij als ik me eenmaal mag laten vallen uit Sage haar armen, omdat er we er aan gekomen zijn. Want ik had al gedacht dat als het langer zou duren ik ergens overheen zou struikelen of onhandig zou zijn geweest. Haastig trek ik mijn donkere blouse uit, mijn schoenen en broek en twijfel eventjes over mijn boxer, maar doe het uiteindelijk toch niet. Wanneer ik me naar het meertje begeef, ga ik ergens waar het ondiep is, zitten en was me iets.
Tenminste zo goed mogelijk, want het lijkt me allemaal nogal vaag te gaan nu, het draait nog een beetje. Eerlijk gezegd ben ik dan ook nog niet klaar met drinken… Later, Xavier, dat komt later! “Sage, kom je ook?” vraag ik zo goed mogelijk, wat lukt met enkele pauzes ertussen. Ik let nog steeds op het water en het wassen. Stonk ik dan zo erg naar drank? Moet mee vallen, toch? Het was eigenlijk ook stom om die vraag aan Sage te stellen, ze is veel te kritisch en nogal een doemdenker voor dat soort dingen. Willow kan ik het ook niet vragen, want die denkt dan gelijk door en met Amber en Damien heb ik amper gepraat. Voor mezelf houden dus.
Andrei / Lilith, wezen.
Het blonde meisje zet gauw een stap naar achteren terwijl ik mijn armen over elkaar sla. Mijn benen zijn opgetrokken en mijn gezicht is naar de grond gericht, waarna ik haastig jammer dat ze op moet schieten. Het meisje knikt, pakt het mes van de grond, waardoor ik even een bepaalde pruilende blik opgeef, alsof ik niet wil dat ze het mes meepakt. Ze dacht vast dat ik me allemaal dingen aan wilde doen met dat mes. Ze is zo goed gelovig, mensen geloven eerlijk waar overal in hé. Die goedhartige eigenschappen van hen doet hen nog de das om. Nu moet ik echter mijn façade blijven houden totdat ik dichtbij die man ben gekomen, of misschien iemand anders die James geclaimd heeft. Waarom zou hij anders zo kijken? Het meisje was al weggelopen, maar ik gaf haar voor een kort moment een blik en uiteindelijk stond ik op om wat heen en weer te lopen. Met een eng gekraak kraakte ik de botten van mijn rug en toen ik de voetstappen van het meisje hoorde, ging ik snel terug hetzelfde zitten. Angstig beet ik op mijn lip, totdat deze ook begonnen te bloeden. Helemaal in elkaar gedoken keek ik naar haar op.
Quiet the mind, and the soul will speak.