• Het gaat over piraten ja, maar zelfs als je er bijna niks van weet kan je gewoon meedoen. Probeer het gewoon eens, ikzelf weet ook niks over die periodes, enkel dingen die ik toevallig heb gezien in POTC. (; En niemand zal je kwaad aankijken als je een klein foutje maakt door je personage bijv. een mobiel te laten pakken.
    Inspringen kan/mag altijd! We verzinnen er wel wat, geven je korte samenvatting en helpen je natuurlijk ook met in de RPG komen (;


    Lang geleden was er een kapitein, zo barbaars en zo harteloos, dat zelfs de stoerste mannen hem uit de weg gingen. Kapitein Olivier Dalton, hij had zijn eigen schip, de Medusa, en zijn eigen bemanning die hij als grof vuil behandelde, maar ze bleven, bang voor wat er zou gebeuren als ze vertrokken. Ze kregen bijna niks en als ze niet luisterden konden ze beter maken dat ze wegkwamen, want Olivier stond bekend om zijn gruwelijke straffen. Zweepslagen, kielhalen, laten vechten om leven en dood tegen een ander bemanningslid voor zijn vermaak, ze voor schut zetten door ze op te dragen vrouwenkleren aan te trekken en dergelijke. Cameron Sand, kapitein van de Posideon's Mermaid kon hem niet uitstaan, was ziedend van jaloezie en ze werden rivalen. Nooit gingen ze elkaar uit de weg, gingen juist altijd de strijd met elkaar aan, toch won er nooit iemand. Op een dag veranderde alles, Olivier zag wat hij aanrichtte met zijn harteloosheid. Huilende vrouwen die hun kleine kinderen probeerde te sussen, de stoerste mannen die hem smeekte om genade. Van de een op de andere dag zag hij het in, het achtervolgde hem in zijn slaap, maar hij dacht dat het wel weg zou gaan, het schuldgevoel. Het nare gevoel bleef, de nachtmerries gingen niet weg dus nam hij een noodzakelijk besluit. Hij stuurde zijn bemanning weg, vastberaden een nieuwe start te maken, hij liet zijn aartsrivaal achter. Er was één ding dat hij niet achter liet, hetgeen wat wel tegen zijn barbaarsheid kon en hem niet zou laten vallen, zijn schip de Medusa. Hij zocht een nieuwe bemanning en was milder dan ooit te voren, misschien zelfs té soft.

    Hij ontdekte dat een van zijn bemanningsleden geen man was, maar een vrouw. Hij liet haar blijven. Niet veel later werd hij verliefd op haar, maar het was niet wederzijds, toch bleef hij vriendelijk. De vrouw van zijn dromen werd verliefd op een ander, liet hem in de kou staan en vanaf dat moment kwamen zijn slechte kanten weer omhoog. Hij werd jaloers en verbande de man waar ze verliefd op was van het schip en het deed hem niks toen hij zag hoe stuk zij daar van was. Later kwam de man, door wat je een wonder kan noemen, toch weer aan boord. Olivier liet hem deze keer toch blijven, maar hij was niet meer zo aardig als hij geweest was. Zelfs tegen de vrouw waar hij verliefd op was geweest deed hij vreselijk, hij was weer net zoals vroeger. Snauwde zijn bemanning af, was weer een echte piraat en kende geen genade meer.

    Nu, met zijn nieuwe bemanning en weer zijn oude karakter terug, is hij op zoek naar een schat. Hij weet niet precies wat het is of hoe het eruit ziet, maar het blijkt geweldig te zijn en te liggen op een onbewoond, geheimzinnig eiland midden in de oceaan. Hij is vastberaden de schat te vinden, zijn aartsrivaal Cameron Sand voor te zijn. Toch zijn er kleine dingen die hij over het hoofd ziet.
    Hij gaat er namelijk niet vanuit dat er toch een volk blijkt te wonen op het eiland, verwacht niet dat er een verrader in zijn bemanning zit en dat zijn aartsrivaal het juiste moment om toe te slaan afwacht.


    De verhaallijn in het kort.
    Het gaat over de bemanningsleden en kapitein van de Medusa die op zoek zijn naar een schat. Eén van de bemanningsleden is een verrader (Tristan Wright) in dienst van aartsrivaal Cameron Sand, hij houdt zijn opdrachtgever op de hoogte met een postduif, stuurt hem berichten over de koers en informatie over wat er gaande is op de Medusa. Als ze eenmaal op het eiland aankomen, waarvan ze dachten dat het onbewoond zou zijn, blijkt hun een verrassing te wachten. Er woont een vreemd volk dat hun niet vertrouwd, de bemanningsleden moeten hun vertrouwen zien te winnen, maar hoe gaan ze dat doen als blijkt dat Cameron Sand, samen met zijn bemanning, al eerder op het eiland is aangekomen en het vreemde volk al helemaal voor zich gewonnen heeft?

    Lijstje
    Volledige naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Rol+rang: (Bemanning Medusa, kok. Avaloniër, krijger etc.)
    Extra:
    (Je mag er zelf dingen bij verzinnen zoals verleden enzo)

    Persones (Als je vragen hebt hierover, stel ze dan gerust)
    Bemanning Medusa:
    Kapitein Medusa: Vluuv – Olivir Dalton – 24
    Endure – Abby (Abigail Rosaline Valence) – 19
    Leave - Genesis Elisabeth Thrown - 20 (ontvoerd door Ace)

    Sid - Natambu Mmba - 25
    C18 - Ace Franklin Johnson -24


    Bemanning Poseindon's Mermaid:
    Kapitein: C18 - Sygmund Yakov Engel - 28
    Verrader: Sid – Tristan Wright – 22
    Sid - Leopold Smiths - 24
    Vluuv - Bee - 19
    Nenuphar - Nerissa Dyce - 18


    De Aveloniërs:
    Stamhoofd:
    Zusje stamhoofd: Endure - Ayiana Kateri Chestio - 21
    Leave - Nivera Izil Mazi - 19
    Peyrac - Noémielle Dian Dewi - 19

    Goldenwing - Gavin Sloan Honiahaka - 22

    'Regels'
    Het zijn geen 'regels', meer dingen om jullie even aan te herinneren.

    - We verwachten geen posts van 800 woorden, maar doe liever wel je best om een redelijk stukje te plaatsen.
    - Wil je je personage kwijt of stoppen? Meld het dan, dan brengen we je personage wel om het leven of iets dergelijks.
    - Gelieve geen grote dingen voor andere personages te bepalen.
    - Je hoeft niet dagelijks te posten, maar het is prettig als je je personage niet verwaarloosd.
    - Probeer je een beetje in te leven en je een beetje aan de verhaallijn te houden. Je mag natuurlijk wel een beetje afwijken, maar liever niet te veel.
    - Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, bekijk desnoods de RPG Handleiding site voor tips. Weet je nog steeds niks? PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    - Verhaal kwijt? Vraag even om een korte samenvatting.
    - je mag gerust wat meer personages aanmaken, graag zelfs.

    [ bericht aangepast op 6 april 2012 - 15:00 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ace - Piraat.

    Ik voel haar gezicht tegen mijn borst. Ik zucht van opluchting dat ik me tijdig heb gewassen.
    "Nee. Jij hoeft je helemaal nergens voor te verontschuldigen. Ik.. Ik trek gewoon ongeluk aan en-" Verbaasd kijk ik op.
    "Alles dat ik doe is discussiëren met Abby."
    Ik zwijg even en kijk naar de horizon, waarachter de zon inmiddels is verdwenen.
    'In dat geval zijn we beiden pechvogels,' zeg ik met een klein grijnsje.
    "Ik wil dat je weet dat je me niets verschuldigd bent. Die schuld heb je al meer dan genoeg ingelost. Ik ben een ongewild, verwend poppetje dat gewoon.. Nergens goed voor is," mompelt ze verder.
    'Je hebt anders goed zorg gedragen over de bemanning en je hebt meer ballen dan de hele bemanning bij elkaar. En je weet niet wanneer je je mond moet houden,' grinnik ik.
    'Nooit gedacht dat we zo veel gemeen zouden hebben,' voeg ik met een grijns toe.
    'Vanavond gaan er een paar dingen veranderen, Genesis,' zeg ik zacht, op een toon die alleen zij kan horen.
    'Op de weg naar het binnenland. Tristan weet ervan. We moeten doen wat hij zegt. Voor onze vrijheid. Dus wanneer hij je opdraagt om te verdwijnen, doe wat hij zegt. Ik doe het ook. We zullen ons afsplitsen van Oliver, voor altijd. En we gaan een nieuwe weg vinden.'


    No growth of the heart is ever a waste

    Captain Oliver Dalton - Captain Medusa
    Ik zwijg en luister naar Asilah. Ik had kunnen verwachten dat ze toch op onderzoek uit zou gaan, en ergens stelt het me wel gerust. Één vertrouweling kan geen kwaad. De manier waarop Asilah met de bemanning omgaat en de manier waarop zij hun intense haat jegens haar geen moment proberen te verhullen stelt me gerust. Als ze achter mijn rug om met ze samenwerkte zou hun act van afgunst voor elkaar vast een stuk minder overtuigender zijn. Aan de andere kant wil ik wel voorzichtig blijven. Julius Caesar vermoedde immers ook niet dat Brutus zich tegen hem zou keren, en toch gebeurde het. Teveel vertrouwen moet ik haar dus niet schenken. ‘Hm, ik heb niet op hem gelet.’ antwoord ik vaag en naar waarheid op haar vraag. Het zou me niet verbazen als ze een muiterij aan het plannen zijn: ik heb het immers wel erg bont gemaakt. Angst voel ik, verbazingwekkend genoeg, nog niet. Ik ben verlamd, mijn gevoelens zijn afgestompt. De haat die ik voor Tristan voelde is niet meer zo vurig, de pijn van Abby’s afwijzing niet meer zo stekend, het verdriet om mijn zielige leven niet meer zo overweldigend en de schuld die ik vroeger voelde als mensen door mijn toedoen stierven is compleet verdwenen. Mijn geweten is al weggeglipt, en probeert mijn emoties met zich mee te trekken. Ergens waarschuwt mijn brein me wel dat ik gevaar loop, maar ik ben eerder nieuwsgierig naar wat de toekomst zal brengen. De dood noch de hel vrees ik, want ik weet dat ik beide verdien.
    Asilah geeft geen antwoord meer; Haar aandacht wordt opgeëist door een aantal bemanningsleden. Ik maak van de situatie gebruik door me af te zonderen en het papiertje waar ik eerder een schets van de kaart op heb geklad er bij te pakken. Ik laat vlug mijn ogen over de lijnen die het eiland aangeven glijden en concludeer tevreden dat ik alles nog weet. Lang kostte het me niet om de kaart uit mijn hoofd te leren, en het zal me ongetwijfeld van pas komen. De originele kaart heb ik al eerder vernietigd en dit kladje zal zo volgen. Dan ben ik de enige die de weg naar de schat kan wijzen en zullen ze zonder mij niets kunnen beginnen. Mijn leven ben ik vast nog steeds niet zeker, aangezien ik niet weet hoeveel mijn bemanning überhaupt om de schat geeft, maar ze zullen nu vast beter nadenken voordat ze me de dood in jagen. Een laatste keer kijk ik naar mijn tekening en de aantekeningen die er bij gekrabbeld staan, dan begin ik de kaart in stukjes te scheuren tot ik slechts een hoopje minuscule snippers in mijn handen heb. Er vliegen al een paar tussen mijn vingers door, en op het moment dat ik los laat vliegt er plots een windvlaag langs me heen die de stukjes het water in werpt en verspreidt. Het is alsof God, mocht Hij bestaan, me wil vertellen dat ik goed bezig ben door me te helpen met een windvlaag. Ik glimlach weemoedig. Als ik hulp krijg zal het eerder zijn van de Duivel dan van God.
    Ik merk dat de ruzie enigszins is bekoeld en loop op mijn crew af. De meeste stoppen met praten als ze me aan zien komen, maar voor de zekerheid schraap ik nog even mijn keel. Het wordt stil en ik sla mijn handen achter mijn rug. ‘We gaan,’ zeg ik kortaf, en laat mijn ogen een moment op de mensen rusten die Asilah aanwees als mogelijke muiters. ‘Houd elkaar allemaal goed in de gaten. We zouden niet willen dat er iemand achterblijft of verdwaalt.’ Vervolgens draai ik me om en loop richting het bos, in de verwachting dat de rest vanzelf wel zal volgen. Niemand zal er immers veel voor voelen de nacht hier op het strand door te brengen, gok ik zo.

    Josephine Bellafonte
    ‘Kom op, bedtijd,’ hoor ik een Leopold zeggen en ik kijk over mijn schouder naar hem om. De blijdschap die ik voelde toen ik dacht verdwijnt als ik zie dat hij het tegen zijn patiënt had en mokkend draai ik me weer om. Uitgerekend ik krijg de scheepsarts als begeleider toegerekend. Waarom niet een kok die me wat te eten had kunnen geven en niet de hele tijd bezig was geweest met mensen verzorgen? Al moet ik misschien niet klagen, aangezien Leopold nog goed kan helpen mocht ik gewond raken. Ik schrik van die gedachte, aangezien ik er helemaal geen rekening mee had gehouden dat ik misschien gewond zou raken. Wat als ik wat breek of kneus? Het zou beter zijn om niet de bergen in te trekken en hier op Ace te wachten misschien.. Maar nee, ik ben niet zo ver gekomen om nu op te geven! Vastberaden bal ik mijn vuisten. Ik laat me niet tegenhouden door deze stomme jungle, die vieze piraten en zelfs niet door die giftige spin. Als ik voetstappen achter me hoor kijk ik vlug om, bang dat het een handtastelijke piraat is, of een of ander enorm beest uit de jungle. Opgelucht zie ik echter dat het Leopold is en met opgetrokken neus neem ik het vodje aan dat hij me aan reikt. Het moet waarschijnlijk een zakdoek voorstellen, en dus dep ik mijn wangen voorzichtig droog. Het simpele lapje is heel anders dan de kanten, zachte zakdoeken die ik gewend ben van thuis. Ach, het stinkt ten minste niet, en ik waardeer het gebaar. ‘Het komt wel goed,’ zegt hij, en ik kijk in zijn ogen, die vriendelijker staan dan normaal. ‘Het valt te hopen,’ mompel ik zacht terug, terwijl ik dankbaar de grote warme deken die hij me geeft om me heen sla. Ik ben aangenaam verrast door hoe zacht hij is. Een hele verbetering op de ruwe linnen zakken waar ik stiekem op heb geslapen de afgelopen weken. ‘Zullen we eens gaan kijken of er aan dat vuur ook een plek voor jou is? En wat te eten?’ Ik volg zijn knikje richting het dorp en zwijg even. Zijn bezorgde toon ontroert me enigszins, maar tegelijkertijd erger ik me er aan, en het feit dat hij me weer tutoyeert verbetert mijn humeur niet bepaald. ‘Hm,’ brom ik zacht, te moe om hem af te katten. ‘Is goed.’

    Genesis Elisabeth Thrown
    De schemering en lieve woorden van Ace zorgen ervoor dat ik alle narigheid bijna zou vergeten. Bijna.
    Wanneer hij over veranderingen begint spits ik mijn oren. Mijn lichtgroene irissen glijden een tikje vrmoeid langs de kustlijn. Sind ik op de Medusa zit heb ik erg weinig kunnen rsuten. Vaak waren het nachten waarin ik de tijd verdreef met het verplegen van bemanningsleden en piekeren.
    Ik voel een vleug van vreugde door mijn borst trekken maar besluit vooral niet te veel hoop in te zetten.
    "Asilah zal je geen seconde uit het oog te verliezen." Merkte ze gepikeerd op. "Waar gaan jullie heen?" Er waren zoveel landen, zoveel horizons. Bovendien was ze er zelf nog niet uit of ze terug wilde naar Tortuga. In Engeland had ze ook familie wonen. Haar derde broer Philipe woonde er met zijn vrouw. Wat ze ook ging doen; ze deed helemaal niets zonder wraak op Oliver en zijn maitresse Asilah.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Oké, plak er even een stukje achteraan maar :A

    Abigail Rosaline Valence.
    Tot mijn grote verbazing leek Asilah haar woede onder controle te houden en in plaats van Ace een mes in zijn rug te steken of iets anders in die richting sprak ze haar bedreigingen uit. "En daarna Miss Valence." Het feit dat ze me zo noemde vond ik haast nog erger dan de bedreiging zelf, ze had immers niet veel eerder diezelfde bedreiging uitgesproken, en onwillekeurig verstrakte mijn greep zich iets rond Tristans arm. Valence, Valence.. Ik wilde van die naam af, maar dat lukte niet als mensen me daarmee aan bleven spreken. Zelfs de manier waarop Asilah haar lippen aflikte was een perfecte afspiegeling van haar kille, harteloze en moordlustige karakter. Ik begreep nog altijd niet hoe iemand zo kon worden, maar bij Oliver had ik gemerkt dat er erg weinig voor nodig was om sommige mensen te doen veranderen.
    Ik had Tristans arm voelen aanspannen onder mijn hand en hij leek pas weer te ontspannen toen Asilah uit zicht was. Ik had liever gehad dat hij niet wist dat Asilah me liever dood dan levend zag, maar gedane zaken namen geen keer. Na Genesis wat gezegd te hebben over preken en oordelen richtte Tristan zich weer op mij. "Waar waren we daarnet gebleven?" Ik glimlachte kort naar hem, gunde Genesis geen blik waardig en voelde er eigenlijk ook nog vrij weinig voor om Ace onder ogen te komen nadat hij me zo gezien had. Ik loodste Tristan weer weg van de rest. "Maak je niet te veel zorgen om Asilah's dreigement, oké? Ze heeft het lef niet me iets aan te doen, dat had ze toen straks al niet en nu nog steeds niet." Mijn woorden kwamen er minder overtuigend uit dan ik wilde en ik kreeg zelfs geen glimlachje over mijn lippen. Ik wilde weg hier. Weg van Oliver, Asilah.. En ik twijfelde er niet over of Tristan er hetzelfde over dacht. Gelukkig was de zon al bijna onder, er was slechts nog een smal streepje licht te zien. We zouden dus gauw vertrekken.

    En Oliver bevestigde dat vermoeden. "We gaan. Houd elkaar allemaal goed in de gaten. We zouden niet willen dat er iemand achterblijft of verdwaalt." Zijn blik was duidelijk op ons gericht en ik besefte dat hij het ons niet makkelijk ging maken. Oliver liep het bos al in gevolgd door een aantal bemanningsleden en ik richtte me weer op Tristan. "Op deze manier hebben ze ons zo door," fluisterde ik lichtelijk geïrriteerd. en toen schoot me iets te binnen waar ik eerder niet aan gedacht had en wat er gemakkelijk voor kon zorgen dat ons hele plan in het water viel. Ik wierp kort een blik op de bemanningsleden die het bos introkken, we hadden nog wel even voordat we ze niet meer zouden kunnen vinden. Al was dat met al het lawaai dat sommigen onder hun produceerden niet erg lastig. "Tristan, als jij als laatst achter blijft en ze hebben door dat wij drieën weggekomen zijn, dan kom je nooit meer weg. Je bent de enige die de weg kent en Engel kent alleen jou, ons vertrouwd hij vast niet. Je kunt niet als laatste achterblijven," fluisterde ik, "laat mij anders als laatste achterblijven." Het was me eerder al niet bevallen Tristan als laatste achter te laten bij die heks en.. En Oliver. Het hele plan kon worden verpest als Tristan niet weg kwam, en die kans was groot, er werd extra op ons gelet en het zou zeker opvallen als er al drie van ons weg waren. Tristan zouden ze dan helemaal niet meer uit het oog verliezen, het leek me dus beter als hij niet als laatste weg zou gaan.



    Bwurgh, misschien dat je nu iets kan..? ;p Meer kwam er niet uit, dit was het enige waar ik op kon komen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Gavin Sloan Honiahaka

    Hoewel het waarschijnlijk niet de bedoeling was zag hij hoe Chaluwen zijn hand aan spande, kennelijk vielen zijn woorden in verkeerde aarde. Hij kon dat de man ook niet kwalijk nemen, ten slotte las hij Chaluwen de les terwijl het juist andersom zou moeten wezen. Toen de man voor hem aan de tafel tegen hem begon te spreken wist hij direct aan de toon die Chaluwen gebruikte dat hij nu echt zou moeten luisteren naar de man, helemaal als hij zijn positie als leider van de krijgers wou behouden. "Ik respecteer het dat je voor mijn jongere zuster opkomt, maar Ayiana moet leren dat niet alles te bereiken valt als vrouw. Er zijn tradities, normen en waarden. Bovendien heb ik belooft voor haar te zorgen en ik ga haar geen ere behandeling verlenen. Nogmaals Gavin, ik waardeer het dat je zoveel voor haar opkomt, maar ik blijf bij mijn besluit. Omdat jullie beide mijn bevelen in de wind gooien heb ik geen andere keus." Hij wou tegen Chaluwen in gaan, tradities konden aan worden gepast, net zoals normen en waarden maar diep van binnen wist hij dat de man voor hem gelijk had. Het was lastig om te verkroppen maar Chaluwen had gewoon weg gelijk. Tradities veranderde je niet even omdat je daar zelf zin in had, die waren er om de boel bij elkaar te houden. Zonder de tradities zou zijn stam nu net zo'n op geld belust volk zijn als de piraten die hen bedreigden maar ook als de piraten die min of meer hun vertrouwen hadden gewonnen. “Maar ...” Begon hij toch, voordat hij zichzelf in gedachten op de vingers tikte, nu nog meer tegen Chaluwen in gaan was alles behalve verstandig. Dus keek hij zwijgend toe hoe het stamhoofd een nieuwe stuk papier tussen zijn opgerolde documenten uit haalde. Zijn blik ging opnieuw naar het stamhoofd toen die weer begon te spreken. "Dit hier is een bezegeling. Een verbintenis tussen jou en Ayiana. Ondertekend door mij." Een verbintenis? Zijn ogen werden zo groot als schoteltjes en hij wist nog net zijn kaken op elkaar te bijten aangezien zijn mond anders was open gevallen. Een verbintenis,dat betekende een huwelijk tussen hem en Aiyana. Maar waarom? Hij wou haar helpen, hij wou haar bij zijn krijgers tijdens het gevecht maar hij wou niet met haar trouwen. Oké, misschien ergens heel diep van binnen wou hij het wel maar Aiyana kon zoveel beter krijgen, dat moest zelfs Chaluwen wel weten. Hij was weliswaar hoofd van de krijgers geworden maar voor de rest had hij nou niet bepaald aanzien. Er waren zat mannen die onder zijn leiding vochten en zoveel beter dan hem waren, hij had alleen het verstand om het zooitje bij elkaar te houden. “Dit kunt u Aiyana niet aandoen, dan heeft ze helemaal geen vinger meer in de pap.” Sprak hij het idee van Chaluwen tegen voordat hij zich bedacht, dit was slechts een traditie. Aangezien haar ouders niet meer leefden zocht hij, als haar broer, een geschikt huwelijkspartner voor Aiyana uit. Traag schudde hij zijn hoofd. “Vergeet mijn woorden, stamhoofd. Ik kraam slechts dwaze woorden uit in mijn staat van verbazing.” Verontschuldigde hij zijn woorden van eerder, hij moest Chaluwen wel te vriend houden al was het maar voor zijn positie. Toen schoot hem iets te binnen terwijl hij naar het papier keek. Maar als Aiyana zijn vrouw werd, hoewel ze daar niet van zou willen horen, dan had hij toch meer macht over haar dan dat Chaluwen over haar had. Ten slotte bemoeide familie zich minder met de dochter als zij getrouwd was, de man was namelijk in zijn gedrag amper tegen te spreken. Een glimlach voor zijn eigen bedenking verscheen op zijn gezicht en hij keek terug naar Chaluwen. “Ik dank u zeer, stamhoofd, voor deze verbintenis.” Hij vroeg zich af of de man in de gaten had wat hij zich nu op de schouder had gehaald. Waarschijnlijk niet en het idee dat Gavin nu had wou hij maar wat graag delen met het stamhoofd, ten slotte was het papier ondertekend. “U heeft uw eigen gezag daarnet tegen u zelf uitgespeeld.” Deelde hij het stamhoofd mee. “Als Aiyana en ik trouwen dan wordt zij mijn vrouw en heb ik de macht over wat zij doet tijdens het gevecht. U mag weliswaar het stamhoofd zijn, uw positie respecteer ik ook, zodra we zijn getrouwd moet ze luisteren naar mijn woord. Dat van mij telt dan zwaarder dan dat van u.”

    Om te voorkomen dat het stamhoofd van gedachten veranderde of hem alsnog van zijn positie afhaalde moest hij nu vooral maken dat hij weg kwam. “Ik respecteer uw gezag, stamhoofd. Maar soms kan ik niet anders dan zorgen dat het in mijn voordeel werkt.” Na die woorden liep hij de hut weer uit, een kwade Chaluwen wou hij nu vooral niet op zijn dak hebben. Misschien was het niet de beste manier om er voor te zorgen dat Aiyana mocht vechten maar ze had nu in ieder geval de mogelijkheid om te vechten. Ook al zou de verbintenis die tussen hen was gelegd haar niet aan staan. Buiten liet hij zijn ogen over het kamp heen gaan, waar was Aiyana? Hij had ten slotte nog een massage van haar te goed en hij wou er nogmaals zeker van zijn dat hij die wel kreeg. Hij vond haar in de buurt van de hut van de medicijnman met niemand minder dan Sygmund, natuurlijk. Rustig liep hij op de twee af terwijl hij de drang om zijn doek van zijn arm af te halen moest onderdrukken. “Aiyana, Sygmund.” Begroette hij de twee vriendelijk met een hoofdknikje erbij. Als hij Aiyana alleen had kunnen treffen dan zou hij haar heel anders hebben begroet, waarschijnlijk op meer plagende manier maar hij moest nu een goede indruk achterlaten bij Sygmund dus kon hij even niet dollen. Zijn blik liet hij over het gezicht van het meisje glijden, het meisje dat volgens Chaluwen nu aan hem was verbonden om te voorkomen dat ze zou gaan vechten. Die verbintenis was echter verkeerd geïnterpreteerd waardoor ze nu wel degelijk mee zou vechten, ze was een erg goede krijger. Hoewel hij het niet graag wou vertellen zou hij het nieuws van Chaluwen toch eerlijk moeten opbiechten aan Aiyana, waarvoor hij haar wel even alleen wou spreken. “Aiyana, kan ik je even onder 4 ogen spreken?” Vroeg hij daarom dan ook en zodra ze had ingestemd liep hij bij het dorp weg. Verderop was een beekje en daar zouden ze genoeg rust hebben om te praten. Hij zakte neer in het gras, tegen een grote boom en liet zijn blik alweer vrij snel naar Aiyana glijden. “Ik moet je wat opbiechten over het gesprek dat ik heb gehad met je broer.” Begon hij, terwijl hij er ernstig bij keek.


    Stand up when it's all crashing down.

    Ohlol, ik had niet eens met Sygmund gereageerd :'D Ik weet het overigens zelf ook niet meer trouwens. It's been ages..

    Sygmund - Kapitein PM.

    Zwijgend kijk ik toe hoe de zon achter de bomen verdwijnt. Het wordt tijd om uit te rukken nu. Vanaf dit punt hebben we niks te verliezen. De mensen in dit dorp hebben bewezen dat ze zichzelf meer dan goed redden, nu zullen wij de proef op de som nemen. Een jongeman komt aangerend en begint vol enthousiasme tegen Ayiana te praten. Volgens mij is ze populair hier. Als hij verdwijnt wendt ze zich tot mij en ik kijk even op.
    "Sygmund, ik vroeg me af of je wat hebt gehad aan de adviezen van Gavin." Ik draai me een stukje om, richting Ayiana. Ik knik vervolgens.
    'De omgeving kennen is stap een. Een worden met de omgeving is het volgende. Jammer genoeg heb ik niet meer tijd gehad om me de kunst van het pijl en boog schieten gedegen aan te leren, maar ik zal me dan maar moeten redden met mijn wapens,' zeg ik met een klein glimlachje.
    'Maar om het simpel samen te vatten: ja. Zijn adviezen waren erg nuttig voor mij. Ik zal iedereen vertellen dat het tijd wordt om erop uit te gaan.' Op het moment dat ik een stap wil zetten, komt een man uit de hut van het stamhoofd. Verbaasd kijk ik op en zijn ogen kruisen de onze.
    'Aiyana, Sygmund,' zegt hij en knikt. Ik glimlach en knik terug.
    'Gaven,' zeg ik enkel. Hij wendt zich meteen weer tot Aiyana.
    'Aiyana, kan ik je even onder vier ogen spreken?' vraagt hij. Niet veel langer verdwijnen ze. Ik wil een sigaar pakken, maar kom er dan achter dat ik die afgestaan heb aan de oude dorpsarts. Of met welke titel hij ook mag rondlopen. Hmm.. geen sigaar dus vanavond. Dat is jammer.
    Ik loop verder het dorp in, waar ik Josephine en Leopold vind en de rest van de bemanning die zich om het kampvuur heeft geschaard.
    'He Engel, gaan we nog?' roept er eentje enthousiast.
    Ik zwaai naar hem en knik.
    'Uiteraard. We zullen zo gaan.'
    Er klinkt een luid gejoel.
    Ik nader Josephine en Leopold nu. De eerste zal nog steeds geen goed beeld van me hebben. Ik word bijna rood van schaamte als ik er weer aan denk. Nu heb ik nog meer trek in een sigaar. Goed Sygmund, rustig blijven.
    'Vrijwel iedereen zit om het kampvuur. Ik stel voor om nu te gaan. Dus wat jullie ook nog aan voorbereidingen hebben te treffen, doe het dan nu.' Ik draai me dan om en ga bij het kampvuur zitten.
    'Ik heb wat voor je bewaard. Hier, eersteklas rum, uit de mond gespaard,' zegt een dekzwabber en geeft me een flesje rum aan.
    'Kom op Jules, zit niet met de kapitein aan te pappen. Je krijgt geen eigen slaapcabine!' grinnikt een ander. Ik glimlach en neem een slok.
    'Ah, dat was verwarmend. Dank je.'


    No growth of the heart is ever a waste

    Leopold Smith – Scheepsarts, PM.
    ‘Is goed,’ zegt ze en we lopen naar het kampvuur, dat vrolijk en verwelkomend knettert. Het grootste gedeelte van de bemanning zit er en een paar leden van de stam, nieuwsgierige krijgers waar onze jongens mee proberen te converseren over vanalles en nog wat. Ik zet mezelf bij hen op de grond, mezelf strategisch tussen de drinkende mannen en Josephine posterend, in de veronderstelling dat ze niet moeilijk gaat doen over zitten op de stoffige grond.
    Ik grinnik om het gezicht van een indiaan die zijn eerste slok rum probeert, eerst is het net of hij op een citroen zuigt en dan spuugt hij het uit, om dan weer te breed te beginnen lachen. We hebben geluk om bij zo’n gastvrij volk te zijn terechtgekomen, bedenk ik. Voor hetzelfde geld stonden onze hoofden nu op staak te rotten op het strand, met onze afgekloven botten er rond gezaaid. Zulke verhalen heb ik ook al gehoord, zelfs één van de lievelingetjes van de Engelse kroon, James Cook dacht ik dat het was, heeft zo’n onfortuinlijk lot in de schoot geworpen gekregen.
    Wanneer er een kerel, kale Thomas, een glanzend bruin geroosterd stuk vlees uit het vuur haalt, steel ik dat met een snelle beweging van mijn eigen rapier. Hij begint te protesteren en ik gooi ik hem een blik toe die een minder weerbaar iemand zou kunnen doden. ‘Dames eerst, niet?’
    Hij zakt terug neer op de grond terwijl ik Josephine het vlees aanbied. Het is verrassend genoeg gekruid en als ik echt een slecht karakter zou hebben zou ik het voor mezelf houden. ‘Smakelijk,’ zeg ik.
    'He Engel, gaan we nog?' Ik draai me om, om Engel achter mijn rug te zien naderen.
    'Uiteraard. We zullen zo gaan.' Even komt hij naar mij en Jospehine en zegt haastig: ‘Ik stel voor om nu te gaan. Dus wat jullie ook nog aan voorbereidingen hebben te treffen, doe het dan nu.'
    En dan is hij weer weg, aan de andere kant van het vuur gaan zitten, bij Jules die hem wat drank aanbiedt. Ik schud zachtjes met mijn hoofd en monster vanuit mijn ooghoeken het blonde meisje. Ze moet er naakt dan wel heel bijzonder uitzien, anders zou het toch niet zo door Engels hoofd blijven spoken? Maar dan besef ik wat hij net zei; hij wilt dat tere poppetje mee op sleeptouw nemen, ’s nachts, door de jungle, naar een gevecht? Even twijfel ik om te zwijgen, stel je voor dat hij mij hier achterlaat als babysitter en ik alles mis. Maar het is mijn beroepstrouw die me die gedachte doet afwijzen: als je een leven kan redden, doe je dat.
    ‘Wacht even,’ zeg ik tegen Josephine en ik loop om het vuur heen. Dan hurk ik neer naast Engel. ‘Kapitein, je wilt haar toch niet meesleuren? Ik geloof nooit dat ze dat aankan.’

    [ bericht aangepast op 2 juni 2012 - 18:49 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Tristan Wright – Piraat.
    Mijn eerste reactie is om mijn wenkbrauwen bezorgd te fronsen. Ze heeft een punt, dat Engel enkel mij kent. Maar als alles goed gaat, heb ik hen al ingehaald lang voor ze bij Engel zijn.
    ‘En jij denkt dat jij daar met minder problemen zou weggeraken dan?’ vraag ik oprecht, hoewel ik er niet echt in geloof. Ik haal nadenkend mijn hand door mijn haar, waarbij ik de lap rood linnen die het bij elkaar houdt, een beetje scheef trek. Ik ben bang om haar achter te laten, bang om weg te gaan en haar zo elke hulp af te nemen die ze misschien in het slechtste geval nodig zou hebben. Ik zou het mezelf nooit kunnen vergeven mochten ze haar toetakelen terwijl ik steeds verder van haar zou zijn weggelopen. Ik ben, hoewel flink gehavend, lichamelijk nog altijd sterker dan haar. Mijn handen zijn groter, mijn spieren sterker. Ik leun naar haar toe en streel een beetje onhandig haar haar, alsof ik haar weetikveelwat voor romantisch gebrabbel in haar oor wil fluisteren. ‘Bovendien was het mijn bedoeling om ervoor te zorgen dat jullie een voorsprong hebben. Ace weet de weg ook, maar ik ben zeker dat ik nog een binnenweg kan vinden zodat ik langer kan blijven maar jullie nog kan inhalen. Ze gaan ons sowieso toch ooit missen, dan is het een kwestie van zo ver mogelijk te geraken.’
    Een paar piraten trouw aan Oliver sporen ons aan om te vertrekken, want 'neuken kan later ook nog' en dan krijg ik een idee. Ik negeer hun denegrerende praat en werp Abby al wandelend een blik toe. Zo zacht dat het enkel hoorbaar is voor Abby, zo stil dat ik mezelf nog maar amper hoor, zeg ik: 'Of we blijven samen.'


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Aiyana Kateri Chestio.
    Sygmund gaf aan dat hij baat had bij de adviezen van Gavin en ik knikte tevreden. "Dat is mooi," zei ik met een kleine glimlach. Hoe beter zij waren, hoe meer baat wij zelf daar van hadden. Ik keek kort het dorp rond en vroeg me af wanneer Chaluwen van plan was het dorp te ontruimen, het werd hoog tijd, maar ik twijfelde er niet over hem dat te gaan vertellen. Het leek er immers op dat hij mijn hulp niet nodig had.
    De geur van gebraden vlees drong mijn neus binnen en wakkerde mijn hongergevoel aan, daarom wilde ik Sygmund voorstellen te gaan eten, toen mijn oog viel op Gavin die aangelopen kwam. Hij groette ons op een nogal stijve manier die ik niet van hem gewend was. "“Aiyana, kan ik je even onder 4 ogen spreken?"
    "Natuurlijk," antwoordde ik. Als Sygmund er niet bij was geweest had ik hem plagerig gevraagd of hij zijn rugmassage kwam innen, maar aangezien hij er wel degelijk was en Gavin erg serieus klonk liet ik dat achterwege. Ik glimlachte verontschuldigend naar Sygmund bij wijze van afscheid en liep toen met Gavin mee het bos in. Het was me wel duidelijk dat het over het gesprek met Chaluwen zou gaan, zou het slecht nieuws zijn? Vanuit mijn ooghoeken bestudeerde ik Gavin, hij keek niet bepaald vrolijk. Zou het hem niet gelukt zijn? De moed zakte me in mijn schoenen en mijn gezicht betrok, eigenlijk had ik ook weinig anders verwacht.
    Bij een beekje stopte Gavin met lopen en ik volgde zijn voorbeeld. "Ik moet je wat opbiechten over het gesprek dat ik heb gehad met je broer," zei Gavin nadat hij was gaan zitten in het gras, ikzelf knielde tegenover hem neer in het zachte gras en trok kort een wenkbrauw op. Gavins lichaamstaal en serieuze gezicht verraadden dat het écht serieus was. Ik slaakte een zachte zucht en bereidde me voor op wat komen ging. "Oké, biecht maar op dan."


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Abigail Rosaline Valence.
    "En jij denkt dat jij daar met minder problemen zou weggeraken dan?" Ik moest, hoewel ik het niet graag deed, toegeven dat Tristan daar een goed punt had. Een héél goed punt zelfs. Tegen de meeste bemanningsleden was ik niet opgewassen, met name types zoals Nate, al hoewel hij van de aardbodem verdwenen leek te zijn.. Niet dat ik er iets op tegen had hoor, in tegendeel zelfs. Ik keek Tristan aan en realiseerde me dat we beiden niet bereid waren te vertrekken zonder de ander en daarmee maakten we het niet gemakkelijker voor ons zelf.
    Tristan leunde plots naar me toe en streelde door mijn haren, ondanks alles kreeg hij het iedere keer toch weer voor elkaar om me even mijn zorgen te doen vergeten. Heel even leken alle problemen dan te verdwijnen als sneeuw voor de zon, maar zijn woorden haalden me weer van mijn roze wolk.
    Dat Ace de weg wist voelde om de een of andere reden nog altijd niet erg geruststellend. Ik mocht hem wel, maar ik had liever dat ik de weg zelf ook kende voor het geval er iets mocht gebeuren. Ik had het altijd al prettiger gevonden als ik niet volledig van anderen afhankelijk was, zo was het ook in dit geval. Als er iets mocht gebeuren met Ace wilde ik zelf daar niet onder lijden omdat ik de weg niet kende.
    Blijkbaar vonden sommige bemanningsleden het te lang duren want ze begonnen ons aan te sporen te vertrekken onder het mom van woorden die ik zelf niet eens over mijn lippen verkreeg. Nog altijd was ik niet gewend aan hun schunnige taalgebruik en grappen, vooral niet als ze het over Tristan en mij hadden. Ik kreeg het voor elkaar de schijn te wekken dat het me niks deed en volgde de rest van de bemanning, het woud zag er angstaanjagender uit nu de zon onder was gegaan. Ach, ik moest me niet aanstellen, ik had het afgelopen jaar voor hetere vuren gestaan.
    "Of we blijven samen." Als Tristan zachter had gesproken zou ik zijn woorden niet meer verstaan kunnen hebben. Ik keek hem even verbaasd aan, maar al gauw drong het tot me door wat hij van plan was. Mijn mondhoeken krulden omhoog en gaf een klein knikje als teken dat ik het begrepen had. God zijn dank, ik hoefde hem niet achter te laten terwijl ik zelf de veiligheid op zocht. Het voelde alsof er een zware last van mijn schouders viel, een zeer aangenaam gevoel.
    Al gauw waren de bemanningsleden hun interesse in ons verloren. Ikzelf concentreerde me op het struikgewas om ons heen van waarachter ik vreemde dieren hoorden. Nu ik in een voor mij onbekend gebied liep was he alsof er ieder moment een grotesk beest tevoorschijn kon springen om mij van het leven te beroven. Zouden er hier trouwens giftige slangen zitten? Veel aanvaringen met wilde dieren had ik nog niet gehad en dat hield ik liever ook zo. Ik besloot het struikgewas te laten voor wat het was voor ik mezelf nog meer angst aansprak en keek daarom vanuit mijn ooghoeken kort naar Tristan. Al die tijd had ik geen woord meer gezegd, maar waar moest ik het over hebben? Ik wist het niet en de zenuwen, ons plan was namelijk zeker niet waterdicht, speelde daarbij ook een grote rol. Het leek wel alsof er meer op het spel stond dan ooit, alsof dit de laatste proef was voordat we van alles verlost zouden zijn. Oliver was genadelozer dan ooit, Asilah zag me maar al te graag liever dood dan levend en dan had ik het niet eens nagedacht over wat ze zouden doen met ons als ze erachter kwamen dat Ace en Genesis vertrokken waren. Of als we geen van allen wisten weg te komen.


    Blame philosophy, I've been brainwashed. :'D

    [ bericht aangepast op 3 juni 2012 - 13:40 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Gavin Sloan Honiahaka

    Het koste hem wat moeite om te beginnen want de reactie van Aiyana zo ongetwijfeld kwaad zijn. Hij haalde nog een keer diep adem, raapte al zijn moed bij elkaar en begon vervolgens te spreken. “Zoals je waarschijnlijk al wel kan raden wil je broer echt niet dat je meevecht, ondanks de lovende woorden die ik over je heb gesproken. Je bent een vrouw en die moet gewoon doen wat de andere vrouwen ook doen, evacueren naar een veiligere plek.” Die worden kon hij nog vrij gemakkelijk zijn strot uit krijgen, het waren woorden die Aiyana zelf ook wel had kunnen bedenken dus was er niets mee. Het waren echter de volgende woorden en haar reactie daarop waar ze voor vreesde. “Omdat ik koppig wou volhouden dat ik je nodig had als een krijger heeft je broer het over een andere boog gegooid in de hoop dat ik dan wel zou luisteren. Hij heeft een verbintenis tussen ons opgesteld, met de gedachten dat ik dan wel tevreden zou zijn en het verder niet meer zou hebben over het vechten. “ Zijn blik gleed over haar gezicht heen om iedere reactie te kunnen registreren. Hij kon slechts hopen dat ze niet kwaad zou wegstormen, om Chaluwen erover lastig te gaan vallen. “Ik heb de verbintenis gezien als een kans om je toch nog te laten meevechten aangezien de macht die ik over je heb als je echtgenoot meer geldt dan de macht die hij over je heeft als stamhoofd.” Sprak hij zijn woorden, nu kon hij slechts nog wachten op haar reactie. De kans was groot dat ze woest zou zijn, omdat ze het gewoon weg niet had op het uithuwelijken ondanks dat het al generatie op generatie lang op die manier ging. Het was een traditie van de stam die zij maar niets vond en dat wist hij, toch zou ze zich hier niet tegen kunnen verzetten. Als hij eerlijk was had ze wel beter kunnen treffen maar ook een heel stuk slechter. Ze kende hem tenminste nog in tegenstelling tot de meeste huwelijken waarbij de echtgenoten elkaar pas echt tijdens het huwelijk leerde kennen. Toch was de relatie die ze hadden verre van wat het zou moeten zijn als ze getrouwd waren. Hun relatie was echt gebaseerd op vriendschap, ondanks dat hij toch soms wat meer voor haar voelde, dat veranderde je niet zomaar in een relatie tussen twee geliefden. Hij friemelde aan de doek rond zijn arm terwijl hij haar gezicht bekeek om te zien wat ze ervan vond.


    Stand up when it's all crashing down.

    Aiyana Kateri Chestio.
    Ik knikte kort als wijze dat ik het begreep toen hij uitlegde hoe Chaluwen dacht. Ik was een vrouw en zou me dus ook zo moeten gedragen, als een zwakkeling die niet voor zichzelf kon opkomen en deed wat haar opgedragen werd. Zover had ik het zelf ook nog wel kunnen bedenken, toch stelde het me teleur dat Chaluwen niet leek te willen begrijpen dat ik anders was. Dat ik wél voor mezelf kon opkomen en mijn mannetje stond. Toch leek dat nog niet alles wat Gavin ging verder: "Hij heeft een verbintenis tussen ons opgesteld, met de gedachten dat ik dan wel tevreden zou zijn en het verder niet meer zou hebben over het vechten."
    Ik sperde mijn ogen open en keek hem verbaasd aan, de woorden drongen maar langzaam tot me door, het was alsof alles in me weigerde te geloven wat hij zojuist had gezegd. Een verbintenis? En waarom zou dat Gavin tevreden stellen? Ik balde mijn vuisten, kwaad over het verraad dat mijn broer jegens mij had gepleegd. Altijd had ik gehoopt, gedacht zelfs, dat hij zou wachten tot ik zelf zou aangeven dat ik er klaar voor zou zijn en dat ik hoe dan ook zelf er ook een beetje inspraak in zou hebben. Daar had ik hem altijd in vertrouwd en nu besloot hij, op ook nog eens een vreselijk onhandig en ongepast moment, me uit te huwelijken? Hoe kon hij?! Ik zou mijn vrijheid moeten opgeven, me onderdanig opstellen, kinderen.. Er trok een huivering door me heen, hier was ik nog niet klaar voor, nog lang niet. Ik voelde hoe mijn nagels in mijn handpalm prikten terwijl ik mezelf onder controle probeerde te houden en in die poging drongen Gavins woorden niet volledig tot me door. Iets over een kans om nu toch mee te vechten? "Een verbintenis dus.." concludeerde ik zachtjes, verbaasd over het feit dat ik het zo rustig kon brengen. Ik had mijn hoofd afgewend en gluurde vanonder mijn wimpers naar Gavin, mijn toekomstige echtgenoot. Ik kon het niet bevatten, Gavin en ik? Ik slikte, zo had ik er nooit over nagedacht en ik was vooral bang dat het onze vriendschap zou verpesten. Hij betekende veel voor me, erg veel. Ik respecteerde hem, vertrouwde hem, kon lachen met hem, hij was simpelweg perfect.
    Ik stond uit het niets op en begon heen en weer te lopen terwijl ik me met elke stap rotter begon te voelen. Het liefst had ik Chaluwen hiermee geconfronteerd, maar ik wist dat ik hem niet op andere gedachten zou kunnen brengen. Ik zou mezelf enkel nog meer voor schut zetten dan ik al had gedaan met mijn laatste uitbarsting tegen hem. Het kon natuurlijk ook zijn dat dit Gavins manier van helpen was, dat het zijn idee was geweest om een verbintenis te regelen. Vluchtig wierp ik een blik op hem. Nee, hij wist hoe ik hierover dacht en dat zou hij nooit doen zonder het eerst met me te bespreken.
    Zo wanhopig had ik me in geen tijden gevoeld, meestal was ik er van verzekerd dat ik me er wel doorheen zou kunnen vechten, maar hier was ik niet op voorbereid. Alsof iemand een mes in mijn rug stak, mijn eigen broer nog wel! "Hoe haalt hij het in zijn hoofd over mijn leven te beslissen!? Hij weet prima hoe ik hierover denk en toch.. En juist nu het gevecht er aan komt, hij heeft toch wel andere dingen aan zijn hoofd dan een verbintenis te regelen? Hoe durft ie.." Het drong tot me door dat deze woorden nog wel eens beledigend konden overkomen op Gavin en ik keek hem verontschuldigend aan. "Sorry Gavin, het ligt niet aan jou.. Het is gewoon.." Ik merkte dat ik niet goed uit mijn woorden kwam en voegde er boos aan toe: "Bij alle Goden, ik ben hier gewoon nog niet klaar voor!" Ik zelf hoorde hoe mijn wanhoop er toch doorheen schemerde en ik wilde niet dat Gavin zou merken dat ik me hier echt geen raad me wist, ik liet mezelf niet graag van mijn zwakke kant zien. "Ik moet even alleen zijn om dit te overdenken, dus volg me alsjeblieft niet, Gavin," ik zweeg een paar seconden, "dat is een bevel," voegde ik er aan toe om er zeker van te zijn dat hij het zou begrijpen en me echt mijn tijd alleen zou gunnen.De kans was anders te groot dat hij me zou volgen en dat was het laatste waar ik zin in had. Ik keek hem nog één keer aan, het lukte me nog steeds niet hem te zien als mijn echtgenoot, draaide me vervolgens om en maakte me uit de voeten. Ik begon met lopen, maar voelde me met de minuut opgefokter over dit alles. Hoe langer ik er over nadacht, hoe kwader ik werd. Uiteindelijk hield ik het niet meer en begon ik te rennen. De wind raasde door mijn haren, takjes begaven het onder mijn gewicht en dieren doken geschrokken terug in hun hol wanneer ze me aan hoorden komen. Ik rende en rende tot al mijn spieren begonnen te protesteren en ik gedwongen was mezelf neer te laten ploffen in het hoge gras. Mijn borstkas ging op en neer terwijl mijn longen om zuurstof schreeuwden. Ik sloeg mijn ogen ten hemel en liet me kort daarna op mijn rug vallen, mijn ademhaling werd rustiger en mijn spieren leken tot rust te komen. Ikzelf voelde me ook beter, ik sloot vermoeid mijn ogen, nog te moe om me echt boos te voelen. Rustig dacht ik alles nog een keer over na.
    Er zat een oorlog aan te komen en Chaluwen besloot me lastig te vallen met een verbintenis.. Met Gavin nota bene. Het was niet zo dat ik Gavin niet mocht of liever een andere man had, nee, Gavin zou de perfecte man zijn. Er zouden vast genoeg vrouwen zijn die maar al te graag in mijn voetstappen zouden willen volgen, al had hij dat zelf volgens mij niet door. Toch bleef het een vreemd idee wat ik niet kon accepteren, nu nog niet, het was te plots en te snel. Ik was er niet klaar voor mijn vrijheid op te offeren, me te gedragen zoals een verwacht werd van een vrouw.
    Daarnaast wist ik ook niet zeker wat voor gevoelens ik had voor Gavin, beschouwde ik hem echt enkel als een vriend of zat er meer achter verscholen? We hadden veel tijd samen doorgebracht als vrienden, maar meer dan dat was het ook nooit geweest. Had hij gevoelens voor mij, maar was hij altijd bang geweest deze te uiten, puur uit de angst dat het onze vriendschap kon verpesten? Daar kon ik me goed in inleven, maar dat loste nog altijd dit hele probleem niet op.
    Ik slaakte een diepe, hopeloze zucht. Ik zou terug moeten gaan, maar ik wist niet of ik die moed wel had.. Zouden ze het al weten in het dorp? Ik hoopte van niet, maar alles en iedereen leek altijd oren te hebben op de meest ongevraagde momenten. Straks.. Straks zou ik teruggaan, ze konden me voorlopig nog wel even missen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Chaluwen
    Het was zijn idee geweest. Misschien niet de beste, of handigste. Ayiana wilde vechten, juist? Wel, als al haar roekeloze, respectloze woorden daarvoor waren had ze nu haar zin. Alle daden hebben consequenties - zo ook deze.
    Nu ze Gavin' vrouw zou worden zou ze niet langer de macht hebben om de leiding te kunnen nemen. Geen grote mond meer. Ze zou leren luisteren of ze dat nu wilde of niet. In feiten was ze nu niets meer. Enkel de vrouw van het krijgshoofd. En Gavin zou dondersgoed weten dat ook hij tradities moet volgen. Ayiana is een simpele, vrouwelijke krijgster.
    Bovendien zal ze het straks druk genoeg hebben als huisvrouw. Ze zal het huishouden moeten verzorgden en verantwoording dragen over komende kinderen.
    Geen stem meer tegen het volk, en dat is in feite een veel groter offer dan meevechten in een strijd.
    Het enigste gevecht dat ze nog zal meevechten.
    Met een licht knikje roept hij enkele belangrijke mensen bij zich om het nieuws te verkondigen. Zodra deze weg zijn roept hij de krijgers op om iedere hut te evacueren. De sterkere vrouwen moeten hen wegleiden zodat zij zich kunnen verschansen. Het zal niet lang meer duren.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Sygmund - Kapitein PM.

    'Als we terugkomen Engel, zijn we rijke mannen,' zegt Jules tegen me. Ik glimlach en knik dan.
    'We gaan in elk geval zo veel mogelijk de confrontatie met Dalton uit de weg. De kans is flink aanwezig dat hij eerst richting het dorp zal gaan om daar informatie in te winnen. Ik kijk om me heen. Volgens mij zijn een aantal mensen al begonnen met evacueren. Een verstandig besluit.
    Ineens komt Leopold aangelopen en hurk bij me neer.
    ‘Kapitein, je wilt haar toch niet meesleuren? Ik geloof nooit dat ze dat aankan.’ Ik werp een blik langs hem heen op de wachtende Josephine. Dan wend ik mijn ogen weer naar hem.
    'Om eerlijk te zijn, heb ik gedacht aan de mogelijkheid om haar hier achter te laten omdat wij immers geen verantwoording over haar dragen. Maar zoiets zou onmenselijk van me zijn en om die reden denk ik dat ze het veiligst is bij ons en zeker bij jou. Mocht haar onverhoopt wat overkomen, dan is er meteen een arts in de buurt.' Ik krijg een stuk vlees aangereikt dat ik aan hem doorgeef.
    'Geef dit maar aan haar, ik neem aan dat ze er niet veel voor voelt om bij het kampvuur te komen zitten,' zeg ik.


    No growth of the heart is ever a waste

    Leopold Smith - Scheepsarts, PM.
    Ik vraag me af wat er zo onmenselijk is om haar bij de lokale bevolking achter te laten, maar ik besluit het er maar bij te laten. Als hij miss Josephine mee wilt, dan zal hij daar wel zijn redenen voor hebben. Bij de gedachte aan welke redenen, trek ik een mondhoek op.
    Daarbij vlijt hij me door te zeggen dat ze bij mij wel veilig is. Ik ben trots op mijn kundigheid. Engel geeft me een stuk vlees aan, uiteraard bedoeld voor haar. Het is groter dan datgene wat ik daarnet van iemand had gepikt, merk ik voor mezelf op. Omkomen van de honger zal ze bij ons niet doen, dat is een feit.
    ‘Ik neem aan dat ze er niet veel voor voelt om bij het kampvuur te komen zitten,’ is zijn uitleg hiervoor. Ha, lafaard. Alsof ik niet doorheb dat hij haar niet meer onder ogen durft te komen. Wat een man toch, onze kapitein. Bang voor een meisje... Omdat hij haar naakt gezien heeft! Mijn gezicht vertrekt geen spier bij zijn woorden. Ik prik de vettige lap aan mijn eigen dolk om mijn vingers niet te verbranden, knik nog even en loop dan terug naar Josephine.
    ‘De kapitein geeft je dit’ ik hef mijn dolk een beetje hoger, zodat ze hem kan aannemen, ‘en hij vraagt of je bij hem aan het vuur komt zitten.’

    [ bericht aangepast op 4 juni 2012 - 19:58 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!