• Fayan & Sphynx

    De Caelo et Inferno


    In de jaren hadden de Engelen en Demonen geleerd elkaar te accepteren, te leven zonder elkaar tot last te zijn. De enige plek waar de twee wezens elkaar tegen kwamen, was in de mensenwereld. Waar ze zichzelf niet waren, een plek waar ze hun vermogen tot vliegen kwijt waren geraakt met hun achtergelaten vleugels. In de mensenwereld waren de vleugels van een Demon of Engel niks meer dan een tatoeage, inkt op hun schouderbladen die ze moesten verbergen voor de mensen.
    Het ging echter mis toen Orestes naar de mensenwereld ging. Hij wist dat het beeldschone meisje niet van zijn soort was, hij herkende de duistere gloed die over Iphigenia hing, maar liet zich er niet door tegenhouden.
    De twee werden verliefd, tot groot ongenoegen van de Hemel en Hel. Toen de woede was gezakt bij de Opperengel, en Orestes bij haar had gesmeekt om vergiffenis was ze vertederd door de speciale liefde. De Opperdemon toonde echter geen berouw, verbood Iphigenia nog naar de mensenwereld te gaan.

    Sindsdien leven de wezens niet meer in vrede met elkaar. Het verhaal van Orestes en Iphigenia is inmiddels in de vergetelheid geraakt, verdwenen tussen alle mythe's die het slechtste vertellen over de Engelen en Demonen.

    Het is een eeuwenoude oorlog, het gevecht tussen goed en kwaad.



    Demonen:
    Cherelle Shenley Mirabella (Sphynx)
    Virgo Celaeno (Fayan)
    Amaranta Ambrosia Andromeda Galiatsos (District12)
    Stygius Commotus Ignoscens (District2)
    Moira Bellum Umbra Noctis (Jerusalem)
    Anastacía Júlia Dremin (Pariah)

    Engelen:
    Aglaia Alathea Alcini Patroniem (District12)
    Aldyne Duclea Romaine (Sphynx)
    Arthurus Tenerae Elisus Permissio (District2)
    Delenia Samorena (Pocket)
    Ambrosus Dionsus Pulcher (Jerusalem)

    Mensen:
    Reina Olympe Suela (Sphynx)
    Helena Quinnia Pendora (District2)
    Bonnie Emanuella Lafleur (Negligible)


    [ bericht aangepast op 13 dec 2011 - 19:10 ]


    -

    *O*


    -

    Reina Olympe Suela
    Ik kon een zucht niet onderdrukken terwijl ik mijn lange, blonde lokken uit mijn gezicht streek. Even schoot mijn blik over de halve duisternis, terwijl ik mezelf omhoog duwde van het bankje waar ik op was gaan zitten.
    Zwijgend keek ik toe hoe een herder terug rende naar zijn baas. Misschien moest ik ook een hond nemen. Hoewel, als ik een huisdier zou nemen liever een kat. Maar gewoon iets om me gezeldschap te houden, zodat ik niet alleen hoef te zijn.
    Een rilling ging over mijn rug, onwillekeurig liet ik mijn kin even langs de neppe bontkraag van mijn winterjas glijden. Elke keer als het begon te regenen had ik er spijt van dat ik er één zonder capuchon had gekocht. Maar gelukkig was het droog. Nog wel, tenminste.


    -

    Cherelle Shenley Mirabella
    Ik haatte deze plek. De Hel. Gewoon, omdat ik alles al kende. Ik wist hoe de Demonen hier waren. Allemaal simpel, oppervlakkig. Over één kant te scheren, geen één zou me kunnen verbazen met een bijzondere opmerking. Daar waren ze te makkelijk voor.
    Niet dat ik erg vriendelijk was, maar ik had het altijd al geweten. Al sinds ik drie was wist ik dat ik anders was. Ik dacht na voor ik iets zei, als ik al iets zei. Mijn woorden waren zeldzaam, anderen moesten het doen met een blik.
    Ik volgde anderen niet, maar ik leidde anderen ook niet. Ik leidde enkel mezelf, volgde ook alleen mezelf. Er was niemands mening waar ik naar zou luisteren, en niemand die ik wilde laten luisteren naar mijn eigen mening.


    -

    Virgo Celaeno ~ Demon
    Doelloos vloog ik wat rond, maakte lange slagen met mijn leerachtige vleugels en bekeek de andere demons. Hier en daar zat er één tussen die ik kende en dat stopte ik even voor een praatje, wat meestal ging over de Oorlog. We waren het altijd eens over één ding: die oorlog moest maar eens snel gewonnen worden. Door ons, natuurlijk. Maar die verrotte engelen ook altijd met hun 'vrede' en 'liefde' en weet ik veel wat voor onzin nog meer, zaten ons in de weg. Ze beschermden de mensen en ontweken meestal echte confrontaties, waardoor ze zelden goede klappen kregen. Oh, ze konden wel vechten, hoor, daar niet van, alleen ze deden het zo weinig. Het zou veel leuker zijn moest ik eens een fikse knal terugkrijgen, maar daar waren ze te zwak voor. Zwakke engeltjes, met hun 'lieflijke' verschijning. Om van te kotsen, zo afgrijselijk.
    Officieel mocht ik niet alledaags in het mensenrijk komen, maar ik vond altijd wel een manier om er toch geen te glippen. Dat had één groot nadeel; mijn vleugels bleven achter en mijn vleugels waren mijn trots. Ze waren net als die van een vleermuis, maar dan vele malen groter. Ik kon er razendsnel mee vliegen, mensen of engelen erin gevangen houden en er klappen mee uitdelen. De vlijmscherpe punten konden je gemakkelijk doorboren, geen probleem. En ik deed het met plezier.
    Maar in de mensenwereld had ik geen vleugels, enkel nog een plaatje ervan, getatoeëerd op mijn rug, van boven naar beneden, zeer gedetailleerd, maar toch een plaatje. Nep. Ik kon er niets mee, alleen naar kijken. En dan alleen ikzelf, want het was verboden om het te laten zien aan de mensen. Sommigen daarvan -voornamelijk degene die onder het normale mensenvolk als weirdo's werden gezien-, geloofden wel in engelen en demonen. En zij herkenden ons aan die vleugels. Zodra dat gebeurde, wiste een engel zijn of haar geheugen weer, maar ik deed niet aan dat soort liefdadigheid. Nee, ik slachtte die persoon gewoon af. Ach, wat maakte één mensenleven nou uit? Er waren er zat, verspreid over die hele aardbol. Genoeg te doen, genoeg te pesten.
    De reden dat ik zo graag in het mensenrijk was, was omdat ik mensen zo interessante wezens vond. Ze waren zo anders. Sommigen leken meer op demonen, terwijl andere juist meer engelen-trekjes hadden. En weer anderen leken wel halfbloedjes, al was dat in alle opzichten onmogelijk.
    Ik bestudeerde ze, kon uren naar allerlei soorten mensen kijken en verbaasde me over hun gedrag, keer op keer. Mensen zaten echt vreemd in elkaar, met vreemde kronkels in hun hoofd. Daar was ik niets bij.
    Ook vandaag besloot ik weer eens een kijkje te gaan nemen bij de mensen en dus vloog ik richting de Poort. Eén van mijn demonen vrienden leidde de wachters af en als een schaduw glipte ik door de Poort, voelde mijn vleugels verdwijnen en kwam met een knal op de grond, ergens in een of ander diep bos. Nooit kon je zeker weten waar je belandde als de Poort je uitspuugde, dat was altijd een verrassing. Ik vond het niet erg; het was leuk om nieuwe plekken te ontdekken en zolang de ingang van de Poort op dezelfde plek bleef, vond ik mijn weg wel weer terug.
    Ik keek het bos rond, ook al zo'n vreemd aards iets, snoof en haalde toen mijn neus op. Yuk. Ik hield mijn hand voor mijn neus en bedacht wat ik vandaag eens zou gaan doen. Engeltjes zoeken of mensjes stalken? Misschien wel allebei. Gewoon wat ik het eerste tegenkwam.


    Normaal is het gemiddelde van alle afwijkingen

    Lol, bijna al die namen van die engelen beginnen met een A :'D


    Normaal is het gemiddelde van alle afwijkingen

    Anastacía Julía Dremin ~ Demon

    Ik zuchtte diep. Het was hier ondertussen doodsaai, in de Hel. Waarschijnlijk was het nog gezelliger in de Hemel, waar ik overigens absoluut niet heen wilde. Maar goed, het was dus vreselijk saai, en ik wilde naar de Aarde. Een beetje lol maken met mensen, ze doden. Daar had ik zin in.
    Hé, dat was nog niet eens zo'n slecht idee. Ik kon iemand meevragen, zodat ik niet helemaal alleen hoefde te reizen. Ik stond op, en klapte mijn grote, donkere bleugels uit.


    It is better to reign in hell than to serve in heaven.

    Reina Olympe Suela
    Bedenkelijk tilde ik mijn blik op, liet mijn zachtgroene ogen over de bomen glijden van het bos dat bij het park te vinden was. Niet dat het echt spectaculair was, er waren grotere te vinden in de buurt. Veel grotere, en daar was ik ook liever dan in dit parkje.
    Met een ruk keek ik op toen ik een regendruppel in mijn zachte haar voelde vallen, in mijn nek plakken en naar beneden glijden, vrijpostig genoeg mijn jas in.
    Met een zucht begon ik het pad te volgen, een richting op die ik waarschijnlijk al kende, maar ik wilde niet opkijken. Ik zag wel waar ik terecht kwam, volgde met mijn ogen alleen de vage kronkels van het grind.
    Soms voelde ik iemand een blik op me werpen, maar dat was snel weer voorbij. Ik hield de aandacht van mensen niet lang vast als ik niet naar ze keek. Pas wanneer anderen mijn ogen zagen leken ze geboeid. De vreemde combinatie van mijn glanzende, blonde haar, zachtgroene ogen, en harde, felle blik. De gemakkelijke manier waarop ik iemand kon afsnauwen, wat geheel niet paste bij het beeld dat men kreeg bij mijn slanke, kleine lichaam.
    Nou ja, voor mijn leeftijd was ik klein. Geen dwerg, maar eerder "petite", om het mooier te laten klinken dan het was.

    [ bericht aangepast op 13 dec 2011 - 19:30 ]


    -

    Fayan schreef:
    Lol, bijna al die namen van die engelen beginnen met een A :'D

    Hee, ja :'D


    -

    Abo


    You gave me forever within the numbered days and I am grateful.

    Cherelle Shenley Mirabella
    Langzaam keek ik op, schudde mijn dikke donkere lokken uit mijn gezicht zonder de moeite te doen ook maar een hand op te tillen. Ik stond behoedzaam op, voelde de veren van mijn grote, lange vleugels even over mijn benen glijden terwijl wat zich wat uitstrekten naar de donkere lucht.
    Mijn blik ging omhoog. De mensenwereld, die boven ons lag. De Hemel, die daar weer boven lag. Soms vroeg ik me wel af hoe het daar was. Niet dat ik erheen wilde, ik was gewoon nieuwsgierig. Ik hield van nieuwe plaatsen, en daarom had ik ook een zwak voor de mensenwereld.
    Die leek zoveel groter dan de Hel. Misschien was het alleen maar verbeeldingen, maar niks daar leek op elkaar. Er waren bossen, woestijnen, regenwouden, savanne's.. Niet enkel de deprimerende droogte hier.


    -

    *gaat stiekem zo ook een rol aanmaken*
    Zucht eerst duits, maar ik neem wel een Abo!


    “You want weapons? We’re in a library! Books! The best weapons in the world!” ~The Doctor

    Anastacía Júlia Dremin ~ Demon

    Iemand voor me, scheen ook het idee te hebben naar de mensenwereld te gaan. Ik glipte vlak achter haar de poort in. Het vervelendste hieraan was niet het feit dát mijn vleugels weg zouden gaan. Maar hoe het voelde wanneer ze verdwenen. Ik huiverde even, en de kilte die mijn vleugels met zich meebrachten verdween. Vreemd genoeg vond ik die kilte prettig, en haatte ik het wanneer het zo plotseling verdween.
    Voor het eerst sinds lange tijd, zette ik weer voet in de mensenwereld, waar ik een hoop lol zou hebben.


    It is better to reign in hell than to serve in heaven.

    Moira Bellum Umbra Noctis (Jerusalem)

    Het was donker vandaag. Net waar ik zin in had. De mensen op hun hielen besluipen en angstaanjagende gedachten hun koppen indrukken. Het was een kik om de angst op hun gezichten te lezen. Al verdeed ik mijn tijd soms met zo'n soort zaken, maar ach ja. Het was makkelijker voor mij aangezien ik een stukken ouder was dan de meeste demonen, waardoor ik me soms arrogant ging voelen, natuurlijk.
    Opeens hoorde ik een zacht hees gefluister.


    Whosoever chooses to follow guidance, follows it for his own good; whosoever goes astray, goes astray to his own loss.

    Virgo Celaeno ~ Demon
    Af en toe kwam er een druppel uit de lucht vallen, maar ik vond het niet erg om ze op mijn lijf te krijgen. Het was eerlijk gezegd wel verfrissend, na die twee dagen hitte van de Hel. Dat was best te doen als je er woonde, hoor, maar zodra je eenmaal die koelte van de waterdruppels op je gezicht gevoeld had, scheen het vuur harder te branden en je meer uit te drogen dan gewoonlijk. Of misschien beeldde ik me dat wel gewoon in, dat was ook mogelijk natuurlijk. Hoewel... meestal had ik het bij het rechte eind.
    Met een snelle beweging trok ik het zwarte T-shirt dat ik in mijn hand had gehad aan en keek nog even over mijn schouders of er geen stukje van de getatoeëerde vleugels te zien was, maar alles leek goed bedekt. Mooi zo, hoefde ik me daar geen zorgen meer om te maken.
    Ik trok wat aan de kraag en zwaaide een paar keer goed met mijn armen om het shirt wat losser te laten zitten, want die dingen knelden me veel te veel. Hoe konden mensen hier elke dag in lopen? Ik had zelden kleren om mijn bovenlijf, behalve dan als ik in de mensenwereld was. Maar anders niet, hoor. Ik gaf mijn vleugels de vrije ruimte en eerlijk gezegd vond ik kleding sowieso maar vervelend. Maar om dan naakt door de Hel te lopen, leek me ook niet zo'n goed idee, en dus liet ik halfnaakt. Geen shirt, wel broek. Kon prima, dat deden zelfs mensen af en toe, in de zomer, hun hete periode die lang niet zo heet was als bij ons in de Hel.
    De paar druppels verander in een zacht gemiezer terwijl ik door het bos liep en de normale paadjes vermeed. Er was veel meer te zien dieper in het bos, de gewone routes waren zo oninteressant. Daar kwamen altijd oudjes langs, pasgetrouwde, kleffe stelletjes of krijsende kinderen. Ik had een hekel aan hen allemaal. Godzijdank leek ik op geen één van hen.
    Na nog een meter of tien barstten de wolken pas echt los en ging het gemiezer over in een fikse stortbui. Een grijns gleed over mijn gezicht terwijl ik in een dikke boom klom, me op de eerste de beste goede tak nestelde en met mijn hoofd leunend tegen de stam en gesloten ogen de regen op me neer liet komen. Heerlijk, zo'n verfrissend uitstapje.


    Normaal is het gemiddelde van alle afwijkingen

    Marry Louise Carroll
    Het was donker en vroeg buiten. Ik deed warme kleren aan en ging naar buiten.
    Met mijn voeten liep ik door de sneeuw heen. De sneeuw bleef plakken aan mijn schoenen.Ik liep richting de bushalte. Ik was al wat later weg gegaan, maar met die sneeuw zou hij nooit op tijd komen. Na een paar minuten in de kou te hebben gezeten kwam hij eindelijk aan rijden. In de bus zelf was het lekker warm. Hij reed sloom en niet veel mensen namen de bus.Ondanks dat het verschrikkelijk glad was op een zaterdag ochtend gingen veel mensen fietsen.
    De bus stopte bij het centrum en ik stapte samen met 10 andere mensen uit. Ik liep naar en winkeltje toe waar ik werkte. Ik werkte daar elke zaterdag en zondag ochtend. Het was een niet slecht betaald baantje, mensen konden hier ontbijten of lunchen, maar gelukkig kon ik elke dag om half 2 weg.De winkel heette 'Good Morning'. Ook wel logies als je elke ochtend open bent.
    Ik maakte de deuren open en hing mijn spullen op in de keuken. Ik groette en paar mensen die broodjes bakte. Ze kwamen altijd binnen via de achter deur.
    Ik draaide het bordje gesloten naar open en na 10 minuten kwam de eerste klant al.


    “You want weapons? We’re in a library! Books! The best weapons in the world!” ~The Doctor