• Het gaat over piraten ja, maar zelfs als je er bijna niks van weet kan je gewoon meedoen. Probeer het gewoon eens, ikzelf weet ook niks over die periodes, enkel dingen die ik toevallig heb gezien in POTC. (; En niemand zal je kwaad aankijken als je een klein foutje maakt door je personage bijv. een mobiel te laten pakken.
    Inspringen kan/mag altijd! We verzinnen er wel wat, geven je korte samenvatting en helpen je natuurlijk ook met in de RPG komen (;


    Lang geleden was er een kapitein, zo barbaars en zo harteloos, dat zelfs de stoerste mannen hem uit de weg gingen. Kapitein Olivier Dalton, hij had zijn eigen schip, de Medusa, en zijn eigen bemanning die hij als grof vuil behandelde, maar ze bleven, bang voor wat er zou gebeuren als ze vertrokken. Ze kregen bijna niks en als ze niet luisterden konden ze beter maken dat ze wegkwamen, want Olivier stond bekend om zijn gruwelijke straffen. Zweepslagen, kielhalen, laten vechten om leven en dood tegen een ander bemanningslid voor zijn vermaak, ze voor schut zetten door ze op te dragen vrouwenkleren aan te trekken en dergelijke. Cameron Sand, kapitein van de Posideon's Mermaid kon hem niet uitstaan, was ziedend van jaloezie en ze werden rivalen. Nooit gingen ze elkaar uit de weg, gingen juist altijd de strijd met elkaar aan, toch won er nooit iemand. Op een dag veranderde alles, Olivier zag wat hij aanrichtte met zijn harteloosheid. Huilende vrouwen die hun kleine kinderen probeerde te sussen, de stoerste mannen die hem smeekte om genade. Van de een op de andere dag zag hij het in, het achtervolgde hem in zijn slaap, maar hij dacht dat het wel weg zou gaan, het schuldgevoel. Het nare gevoel bleef, de nachtmerries gingen niet weg dus nam hij een noodzakelijk besluit. Hij stuurde zijn bemanning weg, vastberaden een nieuwe start te maken, hij liet zijn aartsrivaal achter. Er was één ding dat hij niet achter liet, hetgeen wat wel tegen zijn barbaarsheid kon en hem niet zou laten vallen, zijn schip de Medusa. Hij zocht een nieuwe bemanning en was milder dan ooit te voren, misschien zelfs té soft.

    Hij ontdekte dat een van zijn bemanningsleden geen man was, maar een vrouw. Hij liet haar blijven. Niet veel later werd hij verliefd op haar, maar het was niet wederzijds, toch bleef hij vriendelijk. De vrouw van zijn dromen werd verliefd op een ander, liet hem in de kou staan en vanaf dat moment kwamen zijn slechte kanten weer omhoog. Hij werd jaloers en verbande de man waar ze verliefd op was van het schip en het deed hem niks toen hij zag hoe stuk zij daar van was. Later kwam de man, door wat je een wonder kan noemen, toch weer aan boord. Olivier liet hem deze keer toch blijven, maar hij was niet meer zo aardig als hij geweest was. Zelfs tegen de vrouw waar hij verliefd op was geweest deed hij vreselijk, hij was weer net zoals vroeger. Snauwde zijn bemanning af, was weer een echte piraat en kende geen genade meer.

    Nu, met zijn nieuwe bemanning en weer zijn oude karakter terug, is hij op zoek naar een schat. Hij weet niet precies wat het is of hoe het eruit ziet, maar het blijkt geweldig te zijn en te liggen op een onbewoond, geheimzinnig eiland midden in de oceaan. Hij is vastberaden de schat te vinden, zijn aartsrivaal Cameron Sand voor te zijn. Toch zijn er kleine dingen die hij over het hoofd ziet.
    Hij gaat er namelijk niet vanuit dat er toch een volk blijkt te wonen op het eiland, verwacht niet dat er een verrader in zijn bemanning zit en dat zijn aartsrivaal het juiste moment om toe te slaan afwacht.


    De verhaallijn in het kort.
    Het gaat over de bemanningsleden en kapitein van de Medusa die op zoek zijn naar een schat. Eén van de bemanningsleden is een verrader (Tristan Wright) in dienst van aartsrivaal Cameron Sand, hij houdt zijn opdrachtgever op de hoogte met een postduif, stuurt hem berichten over de koers en informatie over wat er gaande is op de Medusa. Als ze eenmaal op het eiland aankomen, waarvan ze dachten dat het onbewoond zou zijn, blijkt hun een verrassing te wachten. Er woont een vreemd volk dat hun niet vertrouwd, de bemanningsleden moeten hun vertrouwen zien te winnen, maar hoe gaan ze dat doen als blijkt dat Cameron Sand, samen met zijn bemanning, al eerder op het eiland is aangekomen en het vreemde volk al helemaal voor zich gewonnen heeft?

    Lijstje
    Volledige naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Rol+rang: (Bemanning Medusa, kok. Avaloniër, krijger etc.)
    Extra:
    (Je mag er zelf dingen bij verzinnen zoals verleden enzo)

    Persones (Als je vragen hebt hierover, stel ze dan gerust)
    Bemanning Medusa:
    Kapitein Medusa: Vluuv – Olivir Dalton – 24
    Endure – Abby (Abigail Rosaline Valence) – 19
    Leave - Genesis Elisabeth Thrown - 20 (ontvoerd door Ace)
    Sid - Natambu Mmba - 25
    GoogleIt - Ticimo Carabét - 26
    MoonyLove - William Davis - 18
    C18 - Ace Franklin Johnson -24


    Bemanning Poseindon's Mermaid:
    Kapitein: C18 - Sygmund Yakov Engel - 28
    Verrader: Sid – Tristan Wright – 22
    Sid - Leopold Smiths - 24
    Maitresse - Andrew Kelvin Ronalds - 23

    Vluuv - Bee - 19

    De Aveloniërs:
    Stamhoofd: GoogleIt - Vérum Chestïo - 24
    Zusje stamhoofd: Endure - Ayiana Kateri Chestio - 21
    MoonyLove - Katy Griffin - 14
    Leave - Nivera Izil Mazi - 19
    Maitresse - Nawizi Ceta - 17

    MustacheMe - Phani Cinta Carabét - 11

    'Regels'
    Ik wil niet echt regels opgeven, maar heb liever wel dat jullie je hieraan houden of het onthouden.

    - Doe alsjeblieft je best om een redelijk stukje neer te zetten, dus niet 1 regel en dan denken ‘klaar’. Mocht je geen inspiratie hebben voor langer stuk, meld het dan gewoon. En nee, je hoeft niet 800 woorden te schrijven, zelf niet als anderen dat wel doen, maar 5 regels moeten je vast wel lukken.
    - Wil je je personage kwijt of stoppen? Zeg het dan, dan brengen we je personage even om het leven :P
    - De meesten vinden het niet prettig als je beslist wat hun personages doen, dus vraag het voor de zekerheid of ze het erg vinden of niet.
    - Je hoeft echt niet elke dag meteen te reageren op elke post, maar wacht alsjeblieft niet een week met posten. Ga je weg? Meld het dan en stuur je personage even op pad, laat hem/haar bijvoorbeeld verdwalen in de rimboe.
    - Houd je alsjeblieft aan de verhaallijn en als je een ‘speciaal’ personage wilt, vraag het dan even, ik sta open voor interessante personages die het verhaal leuker maken.
    - Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, bekijk desnoods de RPG Handleiding site voor tips. Weet je nog steeds niks? PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    - Verhaal kwijt? Stop dan niet zomaar zonder wat te melden, maar vraag waar de rest is of om een kleine samenvatting.
    - Er zijn een hoop personages nodig, maak er gerust meer en je kan ook voor niet bestaande personages schrijven natuurlijk! En kijk ook een beetje welke 'groep' nog weinig personages heeft en dergelijke!

    Nogmaals; Niet echt regels, maar meer dingen om jullie aan te herinneren [;

    [ bericht aangepast op 4 dec 2011 - 16:58 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Holy fuuuck, Genesis is being epic!


    No growth of the heart is ever a waste

    Asilah Layla Salomn - rechterhand Captain Oliver
    Asilah kreeg, nadat ze de tattoo met rust had gelaten, de laatste paar zonnestralen ook in het vizier en keek er zonder emotie naar. Ze wendde haar blik weer af en hoorde nog net dat Oliver Dalton beneden ging controleren hoe het er voor stond en hoe hij straks wel even langs zou komen, want ze was nog even in haar gedachten. Echter was ze wel blij dat ze dit nog hoorde, en hierbij keek zij dan ook weer naar hem. Zonder verder nog wat te zeggen, had hij alleen even naar haar geknikt en was toen weggelopen. Ze keek hem even na en draaide zich toen zo snel om dat ze tegen iemand aanbotste - het was de jonge matroos van net, die nog iemand naar de ziekenboeg hielp. Een meisje was het dit keer, maar hierbij waren Asilah haar ogen half bij dicht geknepen, alsof ze dacht dat hij wat zou flikken. Echter liep deze jongen snel door zonder haar een blik te gunnen, maar zij had heus wel in de gaten dat hij dit alleen deed, omdat hij snel weg wilde zijn en niet meer bij haar in de buurt wilde. Geïrriteerd liep ze door naar de stuurman en zei tegen hem dat zij het over zou nemen. Dit zei ze op een bevelende toon en de stuurman knikte snel, blij dat hij wat mocht rusten, maar aan de andere kant deed hij toch nog te voorzichtig bij haar in de buurt. Toch liep hij weg het kleine trappetje af en zo de deur naar de hut van hem toe. Asilah rolde even met haar nek en ze hoorde een paar keer geknak, toen zuchtte ze diep en stuurde dit keer het schip, terwijl ze toch uitkeek over wat de anderen deden.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Ace - Piraat.

    Het is stil in het ruim. Zo stil dat je een speld kon horen vallen. Zelfs het snurken van de kok Pedro is opgehouden. Toch slaapt hij. Ik blijf daar maar roerloos staan, voel de warmte van haar handen nog op mijn wangen. Ik wacht op het moment dat iemand me met een fles rum op mijn achterhoofd slaat en me terughaalt naar de werkelijke wereld. Ik wacht op het moment dat iemand me een stomp tegen mijn schouder geeft en me zegt dat ik moet kappen met dromen.
    Maar ik droom niet. Deze nacht, de pijnlijkste nacht ooit in mijn leven, is er een wonder gebeurd. Een wonder waarvan ik de omvang nog nauwelijks kan bevatten.
    Ik wil niet spreken. Woorden zouden alles verpesten. In elk geval zouden mijn woorden alles verpesten. Twee mensen, beiden er volledig van overtuigd dat liefde - in welke vorm dan ook - niet voor hen is bestemd, komen elkaar tegen. Is dat het lot of de duivel die met me speelt? Vreemd genoeg maakt het me bar weinig uit. Ik was er zo volledig van overtuigd dat dit magische moment iedereen behalve ik kon overkomen, en hier sta ik dan. Voor een prachtige vrouw die zegt dat ze mij wil en niemand anders. En was het mijn moeder niet die me ooit zei dat ik hoop moest houden en het geluk wel zou vinden? Ik weet niet eens of ze nog leeft, maar ze heeft gelijk gehad.
    Stil, zo geruisloos als ik kan, nader ik Genesis en strijk een pluk haar die voor haar gezicht hangt uit de weg. Voorzichtig, alsof de lok zo kan verbranden in mijn handen. Dan, terwijl het ruim nog steeds wordt gehuld in een akelige stilte, vouw ik mijn armen om haar heen en trek haar tegen mij aan. Opnieuw werkt mijn ruw niet mee, maar die pijn stelt niks meer voor. Niks.
    Misschien was dat juist wat ze zocht. Oprechtheid en eerlijkheid. Wat voor slechts er ook van piraten gezegd wordt, ze stelen niet van elkaar.
    'Ik wil je wat laten zien. We moeten naar achteren.' Ik laat haar los en ga haar al strompelend voor naar een plek achterin het ruim. Ik doe de gordijnen open, voor zover er nog wat van over is. Mijn oude slaapplaats.
    'Zou je misschien.. even onder het bed willen kijken? Ik kan nu niet bukken. Daar vind je stapels perkament. Als je die eens zou willen pakken?'


    No growth of the heart is ever a waste

    Genenis
    Er hangt een akelige stilte langs het ruim.
    Geen enkele man snurkt nog, geen enkele man kreunt nog.
    Alleen zij en Ace.
    Ze lijkt opeens weer richting de aarde te worden gesleurd door een hand die zacht een lok uit haar gezicht strijkt, en twee warme armen die zijn om haar middel glijden, en vervolgens haar lichaam dwingend tegen het zijne drukken.
    Ze slikt, dat doet hem vast pijn, zo heelt zijn rug nooit.
    Maar aan de andere kant voelt het te goed om los te laten..
    Uiteindelijk laat Ace haar los.
    ‘Ik wil je wat laten zien. We moeten naar achteren.’ Klinkt ze stem zachtjes, iets waarop er ongewild een lichte glimlach op haar gezicht verschijnt.
    Stilletjes loopt ze achter hem aan, en volgt met haar ogen het rafelige gordijn dat opzij geschoven word.
    ‘Zou je misschien.. even onder het bed willen kijken? Ik kan nu niet bukken. Daar vind je stapels perkament. Als je die eens zou willen pakken?’ Zegt Ace na een tijdje.
    Ze glimlacht magertjes, en knikt, waarna ze op haar knieën gaat zitten en voorzichtig onder het bed voelt.
    Stof, heel veel stof en een ruw soort papier.
    Zo fragiel mogelijk trekt ze het er onder vandaan, om het vervolgens met haar vingers glad te strijken, en hem dan de papieren te overhandigen.
    Er blinkt een nieuwsgierige twinkeling in haar lichtgroene ogen, waarna ze zacht over haar jurk klopt om hem schoon te houden.
    Wat is Ace van plan?


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Leopold Smith - Scheepsarts
    Alsof hij gedachten kan lezen, biedt Sygmund aan me naar buiten te helpen en voordat ik kan protesteren, heeft hij mijn arm al over zijn schouders gehangen. En omdat hij langer is dan ik en me stevig vast heeft, kan ik niet anders dan op hem leunen, al vind ik het dodelijk gênant. Buiten legt hij me voorzichtig aan de kant op mijn rug en mijn ogen flitsen alle kanten op om te zien of iemand van de bemanning dit gezien heeft. Niemand te zien, behalve Sygmund, die iets van tevredenheid over zich lijkt te hebben. Ik laat mijn hoofd ontspannen tegen de grond rusten en tuur naar de sterren. Geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om mijn ogen terug dicht te doen, ik ben lichtjes ongerust van terug te gaan naar waar ik dan ook was door dat cocablad.
    'Ik ben de bossen in gerend omdat ik dacht dat ik achtervolgd werd... Hier moeten we voortaan vanaf blijven,' zegt Sygmund. Ik knik instemmend en ga rechtzitten. Ik ben wel geïnteresseerd in de medisch nuttige effecten ervan. Als je de dosis een beetje verandert of aanlengt met water, kan het misschien een goede pijnstiller of verdovingsmiddel zijn. Je bent in elk geval wel even totaal van de wereld. Maar daar zal ik het wel een andere keer met hem over hebben.
    De kapitein geeft me een klopje op mijn schouder en begint over Ayiana en jagen, dat we op krachten moeten komen. Ik knik bevestigend en wil iets zeggen, maar word dan een bekend gevoel gewaar. Mijn kaken verkrampen en ik voel iets langzaam in mijn keel omhoog komen.
    'Excuse-', verder geraak ik niet. Ik krabbel recht en haast me naar de eerste beste struik die ik zie, om vervolgens mijn volledige maaginhoud uit te kotsen. Steun zoekend bij een boom blijf ik nog even staan: ik voel me echt misselijk. Dan krijg ik opnieuw braakneigingen, maar aangezien er niets meer in mijn maag zit dat er nog kan uitkomen, wordt mijn misselijkheid alleen maar erger.
    Eindelijk houdt het op en kan ik mijn mond afvegen. Vervolgens ga ik met de zure smaak van braaksel nog steeds in mijn mond terug naar de kapitein, me er ondertussen pijnlijk van bewust dat ik geen gewicht te verliezen heb met mijn schrale postuur. Ik ben altijd al een onderdeurtje geweest, en dat heb ik tegen wil en dank uiteindelijk toch geaccepteerd.
    'Ik kijk al uit naar dat jagen,' zeg ik rustig, om de stilte op te vangen.

    [ bericht aangepast op 9 dec 2011 - 16:14 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Ace - Piraat.

    Ik neem de stapel papier aan van Genesis en neem plaats op het bed, zo goed en zo kwaad als het kan.
    'Ik zit bijna vijftien jaar op dit schip. Ik was tien toen ik voor het eerst meevoer op een koopvaardijschip, om geld te verdienen voor het gezin. Het werd geënterd op een kraakheldere dag en ik werd gevangengenomen. Veel van de mannen gingen ten onder met het schip, maar de kapitein - Wallace, de voorganger van Oliver - besloot om me te sparen met één belofte: dat ik deel uit ging maken van zijn bemanning. En zo geschiedde het. Ik heb het grootste deel van mijn leven hier doorgebracht. Wanneer er niet gezopen of gevochten werd, dacht ik na. Over van alles en nog wat. Ik besefte dat wanneer ik die emoties en gedachten niet kon uiten, ik gek werd. Ik ben één van de weinige mannen die kan schrijven, dus gedurende die jaren besloot ik de dingen die me bezighielden op te schrijven. Dit zijn die schrijfsels. In feite, zijn ze mijn leven. Ik zou ze voor geen goud kwijt willen.' Ik haal één van de stukken tevoorschijn. 'Ik eh.. weet niet of je het wil lezen, maar ik dacht.. ja, dat het je misschien wel kon interesseren. Dit heb ik vorig jaar geschreven.'

    "Een piratenleven kent vele tegenslagen die volgens de normen van de verachtelijke elite niet eens genoemd mogen worden. Ondanks dat wij door hen worden neergezet als duivels van de zee, hebben ook mannen van steen een zacht hart. Ook wij huilen als één van onze kameraden overlijdt, ook wij huilen als we iemand achter moeten laten. En ook wij huilen als we weten dat er geen weg meer terug is. Daarom, als iemand ooit de moeite neemt om dit te lezen: besef dan dat die lachende duivels met jouw geld en juwelen ook een ziel hebben. We zijn mensen die uiteindelijk eindigen aan de galg. Maar niet voor we onze stem hebben laten horen." .


    No growth of the heart is ever a waste

    Genesis
    Voorzichtig nam ze plaats aan zijn rechterzijde, en luisterde nieuwsgierig naar zijn ruwe woorden. ‘Ik zit bijna vijftien jaar op dit schip. Ik was tien toen ik voor het eerst meevoer op een koopvaardijschip, om geld te verdienen voor het gezin. Het werd geënterd op een kraakheldere dag en ik werd gevangengenomen. Veel van de mannen gingen ten onder met het schip, maar de kapitein - Wallace, de voorganger van Oliver - besloot om me te sparen met één belofte: dat ik deel uit ging maken van zijn bemanning. En zo geschiedde het. Ik heb het grootste deel van mijn leven hier doorgebracht. Wanneer er niet gezopen of gevochten werd, dacht ik na. Over van alles en nog wat. Ik besefte dat wanneer ik die emoties en gedachten niet kon uiten, ik gek werd. Ik ben één van de weinige mannen die kan schrijven, dus gedurende die jaren besloot ik de dingen die me bezighielden op te schrijven. Dit zijn die schrijfsels. In feite, zijn ze mijn leven. Ik zou ze voor geen goud kwijt willen.’
    Haar ogen gingen van medelijden naar nieuwsgierigheid.
    En het verhaal, waarover haar lichtgroene ogen steeds opnieuw gleden raakte haar.
    De woorden, die verraadden dat iedereen hetzelfde mens was,
    Ongeacht hun daden.
    ‘Wauw dat is-’ Ze fronste haar perfecte wenkbrauwen, en beet op haar onderlip.
    Totaal verbijsterd, haalde ze haar schouders op.
    ‘Prachtig? Of nou ja.. Het is waar en eerlijk.’ Ze glimlachte en legde haar hand op die van hem.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Ace - Piraat.

    Ik glimlach even als ze mijn werk doorkijkt. Ik ben het niet gewend deze dingen te delen. Het is me een keer overkomen - per stom toeval bij de kapitein - maar verder bleven mijn schrijfsels altijd een deel van mij. Ik bracht nachten schrijvend door. Op de één of andere manier bracht het me tot rust. Ik voel haar hand op de mijne en weet even niet wat te doen. Ik voel me ongemakkelijk, vooral om het feit dat ik niet lang geleden op een niet echt subtiele manier naar haar lijf heb zitten staren.
    'Ik denk.. dat je vader me zal vermoorden, zodra hij me ziet,' gooi ik er ineens uit. Het is er sneller uit dan ik had verwacht en meteen heb ik spijt van die woorden. 'Ik eh.. als hij me ooit ziet.' Want hoe kan ik haar garanderen wanneer ze terug komt? Allicht eindigen we vroeg of laat wel bij Tortuga, ik kan haar alleen niet zeggen wanneer. En ik weet ook niet hoe het met mijn toekomst verder moet. Zou ik een nieuw leven kunnen opbouwen, eentje buiten het schip?
    Oh verdomme Ace, loop niet zo hard van stapel. Eerst maar eens dat leven op het schip zien te overleven een die schat vinden.
    'Ik eh.. dat het 't best is als ik nu ga slapen. Het is al bijna ochtend en ik denk dat jij nu ook je rust kan gebruiken. Het is voor je het veiligst als je in je kamer verblijft, aangezien die lui op het dek zo ophouden met hun spel.' Aarzelend en voorzichtig glipt mijn hand om haar middel, aait kort haar rug.

    [ bericht aangepast op 9 dec 2011 - 19:42 ]


    No growth of the heart is ever a waste

    Sygmund - Kapitein Poseidon.

    Ik neem afstand en kijk toe hoe Leopold bij komt. Met moeite komt hij overeind en mompelt iets.
    'Zeg het m-' Nog voor ik de kans heb uit te spreken, holt hij naar een boom en geeft over. Dat spul heeft duidelijk een ergere impact gehad dan we ooit hadden kunnen vermoeden. Nee, niet voor herhaling vatbaar.
    'Ik kijk al uit naar dat jagen,' hoor ik hem zeggen. Ik glimlach even. 'Als we dat eenmaal geleerd hebben, zijn we niet meer afhankelijk van de mensen hier. Aiyana zei dat er zo meteen gegeten wordt. Ik ga nu terug naar de hut van het stamhoofd.' Ik geef hem een kort knikje ter begroeting en gooi hem een sigaar toe.
    'Goed om de longen te zuiveren.' Met die woorden pak ik de mijne en loop op mijn dooie gemak terug. Ik steek de mijne aan en nader de hut. 'Hij is in orde, hij komt nog tot rust. Vergeef me mijn plotselinge vertrek, de hallucinaties werden me wat te veel,' zeg ik tegen het stamhoofd. Dan wend ik me tot Aiyana.
    'Als ik zo vrij mag zijn, waar wordt er in het dorp gegeten en kunnen de mensen nog mijn hulp gebruiken bij het één of het ander?'


    No growth of the heart is ever a waste

    Genesis
    Als hij over haar vader begint, lacht ze zacht. ‘Gegarandeerd. Maar dat maakt mij niet uit.
    Ik ben geen kind meer.’ Prevelt ze met een glimlachje.
    Haar wangen worden warm waarna ze zijn hand om haar rug voelt glijden, en zijn vingertoppen kalmerend over haar onderrug strijken.
    In stilte geniet ze van het moment, om het vervolgens voor altijd te onthouden.
    Voorzichtig draait ze zich naar hem toe, om vervolgens de lokken van zijn haar uit zijn gezicht twee strijken, en met haar vingertoppen verderlicht over zijn jukbeenderen te strijken.
    ‘Als ik alles op zou moeten geven om bij jou te kunnen zijn, zou ik ongeacht mijn positie, zonder aarzelen ja zeggen.’ Prevelt ze zachtjes, waarna ze haar vingertoppen kort, voorzichtig over zijn borst laat glijden.
    ‘Slaapwel.’ Glimlacht ze met een tedere stem, waarna ze haar lippen een moment op die van hem drukt, en vervolgens richting haar kamer wandelt.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Rosalie June Dawney

    Ik leunde tegen de leuning van het schip, voelde de wind langs mijn haren suizen en keek over de eindeloze oceaan die verder dan de horizon reikte. Ik haalde diep adem en probeerde mijn gedachten weer op gang te zetten. 'Dawney?' Hoorde ik vanachter me. 'Ja?' Zei ik zonder om te kijken. 'Er is een brief voor je gearriveerd.' Zei de mannenstem die mij een crèmekleurige envelop overhandigde. Ongeinteresseerd bekeek ik de brief even. Geen naam... Ik stopte de brief in mijn borstzak, draaide me om de man te bedanken maar die was alweer weg. Ik liep doelloos over het dek aangezien ik niks beters te doen had. Ik keek op en zag de meeuwen onder de spierwitte wolken vliegen.

    [Srry, niet erg interessant. Maar wilde alvast een begin maken. :$]

    Bee - Bemanning Poseidon's Mermaid
    Voordat Andrew antwoord heeft gegeven zie ik de Kapitein en Leopold een van de hutten uitstrompelen. Leopold. Hm, misschien kan ik beter even mijn excuses aanbieden over wat er net gebeurd is. "Ik moet gaan. Ik zie je zo wel, bij het eten." zeg ik tegen Andrew en glimlach even naar hem. Dan stap ik naar buiten, en loop op de twee mannen af. De kapitein loopt net weer weg en dus wend ik me voorzichtig tot Leopold. "Smith?" Ik wacht tot hij mijn kant uitkijkt, maar blijf zelf naar de grond kijken. "Sorry van daarstraks. Ik had niet door dat jij het was."

    Captain Oliver Dalton - Captain Medusa
    Als ik het dek op loop zie ik dat Asilah al achter het roer staat. Het is donker, maar helder, en door het felle maanlicht en de fonkelende sterren kan ik haar silhouet goed zien. Ik loop over het dek heen, het trapje op naar het roer en leg mijn handen even op de reling. Dan kijk ik naar haar om. "Gaat het allemaal goed? Liggen we nog op koers?" Asilah en de stuurman zijn de enige aan wie ik de koers heb verteld, al heb ik ze nog niet over de bestemming verteld. Wat roddels over jagen naar een schat zijn echter niet verkeerd, die brengen de mannen in de goede stemming.

    Ace - Piraat.

    'Ik.. ik snap het. Maar ik wil geen wig drijven tussen jou en je familie,' mompel ik. Ik voel haar handen op mijn wang en vervolgens een slordige lok haar die weggestreken wordt. En dan, heel kort en aarzelend, voel ik haar lippen op de mijne. En deze keer trek ik me niet terug.
    'Weltrusten,' fluister ik haar toe bij wijze van late reactie wanneer ze is opgestaan, maar ik vraag me af of ze het uberhaupt gehoord heeft. Ik kijk haar na als ze de gang in loopt. Voor de zoveelste keer is het ruim nu doodstil. Ik voel nog steeds de warmte van haar aanrakingen op mijn gezicht als ik op mijn rug op bed lig. De wonden zijn langzaam aan het genezen en als ik me stil hou voorkom ik dat ze weer open schieten.
    Je zit in een gevaarlijke positie, Ace. Een heel gevaarlijke positie. Want zodra je veel om iemand gaat geven, kan het ook heel goed mis gaan.
    Ik slaak een zucht en sluit dan de ogen. Ik weet niet wat de toekomst ons gaat brengen, als er al een toekomst voor ons zou zijn weggelegd. Ik trek een scheve grijns. Eerst wat doen aan je rumgebruik, jongen.
    Ik sluit de ogen en val weg in een diepe, vredige slaap.

    /Crappy post die vet veel beter kan, maar ben fucked up moe :'D.

    [ bericht aangepast op 10 dec 2011 - 0:34 ]


    No growth of the heart is ever a waste

    Ghehe, mijn post zijn vrijwel altjd vaag, i don't care :Y).

    Genesis
    Ze glimlacht even, en laat dan haar blik nog even over enkelen gewonden glijden.
    Sommigen dekt ze nog eens toe, en anderen vragen haar om nog een glaasje water.
    Met een onderdrukte gaap loopt ze uiteindelijk stilletjes naar de aparte kamer die voor haar bestemd is, waarbij ze de deur voorzichtig sluit, en dan de kamer rondkijkt.
    Het was best een fijne kamer, metn een vrij comfortabel bed en zelfs een kast.
    Ze bekeek de jurk, gezien het zonde, en ergens ook vies zou zijn als ze er in zou gaan slapen.
    Toen viel haar blik op een blouse op het bed die lang genoeg moest zijn om in ieder geval haar kont te kunnen bedekken.
    Voorzichtig trok ze de jurk uit, om hem vervolgens recht in de kast te hangen, en de behagelijke, witte stof van de blouse over haar lichaam te laten glijden.
    Met diezelfde tevredenheid trok ze de deken over zich heen, en viel in een diepe slaap.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Leopold Smith - Scheepsarts PM
    De kapitein is zo vriendelijk geen opmerkingen te maken over mijn op de proef gestelde gezondheid en gaat verder over de jacht alsof er niets is gebeurd. 'Als we dat eenmaal geleerd hebben, zijn we niet meer afhankelijk van de mensen hier.' Ik knik instemmend -ik ben nog steeds aan het bekomen van alles, waardoor ik stiller dan gewoonlijk ben- en hoop dat die dag snel komt. Hoewel ik met die idioten van de bemanning daar toch wel mijn twijfels bij heb. Maar eens we zover zijn, kunnen we serieus achter de schat zoeken. Mijn mondhoeken schieten een heel klein beetje omhoog bij de gedachte van goud dat ik als water door mijn vingers laat glijden.
    Ik laat me weer naast de kapitein om de grond zakken omdat ik mijn benen weer slap voel worden. Zo gauw hij over eten begint, moet ik bijna opnieuw overgeven. Het idee van voedsel en dan vooral het eten van voedsel maakt me lichtjes onpasselijk. Na een tijdje, wanneer hij er van overtuigd is dat ik me terug wat beter voel of op z'n minst in leven zal blijven wanneer hij weg is, staat de kapitein op met de woorden dat hij terug naar het stamhoofd gaat. Ik neem zijn sigaar dankbaar aan en steek hem op. De rook overstemd na tijdje de smaak van braaksel en dat is enorm aangenaam. Zachtjes blaas ik de rook weer uit. Dan hoor ik een stem achter me. Ik draai mijn hoofd geërgerd om - kan een mens niet eventjes rustig bekomen na naar het hiernamaals en terug te zijn gereisd? Het is Bee. Ze kijkt star naar de grond en mompelt dan haar excuses voor daarnet. Ik trek nors mijn bovenlip op, en antwoord dan kort: 'Het is al goed.' Ik ben te moe om me er nog druk in te maken, ze heeft geluk deze keer.


    Home is now behind you. The world is ahead!