Heather Knochenmus - Lerares Plantkunde en Schoolarts
Nadat ik in de keuken iets heb gevonden voor in de magnetron en het snel naar binnen heb gewerkt neem ik boven een lange, frisse douche. Normaal douche ik liever met heet water, maar omdat het hier op het eiland sowieso al warm is is een lauwe douche prettiger, om af te koelen. Nadat ik me heb gewassen en me weer helemaal schoon voel droog ik me af met een van de zachte handdoeken die in de badkamer liggen en hijs mezelf in de witte badjas die ik klaar heb gehangen. Ik wikkel een handdoek om mijn natte haar en ga op blote voeten bij het raam staan. Het is nu echt bijna donker, maar het bos ziet er nog steeds beeldig uit. Glimlachend kijk ik hoe de laatste zonnestralen achter de bomen verdwijnen. Ik besluit in bed nog wat te lezen en dan te gaan slapen. De duisternis is ook in het huis gevallen en ik tast de muren af op zoek naar een lichtschakelaar. Eindelijk vind ik degene die het licht van de gang regelt en ik knip hem aan, waardoor de hele overloop meteen in warm licht baadt. Ik daal de trap af naar de hal beneden, waar nog steeds mijn bagage staat en ga op zoek naar mijn boekentas. Ik haal het dikke boek waar ik momenteel in bezig ben te voorschijn en wil weer naar boven lopen als ik meen een geluid te horen. Ik verstijf en spits mijn oren. Eerst denk ik nog dat ik het me verbeeld heb, maar dan hoor ik opnieuw een vreemd gescharrel uit de keuken komen. Ik voel hoe de haren in mijn nek overeind gaan staan. Het klinkt alsof iemand de ruimte doorzoekt. Heb ik de buitendeur niet goed dichtgedaan? Ik heb inderdaad wel de grote glazen deuren van de keuken opengezet om van de frisse avond bries te kunnen genieten, maar.. Ik had ze weer dichtgedaan.. Toch? Ik klem mijn boek tegen me aan en loop op mijn tenen naar de keuken. Als er een inbreker is geef ik hem gewoon een klap met mijn boek, dat krijgt hem wel KO. Hoop ik. Zonder een geluid te maken kijk ik de keuken in, maar ik zie niemand. Ik vernauw mijn ogen en volg het geluid. Mijn ogen glijden door de kamer en ik zie dat ik inderdaad de deur op een kier heb laten staan. Dom van me. Plotseling zie ik het: Een zwart dier met een witte streep over zijn gehele lengte en een pluizige staart die hij parmantig in de lucht houdt. Een stinkdier. Shit. Oh shit. Hoe los ik dit op? Als ik hem met rust laat, blijft hij hier natuurlijk eeuwen hangen en haalt hij het hele huis over hoop. Als ik hem weg jaag, schrikt hij zeer waarschijnlijk en verspreidt hij die verschrikkelijke geur waar hij zijn naam aan te danken heeft. Wat dan? Moet ik terug naar het hoofdgebouw lopen om hulp te halen? Misschien is dat maar het best. Zo stil als ik kan trek ik me terug. Ik loop voorzichtig de trap op naar boven, trek schoon ondergoed, een strakke spijkerbroek, een gestreepte trui en sokken aan en sluip weer naar beneden. Gelukkig heb ik in de berg koffers al snel mijn gympen gevonden, en zo stil als ik kan open ik de voordeur en glip naar buiten. Mijn natte haar heeft binnen no time de rug van mijn trui al nat gemaakt, en ik voel de klamme kilte van de avond door mijn kleren heen trekken. Op een drafje loop ik terug naar het hoofdgebouw. Gelukkig komt de weg me bekend voor van de vorige keren dat ik deze heb afgelegd en al snel heb ik de betonnen platen voor de basis bereikt. Hijgend van het korte rennen loop ik de deuren binnen. Het is stil in de gangen omdat het al zo laat is, maar gelukkig hoor ik dichtbij stemmen, uit de richting van de eetzaal. Opgelucht loop ik er naar toe, maar als ik de hoek omsla en zie dat het Valerie en Sasha zijn wil ik mijn ogen kreunend ten hemel slaan. Ik houd me echter in, glimlach beleefd en veeg de natte plukken haar uit mijn gezicht. "Hallo, mevrouw Savarin, meneer Filischkin." Ik knik even als begroeting en loop wat dichterbij. Dan vraag ik me ineens af of Valerie misschien de vrouw was die Sasha net verborg. Het zou met niet eens verbazen. "Weten jullie toevallig of er hier in het hoofdgebouw ergens een informatie punt is, of iets in die richting? Ik heb een probleempje, namelijk." Ik moet ook niet zulke onzin denken. Sasha verborg niemand, dat weet ik ook wel, maar toch. De gedachte is grappig. Zo gedisciplineerd en koeltjes als ze hier allebei staan is het moeilijk voor te stellen dat ze gepassioneerde minnaars zouden kunnen zijn. Misschien is het juist wel heel ongemakkelijk als ze intiem met elkaar worden, dat ze eigenlijk niet goed weten wat ze met elkaar aan moeten dus dat ze maar wat aan prutsen. Dat soort verhalen hoor je wel eens. Die relaties houden het meestal niet lang vol. Niet dat ik recht van spreke heb, veel lange relaties heb ik ook niet achter de rug. Ik val gewoon op de verkeerde types, dat is het probleem. Terwijl ik zo in mijn gedachten over allerlei onbenullige dingen nadenk trek ik de mouwen van mijn trui wat verder over mijn handen, die altijd koud zijn als ik net gedoucht heb. Ondertussen kijk ik naar Valerie en Sasha en wacht hun antwoord af.