Ik laat even die stukjes die ik te vroeg had gepost staan en schrijf er een iets bij
April heeft apartement 411, en is er een 666 voor Seth? > Yeah, probably not, dus doe maar 013, op de begane grond Haha, no, kidding, doe maar 206 voor Seth, mihihi.
Oh, als iemand roommates wil zijn met April, zeg het maar ^^ Anders verzin ik wel iemand maar het is leuker om een echt persoon te hebben :’]
Seth blijft liever een loner ;]
April Emerson
Terwijl ik op de houten vloer van de danszaal zit knoop ik de linten van mijn spitzen los. Mijn voeten en benen doen zeer van alle pirouettes en jétes die ik heb moeten maken, en met een pijnlijk gezicht haal ik mijn verkrampte voet uit het benauwende schoeisel. Zachtjes masseer ik mijn beurse voet, waarna ik met de andere begin. Ik berg mijn spitzen op in mijn sporttas, die naast me staat, en pak mijn sokken en gympen er uit. Gelukkig dat we bij trainingen gewoon een maillot en een kort sportbroekje mogen dragen - Een tutu zou het allemaal nog tien keer zo erg maken. Mijn hemdje voelt warm en bezweet en ik verheug me nu al op een frisse douche. Als ik mijn gympen aan heb gedaan sta ik vermoeid op en rits mijn vest dicht. Ik pak de sporttas van de vloer en loop de danszaal uit. Als ik eindelijk het grote pand waarin de dansschool zit gevestigd heb verlaten loop ik naar mijn fiets toe. Ik prop mijn sporttas in mijn fietstas en haal mijn fiets van het slot. Nog een klein stukje fietsen, en dan ben ik thuis. Ik stap op mijn fiets en begin te trappen. De frisse wind die langs mijn gezicht waait doet wonderen en met een glimlach rijd ik de straten door. Mijn voeten doen ongelofelijk pijn, maar het is fijn te kunnen zitten in plaats van nog langer te moeten staan. Al snel doemt het flatgebouw waarin vrijwel elke student hier zijn of haar appartement heeft voor me op, en opgelucht dat ik er al ben parkeer ik mijn fiets tegen het hek van het openbare sportveld aan. Een klein groepje jongens dat ik wel eens heb ontmoet tijdens een feest is aan het basketballen, en glimlachend steek ik even mijn hand op. Zin in een praatje heb ik echter niet, dus ik doe vlug mijn fiets op slot en loop naar het gebouw. Ik heb het nog steeds warm van het dansen, en heb het gevoel dat ik een enorme zweetwalm om me heen heb hangen, dus ik zie er niet bepaald naar uit om nog vier trappen te beklimmen. Daarom stap ik de lift in en druk op het knopje met een grote zwarte 4 erop. Terwijl ik met een pijnlijk gezicht mijn kuiten masseer voel ik hoe het logge ding in beweging komt en langzaam naar boven gaat. Na een paar seconden stopt de lift met een schokkende beweging, waardoor ik bijna mijn evenwicht verlies. Gladjes glijden de deuren open, en ik stap de hal in. Terwijl ik vermoeid zucht zet ik de laatste paar stappen naar mijn appartement. Na even tussen de sleutels aan mijn sleutelbos te hebben gezocht heb ik de juiste gevonden en snel open ik de deur. Eindelijk thuis. Met een plof beland mijn sporttas onder de kapstok in de hal. Die ruim ik later wel op, denk ik terwijl ik de deur achter me laat dichtvallen. Ik trap mijn schoenen uit en terwijl ik mijn vest los rits en mijn shirt over mijn hoofd uittrek loop ik naar de badkamer. In no time heb ik me uitgekleed en sta ik onder de heerlijke warme douche. Ik sluit mijn ogen en was het opgedroogde zweet van mijn lichaam. Ik trek de strik los die in het lint in mijn haar zat en leg het al snel doorweekte lintje op het plankje met douche spullen. Genietend van het warme water en de lekkere zeepgeur was ik mijn haar en mijn lichaam. Als ik me weer helemaal opgefrist voel zet ik de kraan uit en pak een zachte witte handdoek van het handdoeken rek. Ik droog me af en kom de douche uit. Ik sla de handdoek om mijn haar en pak een extra handdoek om om mijn lichaam te slaan. Terwijl ik met een hand mijn handdoek vast houdt raap ik met mijn andere hand de kledingstukken die ik net her en der heb neergesmeten op en gooi ze in de wasmand. Mijn schoenen en sporttas sleep ik mee naar mijn slaapkamer. Nadat ik de deur gesloten heb en mijn gordijnen dicht zijn durf ik de handdoek te laten vallen. Ik droog nog een keer goed mijn haar en laat het dan los over mijn schouders vallen. Uit mijn kast haal ik schoon ondergoed en op mijn rommelig opgemaakte bed ligt mijn lekkere flanellen pyjama broek nog. Terwijl ik ruw de klitten uit mijn nog natte haar kam zoek ik in mijn kast naar een t-shirt en eindelijk vind ik er een met het logo van mijn oude dansclub. Het is twee maten te groot en niet het meest charmante kledingstuk dat ik bezit, maar het past en het is goed genoeg voor nu. Ik leg mijn kam weg, trek een trui aan en loop naar de keuken om thee te zetten. Mijn kamergenoot zou het eten vandaag regelen, dus ik heb zo nog even tijd om tv te kijken en dan kan ik maar beter weer naar bed. De training begint morgen vroeg al weer en meestal stellen de dansinstructeurs het niet zo op prijs als je tijdens het dansen loopt te gapen.
Seth D'Allessio
Terwijl ik het meisje hoor kreunen ga ik langzaam door haar hals te kussen. Nog even.. Nog even en ik zal haar bloed proeven. De spanning die die gedachte oproept is duizend keer zo opwindend als het feit dat ik in bed lig met een halfnaakte vrouw. Mijn neus vleugels trillen als ik haar kloppende halsader zachtjes streel met mijn lippen, en een kleine glimlach komt om mijn gezicht. Wat is ze toch een prachtvrouw. Slim, aardig, sterk. En haar bloed ruikt geweldig. Ik kan niet meer wachten. Ik ga het niet uitstellen deze keer... Geen tederheid, geen seks. Ik wil haar bloed, nú. In minder dan een seconde steken mijn hoektanden al diep ik haar hals, en met een zucht begin ik te drinken. Heerlijk. Voortreffelijk. Ik hoor haar gillen en voel haar spartelen, maar ik heb slechts aandacht voor haar bloed. Het smaakt zoet, maar toch pittig. Precies zoals ik het me had voorgesteld bij haar, en beter. Ja, het heeft even geduurd voor ik haar zo ver had gekregen met me mee te gaan, maar het was het allemaal waard. Ze is heerlijk, en het doet met pijn dat dit de laatste keer is dat ik haar bloed zal ruiken en haar smetteloze huid zal aaien. Maar het is het waard. Als haar lichaam ophoudt met bewegen en ik al haar bloed op heb haal ik langzaam mijn tanden uit haar nek. Haar mooie lichte ogen zijn wijd opengesperd en kijken me haast beschuldigend aan. Ik glimlach spijtig en aai langs haar wang. "Sorry, lieverd.. Ik heb van je genoten." Ik sta op van het bed en rek mijn spieren uit. Het is tijd om te vertrekken naar dat lelijke gebouw waar Fearghus zijn plan wil beginnen. Ik haal minachtend mijn neus op. Het is een idioot idee. Niet alleen wil hij nog meer van die nutteloze vampiers maken, ook verspilt hij al dat heerlijke bloed. Terwijl ik mijn jas aantrek, een klassieke trenchcoat die tot iets boven mijn knieën reikt, werp ik nog een blik achterom naar het levenloze lichaam van de vrouw. Achteraf gezien is het jammer dat ik ons laatste moment samen zo heb afgeraffeld. Ze verdiende beter, maar ik kon niet meer wachten. Ik open de deur van de hotelkamer en loop de gang op. Ja, ik houd van mensen, vooral de vrouwen, maar puur als vermaak. Hun bloed is heerlijk en hun gezelschap is vaak aangenaam, maar ik zou nooit diepere gevoelens kunnen koesteren voor een mens. Na al die eeuwen van levenservaring voel ik me simpelweg beter dan dat. De liftdeuren openen en ik stap de kleine ruimte in, naast een jonge vrouw met een knap gezicht. Ze laat haar ogen verlegen naar mijn gezicht dwalen, maar als ik geamuseerd glimlach en een wenkbrauw optrek slaat ze ze snel weer neer - met een glimlach weliswaar. Terwijl de lift rustig naar beneden zakt zie ik een blos op haar wangen komen en als de deuren open gaan stap ik met een goed humeur de lift uit. Amusant zijn ze zeker, zonder mooie vrouwen zou het leven kleurloos zijn. Ik geef de jongeman achter de balie een vriendelijk knikje en loop het bordes af. Met een handgebaar laat ik een taxi stoppen en tevreden over de laatste paar dagen ga ik op de achterbank zitten. "Waar moet u heen, m'neer?" vraagt de chauffeur met een plat accent, terwijl hij zich half omdraait om me aan te kijken. Ik buig voor over, geef hem het adres dat Fearghus me doorgaf en zak weer naar achteren, in de comfortabele leren bank. Het zal hoogstens een dag duren voor ze iets door zullen hebben, maar dan zit ik al weer ergens anders. Ik heb nog nooit last gehad met de politie dus ik verwacht dat ik die ook nooit zal krijgen. Terwijl het landschap langzaam voorbij glijd vraag ik me af hoe lang Fearghus van plan is daar te blijven. Zolang ik genoeg bloed en vrouwelijk gezelschap heb houd ik het wel een tijdje uit, bedenk ik me glimlachend. Maar erg lang wil ik er toch niet blijven. Ook al zijn de vrouwelijke mensen vrijwel altijd aardige, intrigerende en speciale wezens, de mannelijke varianten irriteren me mateloos, vooral met hun respectloze gedrag. Hoe vaak heb ik ze wel niet op straat horen roepen en fluiten naar vrouwen? Hoe vaak komt er wel niet iets in het nieuws over verkrachtingen of aanrandingen? Ik betaal de taxichauffeur en stap de auto uit. Fearghus heeft me eerder een sleutel gegeven, waarmee ik volgens hem toegang heb tot een van de appartementen in het betonnen gedrocht voor me. Met mijn handen nog steeds in mijn zakken loop ik er heen. Nee, de menselijke mannen zijn bespottelijk. Delicate wezens horen delicaat en voorzichtig behandeld te worden. Behalve als ik dorst heb natuurlijk, dan ben ik wel eens wat ruwer. Maar zelfs dan.. Nee, dan eigenlijk niet. Ik glimlach weer en vergeet mijn boze gedachten. Op het sleuteltje dat ik heb gekregen staat een klein nummertje: 206. Dat zal het kamer nummer dan wel zijn. Het ruikt naar schoonmaakmiddel en mens in het gebouw, en benieuwd naar mijn kamer loop ik de trappen in het trappenhuis op. De deuren hebben allemaal dezelfde saaie blauwe kleur, maar gelukkig hangen er duidelijke bordjes met nummers op: kamer 206 heb ik snel gevonden. Ik open de deur en stap de kamer binnen. Hier zal ik het mee moeten doen voor de komende paar weken.
[ bericht aangepast op 22 okt 2011 - 19:13 ]