• ... and may the odds be ever in your favor





    Deze rpg speelt zich af in een alternatieve tijdlijn waarin de gebeurtenissen uit het boek niet hebben plaatsgevonden. Het is het jaar van de honderdste Hunger Games, de vierde Quarter Quell. Waar de speciale omstandigheden van de Quell normaal van tevoren bekend worden gemaakt, is dat moment nu uitgesteld tot vlak voor de Spelen (om de rebellen eraan te herinneren dat niemand zich kan voorbereiden op de grootste gruwelen van oorlog). In de Districten is de spanning al weken om te snijden. De rpg begint vlak na de reaping. Twee tributen van elk District worden per trein naar het Capitool vervoerd, onder begeleiding van twee mentoren. Iedereen is van kinds af aan ingeprent met de gruwelen die de Spelen met zich mee brengen – maar de echte twist hangt als een donker zwaard boven iedereens hoofd. Nieuwe tributen moeten zich een houding geven ten opzichte van hun lot, terwijl mentoren zich staande proberen te houden in het slangennest van het Capitool. Onder sommige oud-winnaars speelt het idee van een rebellie (denk: Catching Fire).

    > In deze rpg zijn rollen weggelegd voor tributen en mentoren. Of je nou een mentor of tribuut kiest (of allebei), alle personages blijven gedurende de rpg relevant. De Quarter Quell-twist wordt pas later in de rpg bekendgemaakt.

    Volgorde van gebeurtenissen
    - Reaping
    - Afscheid van vrienden en familie
    - Treinreis naar het Capitool met de mentoren (hier begint de rpg)
    - Kennismaking met het prep team, tribuut wordt gewassen, onthaard etc., "klaargemaakt" voor de Spelen
    - Aankomst in het Capitool
    - Kennismaking met de stylist
    - Parade die eindigt bij het presidentiële paleis
    - Trainingsessies
    - Trainingscores
    - Interviews
    (Er is tussendoor genoeg tijd voor mentorsessies)
    - Op de ochtend van de Spelen wordt de Quarter Quell-regel live op tv bekend gemaakt
    - Start van de Spelen


    Rollentopic
    Speeltopic
    Praattopic


    Invullijst
    Voor mentoren:

    - Naam, leeftijd, district
    - Innerlijk, achtergrond (jeugd, evt. vrienden en familie), uiterlijk
    - Iets over de Spelen die diegene gewonnen heeft
    - Het gevolg van de Spelen
    - De Spelen worden door iedereen bekeken, dus denk ook na over hoe anderen jouw personage na de Spelen zien
    - Iets over de opvattingen die diegene koestert tegenover de Spelen, het Capitool etc.


    Voor tributen:

    - Naam, leeftijd, district
    - Innerlijk, achtergrond (jeugd, evt. vrienden en familie), uiterlijk
    - Vaardigheden en zwaktes die relevant kunnen zijn in de Spelen
    - Iets over de opvattingen die diegene koestert tegenover de Spelen, het Capitool etc.
    - Eventueel een token om mee te nemen in de Arena


    Personages
    Naam | Leeftijd | Gender | District | Mentor/tribuut | Pagina | Door

    • District 1
    Caesar Magnus Aurelius | 18 | Man | District 1 | Tribuut | p. 2 | lotte
    Vesper Centore | 27 | Vrouw | District 1 | Mentor, winnaar van de 90e Spelen | p. 7 | Dellamorte
    Aurelia Sterling | 18 | Vrouw | District 1 | Tribuut | p. 9 | Kobyla
    Gail Voxx | 26 | Vrouw | District 1 | Mentor | p. 9 | Maele

    • District 2
    Flint Heaventhorn | 13 | Gender | District 2 | Tribuut | p. 3 | RSK
    Goldie Caelia Solomon | 18 | Vrouw | District 2 | Tribuut | p. 9 | Omatikaya
    Vipsanius Redgrave | 29 | Man | District 2 | Mentor | p. 9 | vergankelijk

    • District 3
    Lloyd Prescott | 33 | Man | District 3 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | p. 8 | lotte

    • District 4
    Stellamaria Rivers (née Passmore) | 20 | Vrouw | District 4 | Mentor, winnaar van de 94e Spelen | p. 4 | RSK
    Nerissa Passmore | 23 | Vrouw | District 4 | Mentor, winnaar van de 93e Spelen | p. 6 | glowfaery
    Abel Odair | 17 | Man | District 4 | Tribuut | p. 8 | Frodo

    • District 5
    Dane Dynaris | 19 | Man | District 5 | Mentor, winnaar van de 99e Spelen | p. 7 | Novalunosis | Dane is de tweede mentor van District 3

    • District 6

    • District 7
    Rajann "Raja" Lux | 18 | Man | District 7 | Mentor | p. 7 | escuella
    Veera Marlen | 21 | Vrouw | District 7 | Mentor, winnaar van de 96e Spelen | p. 6 | Avond
    Jude Schaffer | 13 | Vrouw | District 7 | Tribuut | p. 8 | Zoya

    • District 8
    Elias Blackwell | 29 | Man | District 8 | Mentor, winnaar van de 87e Spelen | p. 1 | Avond
    Isolde Twyne | Leeftijd | Vrouw | District 8 | Mentor, winnaar van de 92e Spelen| p. 1 | nostalgie
    Lyssa Thimbleton | 18 | Vrouw | District 8 | Tribuut | p. 7 | Novalunosis

    • District 9

    • District 10
    Caspain Fairhorn | 25 | Man | District 10 | Mentor, winnaar van de 91e Spelen | p. 6 | Kobyla
    Cyrille Eathon | 18 | Vrouw | District 10 | Tribuut | p. 3 | Naoe

    • District 11
    Marigold Lark | 15 | Vrouw | District 11 | Tribuut | p. 2 | Frodo
    Elijah Kamal | 35 | Man | District 11 | Mentor, winnaar van de 80e Spelen | p. 8 | Zoya

    • District 12
    Cole Reed | 28 | Man | District 12 | Mentor, winnaar van de 86e Spelen | p.8 | Omatikaya

    Bijpersonages

    • District 1
    Cassius Valor | 35 | Man | District 1 | Mentor, winnaar van de 81e Spelen | persoonlijkheid: charismatisch, strategisch, controledrang, zelfingenomen | vaardigheden: zwaardvechten, speerwerpen | zwaktes: onempathisch, zelfoverschatting

    • District 2
    Maira Stint | 34 | Vrouw | District 2 | Mentor, winnaar van de 83e Spelen | persoonlijkheid: stoïcijns, genadeloos, scherp | vaardigheden: tactiek, leiderschap | zwaktes: rigide in haar meningen en plannen, kort lontje

    Mentor tba

    • District 3
    Kellan Trove | 15 | Man | District 3 | Tribuut | persoonlijkheid: stil, onzeker, loyaal | vaardigheden: groot ruimtelijk inzicht, sterk, stille kracht op de achtergrond | zwaktes: ongemakkelijk en daarom niet uitgesproken charismatisch, op zoek naar bevestiging

    Tribuut tba

    • District 4
    Kaia Mirren | 16 | Vrouw | District 4 | persoonlijkheid: veel bravoure, eigenwijs, nieuwsgierig (té) | vaardigheden: zwemmen, harpoenwerpen, weven | zwaktes: impulsief, niet loyaal

    • District 5
    Cieran Holt | 60 | Man | District 5 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | persoonlijkheid: teruggetrokken, observant, gehard | vaardigheden: logica en redeneren, rustig blijven onder stress |
    zwaktes: niet in touch met z’n emoties, niet goed in leiderschap nemen, morphlingverslaving

    Halie Stern | 32 | Vrouw | District 5 | Mentor, winnaar van de Xe Spelen | persoonlijkheid: alert, cynisch, bemoeial | vaardigheden: sabotage, fotografisch geheugen | zwaktes: snel paranoïde, wil te veel haar eigen zin doordrukken

    Rennick Kael | 13 | Man | District 5 | Tribuut | persoonlijkheid: competitief, intuïtief, plaaggeest | vaardigheden: improviseren, snelle en lichte tred | zwaktes: jong, verdwijnt snel op de achtergrond

    Elisha Vain | 16 | Vrouw | District 5 | Tribuut | persoonlijkheid: dapper, haantje-de-voorste, opvliegerig | vaardigheden: slim, veel mensenkennis, niet makkelijk te provoceren | zwaktes: onhandig, geen ervaring met wapens

    • District 6
    Corine Kerrow | 30 | Vrouw | District 6 | Mentor, winnaar van de 88e Spelen | persoonlijkheid: rusteloos, scherp van tong, bitter | vaardigheden: medische vaardigheden, goede kennis van eetbare planten | zwaktes: heeft sinds haar Spelen last van chronische pijn, slecht ter been

    Nico Winsor | 50 | Man | District 6 | Mentor, winnaar van de 67e Spelen | persoonlijkheid: empathisch, rustig | vaardigheden: fit, intelligent | zwaktes: afwachtend

    Issery Fenwick | 17 | Vrouw | District 6 | persoonlijkheid: intens, loyaal, vurig | vaardigheden: navigeren, opgaan in de omgeving | zwaktes: slecht zicht, te goed van vertrouwen

    Eyric Thrane | 15 | Man | District 6 | persoonlijkheid: grappig, vlot, roekeloos | vaardigheden: mechanische reparaties, vindingrijkheid | zwaktes: makkelijk afgeleid, fysiek niet sterk

    • District 7
    Virello | 31 | Man | Capitool | Begeleider van District 7 | persoonlijkheid: ijdel, stipt, zelfbewust, onhandig
    Nash Connor | 17 | Man | District 7 | persoonlijkheid: doelgericht/direct, nors, judgmental | vaardigheden: sterk, goed met bijlen, hand-to-hand-combat | zwaktes: op zichzelf, werkt mensen op hun zenuwen

    • District 8
    Tribuut ntb

    • District 9
    Hanna Venn | 36 | Vrouw | District 9 | Mentor, winnaar van de 79e Spelen | persoonlijkheid: slim, genadeloos, leugenachtig | eigenschappen: deceptie, vindingrijkheid | zwaktes: wantrouwig, slecht in connecties leggen

    Joran Pels | 74 | Man | District 9 | Mentor, winnaar van de 45e Spelen | persoonlijkheid: ooit een onverwachte lieveling van het Capitool omdat hij als underdog de Spelen won, nu oud en afgeserveerd. Stellig, level-headed en loyaal | vaardigheden: all-round goede mentor, inzichtelijk | zwaktes: ouderdomskwalen, onderliggende bitterheid

    Rica Moss | 12 | Vrouw | District 9 | Tribuut | persoonlijkheid: goedlachs, nieuwsgierig | vaardigheden: slim, kan goed knopen leggen, goed instinct | zwaktes: jong, dus klein en niet erg sterk, naïef

    Bram Kerrow | 18 | Man | District 9 | Tribuut | persoonlijkheid: bot, imponerend, dapper | vaardigheden: close combat, camouflage | zwaktes: slecht in evenwicht houden, zware tred

    • District 10
    Theo Flice | 16 | Man | District 10 | Tribuut | persoonlijkheid: eigenwijs, eerlijk, groot rechtvaardigheidsgevoel | vaardigheden: jagen, goed met dieren | zwaktes: goedgelovig, rechtvaardigheidsgevoel kan ook tegen ‘m werken

    • District 11
    Malik Redd | 12 | Man | District 11 | Tribuut | persoonlijkheid: gevoelig, introvert, observerend | vaardigheden: slim, empathisch | zwaktes: jong, snel overweldigd, weinig levenservaring

    • District 12
    Tributen ntb


    Regels
    > Respecteer elkaar en elkaars personages. Denk met elkaar mee zodat iedereen een plek krijgt in de rpg.
    > Posts zijn in het Nederlands
    > Maximaal twee personages p.p.
    > Sommige personages zullen sterker zijn dan anderen. Dat is prima, maar houd het logisch (waarom heeft diegene deze vaardigheden?) en in balans - iedereen heeft zwakke punten.
    > Gezien het onderwerp van de rpg zullen er heftige thema's voorkomen, maar ga hier respectvol en realistisch mee om.




    [ bericht aangepast op 17 mei 2025 - 22:21 ]

    Het is de dag van de reaping van de honderdste Hunger Games, de vierde Quarter Quell. Waar bij andere Quarter Quells de extra kwelling van tevoren bekend was, tasten tributen en mentoren nu in het duister. Vierentwintig kinderen zijn zojuist losgerukt van hun vrienden en familie. Over een paar weken zal er maar eentje terugkeren. Wat hun in het Capitool te wachten staat, weten ze niet. Het is aan de mentoren - meestal twee per district, soms maar eentje - om hun tributen voor te bereiden op de verschrikkingen van de Spelen. De tributen hebben kort afscheid mogen nemen van geliefden en zijn daarna naar de trein gebracht, waar ze geëscorteerd worden naar een treinwagon waar ze onder het genot van een extravagante maaltijd kennismaken met hun mentoren.

    Nog even als korte reminder:
    > Posts worden geschreven in het Nederlands
    > Er is geen woordenminimum of -limiet
    > De rpg zal gezien het onderwerp gewelddadige thema's bevatten, maar geef het alsjeblieft (op het topic of in een privébericht) aan als je voor bepaalde onderwerpen een trigger warning wil!

    [ bericht aangepast op 20 april 2025 - 21:26 ]

    mt


    --

    MT!


    || I told you not to play with the misfit toys ||

    Mine.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    mtttt


    Omnia mutantur, nihil interit

    Mt!

    yo


    help

    Mineeee


    someone out there feels better because you exist

    MT


    hodie mecum eris in paradiso


    MARIGOLD
    LARK



    15 jaar ❉ District 11 ❉ Tribuut ❉ Dorpsplein




    "Nobody ever wins the games.
    Period.
    There are survivors.
    There's no winners."








    "Hope is the only thing
    stronger than fear"







    De zon stond hoog aan de hemel en scheen genadeloos neer op Marigolds schouders. Ze stond naast de andere 15-jarigen op het dorsplein, hun gezichten strak naar voren gericht.
          Op het podium voor hen stond Lenny Pomstrof, de afgezant van het Capitool die één keer per jaar de reis naar District 11 maakte, om dan met haar neus in de lucht twee namen uit een glazen kom te pikken en zo snel mogelijk weer te verdwijnen. Marigold haatte Lenny's schrille stem en de schreeuwerige kleren rond haar slanke lijf die in schril contrast stond met de aardekleuren, linnen kledij die de bewoners van 11 droegen. Ze haatte de manier waarop Lenny naar hen keek, alsof ze niets minder waren dan de mieren onder haar hoge hakken, maar bovenal haatte ze wat Lenny vertegenwoordigde.
          Marigold veegde haar zweterige handpalmen af aan haar jurk, het enige exemplaar dat ze had, terwijl Lenny uitgebreid doorging over het nut van de Spelen en hoe ze allemaal 'wel wat nederigheid konden gebruiken'. Ze keek rond in de menigte, zonder écht naar iemand te kijken. 'Dit jaar zijn de honderdste Spelen en we weten allemaal wat dat betekent.' Lenny klapte nog nét niet in haar handen. 'Een Kwartskwelling! Jullie worden weer eens in de watten gelegd met een spectaculaire arena.'
          Marigold klemde haar kaken op elkaar. Ze probeerde Lenny's woorden buiten te sluiten terwijl ze in de menigte op zoek ging naar haar zusje. Het was de eerste keer dat Thalia's naam in de kom lag, haar eerste Boete. Maar Thalia stond bij de anderen van haar leeftijd, helemaal achteraan, en Marigold vond nergens in de menigte de twee vlechten die ze deze morgen in Thalia's haar gelegd had. Met een kleine zucht draaide ze zich weer om.
          'Goed, zullen we er maar aan beginnen?' Lenny huppelde naar de glazen kom en gooide een schitterende glimlach naar de camera, voor ze met haar perfect gemanicuurde vingers erin dipte. 'Dames eerst!'
          Marigold slikte. Ze wist niet meer zeker hoe vaak haar naam in de kom zat - alleen dat het een heleboel was. Naast zich hoorde ze zacht gesnik maar dat probeerde ze buiten te sluiten.
          Lenny rolde het papiertje open, las het en grijnsde breed. 'Onze eerste tribuut voor de Kwartskwelling ... Thalia Lark!'
          Het eerste wat Marigold voelde, was opluchting. Het was niet haar naam. Ze was veilig.
          Het tweede was haar keel die zich dichtschroefde en haar hart dat uit haar borstkas wilde rennen.
          Rond haar kwam het publiek tot leven. Ze hoorde gemompel, gezucht, gehuil, gejammer. Een twaalfjarig kind als tribuut zorgde altijd voor rumoer.
          Marigold ging op de tippen van haar tenen staan en plots kon ze haar zusje wel onderscheiden. Thalia wandelde richting het gangpad, haar handen tot vuisten gebald.
          'Nee ...' Marigold worstelde zich door de groep. 'Nee!' Ze struikelde bijna over iemands voeten en rende naar het middenpad.
          Thalia keek haar met grote, betraande ogen aan.
          Marigold sprintte naar haar zusje en nam Thalia's knokkelige lijf in haar armen. 'Ik ga,' hijgde ze. 'Ik ga in haar plaats.'
          Thalia huilde nu openlijk. Ze had zich aan Marigold vastgeklampt, haar vuisten sloegen tegen haar zij. 'Nee, Mari, nee! Jij mag niet, jij mag niet...'
          Marigold wreef sussend over haar rug en zakte op één knie. Ze legde haar handen aan weerszijden van haar zusjes gezicht. Hun voorhoofden raakten elkaar.
          'Wel, wel, wel!' Lenny's vrolijke stem klonk versterkt over het plein. 'Een vrijwilliger! Dat is een hele tijd geleden. Kom maar naar hier, jongedame. Laat het meisje maar los. Zo, ja.'
          Marigold dwong zichzelf om haar armen rond Thalia los te wrikken, recht te staan en naar voren te lopen. Terwijl ze naar het podium wandelde, flitste de Spelen die ze zo zorgvuldig bestudeerd had voor haar ogen. Het eindigde met de Spelen van Cedar en de speer die zich door zijn hart boorde, toen hij net voor een andere tribuut in sprong. Ze zag het leven dat langzaam uit zijn ogen verdween en de simpele, houten kist waar hij terug in thuis was gekomen.
          Met zware benen, besteeg Marigold de trappen naar het podium.
          'Hier, lieverdje,' Lenny duwde een microfoon in Marigolds handen. 'Vertel ons je naam.'
          'Marigold Lark.' Een versterkte, monotone versie van Marigolds stem zweefde over het plein.
          'Perfect!'
          Marigold wierp een korte, hatelijke blik op Lenny. Natuurlijk zei haar achternaam Lenny niets. Zij vergat alle tributen vanaf het moment dat ze de stierven. Maar het volk van district 11 wist wél wie ze was. Dat ze de tweede naam was in een reeds gebroken gezin. Ze zag het in hun gezichten, in de manier waarop ze hun hand op hun hart legden.
          Marigold ging aan de rand van het podium staan, haar blik op oneindig. Ze wist dat beelden van haar over heel Panem verspreid zouden worden en ze weigerde om hen haar verdriet te schenken. In de plaats deed ze wat ze zichzelf had aangeleerd sinds de dood - nee, moord - van haar broer. Ze dwong een vlakke uitdrukking op haar gezicht en duwde al haar verdriet en angst naar beneden.
          Wie de tweede tribuut was, wist Marigold niet. Zijn naam deed geen belletje rinkelen en Marigold had al haar aandacht nodig om haar koude masker op zijn plaats te houden. Toen Lenny haar hand vastnam om die triomfantelijk in de lucht te gooien, dwong ze zelfs haar mondhoeken omhoog.
          Marigold had zich voorbereid op dit moment vanaf de seconde dat ze de speer door Cedars hart zag gaan. Ze had alle giftige planten zorgvuldig bestudeerd en zichzelf gedwongen om geen één, rotte seconde van de Spelen te missen. Er waren weinig burgers van district 11 zo voorbereid als zij.
          Maar op sterven kon je je niet voorbereiden.


    [ bericht aangepast op 22 april 2025 - 17:51 ]


    Even the smallest can change the course of the future

    ╒═══════════════════════════════════════════════════════════════╕

    Elijah Kamal
    ╘═══════════════════════════════════════════════════════════════╛

    35 • District 11 • w. Marigold • station • outfit








    Elijah sloot zijn ogen en liet zijn adem tussen zijn lippen ontsnappen. Met zijn rug tegen het warme metaal van de trein liet hij zichzelf drijven op het zware, relaxende gevoel van nicotine. Voor een moment was het stil in zijn hoofd. Zonder zijn ogen te openen dronk hij de laatste stok uit zijn flacon. Nog heel even, herinnerde hij zichzelf. Binnen een paar minuten zou de trein hem ver weg voeren van dit godvergeten District.
          Het beeld van zijn vader, zijn donkere krullen inmiddels grijzend, flikkerde voor zijn ogen en Elijah's mond vertrok in een sneer.
          'Praat tegen me, zoon. Alsjeblieft,' had zijn vader gesmeekt, zijn stem pijnlijk vertrouwd. 'Al onze communicatie werd geblokkeerd door het Capitool, we konden je niet bereiken.'
          Elijah had hem genegeerd en een poging gedaan om hem te ontwijken in de menigte die zich verzamelde voor de Boete, maar zijn vader had hem gevolgd. 'Wat hebben ze met je gedaan? Ellerey!'
          Bij het horen van zijn naam had Elijah zich met een ruk omgedraaid. Het voelde alsof al zijn zenuwen blootlagen, rauw en kwetsbaar voor de lichtste aanraking. Zijn terugkeer naar District 11, de Spelen, zijn vader, en nu zijn naam - het was te veel. Voor het eerst in twintig jaar keek hij zijn vader recht in de ogen en verbrak hij zijn zelfopgelegde zwijgen.
          'Ellerey is dood.'
          Daarna had hij de oude man achtergelaten in het publiek en trillend het podium bestegen, zijn gedachten gesplitst tussen het nu en zijn eigen Boete, twintig jaar geleden.
          Elijah opende zijn ogen en duwde zichzelf ongeduldig af van het treinstel. Waar bleven ze?
          Net toen hij overwoog om een van de houten loodsen in lichterlaaien te zetten zodat iemand eindelijk aandacht aan hem zou besteden, kwam het peleton Vredebewakers de hoek om. De twee kinderen, hun handen geboeid, werden zonder ceremonie uit het voertuig geloodst en naar de trein begeleid.
          Elijah nam zijn sigaret tussen zijn lippen en keek neer op de Tributen van dit jaar, zijn blik kil en afstandelijk. De jongen staarde met grote ogen naar de trein tijdens het lopen, duidelijk nog in shock. Maar het meisje, de vrijwilliger, staarde ongegeneerd terug met een onleesbare blik in haar donkere ogen. Elijah hield haar blik vast en liet de rook langzaam ontsnappen.
          In het Capitool zag hij niet vaak zijn eigen donkere huid en zijn donkere ogen. De gelijkenissen die veel van de mensen in District 11 deelden waren een bittere herinnering aan het thuis dat hij ooit tussen hen had gehad. Hij had zichzelf aan het Capitool verkocht om deze plek nooit meer te hoeven zien. Na al dat leed, al die jaren strijden, werd hij toch weer werd meegezogen in deze maalstroom.
          Toen de president duidelijk maakte wat er dit jaar van hem verwacht werd, had Elijah zijn stoel door de kamer gesmeten en zich dreigend over het bureau gebogen.
          'Dit is contractbreuk,' had hij gesnauwd. Hij had de scherpe klik die betekende dat de Vredesbewakers hun geweren scherpstelden genegeerd en de president ziedend aangekeken. 'De deal was dat ik nooit meer terug hoefde te gaan.'
          De president had de Vredesbewakers weggewuifd en geglimlacht. Met zijn wijsvinger had hij tegen Elijah's borst getikt, precies waar een gevoelig litteken over zijn ribben liep. Had de president dat geweten? Was hij op de hoogte van alle dingen die hij had gedaan in opdracht van het Capitool?
          'Het contract is aangepast,' had de president rustig geantwoord. Zijn toon was verveeld, alsof hij een kind moest herinneren aan de huisregels. 'Niet vergeten, Ellerey.'
          Het terloopse gebruik van Elijah's oude naam, die hij zo diep had begraven, voelden als een stoot in zijn maag. Hij hapte bijna naar adem, maar hij weigerde de president het genot van zijn reactie. De mondhoeken van de president hadden iets bewogen, alsof hij precies zag wat de impact van zijn woorden waren, maar hij sprak rustig verder alsof er niks gebeurd was.
          'Je hebt niets meer te zeggen over wie je bent en wat je doet.'
          Met die woorden hadden de Vredesbewakers Elijah naar buiten geschoven. Voor een aantal seconden had hij zichzelf toegestaan om zich machteloos te voelen, maar nog voordat hij de poort van het paleis door was, was hier niets meer van over. Er was alleen nog maar ruimte voor woede. Zijn beurse lichaam was een testament aan zijn frustratie, die zo hoog onder de overvlakte had gelegen dat hij bij de minste uit de bocht was gevlogen.
          Hij had geen vrienden gemaakt in de afgelopen dagen, en het Capitool had een flinke rekening gekregen van de Penthouse Bar die hij eergisteren had afgebroken. Hij kon niet ontkennen dat hij daarvan had genoten, wetende dat zijn contract betekende dat alle kosten voor de president waren.
          Een zachte bries bracht Elijah's gedachten terug naar het heden. De geur van de boomgaarden was een verademing vergeleken met de zuurstofarme lucht van het Capitool, maar de herinneringen die het met zich meebracht maakte hem duizelig. Je bent geen kind meer, moest hij zichzelf herinneren. Deze pijn is niet meer van jou. Ellery is dood.
          Elijah liet zijn sigaret op de droge grond vallen, maar trapte hem niet uit.
          District 11 mocht branden.


    Zodra Elijah voet in de coupé zette, sloten de deuren zich achter hem. Met een gedept gesis begon de trein te bewegen. Een vluchtige glimach passeerde over Elijah's gezicht. Altijd prettig om mensen op je te laten wachten.
          Door het raam rechts van hem kon hij de uitgestrekte boomgaarden voorbij zien glijden. Links van hem strekte de ruimte zich uit, met aan het einde een deur die toegang gaf tot de volgende coupé. Het kunstmatige licht en het luxieuze interieur kon niet verder verschillen van de verouderde gebouwen van District 11.
          Met een vaag gevoel van tevredenheid borg Elijah zijn lege flacon op in de binnenzak van zijn colbert. Dit was bekend terein. Hij was weer op weg naar het Capitool.
          Elijah draaide zich om en overbrugde de lengte van de coupé met een stevige pas. Hoewel het feestmaal op de tafel er onweerstaanbaar uitzag, overwoog hij geen seconde om aan te schuiven. Hij was niet van plan om nog meer tijd te verspillen aan deze kinderen. Als de president had gewild dat hij met zijn Tributen zou praten, dan had hij maar een script moeten leveren.
          Maar toen hij zijn hand over de scanner naast de deuropening bewoog, gebeurde er niets. De deur bleef dicht. Met een gefrustreerd geluid duwde hij tegen de stalen constructie die tussen hem en zijn eigen coupé in stond. De deur gaf geen centimeter mee.
          Een bitter lachje verliet zijn lippen. De boodschap was duidelijk. Het Capitool verwachtte dat hij voor Mentor zou spelen, en hij wist precies wat er zou gebeuren als hij niet overtuigend genoeg was. Elijah sloot zijn ogen en schudde lichtjes zijn hoofd. Shit.
          Geïrriteerd draaide hij zich weer om en lokaliseerde de kar met drank. Die escape gunden ze hem tenminste nog wel. De kristallen flessen droegen geen label, dus hij koos op de gok een likeur met de donkere kleur van gelakt eikenhout en schonk een driedubbele portie in een whiskeyglas. Zijn handelingen klonken luid in de stille coupé, waar het geluid van de trein nauwelijks te horen was.
          Elijah leunde tegen de kar en fixeerde de kinderen met een blik, zijn irritatie duidelijk leesbaar in zijn gezicht. Met zijn glas gebaarde hij naar de deur die hij had geprobeerd te openen.
          'Als een van jullie gaat huilen,' waarschuwde hij. 'Dan breek ik die deur open.'

    [ bericht aangepast op 23 april 2025 - 21:06 ]


    || I told you not to play with the misfit toys ||


    ABEL ORIEN ODAIR

    17 jaar ► District 4 ► Tribuut ► Gemeentehuis




    "History is written
    by the victors"







    Abel Odair!
          Abel zat op de tweezit in het gemeentehuis, te wachten op zijn familie. Buiten de muren ramde de golven tegen de dijk. Normaal bracht het ruisende geluid rust in Abels hoofd, maar vandaag niet. Vandaag was er enkel ruimte voor de stem van Jisno Madcliff, de geliefde afgezant van het Capitool, die constant door zijn hoofd bleef gaan.
          Abel Odair!
          Toen zijn naam over de dijk vloog, waar heel District 4 zich verzameld had voor de boete, was Abel niet eens erg verrast geweest. Hij had zes jaar lang verwacht om de naam van zijn oudere broer, Noach, te horen en nu die oud genoeg was om niet langer getrokken te worden, was het de beurt aan Abel. Zijn ouders waren te bekend in het Capitool en, helaas voor Abel, te gelukkig. Daarnaast waren het de honderdste Spelen. De zoon van een geliefd koppel binnen het Capitool, in een Kwartskwelling? Abel kon de Spelmakers bijna horen kwijlen.
          Dus toen Abels naam geroepen werd, kwam het niet meteen binnen als een grote schok. Wat hij echter niet verwacht had, was de stilte die gevallen was na het roepen van zijn naam.
          Abel Odair!
          Abel woonde in District 4, er was altijd wel iemand die zich vrijwillig stelde om naar de Spelen te gaan. Een carrière die al jarenlang trainde om in een arena zijn leeftijdsgenoten te vermoorden en daarnaar uitkeek. Dus toen zijn naam geroepen werd, wachtte Abel op één van hen om naar voren te gaan. Hij was niet eens van plan geweest om zijn plek tussen de andere jongeren te verlaten. Tot de stilte kwam en een stilte bleef.
          Abel had voor het eerst opgekeken toen hij gegniffel achter zich hoorde. Een paar vredebewakers, die iets ontzettend lollig vonden. Het duurde weer een tijdje voor Abel doorhad dat hij het onderwerp van hun humor was en pas toen begreep hij het. De vredebewakers hadden aan de anderen duidelijk gemaakt dat ze zich niet vrijwillig mochten opgeven. Hoe ze het gedaan hadden, wist Abel niet - chantage, afpersing, de belofte om een oogje toe te knijpen als er iets illegaal gebeurde? - maar feit was dat Abels naar voren moest.
          Zijn lijf was net zo traag als zijn hoofd geweest en begon eindelijk bij te benen. Zijn adem joeg gejaagd over zijn lippen en pas toen iemand hem een harde duw tegen zijn schouder gaf, was hij naar het podium gelopen, recht in de glunderende armen van Jisno Madcliff, die hem eraan herinnerde dat hij zich gelukkig mocht prijzen. Toen Jisno Abels vragende ogen zag, had hij met een grote grijns gezegd: 'Nu kan je eindelijk zelf ervaren waar je ouders zoveel over verteld hebben! Dames en heren, Abel Odair!'
          Abel wilde net zijn knieën optrekken en zich opkrullen tot een klein bolletje, toen de deuren van de kamer werden opengegooid. Finnick, Annie en Noach liepen naar binnen.
          Abel zuchtte opgelucht en wilde in de armen van zijn ouders kruipen, maar Finnick stormde op Abel af en nam hem stevig bij de schouders vast. 'We hebben niet veel tijd dus luister goed. Je kan niemand vertrouwen in die arena. Er zullen op voorhand bondgenootschappen worden gesmeed maar zodra die teller afgaat, sta je er alleen voor. Zelfs je District-partner kan zich tegen je keren.'
          'Oké, maar pap-'
          'Ik ben nog niet klaar.' Finnicks zeeblauwe ogen boorden in zich in de grijze van Abel. 'Zodra je kan, ren je naar de Cornucopia en pak je het dichtstbijzijnde object. Een rugzak, een wapen, wat het ook is en daarna ren je. Zo snel als je kan. De eerste tien minuten van de Spelen zijn een bloedbad, dat weet je, en daar moet je ver weg van blijven.'
          'Maar-'
          'Probeer zo snel mogelijk een net, drietand, harpoen of speer te vinden. Een wapen dat je kent, iets dat je al gebruikt hebt. Met pijl en boog ben je helemaal niets als je niet weet hoe je het moet gebruiken.'
          Abel knikte en probeerde om de stroom van informatie op te slaan, maar het liefst wilde hij dat zijn vader stopte, zodat hij hem eindelijk kon omhelzen en de troost kon vinden die hij nodig had.
          Maar Finnick bleef maar doorgaan, tot de burgemeester met een zachte klop aan de deur stond, geflankeerd door twee vredebewakers.
          Abel keek nog gauw naar zijn moeder maar Annie's lege blik zei genoeg. Ze had al afscheid van hem genomen terwijl hij nog recht voor haar stond. Abel kon het haar moeilijk kwalijk nemen. De muren van hun villa in de Winnaarswijk waren dik, maar niet dik genoeg om haar schreeuwende nachtmerries tegen te houden. Het was beter zo.
          'Finnick,' klonk de zuchtende stem van de burgemeester. 'We moeten-'
          'Ik weet het.' En plots waren ze daar, Finnicks stevige armen rond Abels schouders. Zijn zachte, geknepen stem klonk in Abels oor. 'Als ik het kan, kan jij het ook. Ik geloof in je.'
          Abel slikte zijn tranen weg. Hij gaf zijn grote broer nog een snelle knuffel en duwde een zoen op Annie's wang en dat was dat.
          De vredebewakers namen Abels familie met hun mee en hij plofte weer neer op de tweezit. Het zou niet lang meer duren voor ze hem kwamen halen, richting het station, de hoofdstad, de arena.
          Abel verborg zijn gezicht in zijn handen en hoorde opnieuw en opnieuw: Abel Odair!



    [ bericht aangepast op 22 april 2025 - 22:11 ]


    Even the smallest can change the course of the future



    Cyrille Eathon
    The odds are never in our favor.
    ⇝      18      ⋅      District 10      ⋅      Train w/ Caspian      ⇜





          ”Cyrille Eathon!”
    Het was haast een mantra dat door haar hoofd heen bleef gonzen. Haar naam, telkens weer, door het luide, slecht afgestemde microfoon geroepen - galmend over het dorpsplein heen, waarna het nog stiller leek dan het al was. Cyrille had in een waas gehandeld toen ze zich uit de rijen losmaakte waarin ze zich had opgesteld. Ze hoorde de zachte woorden niet die haar werden toegefluisterd, of de subtiele aanrakingen in een poging haar te doen gerust te stellen terwijl ze naar voren liep. Het grote podium op, dat speciaal voor vandaag was neergezet. Het was haar naam in zijn volle ornaat dat ze maar bleef horen en wat het doffe geluid in haar gehoorgangen doorbrak. Een lotsbezegeling, dat was haar naam voor vandaag.
          Cyrille wist niet wat ze precies verwacht had. Binnen haar familie waren er al genoeg mensen telkens uit die verdomde glazen bol getrokken, waardoor het ergens geen verrassing moest zijn dat ze nu dan toch gekozen werd. In haar laatste jaar notabene nog. Nog één dag zoals vandaag had ze moeten doorstaan en dan was ze er vanaf geweest. Cyrille, net achttien, was bijna vrij geweest van het vonnis dat haar nu tegemoet kwam. De Spelen eerder een noodlot dan wat anders. De kans op overleven zo verdomd klein. En nu moest zij daarin overeind zien te blijven.
          Toen de Cyrille het podium beklom en naast de man ging staan, met zijn pak in veel te felle kleuren en make-up dat zo recht vanuit een doosje op zijn gezicht leek te zijn geplakt, wiens naam ze telkens vergat omdat het nu eenmaal op dit moment niet meer wilde blijven hangen, zag Cyrille niets toen ze het publiek in keek. Haar familie in de verte. Haar ouders er vlak naast. Haar mensen. Haar district. En zij was uitgekozen om samen met een andere jongen, slechts een paar jaar jonger, de gevaarlijke Spelen te gaan spelen. Een kwartskwelling. De ironie..
          Toen haar blik dat van haar medespeler vond, vol angst en tranen, besefte Cyrille dat ze in het ergste geval het zwakke lichtje in zijn ogen op een dag moest doven wilde ze zelf ooit een kans maken om te kunnen overleven. Cyrille’s emoties werden vlak en ze reageerde slechts op vragen met antwoorden waarvan ze wist dat deze geautomatiseerd over haar lippen zouden rollen. De waas waarmee Cyrille rondliep hield aan tot aan het afscheid met haar eigen gezin en zelfs toen durfde de eerste tranen niet over haar wangen te rollen.
          Cyrille zoog iedere vorm van affectie in haar op. De knuffels van haar jongere siblings, waarbij ze de stille smeekbeden in hun ogen zo goed mogelijk trachtte te negeren. Ze kon ze tenslotte voor het eerst niet beloven dat ze terug zou komen - of toch zeker niet levend. Haar moeder streelde haar wangen, veegde een paar losgeraakte plukken haar aan kant en duwde deze achter haar oren terwijl ze herhaaldelijk zei hoeveel ze van haar dochter hield. En haar vader, de man wiens gezicht vaak stoïcijns en ondoorgrondelijk was.. Cyrille’s hart deed zeer toen ze voor het eerst glimpen van emoties op zijn gelaat zag en die ene simpele kus op haar voorhoofd, was voldoende om haar later te doen breken.
          Het afscheid was kort. Veel te kort, maar Cyrille kreeg niet langer de tijd om bij haar familie te zijn en werd al gauw weer meegenomen om op weg te gaan naar het Capitool. De plek waar ze verder klaargestoomd ging worden voor de Spelen. Olym Virand, de man met zijn veel te gekleurde pak en de dikke opgelegde laag make-up ratelde aan een stuk tegen haar en haar mede-tribuut door terwijl ze hun weg vonden naar de trein. Cyrille hoorde zijn woorden niet. De waas van eerder nog als een deken om haar heen, waardoor ze slechts delen opving en die uiteindelijk niet registreerde. Haar keel werd dik en af en toe danste er een zwart vlekje door haar zichtveld heen. Cyrille ademde zwaar, reed sneller en sneller. De druk op haar borst nam toe zodra ze een voet in de trein zette en voor heel even wilde ze op de vlucht slaan. Weg van de trein. Weg van het district. Weg van alles.
          Cyrille blikte over haar schouder heen, de verte in. Met alle beveiligingen die hier nu rondliepen zou ze nooit een kans maken om ver te geraken. Deze kans was net zo klein als het winnen van de Spelen. Met een horterige ademhaling scheurde Cyrille haar blik los van hetgeen ze achter zich liet. Ze volgde Olym en haar districtgenoot, liep door het smalle pad van de trein naar de gezamenlijke ruimte voorin (of achterin, het was maar hoe je het bekeek). Weg was de geur van oud stro en vee, gemaaid gras en verse landgeuren. Deze had plaatsgemaakt voor een variant van een geur die nep was, te gemaakt voor waar zij vandaan kwam. De vloer onder haar voeten voelde veel te zacht en vlak. Al die tijd had Cyrille niemand aan kunnen kijken - durven kijken - maar toen ze het welbekende gestalde van haar mentor zag, kwamen de eerste scheurtjes in het masker dat ze zo zorgvuldig had opgezet vanaf het moment dat haar naam geklonken had.
          ”Cyrille Eathon.”
          Haar stem was vaster dan Cyrille verwacht had toen ze eindelijk sprak, maar haar mentor zou de subtiele trillingen wel horen - vibrerend door haar klanken heen, toen haar ogen hem vonden. “Caspian..”

    [ bericht aangepast op 23 april 2025 - 13:44 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'


    CAESAR MAGNUS AURELIUS

    "All that blood looks good on you. It really brings out your eyes."
    18 | District 1 | Tribuut | at District 1 | with Aurelia







    Hij had niet geschreeuwd.

    Waar anderen hun naam brulden om gehoord te worden, had Caesar simpelweg een stap naar voren gezet. Eén stap. Stil. Onontkoombaar.

    De jongen die gekozen was – een bleke zestienjarige met vingers die nog trilden als hij zijn zwaard vasthield – keek opgelucht, maar ook beschaamd. Hij had zich voorbereid, net als alle anderen in District 1. Maar niet zoals Caesar. Niet met die strakke discipline, die jarenlange training, die brandende blik alsof hij zijn plek in de Arena had uitgebeiteld in het marmer van het lot.

    Het was geen heldendaad. Het was noodzaak.
    “Als je wint,” had zijn instructeur ooit gezegd, “maak je geen keuze, je bevestigt alleen wat altijd al vastlag.”

    En winnen, dat zou hij.

    Het plein van District 1 lag stil onder de genadeloze zon. De straten waren geborsteld, de vlaggen gestreken, en zelfs de kinderen in hun netste kledij leken te begrijpen dat dit geen gewone dag was. De honderdste Boete. Een jubileum van geweld. De spanning trilde in de lucht als het koord van een boog: strakgespannen en scherp.

    De ceremonie begon zoals altijd. De overversierde vrouw van het Capitool sprak met gespeelde vrolijkheid, haar stem knerpend tegen de stilte van het plein. Ze trok de meisjesnaam als eerste, en nog voor de naam volledig uitgesproken was, klonk het antwoord: helder, vastbesloten.

    Een vrijwilliger.

    Aurelia Sterling.

    Hij had haar alleen even aangekeken. Geen knik, geen woord. Zij wist waarom. Net zoals hij wist waarom. Dat was het verschil met de rest: zij begrepen elkaar zonder iets te hoeven zeggen.

    Toen kwam de beurt aan de jongens.

    Renald Glee!

    Even was er die gebruikelijke pauze – dat vacuüm tussen keuze en veroordeling. Renald stapte naar voren alsof zijn knieën niet zeker wisten of ze wilden meewerken. Zijn gezicht was kleurloos, zijn ademhaling kort.

    Maar Renald zou niet gaan.

    Caesar kwam los van de menigte zonder aarzeling. Zijn schoenen tikten zacht op de stenen. Zijn gezicht was onbewogen. Niet koel – koud. Als een standbeeld dat eindelijk was losgekomen van zijn sokkel. De vrouw op het podium haperde. “Nog een… vrijwilliger?”

    “Caesar Magnus Aurelius,” zei hij. Alsof ze dat niet wisten. De camera’s draaiden zijn kant op. De menigte begon te klappen, eerst zacht, dan krachtiger. Niet uit vreugde, maar uit erkenning. Hij hoorde iemand fluisteren dat het logisch was. Dat ze dit verwacht hadden. Dat niemand zijn plek zomaar had kunnen nemen.

    De Peacekeepers lieten hem door. Renald verdween weer tussen zijn leeftijdsgenoten, zijn gezicht opgelucht maar ook gebroken. Caesar beklom de trap, langzaam, doelgericht. Bovenaan hield hij stil, de zon in zijn nek, de schaduw van zijn lichaam lang en scherp over het houten podium.

    Naast hem stond zij. Aurelia.
    Recht, strak, ongenaakbaar.

    Hij keek niet naar zijn ouders. Niet naar de mentoren. Niet naar het publiek. Alleen vooruit – alsof de Arena al voor hem openlag. Onverschillig. Meedogenloos. Dodelijk.

    Want dit was geen opoffering. Geen moment van glorie. Dit was het begin van iets wat al jaren besloten lag in de spieren van zijn rug, het ritme van zijn adem, de manier waarop zijn hand zich sloot rond het onzichtbare heft van een zwaard.

    De Honderdste Hongerspelen waren begonnen. En Caesar stond waar hij hoorde.


    Running doesn't matter. I'll hunt you down if I have to.

    [ bericht aangepast op 23 april 2025 - 23:51 ]


    someone out there feels better because you exist



    Jude Shaffer
    •────────────────────⋅ 𖠰 ⋅────────────────────•

    13 • District 7 • w. Veera & Rajann • station • outfit



    Al deze mensen gaan langer leven dan ik.
          De gedachte glipte door haar hoofd terwijl ze vanaf het podium neerkeek op haar Districtgenoten. Haar familie. Haar vrienden. Ze worp een blik naar rechts, waar Nash stond. Oké, misschien op één na dan. Als ik geluk heb.
          Een hysterische lach borrelde omhoog toen de absurdheid van de situatie haar aanvloog.
          Ik, Jude Shaffer, dertien jaar en kerngezond, zal over een aantal dagen dood zijn. In de grond. Compost voor de bomen die mijn ouders over een paar jaar moeten kappen. Ze sloeg haar hand voor haar mond om de lach binnen te houden.
          Maar toen haar blik op haar blik op haar jongste zusje viel, ebde de lach weg. Ik ga dood, en mijn familie moet toekijken.
          Zij zou haar familie nooit meer zien, maar haar broertjes, zusjes en ouders werden allemaal verplicht om te kijken. Ze hoopte dat haar jongste zus eraan dacht om haar ogen dicht te doen, zoals Jude haar had geleerd.
          Een zware hand viel op haar schouder, maar ze voelde het niet. De stem die haar gebood om het rechtsgebouw in te lopen bereikte haar niet. Ze kon alleen maar verdoofd naar het publiek staren, haar hand nog steeds voor haar mond. Haar District staarde terug.
          Uiteindelijk schoof een gepantserde arm om haar middel en verdween de grond onder haar voeten toen ze werd opgetild. Ze hing in de armen van de Vredesbewaker en hield haar ogen op het plein gericht, niet in staat om haar blik weg te scheuren van het enige thuis dat ze ooit had gekend.


    Jude streek met haar vingers over de handvol dennennaalden in haar zak. Ze probeerde diep adem te halen zoals haar vader haar had geleerd, maar het hielp niet. Haar huid jeukte en ze kon niet stoppen met ijsberen.
          Er waren nog maar een paar minuten verstreken sinds de Vredebewakers Nash en haar in de trein hadden gedropt, maar ze had al een spoor in het gloednieuwe rode tapijt gesleten. In tegenstelling tot Nash, die zich met een vijandige blik in een stoel had laten zakken en stoïcijns uit het raam had gekeken.
          De Reaping en het afscheid waren in een waas aan haar voorbij gegaan, maar nu ze stil stond haalde de realiteit haar in. Normaal was ze nu al uren diep in het bos geweest. Nu was ze opgesloten in dit metalen monster en alles was vreemd.
          Ik mis mama. De gedachte kwam in haar op voordat ze hem kon onderdrukken.
          Een snik verzamelde zich in haar borst, maar ze slikte hem weg. Geen tijd voor angst, Jude. Dat is wat haar moeder had gezegd. Ze beet op haar tong en liep naar het kleine raampje dat uitkeek op de glooiende beboste heuvels die haar thuis vormden.
          Ze vroeg zich af hoe het Capitool eruit zou zien. Zouden de mensen daar aardig zijn?
          Een plotselinge beweging in haar ooghoek deed haar opkijken. Aan het andere einde van de coupé was een deur open gegaan, haast onhoorbaar zelfs in de geladen stilte die in de ruimte hing. In de opening verschenen twee volwassenen.
          Haar Mentoren.
          Jude bestudeerde hun gezichten. Hoewel iedereen in haar District verplicht was om de Spelen te kijken, had ze er meestal maar weinig van meegekregen. Het was haar nooit gelukt om zo lang naar het scherm te kunnen staren. En ze had altijd haar ogen dichtgedaan als er iets engs gebeurde.
          Veera herkende ze wel. Jude had nooit echt de rust gehad om met de rest van de kinderen naar haar verhalen te luisteren, maar ze had wel eens op een afstandje gekeken. Waar ze nog net Veera's zachte stem kon horen, maar waar niemand haar wegstuurde omdat ze wiebelde of om zich heen bleef kijken.
          Jude verschoof haar aandacht naar de lange man en deed haar best om zijn naam te herinneren. R- Ran? Rex? Ze had zijn spelen wel gezien, maar hij kwam eigenlijk zelden terug naar hun District.
          Ze stapte naar voren en stak haar hand uit.
          'Hoi. Ik ben Jude.' Haar hand zakte iets omlaag toen ze zich realiseerde dat haar mentoren ook op het podium hadden gestaan toen haar naam was geroepen. 'Maar dat weten jullie natuurlijk al,' vervolgde ze met een zelfspottend lachje.
          Ze bestudeerde de lange man. Remi? Raja?
          'Mooie sproeten.' Ze fronste en kantelde haar hoofd een stukje. 'Zijn die echt of heb je die in het Capitool laten maken?'

    [ bericht aangepast op 23 april 2025 - 21:10 ]


    || I told you not to play with the misfit toys ||