• Na de godenoorlogen aan het begin van de 21ste eeuw, lijkt alles in Kamp Halfbloed relatief kalm. Eigenlijk bijna saai. Kampactiviteiten gaan hun gewone weg, kinderen van goden krijgen de erkenning die ze willen. Doordat alles zo vlot en normaal verloopt, begint er stilaan toch wat onrust te komen. De halfgoden willen actie; kunnen niet langer stilzitten. Sommigen van hen beginnen zelfs bewust onrust te stoken... en wanneer het Orakel opnieuw een profetie uitspuwt, lijken de gemoederen een kookpunt te bereiken...

    Wanneer godenkinderen verdwijnen
    Zal vrede in Kamp Halfbloed voorgoed wegkwijnen
    Een zonnige zomer zonder slot
    Openbaart de dageraad van een pijnlijk lot


    Het is nu de zomer van 2023, een jaar nadat het Orakel van Delphi deze woorden door de mond van Rachel Elizabeth Dare uitsprak. De vakantie is een week bezig en de sfeer bereikt een vriespunt wanneer uitkomt dat Alicia Stanford, dochter van Iris, nu drie dagen vermist is. Hoewel de activiteiten gewoon als gepland doorgaan, is de spanning te snijden; onderlinge strubbelingen zorgen voor wantrouwen. De Kampers willen antwoorden, maar er is geen aanknopingspunt om bij te beginnen.

    Enjoy my shitty vague rhymes (((:





    R O L L E N
    Nummers = Cabin nummers • Rood = vermiste kamper • NPC (blauw) = Non Player Character; wordt door iedereen gespeeld • Doorstreept = dood • G = Gereserveerd • HC = Head counselor • Geen cabin voor jouw god van keuze? We fiksen dat wel.

    1. Z E U S
    • [HC - Lichamelijke vechttechniekeninstructeur] James Scott | 22 | 1.6 | Mexx / Satoru



    3. P O S E I D O N




    4. D E M E T E R
    • Rhea Grace McCain | 20 | Mexx / Satoru

    [HC] Orlanda Stanislav | 15 | NPC • Iedereen



    5. A R E S
    • [Pegasusinstructeur] Katarina Madden | 17 | 1.3 | Marthe / Vanparys
    • [HC] Mart Beckett | 22 | 1.4 | Saar / Ken_



    6. A T H E N A

    • [HC - Zwaardvechtinstructeur] Silas Lincoln Perry | 19 | 1.2 | Saar / Ken_



    7. A P O L L O
    • [Zangstondecoördinator] Hazel Evelynn Whitlock | 19 | 1.3 | Lisa / Saureus



    9. H E P H A I S T O S
    • Nicholas Aiden Woods | 22 | 1.3 | Lisa / Saureus

    [HC] David Wittbrand | 17 | NPC • Iedereen



    10. A P H R O D I T E

    • Caerwyn Teague | 18 | 1.5 | Marthe / Vanparys



    11. H E R M E S
    • [HC] Izelle Riona Barlowe | 21 | 1.2 | Lisa / Saureus
    • [G] Paesano
    Christian Owen Taylor | NPC - Iedereen



    12. D I O N Y S O S
    • Diana Chapman | 19 | 1/4 | Saar / Ken_

    [HC] Ilyas Zoilos | 14 | NPC - Iedereen


    13. H A D E S
    • [HC] Gavin Peter Nash | 19 | 1.6 | Xan / Silverwalker




    14. I R I S

    [HC] Alicia Stanford | 17 | NPC - Iedereen




    15. H Y P N O S
    • Augustus Walker | 20 | 1.3 | Saar / Ken_

    [HC] Vera Kazimir | 22 | NPC • Iedereen




    16. N E M E S I S

    Michael Devin | NPC - Iedereen




    17. N I K E
    • [HC • Zwaardvechtinstructeur] Petra Diane Yaxley | 20 | 1.1 | Marthe / Vanparys




    18. H E B E





    19. T Y K H E


    [HC] Olyvia Beaumont | 19 | NPC - Iedereen




    20. H E K A T E
    • [Tijdelijk HC] Jules Sébastien Hunter | 20 | 1.2 | Marthe / Vanparys
    • Aurora Millie Ashford | 20 | 1.5 | Lisa / Saureus




    21. P H O B O S
    • Yasuo Ida | 17 | 1.6 | Mexx/Satoru



    O V E R I G       (G R O T E       H U IS)
    • [Activities director] Neil Keaton | 31 | 1.4 | Saar / Ken_
    [Activities director] Chiron | ? | NPC - Iedereen
    • [Oracle in the cave on the beach] Rachel | 30-ish | NPC - Iedereen
    • [Camp director] Dionysus (Meneer D.) | ? | NPC - Iedereen







    C A M P       A C T I V I T I E S

    • Zwaardvechten (Petra Yaxley, Silas Perry)
    • Lichamelijke vechttechnieken (James Scott, Caerwyn Teague)
    • Boogschieten (Chiron, -, -)
    • Pegasuslessen (Katarina Madden, -)
    • Theorie - Monster vechttechnieken (-,-)
    • Theorie - Mythologie (-, -)
    • Kano races (Naiaden, -)
    • Muurbeklimming (Saters)
    • Zwemmen en strandtijd (Nereïden)
    • Sport - Volleybal (-, -)
    • Zangstonde aan het kampvuur (Hazel Whitlock, -)

    R E G E L S
    • Het woordenminimum is 100 woorden.
    • Rachel (Orakel), Chiron en alle goden worden door iedereen gespeeld.
    • De huisregels van Quizlet en daarbij in het bijzonder het RPG-forum gelden uiteraard ook hier.
    • 16+ is toegestaan, maar gelieve hier wel voor te waarschuwen zodat anderen het kunnen mijden als zij het liever niet lezen.
    • Als ik niet online ben, maakt de laatste die reageert een nieuw topic.
    • Als ik tien dagen niets van je hoor, kom ik je stalken xoxo
    • Mijn layout fiks ik later wel, ik heb honger.
    • Cabin info vind je hier, CHB info hier.


    V A N D A A G,       E E N       W E E K       N A       D E      S T A R T       V A N       D E       Z O M E R.
    De sfeer op Kamp Halfbloed is grimmig en het weer lijkt dat te weerspiegelen. Donkere wolken hebben zich verzameld boven het kamp, maar regenen doet het niet - dat gebeurt nooit in Kamp Halfbloed, toch? Deze ochtend bij het ontbijt werd meegedeeld wat een aantal kampers al vermoedden of wisten: Alicia Stanford, Head Councelor van het Iris-gebouw is sinds drie dagen vermist. Niemand lijkt te weten wat er precies is gebeurd, al lijken meerdere kampers zich verdacht te gedragen... Weten zij iets meer? Hebben zij iets met haar verdwijning te maken? En bovenal: kondigt dit de start van Rachels profetie aan?

    In ieder geval is de spanning te snijden en net daarom hebben Chiron, Rachel en Meneer D (ook wel bekend als Dionysos) de andere Head Councelors deze voormiddag bijeengeroepen om een plan van aanpak te bespreken. De andere kampactiviteiten gaan zoals gepland door. Op het programma staan deze voormiddag: theorielessen, pegasuslessen en muurbeklimming. Niemand lijkt echter veel zin te hebben om te doen alsof er niets aan de hand is.

    Het is 11u 's ochtends en de wolken zijn donker. Zo dadelijk gaat de Head Councelor meeting van start. Chiron, Meneer D en Rachel zijn reeds aanwezig en vragen zich af waar Neil zit. Het nieuws van Blue, Maeve en Hythams terugkeer heeft hen ondanks het rumoer blijkbaar nog niet bereikt. Meneer D ziet er zoals gewoonlijk ongeduldig uit, alsof hij er eigenlijk helemaal niet wil zijn, en Chiron kijkt bezorgd. De koekjes op tafel zijn voorlopig nog onaangeroerd, behalve dat ene dat Rachel net geërgerd in haar mond stopt.

    MEETING
    Alle NPC HC's zijn ondertussen ook aanwezig (Orlanda - Demeter; David - Hephaistos; Vera - Hypnos; Olyvia - Tykhe). Nog zin om je interactie nog af te werken? Ga je gang! Geef wel even het tijdstip waarop je post plaatsvindt aan als die zich nog voor de meeting afspeelt. Iedereen kan Chiron, Meneer D en Rachel besturen. Om het overzicht te bewaren van wat zij zeggen, wil ik vragen dat je die zinnen in het rood in je post zet. Vragen? Mijn deur staat open ^^

    LUNCH
    De meeting loopt tot een einde, maar een beslissing lijkt er niet echt gekomen te zijn. Zowel Sayah als Milan, net als een heleboel van de jongere Head Councilors bieden zich aan om op queeste te vertrekken en na wat geruzie wordt beslist om de meeting later verder te zetten met een kleinere groep. Rachel geeft aan dat het belangrijk is dat de queesteleider iemand is die dicht bij Alicia staat - en dat het nutteloos is om daar nu over te blijven kibbelen. "Daarnaast," kondigt Meneer D. aan, "ik heb honger." En daarmee lijkt de meeting gesloten.

    Alle kampers verzamelen zich voor de lunch, elk aan de tafel van hun goddelijke ouder, zoals het hoort. Meneer D. geeft een korte speech om de gemoederen te bedaren... of hij daar in geslaagd is, is niet helemaal duidelijk.

    "Blijkbaar vindt Chiron het belangrijk dat ik deze aankondigingen blijf doen, maar goed. De meeting was een ramp, zoals jullie onwaarschijnlijk al te weten zijn gekomen, maar het goede nieuws is dat Marion, Barry en Harold veilig terug zijn van hun queeste." Meneer D. last even een korte pauze in voor applaus en rolt met zijn ogen. "Ja, ja, we zijn allemaal doodgelukkig, hoera. Daarnaast mogen we vandaag... nog maar eens... een nieuwe kamper verwelkomen: César Swallow. Hij is vreemd genoeg nog niet door één van mijn familieleden geclaimd, maar ik vermoed dat we daar binnenkort iets van te zien zullen krijgen. Voorlopig zal Gebouw 11 hem met open armen ontvangen - ja, Isabella, geef hem straks maar een warme knuffel, als dat je lukt. Verder werden we vandaag vervoegd door twee oude bekenden die niet eens de moeite gedaan hebben om dat even te komen melden, waarvoor dank. Wynter Teagan, fijn om te zien dat je niet dood in een gracht ligt, Cedric Donovan en Arabella Asher. Ik ben er zeker van dat jullie ze allemaal vreselijk gemist hebben, maar ga ergens anders huilen. Voor vanavond heeft meneer Keaton een fijne, dodelijke variant op vlaggenroof bedacht. Hij verwacht jullie om tien uur stipt in het amfitheater om de spelregels uit te leggen." Meneer D. zucht even en kijkt naar Chiron, die knikt, waarna hij met een dikke laag sarcasme vervolgt: "Ik hoop van harte dat er niemand een bloederige dood sterft vanavond. Smakelijk."

    De nimfen brengen het eten rond, waarna de kampers rechtstaan om er een deel van te offeren aan de goden.


    V L A G G E N R O O F
    Het moment waarop alle kampers (normaal gezien) steeds vol ongeduld op wachten is aangebroken: vlaggenroof! Sinds de zes maanden dat Neil aanwezig is op kamp, heeft hij zijn best gedaan om wat variatie in de spelen te brengen. Zo ook vanavond. Alle kampers verzamelen bij de rand van het bos, niet ver van het Grote Huis. Neil roept de groepen af en legt de spelregels uit.
    "Vanavond liggen de gevaren op de loer! Ieder van ons heeft in het leven buiten kamp wel eens een aanvaring gehad met een monster. Op Kamp Halfbloed vinden we het belangrijk om jullie op die confrontaties voor te bereiden. Daarom vonden Chiron en ik het en goed idee om die confrontaties dan ook te oefenen. In het bos zitten een heleboel monsters verstopt en elk van hen heeft een aantal vlaggen aan zich vasthangen. Het doel is simpel: bemachtig in team zoveel mogelijk vlaggen binnen de twee uur en word zo als overwinnaar uitgeroepen. Het winnende team wordt de rest van de week vrijgesteld van hun klusjes. Vragen?"

    Hieronder vind je de teamverdeling terug en het eerste monster dat dat team tegenkomt op hun wandeling in het bos. Je kiest zelf hoe die confrontatie gebeurt, of die succesvol of niet verloopt en of je al dan niet andere kampers tegenkomt en de handen in elkaar slaat (of zelf met de vlaggen probeert te gaan lopen - maar bespreek dat wel even met elkaar zodat er niemand gaat wenen ofzo). Lees ook de wikipagina na zodat je er een idee van hebt hoe bepaalde monsters verslagen kunnen worden, want ze zijn niet allemaal even gemakkelijk.

    Team 1: Petra & Silas - één basilisk met 5 vlaggen op verschillende plaatsen rond zijn lijf.
    Team 2: Kat & Chia - Niets
    Team 3: Wyn & Hazel - 3 skeleton warriors met elk 2 vlaggen (rond hun hoofd en aan hun enkel)
    Team 4: Jules & Caesar - één reusendas met 2 vlaggen (rond zijn linker-achterpoot en zijn rechter voorpoot)
    Team 5: Blue & Aldara - 2 amphisbaenae met elk twee vlaggen op verschillende plaatsen rond hun lijf
    Team 6: Hytham & Sayah - 3 skeleton warriors met elk 2 vlaggen (rond hun hoofd en aan hun enkel)
    Team 7: Mart & Ivan - Niets
    Team 8: Aris, Sam & Ciri - één vleesetend paard met twee vlaggen (rond zijn nek en rond zijn staart)
    Team 9: Serena & Aurora - één reuzenslang met drie vlaggen op verschillende plaatsen rond zijn lijf
    Team 10: Diana, Aliva & JJ - 10 Stymphalische vogels met elk één vlag rond een pootje
    Team 11: Dayze & Nick - één hellehond met drie vlaggen (één rond zijn nek, één rond zijn voorpoot en één rond zijn staart)
    Team 12: Vi & Caolan - één reuzekrab met vir vlaggen (één rond elke poot)
    Team 13: Leonid & Carter - één carnivorisch schaap met drie vlaggen (één rond een voorpoot, één rond een achterpoot en één die niet zichtbaar is door de wol rond zijn lijf)
    Team 14: Augustus & Izzy: één reuzeschorpioen met drie vlaggen (twee rond zijn voorste scharen en één rond zijn angel)

    [ bericht aangepast op 2 april 2024 - 12:46 ]


    help


    THINGS JUST GOT
    SUPER WEIRD
    IT IS MY TIME
    TO SHINE.


    BLUE STELLAMARIS
    Son of Poseidon | 22 | Infirmary, Big House (Serena)



    Serena leek in de war bij zijn laatste opmerkingen. Ze schudde haar hoofd.
          "Doe niet zo gek, jij bent veel beter in queestes. Daarnaast had ik toch niet meegewild," zei ze, waarna ze haar hoofd opnieuw schudde. Blue kon haar enkel met bange ogen aankijken. Hij haalde een hand door zijn haren en kreeg plotseling de stekende drang om te gaan douchen. Misschien was hij er geen meer; hij rook vast en zeker naar vis. Hij besefte zich plots dat dat heel erg onaangenaam moest zijn voor Serena en schoof subtiel een stukje op om haar neus te sparen.
          "En Maeve?" vervolgde ze, waardoor Blue opnieuw een angstige steek in zijn maag voelde. Hij staarde zijn zus ontzet aan. "Haar ben ik net nog tegengekomen, toen ik het Grote Huis verliet om jou te gaan zoeken. Ze is gehavend, maar ze staat overeind. Niet dood, niet dodelijk gewond. Sterk genoeg om de vergadering bij te wonen, oké? Je hebt haar niet laten... verdrinken. Waarom dacht je dat?"
          Blue fronste toen ze een vergadering vermeldde, maar zuchtte desalniettemin opgelucht toen Serena hem liet weten dat Maeve nog leefde. Hij had zichzelf waarschijnlijk verdronken als dat niet zo was geweest - en hij wist niet eens of hij kon verdrinken. Hij had wel een heleboel zeewater binnengehad, dus misschien was die mogelijkheid er wel. Hij wilde het niet echt uittesten.
          "Wat is er in godsnaam gebeurd?" vroeg Serena. Blue zuchtte.
          "Alles ging eigenlijk heel erg goed," zei hij. "En toen viel één of ander zeemonster ons aan en hadden we geen boot meer, dus heb ik even boot gespeeld." Hij geeuwde. "Of ja, niet letterlijk, al zou het wel cool zijn moest ik in een boot kunnen veranderen. Ik ben niet helemaal zeker hoeveel kilometer ik ons vooruit geduwd heb, maar Maeve was aan het doodgaan, en Hytham was een houterig stekelvarken en ik kon niets anders doen, dus... Hé, zei je niet iets over een meeting? Wat is er hier de afgelopen dagen gebeurd?" Hij keek haar bezorgd aan, kneep terug in de hand waarmee ze de zijne had vastgenomen. "Is alles wel oké met jou?"

    [ bericht aangepast op 29 aug 2023 - 15:28 ]


    help

    Hytham Argyris







          21      ✼      Nemesis      ✼      At the infirmary      ✼      With Sayah

    Hoewel het fijn was om weer terug op Camp Halfblood te zijn, was zijn terugkeer niet zo rooskleurig als hij had gehoopt. Campers hadden hun terugkeer maar half door, omdat er dringender zaken aan de hand waren. De verdwijning van Alicia stelde ook hem absoluut niet gerust, dus hij begreep dat maar weinigen zich bezig hielden met hun dramatische terugkeer. Helaas bracht de verdwijning nog meer onrust bij hem mee dan hij dacht, gezien Sayah vastberaden leek om iets aan de situatie te doen. Hytham bewonderde haar erom, maar hij wilde haar ook veilig houden.
          Zijn vraag beantwoordde Sayah bewust niet en juist daarmee vertelde ze hem alles en het voelde alsof er een steen in zijn maag zat. Ze had het aangeboden. Hopelijk wilde ze er straks nog wat over kwijt, want het was niet een onderwerp dat hij zou kunnen laten liggen.
          ‘Bof jij even dat de lunch net geserveerd is,’ ging ze in op zijn vraag over lunch, nog steeds zijn eerdere vraag over de queeste negerend. Ze hielp hem overeind en hij liet haar doen. Nu hij even stilgezeten had na alle chaos, voelde zijn lichaam nogal stijf, dus de hulp was welkom. Hij liet zich door haar leiden, maar nam zijn stappen rustig, niet gehaast. Liever voelde hij niet al te veel van de spierpijn.
          ‘Mooizo, ik heb het gevoel alsof ik een hele dag niet gegeten heb en moet inhalen.’ Waarschijnlijk had hij sowieso uren lang niet gegeten, maar de gebeurtenissen hadden zich zo met elkaar verwikkeld dat hij gewoon niet kon zeggen wanneer precies nu die laatste keer was.
          ‘Je zou het wel begrijpen, toch?’ vroeg Sayah, plotseling maar voorzichtig. Hytham wist direct waar ze het over had. De voorgestelde queeste, en ze beantwoordde zijn vraag weer zonder daadwerkelijk een direct antwoord te geven. Ze kenden elkaar meer dan goed genoeg om elkaar zo toch te begrijpen zonder weinig woorden. ‘We zijn al drie dagen verder en we weten nog steeds niks. Het wordt tijd dat er eens actie ondernomen wordt. Met Rachel’s profetie in gedachten. . .” Zijn tweelingzus viel even stil midden in haar zin. “Ik heb er ook geen goed gevoel over, Hyth, en ik heb het gevoel dat hoe langer we wachten — hoe langer we stilzitten en niets doen — de kans op een nieuwe verdwijning kan toenemen.’ Hytham knikte op haar woorden, maar hij wist nog niet helemaal wat hij ermee moest. Hij wilde Sayah nu juist dicht bij zich houden.
          ‘De kans dat ze mijn voorstel aannemen is klein, tenslotte zijn wij niet degene die erover beslissen of de queste er daadwerkelijk ook echt komt en of ik hem dan ook mag leiden,’ ging ze uiteindelijk nog even door op de queeste. Juist voor Alicia’s sake hoopte hij dat de quest er wel zou komen, hij was het met Sayah eens dat er iets gedaan moest worden, maar waarom zij?
          ‘Als ze je kiezen, neem me mee,’ besloot hij uiteindelijk. ‘Ik ga je niet weer alleen laten, al helemaal niet in een tijd als deze. Als er iets gedaan wordt, gaan we samen.’ Vastberaden keek hij Sayah aan. Hij ging zich nu niet door haar om laten praten. ‘Ik begrijp dat er iets gedaan moet worden,’ hoopte hij haar nog gerust te stellen. ‘Daar ben ik het ook mee eens, we kunnen een potentieel gevaar niet onopgelost laten.’ Hoe meer hij hoorde, des te meer hij overtuigd raakte dat dit geen gewone vermissing was.
          Hij vergat heel even zijn zorgen toen ze eenmaal bij de picknicktafels aangekomen waren. Eindelijk eten! Goed eten ook nog eens, de ruim gedekte tafels hier had hij wel een beetje gemist tijdens hun queeste. Al werd hij snel weer afgeleid door Sayah op het moment dat ze zaten.
          ‘Hoe erg was het?’ vroeg ze, haar blik ging rond de tafels. ‘Is Blue oké?’ In plaats van te antwoorden, hield Hytham zijn hand op naar haar en begon enkele broodjes naar binnen te schuiven. Hij wilde eerst zijn maag vullen, dan pas verder praten. Sorry Sayah, maar eten ging nu even voor.
          ‘Sorry, ik had echt heel erg honger,’ verontschuldigde hij zich. ‘En straks waarschijnlijk buikpijn.’ Hij was er weleens vaker mee gestraft op gulzige momenten, helaas. ‘Heel eerlijk, ik was echt bang dat Maeve aan het sterven was.’ De herinneringen gaven hem een naar gevoel en nu keek hij wat sip naar de etenswaren die nog op tafel stonden. ‘Blue en Hazel zijn degenen die haar gered hadden. Blue heeft ons echt razendsnel weggekregen, maar ik gok dat we hem voorlopig nog niet wakker gaan zien. Wacht, Serena was langsgekomen, right? Zij weet vast meer over hoe hij zich nu voelt.’ Op het moment dat Sayah was verschenen had hij nauwelijks meer aandacht besteed aan ieder ander in de ziekenboeg.
          ‘Sayah, denk je dat mam er iets mee te maken gehad kan hebben? Het ging allemaal zo soepel, we hadden te veel geluk…’ Het was lastig om de woorden uit te spreken en hij hoopte dat zijn zus snapte waar hij op doelde. Zijn daadwerkelijke vermoeden uitspreken, durfde hij niet.






    Aurora Millie Ashford
    The Witch • Daughter of Hekate • 20 years old


    Outfit | Near the big house | With nobody (Jules)


    My body is like a
    torch,

    carrying the eternal
    flames

    Aurora háát Serena, en dat is nog zacht uitgedrukt. Het liefst wilt ze haar een flinke klap in haar gezicht geven en als ze dan toch bezig is, daar nog een klap achteraan gooien. Al komt dat nog niet misschien in de buurt van wat de dame haar verschuldigd is. Een andere optie die ze overweegt, is een spreuk bedenken om haar het leven zuur te maken. Iets wat ze met liefde zou doen. Niets beter dan je vijand pijn zien lijden, haar tijd komt wel. Dat is zeker.
          Rora’s geest richt met een beetje moeite haar aandacht weer op Jules. Ze kwam hier immers voor haar kleine broertje, hem wilde ze vervelen. Al is het een kleine marteling geworden om hier nu te zijn, waarom was Serena hier nou ook?
    Ze blijft Jules lastigvallen met haar geratel terwijl ze met z’n allen het grote huis binnenlopen. Haar gepraat blijft tijdens de meeting doorgaan, want op ieder dingetje heeft ze wel wat commentaar. Al is ze veel te laat binnengevallen om überhaupt goed te weten waar het over gaat. Ze is blij dat de rest haar niet kan zien, want anders had ze waarschijnlijk wat negatieve aandacht naar zich toegetrokken. Naast dat ze geen afscheid heeft genomen van Carter, is ook Izzy aanwezig. Die andere balans verstoorder.
          Het moment dat de meeting ten einde wordt geroepen, verdwijnt ze uit het hoofd van Jules. Nu hij niets interessants meer meemaakt, heeft het ook geen zin om hem te volgen. Bovendien gaf hij ook niet echt antwoord op haar, niet dat hij daar de mogelijkheid voor had, maar toch. Het gaat om het idee.
          Nu Aurora weer helemaal terug is in haar eigen lichaam, wiebelt ze met haar tenen. Het zachte gras voelt fantastisch onder haar voeten. Het laat haar thuis voelen en dat is precies wat ze nu nodig heeft. Ze is namelijk nog helemaal niet klaar om iedereen te confronteren met haar terugkomst, dus de lunch besluit ze maar over te slaan. Ze haalt later wel wat, als de meesten weg zijn. Al is er wel één iemand die ze wilt zien, maar ze weet niet of hij haar ook wilt zien. Misschien dat Jules meer weet over Cas, maar dat zal ze hem later wel vragen.
          Wat afwezig staart ze voor zich uit. Ze merkt dat Jules plaatsneemt in haar hoofd, maar in eerste instantie besteedt ze daar geen aandacht aan. Pas als ze zijn hoofd dicht bij de hare voelt, besluit ze haar gedachten terug te brengen naar hier. Een paar keer knippert ze met haar ogen, maar haar hoofd beweegt ze nog niet..
    "Soms vergeet ik hoe irritant je kan zijn. Op wie zit je te wachten?"
    Onbewust kruipen haar mondhoeken wat omhoog, waarna ze met haar ogen rolt. ‘Ik? Irritant?’ vraagt ze sarcastisch. ‘Als ik al irritant ben, wat ben jij dan?’ Met een plagende grijns op haar lippen draait ze haar hoofd naar hem toe. ‘Toevallig wacht ik op niemand, het tegenovergestelde zelfs, ik ben iedereen aan het vermijden.’ Aurora knikt een keer tevreden voor ze haar gezicht van hem afdraait en plaatsneemt op het gras, met haar rug leunt ze tegen de muur van het grote huis.

    • JULES SEBASTIEN HUNTER •
    20 | Son of Hekate | Outside the Big House → Mess hall (alone, though spiritually with Aurora)


    Rora glimlachte bij Jules' opmerking. Zijn geest ging naast haar neerzitten, leunde zijn hoofd tegen de muur van het Grote Huis terwijl zijn lichaam verder wandelde naar het paviljoen. Zijn maag gromde.
          "Ik? Irritant?" Ze klonk bijna onschuldig. "Als ik al irritant ben? Wat ben jij dan?" Rora draaide haar hoofd naar Jules' geest, een grijns om haar mond. Jules knipperde onschuldig met zijn ogen. "Toevallig wacht ik op niemand," vervolgde zijn zusje, "het tegenovergestelde zelfs, ik ben iedereen aan het vermijden."
          Ze knikte, alsof dat antwoord veel verklaarde. Jules wist van haar problemen met verschillende kampers, had haar diverse keren met rollende ogen moed ingesproken toen de stress het overnam. Of ja, had haar uitgekafferd omdat ze haar emoties de overhand liet nemen. Vreemd genoeg waren de herinneringen bij de laatste keer vaag. Hij kon zich alleen nog herinneren dat ze hem om hulp gevraagd had en dat hij daarna bijna een hele dag geslapen had omdat hij de Mist over het hele kamp had moeten manipuleren en het hem volledig uitgeput had.
          "Dan neem ik aan dat ik weer op mijn eentje mag gaan lunchen?" reageerde Jules met een opgetrokken wenkbrauw. Het was geen uitnodiging, niet echt. Jules was het onderhand gewoon geworden om alleen aan de Hekatetafel te gaan zitten. Hij was meestal zelfs blij dat hij even pauze kon nemen van het irritante gekwetter rond hem, dat hij even met zijn rug naar Hazel kon zitten die hem steeds weer bezorgde blikken toe wierp. Het had hem niet verwonderd als ze de eerste weken de regels in de wind had geslagen om hem persoonlijk zijn vork in zijn mond te komen steken omdat hij naar haar mening te weinig at. Soms moest Jules zich aan tafel inhouden om niet alles in één keer binnen te schrokken, om niet argwanend rond zich te kijken om zijn eten te beschermen van dieven en meeuwen. Soms vroeg hij zich af of hij die paranoïde ooit van zich zou kunnen afschudden.
          Jules' geest strekte zijn armen boven zijn hoofd en geeuwde terwijl zijn lichaam dat ook deed. Hij kruiste ze achter zijn hoofd en sloot even zijn ogen in het zonlicht, een geniepige glimlach op zijn gelaat. "Ben je bang dat ze je leugens meteen zouden doorzien?" vroeg hij.

    [ bericht aangepast op 30 aug 2023 - 10:34 ]


    help

    Aurora Millie Ashford
    The Witch • Daughter of Hekate • 20 years old


    Outfit | Near the big house | With nobody (Jules)


    My body is like a
    torch,

    carrying the eternal
    flames

    Aurora laat haar hoofd tegen zijn schouder vallen zodra Jules plaatsneemt op het gras. Voor anderen zal het er waarschijnlijk apart uitzien, aangezien zij de jongen niet kunnen zien, maar het maakt haar niets uit. Bovendien is er toch niemand, iedereen is bij de lunch.
          "Dan neem ik aan dat ik weer op mijn eentje mag gaan lunchen?"
    Ze knijpt haar ogen lichtjes samen, niet wetend of hij haar daar écht zal missen. Waarschijnlijk niet. Hij eet namelijk sinds zijn aankomst al alleen, dus een dagje meer zal hij vast wel aankomen. 'Correct,' knikt ze bevestigend. 'Maar als je wat lunch voor me kunt meesmokkelen, dan graag,' vervolgt ze met een onschuldig glimlachje, al kan ze hem niet echt aankijken in deze positie. Ze wilt dan misschien niet naar de lunch gaan, maar dat betekent niet dat ze geen honger heeft.
          Het horen van de gaap, laat haar ook geeuwen. Vreselijk vindt ze dat, het is niet alsof ze moe is. "Ben je bang dat ze je leugens meteen zouden doorzien?" vraagt haar broertje ineens. Haar lichaam verstijft een beetje, die vraag had ze niet zien aankomen. Bovendien stelt hij het veel te direct, nog iets wat ze vreselijk vindt. Kan hij niet één keer normale vragen stellen. Ze heeft al genoeg zorgen aan haar hoofd.
    'Leugens? Ik heb geen leugens.' Ondanks dat ze haar best doet zo serieus mogelijk te klinken, zal Jules wel doorhebben dat dit een leugen is. Hij kent haar wel langer dan vandaag. 'En bovendien zijn dat hun zaken niet. Ik ben hier heen gekomen voor één iemand en de rest wil ik niet onder ogen komen,' vervolgt ze. Het laatste wat ze wilt, is een heel gesprek met haar oude ''vrienden''. Hoe kan ze verklaren waar ze is geweest de afgelopen jaren? Al is dat niet het échte probleem, ze wilt niet verklaren waar ze is geweest. En tot ze een goede smoes heeft bedacht, moet ze haar best doen om niemand tegen te komen. Voor zover ze weet, is dat plan goed gelukt.

    The scar I gave you, how does it feel? Like love. I thought we hated each other. That too.

    Sayah Argyris







          21      ✦      Nemesis      ✦      Ziekenzaal      ✦      With Hytham

    Sayah wist dat Hytham het er niet zomaar bij zou laten. Zelfs nu ze geprobeerd had het onderwerp tactvol te verschuiven naar iets veel belangrijkers zoals voedsel. Op het moment dat ze het woordje ‘queste’ en ‘ik’ in één zin had uitgesproken, wist haar tweelingbroer al hoe laat het was. En normaal zou ze het niet direct hebben gedaan, zou ze haar opties weloverwogen maken omdat ze weet hoe het is, hoe het voelt, om veel te lang van haar broer gescheiden te zijn. Zelden zijn de tweeling in hun hele leven uit elkaar geweest. Grootmoeder had het er zelfs nu nog soms over, hoe ze geprobeerd had om de twee baby's ieder in hun eigen babybedje te laten slapen, maar waar ze beiden hartverscheurend hadden gehuild totdat ze weer samen in een krib werden gelegd. Hoewel dat nu een heel stuk anders was, bleef het nog altijd een naar gevoel als ze te lang uit elkaar waren.
          ”Mooizo, ik heb het gevoel alsof ik een hele dag niet gegeten heb en moet inhalen,” bracht Hytham nog uit, vlak voor Sayah aan hem vroeg of hij het begreep. Ze had verder niet meer woorden nodig om aan te duiden waar ze op doelde, gezien het een subtiele brug terug was naar het gespreksonderwerp eerder. Hytham knikte op haar woorden, luisterde naar hetgeen ze hem vertelde, evenals de zorgen die ze uitsprak, maar het nam de blik in zijn ogen niet weg. De subtiel vastberaden schittering die alleen zij op het eerste oog kon zien en wist te herkennen.
          ”Als ze je kiezen, neem me mee,” klonk het vastberaden. Ze zou niet verrast moeten zijn, maar toch keek Sayah met die uitdrukking naar opzij — in de richting van haar broer. Wat zei hij nu? “Ik ga je niet weer alleen laten, al helemaal niet in een tijd als deze. Als er iets gedaan wordt, gaan we samen.” De woorden om een protest te vormen rolde al naar het puntje van haar tong, maar Hytham was nog niet klaar. Hij had al direct zijn argumenten in de mond en wist ze moeiteloos voor haar uit te spreken. “Ik begrijp dat er iets gedaan moet worden. Daar ben ik het ook mee eens, we kunnen een potentieel gevaar niet onopgelost laten.”
                Maar. . .
          Sayah kon het woordje in de lucht horen hangen, evenals de rest dat daarop zou gaan volgens als ze hem kenbaar maakte. Zelfs toen ze Hytham afleidde, het gesprek weer terug bracht naar de queste waar hij net van terugkwam, bleef het nog uitgesproken tussen hen zweven en was hij haar broer niet dat ze hem er anders om vervloekt zou hebben. Ieder protest dat zich in haar hoofd vormde, dat ze wilde gebruiken tegen Hytham om er voor te zorgen dat ze hem niet mee hoefde (niet mee kon) nemen, viel weg met die ene blik die hij in zijn ogen had. Vastberadenheid. Sayah was uit hetzelfde hout gesneden als hij dat was, ze kon er niets tegen doen. Terwijl ze nadacht over wat ze eventueel nog kon zeggen, focuste Sayah zich op het hier en nu; het eten dat voor hen stond en het verhaal dat Hytham haar hopelijk gauw ging vertellen. Hij nam zichtbaar de tijd en ergens kon ze het hem niet kwalijk nemen.
          ”Sorry, ik had echt heel erg honger,” verontschuldigde Hytham zich tussen een paar verse broodjes door. “En straks waarschijnlijk buikpijn.” Sayah grinnikte zacht. “Ohja, dat weet ik haast wel zeker.”
          ”Heel eerlijk, ik was echt bang dat Maeve aan het sterven was. Blue en Hazel zijn degenen die haar gered hadden. Blue heeft ons echt razendsnel weggekregen, maar ik gok dat we hem voorlopig nog niet wakker gaan zien. Wacht, Serena was langsgekomen, right? Zij weet vast meer over hoe hij zich nu voelt.”
          ”Was het er zo erg?” fluisterde Sayah zacht tussen Hytham’s woorden door. Natuurlijk had ze gezien hoe moeilijk Maeve nog liep. Hoe bleek haar gezicht was, ondanks de lichte roze kleur van haar wangen en hoe ze bijna nog witter leek weg te trekken toen ze op een stoel ging zitten. Sayah had er niet aan gedacht hoe erg de verwondingen wel zouden zijn geweest als ze na Hazel’s behandelingen er nog zo bij liep, mede doordat ze bij het zien van haar ‘nicht’ meteen aan Hytham had gedacht. “Sayah,” doorbrak diezelfde jongen haar stille gedachten met zijn stem. “denk je dat mam er iets mee te maken gehad kan hebben? Het ging allemaal zo soepel, we hadden te veel geluk. . .”
          Sayah onderdrukte een huivering en stak een druif in haar mond. De vrucht sprong kapot tussen haar kiezen toen ze er op beet, de zoete smaak verspreid door haar mond heen zodra ze het weg kauwde. Ze had al jong geleerd dat in de gevallen waar ‘te’ voor stond, het zelden goed was. veel en weinig vroegen al veel te gauw om een tegen balans, net als ieder ander ding dat na veel en weinig kwam. “Het zou me niets verbazen,” mompelde Sayah zacht terwijl een frons zich tussen haar wenkbrauwen nestelde. “Alles ging goed dus, eigenlijk? Niet veel problemen gehad op de heenweg, hm? Het wapen goed kunnen bemachtigen?” Opnieuw stak Sayah een druif in haar mond en keek ze langs Hytham af naar de tafel waar normaliter Maeve zat. Zoals wel vaker was deze leeg, op het gevulde tafelblad na. Als zij bijna stervende was geweest, zoals Hytham het vertelde. . .
          Dit was een queste geweest voor hun moeder, de godin van wraak en vergelding. Zelfs op haar eigen kinderen toonde Nemesis geen genade en dat had ze in het verleden al een paar keer laten merken. Hoe veel ze ook ‘claimde’ van hen te houden. “Zij die verdeelt en uitdeelt,” humde Sayah zacht doch hard genoeg voor Hytham om het te kunnen horen, terwijl ze haar blik weer naar hem toe schoof. Als ze daadwerkelijk te veel geluk hebben gehad onderweg, dan was het aan niemand minder dan hun moeder om dit weer recht te trekken zodat de weegschaal weer in balans was. Het was een eigenschap die Sayah veel te goed herkende, een die ze zelf namelijk ook bezat.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Serena Rae O’Connor

    19 Ψ Daughter of Poseidon Ψ Canoe Instructor Ψ With Blue Ψ Infirmary

    Serena beet opnieuw op haar onderlip, een van haar onrustige trekjes, terwijl ze luisterde naar Blue, die begonnen was met vertellen over zijn queeste. Nu hij wist dat hij Maeve niet had vermoord, leek het alsof er een last van zijn schouders was gevallen. Of in ieder geval: het bracht hem enige opluchting, wat ervoor zorgde dat Serena zich ook lichter voelde. Ze moest er niet aan denken wat haar broer zou doen als hij ervan overtuigd was dat hij Maeve’s bloed aan zijn handen had.
          “Er viel een zeemonster jullie aan?” vroeg Serena, de verbazing duidelijk hoorbaar in haar stem. Als zoon en dochter van Poseidon had ze altijd gedacht dat de zee hen beschermde tegen al het gevaar dat zich in de wereld bevond, dat de zee hun beste vriend was. Serena snapte niet hoe Blue en zijn queeste partners aangevallen waren, tenzij. . . Maar wat deden ze daar dan? Al was dat, nu ze er over na dacht, juist een logische plek om voorwerpen te verbergen.
          “Hebben jullie over de Bermudadriehoek gereisd? De Zee van Monsters?” vroeg Serena toen, “Nee, wacht, dat kan niet als jullie geen boot hadden en jij als boot moest fungeren. Dat hadden jullie nooit overleefd,” verbeterde ze zichzelf vlak daarna. Ze schudde haar hoofd voor een derde keer en zette haar kin op haar hand. Het baarde Serena zorgen dat ze zomaar waren aangevallen, zeker in combinatie met de vermissing van Alicia en de profetie die wel of niet begonnen was.
          “Kreeg Maeve de volle laag toen jullie aangevallen werden? Gezien haar staat op dit moment,” vroeg ze verder. In haar hoofd spookte het zeemonster nog na. Maeve en Hytham mochten zich gelukkig prijzen dat Blue mee was, anders waren ze nooit op tijd weggekomen. Tenzij haar broer de reden was dat het zeemonster in de eerste plaats aanviel, maar dat was onmogelijk. Toch?
          Serena wachtte totdat Blue klaar was met zijn verhaal, vooraleer ze een volgende vraag stelde. Echter leek de jongen zich opeens te realiseren dat zij iets belangrijks had gezegd en wisselde hij van onderwerp. Serena zuchtte zachtjes en keek Blue kort in zijn ogen aan. Was dit het juiste moment om hem te vertellen over Alicia en de zorgen binnen het Kamp? Vroeg of laat ging Blue het toch wel ter oren krijgen. Beter dat hij het van Serena hoorde dan iemand anders.
          “Dat is een heel verhaal,” zuchtte ze. Waar kon ze het best beginnen? Of wellicht dat ze het gewoon kort moest samenvatten. Serena kon Blue vanavond wel vervelen met alle details en zorgen en angsten.
          “Met mij is verder alles goed, maar… Ik neem aan dat je Alicia wel kent? Irisdochter en HC van die cabin. Vrienden en familie hebben al drie dagen geen contact meer met haar en haar opsporen lukt ook niet. Het is alsof ze van de aardbodem is verdwenen,” begon Serena toen te vertellen. Het onderste knoopje van haar vingers bevond zich weer tussen haar vingers en ze ontweek Blue’s ogen. Ze kon hem dit niet vertellen terwijl ze hem aankeek.
          “Niet iedereen is het er mee eens, maar Rachel denkt dat het te maken heeft met haar profetie van vorig jaar. Je weet wel: wanneer godenkinderen verdwijnen, zal vrede in Kamp Halfbloed voorgoed wegkwijnen, die,” ging Serena verder. Ze beet opnieuw op haar lip, die inmiddels beurs aan het worden was..
          “Nu was er vanochtend een HC-vergadering hierover, om te bepalen wat we gaan doen. Er wordt waarschijnlijk een queeste opgezet om haar te zoeken. Maar, ik weet het niet, ik denk dat Rachel gelijk heeft en ik ben doodsbang voor wat dat betekent.” Serena keek Blue nu eindelijk weer aan en schonk hem een zwakke glimlach. Wat als een van hen de volgende was die plotseling verdween? Blue was net pas weer terug.
          “Heb je honger, trouwens? Het is nu lunchtijd, zullen we wat eten halen anders? Je kan de energie vast goed gebruiken, of niet?” vroeg Serena na een korte stilte.


    [ bericht aangepast op 1 sep 2023 - 0:53 ]


    That is a perfect copy of reality.

    Het moment waarop alle kampers (normaal gezien) steeds vol ongeduld op wachten is aangebroken: vlaggenroof! Sinds de zes maanden dat Neil aanwezig is op kamp, heeft hij zijn best gedaan om wat variatie in de spelen te brengen. Zo ook vanavond. Alle kampers verzamelen bij de rand van het bos, niet ver van het Grote Huis. Neil roept de groepen af en legt de spelregels uit.
    "Vanavond liggen de gevaren op de loer! Ieder van ons heeft in het leven buiten kamp wel eens een aanvaring gehad met een monster. Op Kamp Halfbloed vinden we het belangrijk om jullie op die confrontaties voor te bereiden. Daarom vonden Chiron en ik het en goed idee om die confrontaties dan ook te oefenen. In het bos zitten een heleboel monsters verstopt en elk van hen heeft een aantal vlaggen aan zich vasthangen. Het doel is simpel: bemachtig in team zoveel mogelijk vlaggen binnen de twee uur en word zo als overwinnaar uitgeroepen. Het winnende team wordt de rest van de week vrijgesteld van hun klusjes. Vragen?"

    Hieronder vind je de teamverdeling terug en het eerste monster dat dat team tegenkomt op hun wandeling in het bos. Je kiest zelf hoe die confrontatie gebeurt, of die succesvol of niet verloopt en of je al dan niet andere kampers tegenkomt en de handen in elkaar slaat (of zelf met de vlaggen probeert te gaan lopen - maar bespreek dat wel even met elkaar zodat er niemand gaat wenen ofzo). Lees ook de wikipagina na zodat je er een idee van hebt hoe bepaalde monsters verslagen kunnen worden, want ze zijn niet allemaal even gemakkelijk.

    Team 1: Petra & Silas - één basilisk met 5 vlaggen op verschillende plaatsen rond zijn lijf.
    Team 2: Kat & Chia - Niets
    Team 3: Wyn & Hazel - 3 skeleton warriors met elk 2 vlaggen (rond hun hoofd en aan hun enkel)
    Team 4: Jules & Caesar - één reusendas met 2 vlaggen (rond zijn linker-achterpoot en zijn rechter voorpoot)
    Team 5: Blue & Aldara - 2 amphisbaenae met elk twee vlaggen op verschillende plaatsen rond hun lijf
    Team 6: Hytham & Sayah - 3 skeleton warriors met elk 2 vlaggen (rond hun hoofd en aan hun enkel)
    Team 7: Mart & Ivan - Niets
    Team 8: Aris, Sam & Ciri - één vleesetend paard met twee vlaggen (rond zijn nek en rond zijn staart)
    Team 9: Serena & Aurora - één reuzenslang met drie vlaggen op verschillende plaatsen rond zijn lijf
    Team 10: Diana, Aliva & JJ - 10 Stymphalische vogels met elk één vlag rond een pootje
    Team 11: Dayze & Nick - één hellehond met drie vlaggen (één rond zijn nek, één rond zijn voorpoot en één rond zijn staart)
    Team 12: Vi & Caolan - één reuzekrab met vir vlaggen (één rond elke poot)
    Team 13: Leonid & Carter - één carnivorisch schaap met drie vlaggen (één rond een voorpoot, één rond een achterpoot en één die niet zichtbaar is door de wol rond zijn lijf)
    Team 14: Augustus & Izzy: één reuzeschorpioen met drie vlaggen (twee rond zijn voorste scharen en één rond zijn angel)

    [ bericht aangepast op 1 sep 2023 - 13:09 ]


    help

    Caerwyn Teague
    son of aphrodite | cabin ten (hazel)




    sorry if i looked interested.
    i'm not.





    Het was vreemd om Milan opnieuw te zien - om hem in deze omgeving te zien, waar Wyn toen hij jonger was vooral met zijn ogen gerold had naar zijn oudere broer. Hij was blij hem te zien, liet zich vlotter overhalen om toch mee te gaan lunchen dan hij zichzelf had voorgenomen. Hij zou tot morgenochtend blijven - daarna was hij weer weg. Kon hij evengoed even van de nostalgie genieten. Hij negeerde de verwarde blikken die andere kampers hem toe schoten, negeerde de drang om rond zich te kijken, om Hazel uit te zoeken, of om andere bekende gezichten te vinden.
          "Wynnieeeeeeee!" klonk een schelle stem toen hij aan tafel aangeschoven had. "Je bent terug!" Anna, één van zijn vele zusjes, vloog hem rond de hals voordat hij er erg in had. Ze was elf geweest toen Wyn haar voor het laatst gezien had en hij moest een glimlach forceren toen ze hem stralend aankeek - ze was zoveel veranderd.
          De lunch verliep moeizaam voor Wyn. Enerzijds waren er de vragen van zijn broers en zussen die hij subtiel probeerde af te wenden, anderzijds was er dat weeë gevoel in zijn maag... Verlangen? Waarvoor dan? Om toch hier te blijven? Maar Wyn wist dat hij hier niet hoorde, dat het beter was om zijn verleden niet opnieuw op te zoeken.
          Maar toch... Toen Anna hem meesleurde naar de arena om te sparren, voelde hij zich bijna op zijn gemak. Anna was één van de weinige Aphroditekinderen die Wyns passie voor vechtsport deelde. Hij moest zich inhouden toen ze op hem afkwam, vocht defensiever dan hij gewoon was. Hij voelde een steek door zijn ribben gaan toen hij Anna per ongeluk in haar zij schopte en ze met een kreun op de grond plofte.
          "Ik had niet verwacht dat je nog in vorm zou zijn na twee jaar weg te zijn geweest," zei ze met een gepijnigde glimlach. Wyn forceerde opnieuw een eigen glimlach en haalde een hand door zijn haar. Het begon buiten te schemeren. Anna volgde zijn blik. "Toe, Wynnie," zei ze, op dat smekend toontje dat ze vier jaar geleden ook gebruikt had toen ze hem gesmeekt had haar te trainen nadat ze opgevangen had dat hij sinds zijn vier jaar vechtsport deed. Niemand neemt ons serieus, had ze gezeurd. Wyn had zichzelf eigenlijk nooit van zijn beste kant laten zien. Hij had pas in de afgelopen twee jaar beseft hoe belangrijk het was om terug te vechten.
          "Blijf," zei Anna. "Kom vanavond op zijn minst nog eens meedoen."
          Wyn schudde met zijn hoofd en stopte zijn handen in zijn jaszakken. "Ga maar zonder mij," zei hij. "Ik rust vanavond liever even uit."
          Haar pruillip overtuigde hem bijna, maar Wyn besloot voet bij stuk te houden, dus toen hij en Anna bij de slaapgebouwen aankwamen en zij de richting van het bos uitging, keek hij haar heel even na. Daarna liep hij het Barbieachtige gebouw waar ze even gestopt waren, binnen. Het zag er nog steeds zo uit als hij zich herinnerde: afschuwelijk. Hij vroeg zich af of Milan roze dan zo mooi vond dat hij het gebouw niet eens wilde herschilderen. Tegelijkertijd voelde het een beetje als thuiskomen, ook al deed de vreselijke parfumgeur hem niezen.
          Wyn liep onzeker naar het bed dat ooit dat van hem geweest was. Het lag er keurig opgemaakt bij - vast opgemaakt door de huidige eigenaar. Maar toen Wyn zijn blik verschoof naar het hoofdeinde, besefte hij dat het bed nooit een nieuwe eigenaar gehad had. Zijn staf, een Griekse thyrsus, rustte op zijn trouwe plekje tegen de muur. Wyn twijfelde even toen hij zijn hand uitstak - er lag niet eens stof op het ding - en zuchtte bijna toen zijn vingers zich om het brons sloten. Hij herinnerde zich wanneer hij hem uitgekozen had uit het stoffige hoekje van de wapenschuur. Thyrsi hadden normaal gezien een dennenappel vastgemaakt aan de bovenkant, maar deze was op mysterieuze wijze verdwenen. Meestal waren ze ook niet uit goddelijk brons vervaardigd. Eigenlijk was het een wapen van Dionysos, maar Wyn had leren vechten met een bo en dit kwam het dichtst in de buurt. Vanaf het moment dat hij hem vastgenomen had, waren er rozen langs het brons beginnen te bloeien. Vreemd - hij had op zijn minst wijnranken verwacht. Uiteraard had Mart het nodig gevonden hem daarmee uit te lachen, dus had Wyn de staf uiteindelijk nooit vaak gebruikt. Hij had zich bij zijn dolken gehouden, was daar bijna even goed in geworden als vechten met zijn vuisten.
          Hij staarde naar de staf in zijn hand, waar deze keer geen rozen bloeiden, maar enkel doornen langs het brons omhoog kronkelden, als dunne slangen tot helemaal bovenaan. Wyn liet de staf los en liet hem opnieuw tegen de muur rusten. De doornen verdwenen.
          Aan het voeteneinde van het bed stond zoals bij elk ander bed een kist, en Wyn voelde een krop in zijn keel toen hij zijn naam in het hout gebrand zag. Het was alsof hij nooit weggeweest was. Alsof dit gewoon een normale zomer was na een normaal schooljaar - voor zover Wyns leven ooit normaal geweest was. Alsof hij maar een paar maanden weggeweest was, geen twee jaar.
          Hij was bijna bang om de kist te openen, maar als hij het zich goed herinnerde, lag er een pyjama in die hij momenteel goed kon gebruiken. Hij klapte het deksel open en vond er zijn oude kleren - te klein, uiteraard, maar Wyn had het vreemde talent van zijn moeder geërfd om steeds te passen in alles dat twee maten te groot of te klein was.
          Onderaan de kist lag een oude paperback van de Hobbit. Hij had in de jeugdgevangenis een kapotgelezen versie van In de ban van de ring aangeslagen, maar had hem daar moeten achterlaten. Hij legde het boek naast zich neer toen hij op de rand van het bed ging gaan zitten en gooide zijn regenjas tegen de muur waar de thyrsus eenzaam en alleen stond te wachten om weer opgepikt te worden. De bekende steek boorde zich weer door zijn ribben toen hij zijn T-shirt omhoog trok en Wyn beet op zijn kiezen. Hij had de schade van zijn verjaardagscadeau van deze ochtend nog niet eens grondig bekeken - had zijn best gedaan om te doen alsof er niets gebeurd was, had niet willen riskeren dat zijn vrijlating gesaboteerd zou worden. Jay had in ieder geval zijn best gedaan om Wyn niet in zijn gezicht te raken.

    [ bericht aangepast op 3 sep 2023 - 17:51 ]


    help

    Hazel Evelynn Withlock
    The Healer • Daughter of Apollo • 18 years old


    Outfit, Hair| Cabin 10| With Wynnie boi


    Look at the sun,
    It's so pretty in the morning.




    A light that never goes out


    Hazel weet niet hoe lang ze heeft geslapen, maar aan haar vermoeidheid te zien, zal het niet heel lang zijn geweest. Het liefst was ze nog een aantal uurtjes blijven liggen, maar haar cabin had een ander idee. Met 5 man sterk zijn ze haar wakker komen maken, waarna ze erg hun best moesten doen om haar het bed uit te slepen. Ditzelfde hebben ze ook geprobeerd bij de lunch, maar toen is ze toch weer in slaap gevallen. Na de lunch hebben ze haar nog wat eten gebracht, maar ook daarna had ze haar rust weer gepakt. In eerste instantie heeft ze helemaal geen zin in vlaggenroof, maar het ziet er niet naar uit dat ze keus heeft. De tweeling, Max en Tom, hebben namelijk de deken van haar afgetrokken, een hele slimme tactiek. Want de kou maakt haar gelijk klaarwakker. ‘Oké, oké, ik kom mee,’ mompelt ze, waarna er een glimlachje op haar gezicht verschijnt. Ze heeft ook gewoon hele lieve broertjes en zusjes, dus het is geen straf om mee te gaan naar vlaggenroof. Al heeft ze niet echt de energie om iets intensiefs te doen, maar gelukkig kan ze gewoon rustig ergens ver van het gevecht blijven.
          Voordat ze gaat, besluit ze eerst wat anders aan te trekken. De lichtblauwe trui bevat namelijk enkele bloedvlekken, dus dat is geen optie meer. Nu het steeds koeler begint te worden op het kamp, besluit ze dat het verstandig is om opnieuw een trui aan te doen. Ditmaal trekt ze een paarse aan, met een comfortabele zwarte legging en wat sneakers. Het is niet de meest vlaggenroof proof outfit, maar aangezien ze niet van plan is om enthousiast mee te doen, vindt ze dit prima genoeg.
    Haar haren heeft ze niet meer gedaan sinds vanmorgen. Ze heeft geen tijd om het helemaal opnieuw te vlechten, dus in plaats daarvan duwt ze de verdwaalde blonde plukjes terug in de vlecht. Het ziet er niet meer perfect uit, maar ze moet het er maar mee doen. Er zal vast niemand naar vragen, ook al valt het enigszins op. Want als er iets is wat bij haar altijd perfect is, dan is het wel haar vlecht.
          Haar gedachten zijn constant bij Alicia terwijl ze richting de verzamelplek wandelt. De ‘’droom’’ die ze heeft gehad, voelde iets te realistisch aan. De angst die ze voelde van haar maatje die helemaal alleen op de grond zat, was verschrikkelijk. Ze hoopt maar dat wat ze zag niet echt was en dat Alicia ergens veilig zit. Het liefst zou ze haar gaan zoeken, maar ze zou niet weten waar ze moet beginnen. Er zijn anderen die daar veel beter in zijn, zoals Sayah of Izzy. Zij zijn veel succesvoller als het gaat om quests. Dat is namelijk niet haar sterkste punt.
          Daarbij komt ook nog het Wyn achtige figuur die ze vanochtend heeft gespot bij het grote huis. Maar hoe meer ze ervoer na begint te denken, hoe meer ze ervan overtuigd is dat het hem niet kan zijn. Anders had hij vast iets laten weten, dat kan niet anders. Hij zal haar vast ook missen, toch?

    Hazel kan niet geloven wat er zojuist over de lippen van Neil rolt. Caerwyn. Caerwyn Teague is hier. Hij is dus wel hier, hij is terug. Een steek gaat door haar hart als ze beseft dat hij niet naar haar toe is gegaan. Hij heeft haar niets verteld, helemaal niets. Haar mondhoeken vallen gelijk naar beneden. Haar gedachten zijn overal, waardoor ze de rest van de groepjes ook niet meer hoort. Haast wanhopig begint ze om zich heen te kijken, maar nergens kan ze haar oude maatje vinden. Ze spot wel Anna en dus besluit ze haar te vragen of zij misschien weet waar Wyn is.
          Nadat zijn zusje haar vertelde dat hij in de cabin was, draaide ze zich om en vertrok ze. Als eerste is ze langs haar eigen bunk gegaan, in haar kist ligt al namelijk twee jaar een cadeautje voor hem. Ze heeft hem alleen nooit kunnen geven. Aangezien ze niet weet of ze hem hierna nog zal zien, besluit ze dat nu het enige moment is waarop ze het kan geven. Bovendien is vandaag zijn verjaardag, dus een beter moment is er niet.
          In haar handen heeft ze een vierkant pakje vast, gewikkeld in oude kranten. De teksten zijn al een beetje vervaagd, maar het jaartal 2021 is nog goed te lezen. Aan het cadeautje hangt een klein kaartje, waar ze van de 6 een 8 heeft gemaakt.
          Hoe dichter ze bij het roze gebouw komt, hoe meer ze aan zichzelf begint te twijfelen. Ze weet niet of dit wel zo’n goed idee is, want waarschijnlijk wil hij haar helemaal niet zien. Ze heeft al 1,5 jaar niets meer van hem gehoord, dus de kans is groot dat hij ook niets van haar wilt weten. Lichtjes beginnen haar handen te trillen. Ze kan niet geloven dat ze nerveus is om hem te zien. Ze voelde zich altijd zo kalm in zijn bijzijn, maar daar is nu een eind aan gekomen. Ze maakt zich enorme zorgen en dat komt nog boven op het schuldgevoel.
          Haar mond valt open van verbazing als ze daar inderdaad Caerwyn ziet staan. De laatste keer dat ze hem zag, zat ze in de bus. Ondanks dat hij haar had verteld niet naar Harlem te komen, was ze toch geweest. Ze heeft een fantastische dag gehad, niet wetend dat dat de laatste keer zou zijn dat ze hem zou zien. Al is daar nu een eind aan gekomen. Wyn is terug, hij is hier. Hij is hier. Langzaam valt haar mond weer dicht. Hij is hier en heeft niets laten weten. Het onzekere gevoel knaagt weer aan haar maag. Ze heeft dus wel iets verkeerds gedaan, dat moet haast wel. Dat zou de radiostilte verklaren.
          Hazel wil hem zo veel vertellen, maar op dit moment krijgt ze geen woord over haar lippen. Het is alsof ze bevroren is, alsof de tijd stilstaat nu de jongen van wie ze zoveel hield voor haar staat. De jongen van wie ze nog steeds houdt. Het cadeautje glijdt bijna uit haar handen, maar ze weet haar grip net op tijd te verstevigen. Misschien is het nog niet te laat om weg te lopen. Om zich om te draaien en terug te keren naar haar cabin. Ze houdt niet eens van capture the flag, laat staan van Neils versie. In haar eentje kan ze het toch niet aan, dus dan moet ze deze activiteit wel overslaan. In de ziekenboeg hebben ze haar vast wel nodig, daar kan ze tenminste wel iets betekenen. Daar zijn ze wel blij met haar aanwezigheid.

    [ bericht aangepast op 1 sep 2023 - 19:32 ]

    Caerwyn Teague
    son of aphrodite | cabin ten (alone)




    sorry if i looked interested.
    i'm not.






    De bloeduitstorting was teer onder zijn vingers toen hij zijn bovenlichaam één van de vele spiegels checkte. Hij hoorde hoe de voordeur openging maar keek niet op, griste zijn pyjama-T-shirt van zijn bed en trok het over zijn hoofd. Toen hij zich opnieuw omdraaide, zag hij uit zijn ooghoek een figuur naar hem kijken, stokstijf stil. Hij schrok zich een ongeluk. Een verstikt geluid kwam uit Wyns keel terwijl zijn lichaam zich uit automatisme opspande en hij zijn vuisten beschermend voor zijn bovenlichaam hield. Hij liet ze bijna meteen weer zakken toen hij door had dat het Hazel was. Ze zag er net zo uit als de laatste keer dat hij haar gezien had, ondertussen al langer dan twee jaar geleden in Harlem - misschien net iets ouder. De wallen onder haar ogen waren nieuw.

    Wyn was in paniek op zijn skateboard gesprongen, zijn gsm nog tegen zijn oor toen Hazel hem opgewekt had meegedeeld dat ze aan de bushalte in Harlem stond. Hij had Marcella's gefoeter genegeerd toen hij tegen haar gebotst was op zijn weg naar buiten, terwijl hij onhandig zijn kapotte sneakers aantrok.
          "Doe gewoon alsof je hier hoort," zei hij kwader dan hij bedoelde in de telefoon terwijl hij zich afzette op de straat en het trailerpark uit reed.
          "Probeer ik, maar ik denk dat mensen door hebben dat dat niet zo is."
          Wyn legde af en stopte zijn gsm in zijn achterzak zonder nog iets te zeggen. Hij had niet eens de moeite gedaan om een jas aan te trekken en de koude wind sneed door zijn versleten trui.
          Vijf minuten later arriveerde hij aan de bushalte, waar een veel te schattige Hazel onwennig stond te wachten terwijl een twintiger haar te geïnteresseerd stond te bekijken. Wyn struikelde bijna toen hij zijn skateboard deed stoppen en eraf sprong, voelde een pijnscheut door zijn enkel schieten.
          "Stommerik," mompelde hij toen hij het skateboard van de grond plukte en haar arm vastgreep, net op het moment dat een voorbijganger naar haar floot. Hij trok haar mee, langs een groepje junkies, weg van de bushalte.
          "Sorry, sorry," zei ze zacht. Wyn stuurde haar een strakke blik, probeerde over te brengen dat ze beter zou fluisteren. "Ik wilde je verrassen. Ik heb brownies mee?"
          Wyns lach was meer hysterisch dan iets anders, maar een paar minuten later liepen ze hand in hand op het voetpad, op weg naar de mooiere kant van Harlem. Ze verorberden de brownies nadat ze zich een ongeluk gelachen hadden om Hazels verschrikkelijke skateboardtalenten toen hij haar had meegenomen naar het skatepark dat niet ver van zijn school lag. Hij had haar Marcus Garvey Park laten zien; één van zijn favoriete plekjes. Hij had haar niet gezegd dat het er 's nachts levensgevaarlijk was. Hij had haar ook niet meer berispt dat ze in de eerste plaats al hier was, waar hij haar specifiek gevraagd had niet te komen.
          Het was moeilijk geweest om tot ziens te zeggen, alsof iets in Wyn geweten had dat het de laatste keer zou zijn. Het ging niet goed thuis - waar hem op dat moment sowieso een preek lag te wachten. Hij had gewoon op dat bankje in het park willen blijven zitten, zijn hoofd op haar schouder willen leggen en willen geloven dat alles oké was.


          Wyn deed zijn mond open om iets te zeggen, sloot hem toen weer. Het voelde een beetje als een droom - of een nachtmerrie, want Hazels gezichtsuitdrukking was hartverscheurend. Toen herinnerde hij zich de brief die ze hem vanuit het niets gestuurd had, en hij rechtte zijn rug, plooide zijn eigen gezicht in iets dat onverschillig leek.
          "Hey," perste hij er uiteindelijk uit. "De rest is geloof ik bij het bos."

    [ bericht aangepast op 2 sep 2023 - 18:45 ]


    help


    THINGS JUST GOT
    SUPER WEIRD
    IT IS MY TIME
    TO SHINE.


    BLUE STELLAMARIS
    Son of Poseidon | 22 | Infirmary, Big House (Serena)


    Blue wist niet helemaal wat te zeggen toen Serena haar verhaal afgerond had, voelde zich op een vreemde manier verantwoordelijk voor wat er aan de hand was. Als hij hier was geweest, dan was Alicia misschien niet verdwenen - dan had hij haar heldhaftig kunnen redden zoals hij Hytham en Maeve had gered. Of ja. Zo goed als. Min of meer. Semi-heelhuids.
          "Heb je honger trouwens? Het is nu lunchtijd, zullen we wat eten halen anders? Je kan de energie vast goed gebruiken, of niet?" Blue knikte met een sip gezicht en sleepte zichzelf zijn bed uit, om dan bijna meteen door zijn benen te zakken. Hij leunde zwaar op Serena toen ze naar het paviljoen gingen, en na de lunch gaf hij Serena nog een dikke knuffel met de melding dat hij toch nog even een dutje ging doen omdat hij anders compleet nutteloos zou zijn voor het avondspel - waarvan hij bijna de start miste omdat hij geen wekker gezet had.
          Hij was nog steeds bezig de gespjes van zijn harnas dicht te trekken op het moment dat hij onhandig aangelopen kwam toen Neil net zijn naam en die van Aldara afriep. Hij bleef prompt stilstaan, knipperde met zijn ogen en voelde het bloed naar zijn wangen stromen. Hij en Aldara in een team? Sliep hij nog steeds? Hij liet zijn blik over de kampers heen gaan tot hij haar gevonden had en ging stil naast haar staan, deed zijn best om er niet nerveus uit te zien. Hij had niet door dat hij vergeten was het laatste gespje goed te trekken, waardoor zijn harnas scheef ging en haalde zijn zakmes uit zijn broekzak. Toen hij het open knipte, groeide het tot een drietand van vol formaat.
          Blue haalde een hand door zijn haar en glimlachte zo zelfzeker mogelijk naar Aldara, hoewel hij zijn hart in zijn keel voelde bonken. Hij schraapte zijn keel.
          "Onze tegenstanders kunnen het maar best meteen opgeven," zei hij, en hij wiebelde met zijn wenkbrauwen. "Ik denk niet dat ze kans maken om te winnen."

    [ bericht aangepast op 2 sep 2023 - 19:01 ]


    help

    Hazel Evelynn Withlock
    The Healer • Daughter of Apollo • 18 years old


    Outfit, Hair| Cabin 10| With Wynnie boi


    Look at the sun,
    It's so pretty in the morning.




    A light that never goes out


    De kreet die uit zijn keel ontsnapt, trekt haar uit haar gedachten. Zijn beweging is zo plotseling, dat ook zij ervan schrikt. Haar armen bewegen wat uit elkaar, waardoor het cadeautje uit haar handen glipt en met een plof op de grond belandt. Een beetje ongemakkelijk raapt ze het weer op, waarbij haar wangen rood kleuren van schaamte. Ze zegt echter nog niets, want nu haar gedachten wat gesetteld zijn, neemt ze de tijd om hem wat beter te bekijken. Hij is een heel stuk gegroeid en dat niet alleen in de lengte, maar ook in spiermassa. Hij was altijd al atletisch gebouwd, maar hij lijkt nog in betere vorm dan voorheen. Haar ogen bewegen zich langzaam terug naar zijn lichtgroene kijkers. Onder haar aanwezigheid leken ze altijd op te lichten, maar daar kan ze niets van terugzien. Het is alsof er achter zijn ogen niet meer dezelfde Wyn zit. Hij lijkt een heel ander persoon, niet alleen door zijn houding, maar ook zijn gezichtsuitdrukkingen zijn veel serieuzer. Zakelijk haast. Waarom hij dit masker op zet, weet ze niet. Al vraagt ze zich af of het überhaupt een masker is, misschien is de jongen -met wie ze twee jaar geleden zo close was geworden- er niet meer.
    "Hey, de rest is geloof ik bij het bos."
    Zijn woorden gaan als een steek door haar hart. Dat is het eerste wat hij tegen haar zegt? Niet dat zij iets uit haar mond heeft gekregen, maar het is op z’n minst beter dan dat. Hij doet alsof ze elkaar amper kennen, alsof hij niet twee jaar geen woord van zich heeft laten horen. Haar ogen vallen weer naar beneden, terwijl ze de moed bij elkaar raapt om tegen hem te praten. Hij wilt haar hier overduidelijk niet hebben, dus dan moet ze maar snel zijn.
    ‘Sorry dat ik je liet schrikken, dat was niet mijn bedoeling,’ begint ze zachtjes, haar ogen nog steeds op de grond. Met de hak van haar schoen tikt ze tegen de punt van de andere. ‘Maar- euh… ja.’ Een zucht verlaat haar lippen, nog nooit heeft ze het zo moeilijk gehad. Normaal vliegen de woorden haar mond uit - vooral bij Wyn -, maar nu lijkt ze steeds weer te struikelen. ‘Ik euh… Ik wilde je eigenlijk halen voor vlaggenroof, maar- maar ik denk niet dat je van plan was te gaan. Anders was je hier nu niet geweest natuurlijk, maar ik denk dat ik zelf ook niet ga. Ik denk dat het toch beter is als ik bij de ziekenboeg blijf, daar kan ik beter helpen. Alhoewel ze me anders vast wel zullen halen, maar Neil heeft ons in een groepje gestopt dus zonder jou ben ik alleen en ik weet niet of dat gaat lukken. De rest van de groepjes zijn denk ik vol, dus dan wordt het- Ik weet het nog niet. Maar ik bedenk wel wat,’ ratelt ze, waarna ze kort bevestigend knikt. Ze heeft namelijk niet het idee dat hij met haar mee wilt gaan, dus dan moet ze maar bedenken of ze het toch alleen wilt proberen of niet. ‘En ik wilde ook nog zeggen-.’ Tussen haar woorden neemt ze geen tijd voor een pauze, want een pauze is een periode waarin Wyn iets kan zeggen en daar is ze nog niet klaar voor. ‘Ik wilde sorry zeggen.’ Nerveus bijt ze op haar lip, terwijl ze haar best doet om niet nog zachter te gaan praten. ‘Ik wil sorry zeggen, voor alles. Het spijt me dat ik je gekwetst heb of als ik iets verkeerds heb gezegd.’ Ze weet niet zeker of dit het geval is, maar aangezien ze geen andere reden kan bedenken, besluit ze zich voor de zekerheid te verontschuldigen. ‘En… Ik heb deze nog voor jou, ik wilde hem eigenlijk twee jaar geleden geven, maar… maar ja-’ Ze steekt het cadeautje naar hem uit, hopend dat hij hem wilt aannemen. ‘Je hoeft hem niet open te maken als je dat niet wilt, maar hij is van jou. Als je hem weg wilt gooien, mag dat ook. Dat is ook oké.’
    Hazel bijt onbewust wat harder op haar lip. Ze vindt het verschrikkelijk om zo te moeten wachten op reactie. ‘Maar ik zal je wel weer met rust laten,’ vertelt ze hem bijna geluidloos. Ze wil helemaal niet weggaan. Ze wil hem een stevige knuffel geven, vertellen dat ze hem gemist heeft. Hem zeggen dat hij nooit meer weg mag gaan, maar dat kan niet. Hij is overduidelijk boos op haar, dus dat is iets wat ze nu niet kan doen. ‘Fijne verjaardag nog Wyn,’ mompelt ze. Snel knippert ze een paar keer, om haar waterige ogen te laten verdwijnen.

    [ bericht aangepast op 3 sep 2023 - 20:07 ]



    you return like autumn.
    and i fall everytime.






    Caerwyn Teague
    son of aphrodite | cabin ten (hazel)




    "Sorry dat ik je liet schrikken, dat was niet mijn bedoeling," zei Hazel zacht. Haar ogen waren op de grond gericht. Wyn volgde haar blik naar beneden, waar ze ongemakkelijk met haar schoenen tegen elkaar tikte. Hij wist zich geen houding te geven, wilde haar omarmen en wilde tegelijkertijd dat ze wegging. Toen hij deze voormiddag was aangekomen, had hij zichzelf voorgenomen haar niet op te zoeken. Hij had tweeënhalf jaar geleden niet gewild dat ze wist wat er gebeurd was, en wilde dat nu eigenlijk nog steeds niet. Het was beter geweest als ze hem nooit gezien had - als hij gewoon verdwenen was zonder dat ze van iets wist.
          Misschien was hij beter niet terug naar Kamp gekomen. Misschien had hij beter zijn kracht even gebruikt om iemand te vragen/dwingen om hem naar het vliegveld te brengen en daar een ticket voor hem te kopen zodat hij naar de andere kant van de wereld had kunnen vliegen en daar een nieuw leven had kunnen beginnen. Maar Wyn gebruikte zijn krachten eigenlijk nooit (opzettelijk) op onschuldige vreemdelingen. Hij wist dat hij alles zou kunnen krijgen dat hij wilde - maar hij weigerde om zo laag te gaan. Hij haatte zichzelf al genoeg voor wat er gebeurd was - daar hoefde hij niet zelf nog een schepje bovenop te doen.
          "Maar - euh... ja." Hazel zuchtte. Wyn wilde iets zeggen maar deed het niet. Hij dacht aan haar laatste brief - de tweede die hij gekregen had nadat hij een jaar niets van haar gehoord had. Hij klemde zijn kiezen op elkaar. "Ik euh... Ik wilde je eigenlijk halen voor vlaggenroof, maar - maar ik denk niet dat je van plan was te gaan. Anders was je hier nu niet geweest natuurlijk, maar ik denk dat ik zelf ook niet ga. Ik denk dat het toch beter is als ik bij de ziekenboeg blijf, daar kan ik beter helpen. Alhoewel ze me anders vast wel zullen halen, maar Neil heeft ons in groepjes gestopt, dus zonder jou ben ik alleen en ik weet niet of dat gaat lukken."
          Wyn keek scherp op toen ze Neils naam liet vallen, fronste zijn wenkbrauwen - was het dan toch wel degelijk Keaton geweest? Hij kreeg de kans niet om er langer over na te denken; Hazels geratel deed hem opschrikken uit zijn gedachten. "De rest van de groepjes zijn denk ik vol, dus dan wordt het - ik weet het nog niet. Maar ik bedenk wel wat." Ze knikte kort. Wyn krabde aan de achterkant van zijn nek. Zelfs als hij iets te zeggen had gehad, gaf Hazel hem geen kans. "En ik wilde ook nog zeggen... Ik wilde sorry zeggen." Hij propte zijn vuisten in zijn broekzakken, voelde hoe zijn nagels zich in zijn handpalmen boorden. "Ik wil sorry zeggen, voor alles. Het spijt me dat ik je gekwetst heb of als ik iets verkeerds heb gezegd."
          Doe voorzichtig, oké? En als er iets is, ben ik er nog steeds voor je. Altijd. Het was de voorlaatste zin van haar laatste brief geweest. Jay had de brief uit zijn handen getrokken en was luidop beginnen voorlezen nog voordat Wyn de laatste twee zinnen zelf had kunnen lezen. Hij had willen beginnen huilen. In plaats daarvan had hij Jay in zijn gezicht getrapt en zijn twee seconden later in zijn ribben begraven. Het volgende moment had Jay Wyns hoofd tegen de muur gebonkt en had Wyn in Jays gezicht gespuugd. Ze hadden beiden de rest van de dag in een aparte isoleercel doorgebracht.
          Wyn hoorde niet helemaal wat Hazel nog meer ratelde, en hij knipperde loom met zijn ogen toen ze een pakje naar hem uitstak. De letters op het krantenpapier zwommen voor zijn ogen, de zwarte inkt lichtelijk vervaagd op het gerecycleerde papier.
          "Fijne verjaardag nog, Wyn," mompelde Hazel en Wyn voelde een krop in zijn keel opkomen. Hij wist niet wat hij moest doen. Hij wist niet wat hij wilde doen, bleef gewoon een beetje als bevroren staan, alsof ze hem ergens op betrapt had en hij zich nu schaamde. Misschien was dat ook wel een beetje zo. Misschien schaamde hij zich ergens dat hij gedaan had alsof ze niet bestond, dat hij haar zo hard uit zijn hoofd had weggeduwd had omdat hij het niet aan kon onder ogen te zien dat hij haar miste. Want Wyn was er nog steeds van overtuigd dat ze beter verdiende - maar hij was ergens ook nog steeds boos dat hij haar zolang niet gehoord had en dat ze dan plots die ene vage brief gestuurd had die Wyn meer slecht dan goed gedaan had.
          Hij wist niet hoe lang hij bleef stilstaan, hoe lang hij stil bleef, maar op een gegeven moment voelde hij hoe zijn schouders gezakt waren, hoe er tranen achter zijn ogen brandden. Hij ontweek haar blik toen hij het pakje uit haar handen griste, achter zich op bed gooide en haar bij haar schouders nam. Toen hij haar tegen zich aan trok, voelde het een beetje als thuiskomen.

    [ bericht aangepast op 3 sep 2023 - 18:02 ]


    help

    -

    [ bericht aangepast op 3 sep 2023 - 20:30 ]