• Na de godenoorlogen aan het begin van de 21ste eeuw, lijkt alles in Kamp Halfbloed relatief kalm. Eigenlijk bijna saai. Kampactiviteiten gaan hun gewone weg, kinderen van goden krijgen de erkenning die ze willen. Doordat alles zo vlot en normaal verloopt, begint er stilaan toch wat onrust te komen. De halfgoden willen actie; kunnen niet langer stilzitten. Sommigen van hen beginnen zelfs bewust onrust te stoken... en wanneer het Orakel opnieuw een profetie uitspuwt, lijken de gemoederen een kookpunt te bereiken...

    Wanneer godenkinderen verdwijnen
    Zal vrede in Kamp Halfbloed voorgoed wegkwijnen
    Een zonnige zomer zonder slot
    Openbaart de dageraad van een pijnlijk lot


    Het is nu de zomer van 2023, een jaar nadat het Orakel van Delphi deze woorden door de mond van Rachel Elizabeth Dare uitsprak. De vakantie is een week bezig en de sfeer bereikt een vriespunt wanneer uitkomt dat Alicia Stanford, dochter van Iris, nu drie dagen vermist is. Hoewel de activiteiten gewoon als gepland doorgaan, is de spanning te snijden; onderlinge strubbelingen zorgen voor wantrouwen. De Kampers willen antwoorden, maar er is geen aanknopingspunt om bij te beginnen.

    Enjoy my shitty vague rhymes (((:





    R O L L E N
    Nummers = Cabin nummers • Rood = vermiste kamper • NPC (blauw) = Non Player Character; wordt door iedereen gespeeld • Doorstreept = dood • G = Gereserveerd • HC = Head counselor • Geen cabin voor jouw god van keuze? We fiksen dat wel.

    1. Z E U S
    • [HC - Lichamelijke vechttechniekeninstructeur] James Scott | 22 | 1.6 | Mexx / Satoru



    3. P O S E I D O N




    4. D E M E T E R
    • Rhea Grace McCain | 20 | Mexx / Satoru

    [HC] Orlanda Stanislav | 15 | NPC • Iedereen



    5. A R E S
    • [Pegasusinstructeur] Katarina Madden | 17 | 1.3 | Marthe / Vanparys
    • [HC] Mart Beckett | 22 | 1.4 | Saar / Ken_



    6. A T H E N A

    • [HC - Zwaardvechtinstructeur] Silas Lincoln Perry | 19 | 1.2 | Saar / Ken_



    7. A P O L L O
    • [Zangstondecoördinator] Hazel Evelynn Whitlock | 19 | 1.3 | Lisa / Saureus



    9. H E P H A I S T O S
    • Nicholas Aiden Woods | 22 | 1.3 | Lisa / Saureus

    [HC] David Wittbrand | 17 | NPC • Iedereen



    10. A P H R O D I T E

    • Caerwyn Teague | 18 | 1.5 | Marthe / Vanparys



    11. H E R M E S
    • [HC] Izelle Riona Barlowe | 21 | 1.2 | Lisa / Saureus
    • [G] Paesano
    Christian Owen Taylor | NPC - Iedereen



    12. D I O N Y S O S
    • Diana Chapman | 19 | 1/4 | Saar / Ken_

    [HC] Ilyas Zoilos | 14 | NPC - Iedereen


    13. H A D E S
    • [HC] Gavin Peter Nash | 19 | 1.6 | Xan / Silverwalker




    14. I R I S

    [HC] Alicia Stanford | 17 | NPC - Iedereen




    15. H Y P N O S
    • Augustus Walker | 20 | 1.3 | Saar / Ken_

    [HC] Vera Kazimir | 22 | NPC • Iedereen




    16. N E M E S I S

    Michael Devin | NPC - Iedereen




    17. N I K E
    • [HC • Zwaardvechtinstructeur] Petra Diane Yaxley | 20 | 1.1 | Marthe / Vanparys




    18. H E B E





    19. T Y K H E


    [HC] Olyvia Beaumont | 19 | NPC - Iedereen




    20. H E K A T E
    • [Tijdelijk HC] Jules Sébastien Hunter | 20 | 1.2 | Marthe / Vanparys
    • Aurora Millie Ashford | 20 | 1.5 | Lisa / Saureus




    21. P H O B O S
    • Yasuo Ida | 17 | 1.6 | Mexx/Satoru



    O V E R I G       (G R O T E       H U IS)
    • [Activities director] Neil Keaton | 31 | 1.4 | Saar / Ken_
    [Activities director] Chiron | ? | NPC - Iedereen
    • [Oracle in the cave on the beach] Rachel | 30-ish | NPC - Iedereen
    • [Camp director] Dionysus (Meneer D.) | ? | NPC - Iedereen







    C A M P       A C T I V I T I E S

    • Zwaardvechten (Petra Yaxley, Silas Perry)
    • Lichamelijke vechttechnieken (James Scott, Caerwyn Teague)
    • Boogschieten (Chiron, -, -)
    • Pegasuslessen (Katarina Madden, -)
    • Theorie - Monster vechttechnieken (-,-)
    • Theorie - Mythologie (-, -)
    • Kano races (Naiaden, -)
    • Muurbeklimming (Saters)
    • Zwemmen en strandtijd (Nereïden)
    • Sport - Volleybal (-, -)
    • Zangstonde aan het kampvuur (Hazel Whitlock, -)

    R E G E L S
    • Het woordenminimum is 100 woorden.
    • Rachel (Orakel), Chiron en alle goden worden door iedereen gespeeld.
    • De huisregels van Quizlet en daarbij in het bijzonder het RPG-forum gelden uiteraard ook hier.
    • 16+ is toegestaan, maar gelieve hier wel voor te waarschuwen zodat anderen het kunnen mijden als zij het liever niet lezen.
    • Als ik niet online ben, maakt de laatste die reageert een nieuw topic.
    • Als ik tien dagen niets van je hoor, kom ik je stalken xoxo
    • Mijn layout fiks ik later wel, ik heb honger.
    • Cabin info vind je hier, CHB info hier.


    V A N D A A G,       E E N       W E E K       N A       D E      S T A R T       V A N       D E       Z O M E R.
    De sfeer op Kamp Halfbloed is grimmig en het weer lijkt dat te weerspiegelen. Donkere wolken hebben zich verzameld boven het kamp, maar regenen doet het niet - dat gebeurt nooit in Kamp Halfbloed, toch? Deze ochtend bij het ontbijt werd meegedeeld wat een aantal kampers al vermoedden of wisten: Alicia Stanford, Head Councelor van het Iris-gebouw is sinds drie dagen vermist. Niemand lijkt te weten wat er precies is gebeurd, al lijken meerdere kampers zich verdacht te gedragen... Weten zij iets meer? Hebben zij iets met haar verdwijning te maken? En bovenal: kondigt dit de start van Rachels profetie aan?

    In ieder geval is de spanning te snijden en net daarom hebben Chiron, Rachel en Meneer D (ook wel bekend als Dionysos) de andere Head Councelors deze voormiddag bijeengeroepen om een plan van aanpak te bespreken. De andere kampactiviteiten gaan zoals gepland door. Op het programma staan deze voormiddag: theorielessen, pegasuslessen en muurbeklimming. Niemand lijkt echter veel zin te hebben om te doen alsof er niets aan de hand is.

    Het is 11u 's ochtends en de wolken zijn donker. Zo dadelijk gaat de Head Councelor meeting van start. Chiron, Meneer D en Rachel zijn reeds aanwezig en vragen zich af waar Neil zit. Het nieuws van Blue, Maeve en Hythams terugkeer heeft hen ondanks het rumoer blijkbaar nog niet bereikt. Meneer D ziet er zoals gewoonlijk ongeduldig uit, alsof hij er eigenlijk helemaal niet wil zijn, en Chiron kijkt bezorgd. De koekjes op tafel zijn voorlopig nog onaangeroerd, behalve dat ene dat Rachel net geërgerd in haar mond stopt.

    MEETING
    Alle NPC HC's zijn ondertussen ook aanwezig (Orlanda - Demeter; David - Hephaistos; Vera - Hypnos; Olyvia - Tykhe). Nog zin om je interactie nog af te werken? Ga je gang! Geef wel even het tijdstip waarop je post plaatsvindt aan als die zich nog voor de meeting afspeelt. Iedereen kan Chiron, Meneer D en Rachel besturen. Om het overzicht te bewaren van wat zij zeggen, wil ik vragen dat je die zinnen in het rood in je post zet. Vragen? Mijn deur staat open ^^

    LUNCH
    De meeting loopt tot een einde, maar een beslissing lijkt er niet echt gekomen te zijn. Zowel Sayah als Milan, net als een heleboel van de jongere Head Councilors bieden zich aan om op queeste te vertrekken en na wat geruzie wordt beslist om de meeting later verder te zetten met een kleinere groep. Rachel geeft aan dat het belangrijk is dat de queesteleider iemand is die dicht bij Alicia staat - en dat het nutteloos is om daar nu over te blijven kibbelen. "Daarnaast," kondigt Meneer D. aan, "ik heb honger." En daarmee lijkt de meeting gesloten.

    Alle kampers verzamelen zich voor de lunch, elk aan de tafel van hun goddelijke ouder, zoals het hoort. Meneer D. geeft een korte speech om de gemoederen te bedaren... of hij daar in geslaagd is, is niet helemaal duidelijk.

    "Blijkbaar vindt Chiron het belangrijk dat ik deze aankondigingen blijf doen, maar goed. De meeting was een ramp, zoals jullie onwaarschijnlijk al te weten zijn gekomen, maar het goede nieuws is dat Marion, Barry en Harold veilig terug zijn van hun queeste." Meneer D. last even een korte pauze in voor applaus en rolt met zijn ogen. "Ja, ja, we zijn allemaal doodgelukkig, hoera. Daarnaast mogen we vandaag... nog maar eens... een nieuwe kamper verwelkomen: César Swallow. Hij is vreemd genoeg nog niet door één van mijn familieleden geclaimd, maar ik vermoed dat we daar binnenkort iets van te zien zullen krijgen. Voorlopig zal Gebouw 11 hem met open armen ontvangen - ja, Isabella, geef hem straks maar een warme knuffel, als dat je lukt. Verder werden we vandaag vervoegd door twee oude bekenden die niet eens de moeite gedaan hebben om dat even te komen melden, waarvoor dank. Wynter Teagan, fijn om te zien dat je niet dood in een gracht ligt, Cedric Donovan en Arabella Asher. Ik ben er zeker van dat jullie ze allemaal vreselijk gemist hebben, maar ga ergens anders huilen. Voor vanavond heeft meneer Keaton een fijne, dodelijke variant op vlaggenroof bedacht. Hij verwacht jullie om tien uur stipt in het amfitheater om de spelregels uit te leggen." Meneer D. zucht even en kijkt naar Chiron, die knikt, waarna hij met een dikke laag sarcasme vervolgt: "Ik hoop van harte dat er niemand een bloederige dood sterft vanavond. Smakelijk."

    De nimfen brengen het eten rond, waarna de kampers rechtstaan om er een deel van te offeren aan de goden.


    V L A G G E N R O O F
    Het moment waarop alle kampers (normaal gezien) steeds vol ongeduld op wachten is aangebroken: vlaggenroof! Sinds de zes maanden dat Neil aanwezig is op kamp, heeft hij zijn best gedaan om wat variatie in de spelen te brengen. Zo ook vanavond. Alle kampers verzamelen bij de rand van het bos, niet ver van het Grote Huis. Neil roept de groepen af en legt de spelregels uit.
    "Vanavond liggen de gevaren op de loer! Ieder van ons heeft in het leven buiten kamp wel eens een aanvaring gehad met een monster. Op Kamp Halfbloed vinden we het belangrijk om jullie op die confrontaties voor te bereiden. Daarom vonden Chiron en ik het en goed idee om die confrontaties dan ook te oefenen. In het bos zitten een heleboel monsters verstopt en elk van hen heeft een aantal vlaggen aan zich vasthangen. Het doel is simpel: bemachtig in team zoveel mogelijk vlaggen binnen de twee uur en word zo als overwinnaar uitgeroepen. Het winnende team wordt de rest van de week vrijgesteld van hun klusjes. Vragen?"

    Hieronder vind je de teamverdeling terug en het eerste monster dat dat team tegenkomt op hun wandeling in het bos. Je kiest zelf hoe die confrontatie gebeurt, of die succesvol of niet verloopt en of je al dan niet andere kampers tegenkomt en de handen in elkaar slaat (of zelf met de vlaggen probeert te gaan lopen - maar bespreek dat wel even met elkaar zodat er niemand gaat wenen ofzo). Lees ook de wikipagina na zodat je er een idee van hebt hoe bepaalde monsters verslagen kunnen worden, want ze zijn niet allemaal even gemakkelijk.

    Team 1: Petra & Silas - één basilisk met 5 vlaggen op verschillende plaatsen rond zijn lijf.
    Team 2: Kat & Chia - Niets
    Team 3: Wyn & Hazel - 3 skeleton warriors met elk 2 vlaggen (rond hun hoofd en aan hun enkel)
    Team 4: Jules & Caesar - één reusendas met 2 vlaggen (rond zijn linker-achterpoot en zijn rechter voorpoot)
    Team 5: Blue & Aldara - 2 amphisbaenae met elk twee vlaggen op verschillende plaatsen rond hun lijf
    Team 6: Hytham & Sayah - 3 skeleton warriors met elk 2 vlaggen (rond hun hoofd en aan hun enkel)
    Team 7: Mart & Ivan - Niets
    Team 8: Aris, Sam & Ciri - één vleesetend paard met twee vlaggen (rond zijn nek en rond zijn staart)
    Team 9: Serena & Aurora - één reuzenslang met drie vlaggen op verschillende plaatsen rond zijn lijf
    Team 10: Diana, Aliva & JJ - 10 Stymphalische vogels met elk één vlag rond een pootje
    Team 11: Dayze & Nick - één hellehond met drie vlaggen (één rond zijn nek, één rond zijn voorpoot en één rond zijn staart)
    Team 12: Vi & Caolan - één reuzekrab met vir vlaggen (één rond elke poot)
    Team 13: Leonid & Carter - één carnivorisch schaap met drie vlaggen (één rond een voorpoot, één rond een achterpoot en één die niet zichtbaar is door de wol rond zijn lijf)
    Team 14: Augustus & Izzy: één reuzeschorpioen met drie vlaggen (twee rond zijn voorste scharen en één rond zijn angel)

    [ bericht aangepast op 2 april 2024 - 12:46 ]


    help

    What's the matter — afraid of temptation?

    Caolan Doyle







          20      ✦      Hecate      ✦      At the Camp      ✦      With Dayze.

          ”Ja, C. Ik ben me bewust van jouw buffel armen, maar sluit de mijne niet uit, wil je?”
    Een geamuseerde trek verscheen op Caolan’s gezicht. Oh nee, hij zou beslist de hare niet uitsluiten want hij wist hoe sterk de dame werkelijk kon zijn. Met haar slanke lichaam vertoonde ze misschien in het eerste oogopslag niet direct de kracht die Caolan wel uitstraalde, wat mede ook kwam doordat hij uren aan een stuk met sport bezig wist te zijn, maar dat nam niet weg dat de roodharige behoorlijk sterk was. Per slot van rekening droeg ze nu ook uitgerekend zijn tas met gewichten door het kamp heen en dat was beslist niet licht te noemen. Hij vroeg daarom dan maar of iedereen van afgelopen zomer er nu ook weer was.
          ”Eh — de meesten wel. Ik kan me zo even niet bedenken —,” reageerde Dayze terwijl zijn cabin steeds dichterbij kwam. “Oh C, blijkbaar heeft je ma niet stilgezeten, want je hebt een nieuwe jongen in je hutje. Jules heet hij. Maar zoals je waarschijnlijk wel kunt raden, heb ik hem nog niet gesproken, dus verder kan ik je niet inlichten over je nieuwe familielid.” Een veelzeggende lachje verliet haar lippen, onderwijl Caolan glimlachend een keer met zijn hoofd schudde. Het verbaasde hem helemaal niets dat ze Jules nog niet gesproken had. Nieuwe mensen trokken Dayze nu eenmaal niet zo aan en ze bleef veel liever vanop een afstandje toekijken, tot degene in kwestie zelf de ballen had om op haar af te stappen. Jules echter, kon maar beter de ballen hebben om bij haar vandaan te blijven.
          ”Ik weet wie hij is,” reageerde Caolan, waarbij hij zijn gezicht neutraal probeerde te houden. Hij wist wie Jules was, net als Aurora was hij een deel van hem, maar daar hield het ook bij op. Alles wat Caolan over de jongen te weten was gekomen, en dat was niet eens bijster veel, had hij van zijn lieftallige tweelingzusje gehoord. Toch was er iets aan de paar vage beelden die hij gezien had, waardoor Caolan betwijfelde in hoeverre de twee broers ooit hecht zouden gaan worden.
          ”Oke, de rest moet je zelf doen,” bracht Dayze uit, eens ze zijn cabin bereikt hadden. En hoewel haar manier van doen er heel charmant uit gezien had, hoe ze bijna door zijn tas met gewichten onderuit gehaald werd, maar haarzelf prima wist te redden door haar balans te bewaren, wist Caolan dat het pure timing was. Hij grinnikte zacht een keer. “Ik sta er van te kijken dat je überhaupt zover gekomen bent nog,” plaagde hij de roodharige, waarbij hij voorover boog om de tas op en te ritsen en de flappen wat uit elkaar duwde waardoor een paar dumbbells zichtbaar werden.
          ”Dankjewel,” zei Caolan echter vervolgens, oprecht. Tot hij zag hoe Dayze veranderde — hoe ze op haar onderlip beet, een teken van nervositeit, en in de verte staarde naar niets in het bijzonder. De beelden van eerder flitsen weer door Caolan’s hoofd heen, maar nog altijd wilde hij er niet direct zelf naar vragen. In plaats daarvan rammelde hij wat aan de houten deur van zijn cabin en gooide hij deze open op het moment dat het slot meewerkte.
          ”Eh C,” zei Dayze, waarop ze direct zijn volledige aandacht had. Caolan volgde het knikkende gebaar dat ze naar het Grote Huis maakten. Daar ging de deur plots open en druppelde één voor één de HC’s naar buiten. Caolan fronste zijn wenkbrauwen. “voordat je dadelijk gebombardeerd word met alle info. Er ehm, is iets gaande op het kamp en ze hebben zojuist een meeting gehad om dit te bespreken.” Voorzichtig liet Caolan zijn laatste tassen zakken, die wederom met zachte ploffen bij zijn voeten op de grond terechtkwamen. Onderzoekend keek hij Dayze aan en merkte hij op dat de onrust in zijn eigen lichaam wat meer toenam.
          ”Alicia is al 3 dagen onvindbaar.”
    Het ging vanzelf. De koele bries die even op kwam zetten en het zand los van de grond blies, takjes naar opzij bewoog waardoor een paar oude bladeren alsnog los raakten. Een doffe bons klonk in Caolan’s bewustzijn en zijn eigen bijzondere gave, een klein stukje van de magie die alleen hij bezat, streek over het terrein van het kamp heen, tussen de verschillende cabines door — zoekend naar dat ene felgekleurde lichtje, de rijkelijke kleuren van haar ziel, waarvan Caolan wist dat ze bij Alicia hoorde. Er was veel meer dat hij nog kon doen, maar nu wilde hij het slechts zeker weten. En ze was er inderdaad niet.
          Dan beseft hij wat het precies is dat hij eerder gezien had, de illusies die Dayze hem (al dan niet onbewust) getoond had. Ze waren slechts momenten geweest vlak voor Alicia verdwenen was, waarna de roodharige alleen was achtergebleven. Zonder meteen iets te zeggen stak Caolan zijn hand naar haar uit, liet deze via haar schouder langs haar nek glijden, naar de andere schouder toe terwijl hij haar voorzichtig tegen zich aantrok voor een kort troostend gebaar. Op iemand anders zou hij boos zijn geworden. Die had hij wellicht al vloekend voor de voeten gesmeten met waarom hij of zij niet meteen iets tegen hem gezegd had, maar met Dayze wist hij waarom. Van Dayze wist Caolan waarom ze het hem niet meteen verteld had en hij vervloekte zichzelf voor een klein deel dat hij er niet was toen ze er achter kwam.
          ”We vinden haar wel,” bracht hij uit, vastberaden. Dat moest gewoon. Dayze. . ze was al zoveel verloren. “Heb je een idee van wat ze daar besproken hebben?" Dit keer knikte Caolan naar het Grote Huis, liet hij Dayze weer los en schoof zijn tassen zo de cabin in met het idee ze later wel uit te pakken. Als ze nu, drie dagen later, nog steeds niks gevonden hadden, dan hoefde hij de voor de hand liggende vragen al niet meer te stellen; er was geen enkel spoor achter gelaten. “Want ik mag toch hopen dat ze na drie dagen wel besluiten om tot wat meer actie over te gaan.” Uit de diepte van een van zijn broekzakken haalde hij het verfrommelde pakje sigaretten tevoorschijn, tezamen met een aansteker. Caolan stak een sigaret op, blies de rook kringelig weer uit en staarde een paar tellennaar het Grote Huis, vlak voor hij weer naar Dayze keek.
          ”Vertel me meer, alsjeblieft? Ik wil de info van jou horen, niet van hun.”


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    The scar I gave you, how does it feel? Like love. I thought we hated each other. That too.

    Sayah Argyris







          21      ✦      Nemesis      ✦      The Big House —> Ziekenzaal      ✦      With Milan —> Hytham

          ”Lopen we niet te hard van stapel?” reageerde Petra.
    Sayah trok haar wenkbrauw op. Ze waren drie dagen verder, wat was er nu werkelijk gedaan? Niets. Of althans, niets wat daadwerkelijk tot actie geleid heeft. “Ik bedoel, natuurlijk moeten we een queeste organiseren om haar terug te halen, maar we weten niet eens waar we moeten beginnen zoeken.” Sayah sloeg haar armen over elkaar, voorkwam zo dat ze met haar vingers begon te friemelen en beet bedenkelijk op de binnenkant van haar wang. “Heeft iemand C misschien al gevraagd om een locatie spreuk uit te voeren zodat we een beter beeld kunnen krijgen? Dat zou hij in principe moeten kunnen, toch?”
          ”Dat en het feit dat hij vast haar ziel ook wel kan voelen. . .” als ze nog leeft. De laatste woorden sprak Sayah opzettelijk niet uit, mede ook omdat ze weigerde te geloven dat Alicia er helemaal niet meer zou zijn. “Luister, Petunia,” doorbrak Meneer D. op ongeduldige wijze. “Meestal kan ik wel aanduiden waar jullie rotkinderen uithangen, als ik even heel hard mijn best doe.” Sayah zei niks, snoof slechts een keer kort en keek naar haar voeten toen ze met de neus van haar linkervoet een keer over de vloer heen schoof.
          ”MAAR,” ging de man verder. “Alice is van mijn radar verdwenen. Tenzij we Hekate hier zelf even kunnen krijgen om wat abracadabra te doen, heeft een miezerig spreukje van één van haar telgen helemaal geen nut. En ik heb geen idee waar Hekate tegenwoordig rondhangt - en ik ga haar ook niet zoeken."
          Sayah trok haar wenkbrauw op. Ze was beslist niet hecht met de Hecate kinderen, of toch de meeste van hen niet, maar om de spreuken en krachten nu perse miezerig te noemen? Een korte ‘humpf’ verliet Sayah’s mond en net wanneer ze rond keek, ving ze Petra’s blik. “Misschien is een queeste dan toch het beste idee? Misschien kunnen we Hekate of één of andere andere magiër lokaliseren om ons te zeggen waar Alicia is? Tenzij het Orakel enige wijsheid te spuien heeft?”
          "Daarvoor hebben we eerst een queeste leider nodig - die moet mij de juiste vraag stellen,” reageerde Rachel toen Petra de laatste vraag haar kant op schoof. “Ik stel me beschikbaar,” stootte Sayah uit, want was als er straks weer iemand verdween? Of wat als dit Hytham was geweest? Sayah slikte en rechtte haar rug standvastig. Echter, net toen ze nog wat meer wilde zeggen — of vragen — ging de deur van het Grote Huis weer open. Sayah’s hart sloeg over toen ze zag wie er binnen kwamen, wat niets te maken had met Neil, maar juist met de donkerharige die hij ondersteunde. Maeve. Maar, als zij hier was dan betekende dat. . . Haar blik schoot zoekend naar de deur achter het tweetal, maar die was alweer dicht.
          ”Hytham,” fluisterde Sayah geluidloos toen haar blik met dat van Maeve kruiste. Een zwakke glimlach vormde zich op het gezicht van de brunette terwijl ze door Neil naar een stoel gebracht werd. Ze zag er. . . goed en slecht uit. Bleek, maar toch met wat kleur op haar wangen. Zwak, maar tegelijkertijd ook weer aangesterkt. Wat alleen maar kon betekenen dat hun queeste, zoals ieder andere, niet zonder slag en stoot verlopen is. Met een knikje gebaarde Maeve naar buiten ten teken dat haar tweeling wederhelft niet ver weg meer was. Ze waren terug. “Het spijt me, ik moet even —” zei Sayah gehaast, waarop ze Milan’s hand vluchtig weer pakte om er een kneepje in te geven. “Ik ben zo terug, maar ik moet naar mijn broer.”
          Na die woorden liep Sayah richting de deur, klaar om naar buiten te lopen, maar niet zonder nog één keer een blik over haar schouder heen te werpen. “Ik meende wat ik zei, ik stel me beschikbaar voor de quest." Met een hand op de deurknop trok Sayah de deur naar buiten op, sprintte ze van de trap af naar beneden en stoof ze op de allereerste plek af waar ze de meeste kampleden als eerste naar toe gingen, zodra ze terug kwamen van een queeste; de ziekenzaal. Sayah rende de weg er naar toe en kwam zowat slippen tot stilstand toen ze de zaal bereikt had. Haar lange donkere haren sloegen de snelle vaart langs haar wangen af naar voren.
          ”Hytham!” riep ze uit toen ze de jongen zag staan in het bijzijn van Hazel. “Oh…” reageerde de blondine op haar beurt. “Ik laat jullie wel alleen,” vervolgde ze snel en tegen Hytham zei ze: “Doe voorzichtig en rust goed uit.” Een dankbare gloed verscheen op Sayah’s gezicht toen Hazel haar passeerde op weg naar buiten en zodra de blondine weg was sprong Nemesis’s dochter op haar broer af. “Ben je oké? Je was niet erg gewond, toch? Is alles goed gegaan — is het gelukt?” Zonder helder na te denken dook Sayah in Hytham’s armen voor een omhelzing en snoof ze zijn welbekende geur diep op nu hij eindelijk, na een paar lange weken, weer terug was.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Aldara Peyton






          20      ✼      Athena      ✼      Pegasi fields      ✼      With Katarina

    Hoewel ze het vliegen bij vlagen doodeng vond, ervaarde Aldara de lucht wel als een heerlijke plek. Ze was er vrij en gaf haar het gevoel om openhartig te kunnen zijn. Al helemaal als ze met Kat vloog. Vliegen met haar beste vriendin was toch altijd wat speciaals en nu dus ook weer. Het was het moment dat ze elkaar moed inpraten, zorgden dat ze beiden hun waarde wisten, ondanks wat anderen zeiden. Na Kat’s compliment voelde Aldara dan ook de nood om haar vriendin van hetzelfde te verzekeren. Wat ze zei was niet alleen op Aldara van toepassing.
          ‘Waar hoop je te komen met die vleierij?’ vroeg Kat, duidelijk niet wetend hoe ermee om te gaan. Het deed Aldara voorzichtig glimlachen. Ze waren beiden niet geweldig met het ontvangen van complimenten, dat wist ze ook wel van zichzelf, maar het bleef op een manier grappig om te zien hoe Kat van haar verschilde.
          ‘Nergens,’ merkte Aldara nonchalant op, ondertussen haar schouders ophalend. ‘Ik spreek alleen de waarheid, die is soms ook belangrijk om te uiten.’ Een grijns verscheen ondertussen op haar lippen, al kon ze het niet laten om Kats blik naar beneden te volgen. Het kamp was in rep en roer en deed haar herinneren dat ze zo nog eigenlijk een les moest geven, al helemaal nu Sayah op de meeting was.
          ‘Maeve, Blue en Hytham moeten terug zijn,’ merkte Kat op over de bezigheid op kamp. Ze had blijkbaar betere ogen dan Aldara, want zelf had ze nog geen van de drie gezien. ‘Ik zou zo eigenlijk les moeten geven, maar daar heb ik vandaag helemaal geen zin in,’ vervolgde Kat, haar gedachten over lessen lezend. ‘Hoe kwaad schat je dat Chiron op me zou zijn als ik mijn taken negeer? De Demeterkinderen kunnen het toch even best alleen aan, nee?’
          ‘Ik hoop dat hun quest goed is verlopen, Sayah zal dan ook wel weer een stuk relaxter zijn.’ Haar andere beste vriendin was nu eenmaal overbezorgd over haar broer en zijn afwezigheid had haar weinig goed gedaan. ‘Heb je ze alle drie al gezien?’ Zelf speurde ze ook de grond beneden af, maar zo gauw zag ze verder niemand die één van hen zou kunnen zijn.
          ‘Je zou kunnen zeggen dat je je plots niet lekker voelt? Dat lijkt me beter dan helemaal niet komen opdagen.’ Hoewel Aldara van mening was dat afleiding Kat goed zou doen, kon ze ook begrijpen dat lesgeven net iets te veel gevraagd was. ‘Al kan ik niet bij je in de lucht blijven, ik heb helaas ook mijn les en Sayah is er al niet. Ik moet wel, helaas.’ Zelf had ze ook bijzonder weinig zin, maar haar plichtsgevoel was een stuk sterker. Ze kon het niet maken om de les op het laatste moment niet door te laten gaan, puur door een gebrek aan motivatie.
          ‘Kom, laten we weer teruggaan. Dan kun je de Demeter kinderen vertellen dat je je niet lekker voelt en dan kan ik wat kinderen gaan entertainen met verhalen over monsters.’ Het was ergens toch jammer dat ze het luchtruim weer moesten verlaten, maar de plicht riep.



    Caerwyn Teague
    son of aphrodite | close to the big house (milan)




    sorry if i looked interested.
    i'm not.





    "Dus ja, ik wilde gewoon even zeggen dat Mart een idioot is en dat ik nu wel beter weet," zei Kat met een beschaamde glimlach. Ze krabde aan haar blote arm. Wyn staarde haar even aan. Haar blik leek overal heen te gaan behalve in de richting van de zijne. "Het spijt me, Wyn."
         
    Het is oké, wilde hij eigenlijk zeggen, maar Wyn had even geen woorden. Kat had hem nooit zo erg gepest als Mart, maar ze had vaak genoeg mee gelachen toen haar oudere broer er plezier uit haalde Wyn dag in dag uit te teisteren. Dus nee, het was eigenlijk helemaal niet oké. Hij deed zijn mond open om iets te zeggen, om aan te geven dat hij er even over moest denken, dat hij apprecieerde dat ze haar verontschuldigingen aanbood, maar dat die niets betekenden als ze niet van plan was haar gedrag aan te passen. Of de moeite te doen tegen Mart in te gaan.
          Tijd om iets te zeggen had hij helaas niet. Hij hoorde een doffe dreun naast zich, gevolgd door gelach en gezoem. Wyn draaide zich met een ruk om; Mart had een boog in zijn handen en een kille glimlach op zijn gezicht en Wyn fronste, niet helemaal mee met wat er zonet gebeurd was. Toen boorde een scherpe steek zich door zijn hand en Wyns hart zakte in zijn schoenen. Hij hoorde Kat naast hem iets obsceens naar haar broer roepen, voelde haar aan zijn arm trekken, maar Wyn kon zich niet bewegen. Zijn hele lijf leek in brand te staan. Zijn huid jeukte zo erg dat hij de volgende steek niet eens voelde; of die daarna. Of de steken daarna. Zijn hand tintelde; het voelde alsof hij niet eens meer aan zijn lijf hing. Kat schudde harder aan zijn schouders, trok hem achteruit, en Wyn viel op zijn knieën terwijl hij naar adem hapte. Er kwam geen lucht binnen. Hij kon Kat niet eens zeggen dat hij allergisch was, had geen EpiPen bij zich om in haar handen te duwen. Hij was al jaren aan het sparen om er één te kunnen kopen, om toch die veiligheid te hebben die zijn vader hem weigerde te geven. Niet dat hij er ooit zou geraakt zijn met zijn kleine beetjes zakgeld, maar het was de gedachte geweest, dat hij moeite deed om zichzelf te beschermen. Er kwam een verstikt geluid uit zijn keel en hij hoorde Kat vloeken, hoorde Marts gelach echoën in zijn oren terwijl hij een andere stem hoorde schreeuwen. Hij voelde hoe iemand hem onder zijn oksels overeind trok, en toen werd alles zwart.


          "Niet bewegen," mompelde Ciri zacht. Wyn wilde lachen - zo dom was hij niet. Tegelijkertijd wilde hij luid vloeken, wilde hij de boog laten vallen in de hoop dat het beestje zou wegvliegen. De jeugdgevangenis had een klein koertje gehad; dat was het enige dat hij ooit van het grote 'buiten' had meegemaakt in de laatste twee jaar. Het was zijn eerste dag buiten in een bos en het leek net alsof de insecten hem konden ruiken, alsof ze een of andere zieke manifestatie van Marts pestgedrag waren en hem moesten komen uitlachen vanaf het moment dat ze zijn geur opvingen.
          Ciri kwam langzaam dichterbij. "Hij zal zo wel weer wegvliegen..." Of misschien hebben schikgodinnen beslist dat ik maar één dagje achttien mag zijn. En dan had hij niet eens de kans genomen om nog eens dag tegen Hazel te zeggen. Zou ze een tweede keer zijn leven kunnen redden? Zou ze dat kunnen? Hij herinnerde zich haar slaperige gezicht, toe ze naast hem (of eerder in zijn armen) wakker werd in de ziekenboeg. Heel even was ze zo dichtbij geweest. Wyn had amper een centimeter moeten overbruggen om...
          De wesp vloog weg en Wyn kon weer ademhalen. Hij knipperde met zijn ogen, alsof hij wakker werd uit een droom.
          "Kust is weer veilig," zei Ciri. Wyn keek haar zijlings aan, ergens beschaamd omwille van zijn reactie. Hij voelde zich dramatisch, wat hem des te dankbaarder maakte dat Ciri er helemaal niets van zei.
          "Rotbeesten," mompelde Wyn. Was je een halfgod en overleefde je de ergste monsters die Hades kon uitspuwen; kon je zomaar ineens doodvallen door een speldenprik. Wyn vervloekte in stilte zijn moeder, die het hele feit zo ontzettend romantisch vond, zoals ze hem een paar maand geleden persoonlijk was komen zeggen.
          Ciri nam Wyn mee naar een open plek in de buurt. Wyns houding was relatief oké, maar hij kon ook zonder te schieten aangeven dat zijn vaardigheden met de boog enorm waren afgenomen in de laatste twee jaar. Hij suggereerde dat ze de volgende keer misschien moesten starten met niet-bewegende doelwitten, maar merkte ergens toch dat hij er plezier in had om het wapen weer in zijn handen te hebben. Ciri corrigeerde zo nu en dan zijn houding; niet dat dat veel uitmaakte, want hij raakte toch niets en jaagde met zijn gemiste pijlen al het andere wild weg. Bijna lachte hij toen hij Ciri's beteuterde blik zag toen ze zichzelf tevreden moest stellen met een handje braambessen. Bijna bedacht hij zich dat hij Kamp eigenlijk best gemist had, dat hij hier wel en paar dagen extra zou kunnen blijven. Hij duwde die gedachte weg toen ze in de richting van het paviljoen wandelden.
          "Zo te zien is de meeting ook weer voorbij," zei Ciri toen ze het Grote Huis passeerden. Wyn volgde haar blik, betrapte zichzelf erop dat hij op zoek ging naar Hazels blonde haren (wat belachelijk was, hij had haar daarnet het het gebouw zien verlaten) en merkte uiteindelijk zijn broer op. "En daar is je broer," zei Ciri op exact hetzelfde moment. Wyn bleef staan, zijn handen in zijn broekzakken, terwijl ze in de richting van de eettafels wandelde, negeerde de nieuwsgierige blikken van de andere kampers die plaats begonnen te nemen.
          "Ik ga mijn spullen opruimen en deze bramen eens wassen. Ik zie je straks misschien, oh en Caerwyn," zei Ciri, en de klank van Wyns volledige voornaam deden hem even fronsen, "fijn om je weer terug te zien." Ze glimlachte. Wyn knikte in haar richting ter erkenning, maar een bedanking kwam niet over zijn lippen. Toen Ciri zich omdraaide, wendde hij zijn blik af en liep hij Milan tegemoet.
          "Is er iets interessants gezegd?" vroeg hij toen Milan binnen gehoorsafstand was. Hij knikte in de richting van het Grote Huis.

    [ bericht aangepast op 14 aug 2023 - 20:43 ]


    help

    Hytham Argyris







          21      ✼      Nemesis      ✼      At the infirmary      ✼      With Hazel

    De quest bleef hem dwarszitten. Hij had het tot een goed einde willen brengen, maar in plaats daarvan had een kraken bijna hun leven gekost en Hytham kon gewoon niet de waarom vinden. Waarom was die kraken daar, waarom viel het hen zo agressief aan? Was het echt toeval of stak er meer achter? Er moest wel meer achter steken en het vast met hem te maken, hij moest hebben gefaald in iets. Vermoedens die hij uitsprak, al had Hazel duidelijk andere ideeën.
          ‘Ik denk niet dat je moeder zoiets zou doen. Wat is geweest, is geweest. Je kunt er nu toch geen verandering meer in brengen, dus probeer je er niet al te druk over te maken.’ Hytham knikte gedwee, maar loslaten was iets wat hij moeilijk bleef vinden. Hij liet niet makkelijk los, zowel wrok naar anderen als dingen die hij zichzelf kwalijk nam. Het zou nog wel even duren voor hij de quest eindelijk achter zich kon laten.
          De pijn die Hazel bij hem wegnam, gaf een hoop verlichting. Al voelde hij zich er ook schuldig om, de pijn die zij wegnam, leek haar kwaad te doen. Hytham wilde niet dat anderen pijn zouden lijden om hem, dus gelukkig kwamen hij en Hazel al gauw overeen dat ze beter op de traditionele manier door konden gaan. Hij kon het hebben.
          ‘Nee hoor, ik doe dit soort dingen dagelijks. Het is zo’n beetje mijn werk hier,’ merkte ze nog op over de splinters, waarschijnlijk denkend dat hij hem oplappen over het algemeen bedoelde. Hij dacht zelf specifiek over de splinters, maar hij liet het maar gaan, Hazel had al genoeg aan haar hoofd.
          ‘Het scheelt dat het je passie is,’ sprak hij haar nog lovend toe, een glimlach op zijn lippen. Hazel was hier inderdaad elke dag te vinden, maar het plezier dat ze er over het algemeen in had, was duidelijk. Ze was er ook de juiste persoon voor, want ieder die hier kwam voelde zich gehoord en dat ze de aandacht kregen die ze nodig hadden. Zelfs nu ze doodop leek, hielp Hazel hem nog met de vriendelijkheid die hij van haar kende. Lang niet iedereen was zo en dat moest hij haar vertellen.
          ‘Ik ben blij dat ik kan helpen,’ vertrouwde ze hem nog toe om dan haar taak af te ronden. ‘Zo, dat is geregeld. Nu veel rust houden en voorlopig geen quest meer,’ klonk ze streng en Hytham glimlachte meewarig. ‘En vergeet niet-.’ Ze viel plots stil en verward keek hij haar aan, volgde haar blik. Iemand buiten had blijkbaar haar aandacht getrokken, maar zo gauw zag Hytham niemand gewond lopen of iets dergelijks. ‘Ik ben echt toe aan wat slaap, want ik dacht dat ik Wyn zag,’ gaf ze uiteindelijk als een uitleg en wat verward fronsde Hytham zijn wenkbrauwen.
          ‘Je bent inderdaad aan slaap toe, want zover ik weet is hij nog altijd verdwenen.’ Oeps, misschien ietwat ongevoelig, maar ergens was Hytham nog steeds blij dat Caerwyn niet meer op Kamp Halfbloed te vinden. De jaloezie en wrok die hij jegens de jongen voelde, werd elke keer weer aangewakkerd als zijn naam genoemd werd, al probeerde hij dit gevoel nu voor Hazel te negeren. Het was Caerwyn die Hazels hart had gestolen en toen gebroken. Een hart dat hij niet had kunnen lijmen, al wist hij ook wel dat dit niet alleen Caerwyns schuld was. Toch bleef hij de jongen liever ver uit Hazels buurt zien.
          ‘No way dat hij hier is toch? Dan had hij vast wel wat gezegd. Toch?’ vroeg ze nog twijfelend. Ondertussen gaf ze een blokje ambrosia aan hem en dankbaar nam hij het aan. Hopelijk zou dit hem helpen zijn pijn minder te voelen, samen met de rust die hij inderdaad wel nodig zou gaan hebben.
          ‘Ik denk dat hij je inderdaad wel wat had laten weten,’ merkte hij voorzichtig op. Caerwyn bleef een gevoelig punt voor hem, maar hij wilde Hazel ook niet laten weten hoe hij daadwerkelijk over de jongen dacht. Hij wist dat het haar pijn zou doen en hij gaf nog te veel om haar daarvoor.
          ‘Hytham!’ klonk opeens en direct zocht Hytham met zijn ogen de persoon die bij die vertrouwde stem hoorde. Sayah. Hij voelde direct een warm gevoel binnenin toen hij zijn tweelingzus zag en een brede glimlach verscheen op zijn lippen. Het was goed om haar eindelijk weer te zien.
    ‘Oh… Ik laat jullie wel alleen. Doe voorzichtig en rust goed uit,’ drukte Hazel hem nog op het hart, maar hij hoorde haar al nauwelijks meer. Zijn aandacht was nu vol op Sayah, welk op hem afgerend kwam zodra Hazel zijn zijde had verlaten.
          ‘Ben je oké? Je was niet erg gewond, toch? Is alles goed gegaan — is het gelukt?’ vuurde ze direct een hele serie aan vragen op hem af. Ze trok hem in een knuffel en ondanks dat Hytham de pijn die dit hem gaf wilde negeren, kwam er toch een klein kerm geluidje uit hem.
          ‘Sorry,’ verontschuldigde hij zich direct, hopend dat hij hiermee zijn tweelingzus niet direct nog bezorgder had gemaakt. ‘Ik ben oké, al voel ik me nog behoorlijk beurs van al de splinters die zojuist nog in mijn lichaam zaten. Hazel heeft goed werk geleverd.’ Hopelijk hielp het om Sayah rustig te krijgen, al zou het hem weinig verbazen als ze hem de komende dagen nog strak in de gaten hield om zeker te zijn dat hij oké was.
          ‘Het is gelukt,’ ging hij verder nog in op haar vragen. ‘Alhoewel tegen een prijs. Een kraken overviel ons op de tocht naar huis. Dank de goden dat ik Blue had meegevraagd, hij heeft ons gered.’
          ‘Is alles oké op kamp?’ vroeg hij haar eenmaal zij uitgevraagd was. ‘Naast de verdwijning van Alicia dan, Hazel vertelde me dit al.’ Hij zuchtte even en nam toen Sayahs handen in de zijne. ‘Hebben jullie iets kunnen besluiten tijdens de meeting? Gaan jullie haar zoeken?’ Hoopvol keek hij haar aan. Hoewel hij Alicia zelf niet echt kende, wist hij hoeveel ze betekende voor enkele van zijn vrienden en hij hoopte heel erg dat het allemaal goed zou komen.




    Serena Rae O’Connor

    19 Ψ Daughter of Poseidon Ψ Canoe Instructor Ψ With Blue Ψ Infirmary

    Na een tweede poging gedaan te hebben om een gesprek met Jules aan te gaan, waren ze met z’n drieën ongeveer gelijktijdig aangekomen bij the Big House voor de HC-vergadering waar Serena eigenlijk niet eens hoorde te zijn. Niet dat ze verwachtte dat ze weggestuurd zou worden, zeker nu Blue niet in staat bleek om zelf aanwezig te zijn. Daarnaast: hoe meer mensen wisten van Alicia’s verdwijning en het kamp’s plan van aanpak, hoe beter.
          Toch besloot Serena niet om haar geluk te testen en bleef ze ergens achter in de ruimte hangen, verstopt in een hoekje van de ruimte. Ze luisterde mee, maar voegde zelf niks toe aan het gesprek. Rachel, het huidige orakel, opperde dat de verdwijning te maken had met haar profetie van vorig jaar. Serena negeerde die theorie liever, wilde niet geloven dat de profetie was uitgekomen. Het betekende dat iedereen op dit kamp gevaar liep, en dan niet alleen voor hetzelfde lot als Alicia.
          Chiron leek er echter anders over te denken en wilde alle opties open houden. Serena betwijfelde of er een onschuldige reden voor Alicia’s afwezigheid was. Nu kende ze het meisje niet heel goed, maar haar onderbuikgevoel zei dat Rachel gelijk had. Zeker toen Gus aankaartte dat de dochter van Iris nooit zomaar zou vertrekken zonder dit te melden. Sommige head counselors leken echter maar wat graag te willen geloven dat er een makkelijke verklaring was, dat deze verdwijning niet het begin van het einde was.
          Uiteindelijk werd er besloten om een queeste op te zetten om Alicia te vinden en terug te halen. Serena besloot dat dit het moment was om te vertrekken. Ze had geen interesse om daaraan deel te nemen. Haar laatste queeste zat nog vers in haar gedachten en ze had nog bepaald niet het interesse in Chiron, Mr. D of Izzy teruggevonden. Niet te vergeten dat ze zich mega schuldig voelde tegenover Aurora. Gelukkig had deze dame al jaren geleden het kamp verlaten. Sowieso leek de vergadering aan z’n einde te komen. Het werd tijd om Blue eens te gaan zoeken.
          Het was inmiddels lunchtijd, maar Serena verwachtte niet dat haar halfbroer zo kort na terugkomst al vrolijk aan de Poseidon-tafel zat, ongedeerd en vol verhalen. Nee, waarschijnlijk bevond de jongen zich aan het water, hun gezamenlijke comfort plek.
          Haar maag bromde hongerig. Serena negeerde het. Ze zou niet doodgaan aan iets later dan normaal. Met doelgerichte stappen verplaatste ze zich naar het strand. Zodra Serena het zand onder haar schoenen voelde, stopte ze met lopen en keek ze rond. Daar waar ze verwacht had Blue te vinden, was hij niet. Eerdere blijdschap maakte plaats voor verwarring en angst. Als hij niet hier was, dan was hij waarschijnlijk in de ziekenzaal, wat betekende dat hij gewond was geraakt, wat weer betekende dat hij misschien wel had kunnen doodgaan.
          Serena zette een sprintje naar de ziekenzaal. Bij aankomst liep ze tegen een tafeltje aan die daardoor omviel en een kletterend geluid maakte. “Shit,” mompelde ze, al maakte ze geen aanstalten om het op te ruimen. Zeker niet toen ze Blue in een van de bedden spotte. Ze begroette kort Sayah en Hytham, die ook aanwezig waren, vooraleer ze richting haar slapende broer wandelde. Hij zag er vredig uit en tijdens Serena’s eerste inspectie kon ze geen verwondingen op zijn lichaam vinden.
          Serena ging naast hem op een van de stoelen zitten en drukte hem zachtjes in zijn zij. “Blue, hey Blue,” zei ze zacht. “Is er leven daarbinnen?” Ze drukte wat harder. Misschien moest ze hem in water onderdompelen, daar kreeg hij altijd hernieuwde energie van, toch? Al leek er in de ziekenboeg niet genoeg water te zijn om dat uit te voeren. Serena beet zachtjes op haar lippen en keek rond.
          Ze prikte haar broer opnieuw. “Wordt eens wakker,” zei ze, waarna ze diep adem haalde en achterover leunde in haar stoel. Zou Augustus als zoon van Hypnos in staat zijn om mensen uit hun slaap te halen? Ze had het hem nooit gevraagd.
          Gelukkig duurde het niet lang voordat Blue ontwaakte en zijn ogen weer opende. De glimlach op Serena’s gezicht werd groter en ze sprong op uit haar stoel.
          “Blue!” riep ze, blij om hem weer te zien, levend en al. Ze hielp haar halfbroer naar een zittende positie en omhelsde hem daarna innig.
          “Hoe voel je – je? Geen verwondingen? Hoe is het met de rest? Was de queeste succesvol? Alicia is vermist, er wordt gezegd dat het te maken heeft met Rachel’s profetie. Er komt een queeste om haar te zoeken en terug te halen,” ratelde Serena aan een stuk door zodra ze hem weer had losgelaten.
          “Ik heb je gemist,” zei Serena daarna. Ze omhelsde Blue opnieuw. “Vertel me alles.”



    [ bericht aangepast op 16 aug 2023 - 16:20 ]


    That is a perfect copy of reality.



    ~ Don’t confuse my personality,
    with my attitude.

    My personality is who I am,
    and my attitude depends
    on who you are ~




    ~ Where focus goes
    energy flows ~




    DAYZE NAYOMI TYSON
    19 — Daughter of Iris — Caolan


    Dayze stond met haar armen over elkaar toe te kijken hoe Caolan zich voorover boog om de tas – die haar zojuist bijna onderuit had gehaald – open te ritsen. ‘Ik sta er van te kijken dat je überhaupt zover gekomen bent nog,’ sprak hij wat in samenspel met zijn grinnik een gevoel van achterdocht bij haar achterliet. Ze kneep haar ogen wat tezamen en bleef naar de tas kijken tot de rits het einde had bereikt en hij haar toonde wat ze zojuist had meegesleept.
          ’Gewichten? Serieus?’ zuchtte ze en schonk hem een doodse blik. Dát was de reden dat hij niet wilde dat ze de tas zou dragen. Hij wist allang hoe ze zou reageren bij het zien van de inhoud van de tas en daarbij was het vast de zwaarste tas die hij bij zich had. Maar in plaats van voor te stellen om te wisselen met een andere tas, had ze een vermoeden dat hij geamuseerd had toegekeken hoe ze de tas steeds een stukje vooruit had gebracht. Ze schudde haar hoofd bij de gedachte aan de grijns die vermoedelijk zijn gezicht had gesierd.
          Ze hoorde zijn bedankje ergens in de verte, maar haar gedachten waren afgedwaald naar het Grote Huis. Hoe ze zich enkele seconden geleden weer in vertrouwde wateren bevond, bij de jongen die haar vanaf het begin in bescherming had genomen en zich ongevraagd over haar had ontfermd, had ze nu maar enkele seconden nodig om zich weer volledig terug te trekken in haar gedachten. Haar houding werd afstandelijk en ze was zich niet bewust van het feit dat ze zich even helemaal van Caolan afsloot, tot ze hem met het slot hoorde rammelen en zich weer bewust werd van zijn aanwezigheid. Dayze besloot hem in te lichten over de situatie.
          Dayze slikte haar ongemak weg alvorens ze de woorden sprak die ze nog niet eerder hardop had uitgesproken. Hoewel Caolan haar in een ergere staat had gezien dan nu, raakte ze er niet aan gewend om zich zo kwetsbaar op te stellen en toch wist hij het wel uit haar te krijgen zonder dat met woorden te hebben gevraagd.
          Dayze bleef in de verte staren, waar de mensen massa zich ondertussen uit de voeten had gemaakt – waarschijnlijk op weg naar de lunch die over enkele minuten geserveerd zou worden. Dat was iets wat ze zoveel mogelijk had proberen te vermijden, ze kreeg al een rilling bij de gedachte aan eten aan een tafel waar de afwezigheid van Alicia enkel werd uitvergroot. De stilte tussen haar en Dante raakte haar meer dan ze lief had, maar ze wist niet hoe ze die stilte kon verbreken. Dayze had zich de afgelopen dagen geprobeerd af te zonderen waar mogelijk en het deed haar pijn dat ze Dante niet kon ondersteunen bij haar verdriet of haar kon afleiden met small talk. Ze wisten beiden dat dit niet onder Dayze haar vaardigheden viel en toch voelde ze zich schuldig. Het moment dat Caolan in haar zicht was gekomen, voelde ze een bepaalde rust over zich heel vallen. Bij hem hoefde ze zich niet schuldig te voelen voor haar mentale afwezigheid.
          Ze voelde de vertrouwde arm achter haar schouders langskomen en hoe ze voorzichtig tegen zijn lichaam aan werd getrokken. Haar lichaam was gespannen, zenuwachtig over de uitkomst van de meeting en een eventuele update over waar Alicia zich zou kunnen bevinden. Ze kon haar lichaam niet overgeven aan zijn goedbedoelde aanraking en haar groenige poelen tuurde nog steeds in de verte – enkel waren ze nu een stuk vochtiger. Ondanks dat haar spieren zich niet konden ontspannen, wist hij altijd een manier te vinden om haar emoties er uit de drukken. Dit keer in de vorm van een traan die ongewild over haar wang naar beneden kroop.
          ’We vinden haar wel. Heb je een idee van wat ze daar besproken hebben?’ ditmaal was het Caolan die richting het Grote Huis knikte, ‘Want ik mag toch hopen dat ze na drie dagen wel besluiten om tot wat meer actie over te gaan.’. Dayze haalde haar schouders op en schudde haar hoofd. ‘Nee, maar ik ben blij dat Dante daar is en niet ik.’ Zei ze wat feller dit keer. Ze wist namelijk dat ze het gebouw niet zou hebben verlaten zonder een duidelijke conclusie al moest ze het uit iedereen trekken door te gaan schreeuwen. Want dat is wel hoe ze zich voelde – alsof ze niet gehoord werden en de schuld bij Alicia werd gelegd. En als Dayze haar emoties eenmaal vrij spel zou hebben gegeven in een meeting zoals die van zonet, zou ze niet weten wat haar krachten zouden hebben gedaan. Dat is de reden dat ze zich terugtrekt en zich zo min mogelijk betrekt bij de situatie of zich erover uitlaat. Ze kan niet terug naar het moment van drie jaar geleden toen ze als een wrak aan kwam op het kamp. Ze kan zich niet veroorloven om zichzelf te laten gaan zoals toen – zelfs niet voor Alicia.
          Dayze werd afgeleid door Caolan die in zijn zakken zat te frunniken waar hij vervolgens een pakje sigaretten vandaan toverden. Ze keek aandachtig hoe hij de slow killer aanstak en de nicotine zijn longen liet vervuilen. Ze had nooit achter zijn verslaving gestaan, maar ze snapte waar het vandaan kwam en de rust die het hem bracht – evenals het haar deed op de sporadische keren dat ze een sigaret tussen haar vingers had. Wat maakte het ook uit, als ze toch langzaam aan van het kamp zouden verdwijnen. Blijkbaar was geen enkele plek veilig voor halfgoden zoals zij. Dan kon een sigaret ook geen kwaad.
          ’Vertel me meer, alsjeblieft? Ik wil de info van jou horen, niet van hun.’

    Dayze hield haar gezicht strak en afstandelijk zodra ze bij Caolan’s cabin vandaan waren gelopen richting de eetzaal. Bij Caolan had ze zich even prijs gegeven, maar zodra ze hadden besloten om toch een blik te werpen op de eetzaal, was haar houding van de afgelopen 3 dagen weer teruggekeerd. Ze had het ondertussen he-le-maal gehad met de blikken van medelijden die haar gedurende de dag werden geschonken en haar verzameling aan opmerkingen die ze op haar beurt kon maken begon ook langzamerhand op te raken. Dus had ze besloten om haar lippen op elkaar te houden en enkel de mensen aan te spreken die haar als Dayze aankeken en niet als een zielig figuur die moest dealen met de verdwijning van haar zusje wat niet alleen haar, maar het hele kamp, in onzekerheid achterliet.
          Ze had Caolan onderweg ingelicht over de verdwijning van Alicia en herinnerde hem aan de uitspraak van Rachel die dit schijnbaar al eerder voorspelt leek te hebben. Dayze hoefde hem niet te vertellen over de blikken die ze kreeg – het was hem hoogstwaarschijnlijk al opgevallen. Naarmate ze dichterbij de eetzaal kwamen en meer kampleden in hun blikveld waren verschenen, werden ze zo nu en dan gestoord door mensen die Caolan begroette en zich vervolgens geen houding wisten te geven jegens Dayze. Die ze op haar beurt enkel afstandelijk aan keek
          Toen ze de eetzaal hadden bereikt, wachtte Dayze tot de laatste mensen zich naar binnen hadden gebracht alvorens ze in de deuropening bleef staan en iet wat tegen de deurpost aan leunde. Er was geen enkele mogelijkheid dat iemand haar aan de Iris tafel zou gaan zien vandaag. Ze wierp een blik naar Caolan die samen met haar binnen was gekomen en knikte in de richting van de tafels waar enkele van zijn vrienden hadden plaatsgenomen. ‘Ze hebben je vast gemist, ik zie je vanmiddag wel.’ Sprak ze zonder enige schijn op te houden dat ze oké was. Ze was hier niet voor het eten, ze was enkel aanwezig voor een update over de meeting en de situatie van haar zusje.


    'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'

    The scar I gave you, how does it feel? Like love. I thought we hated each other. That too.

    Sayah Argyris






          21      ✦      Nemesis      ✦      Ziekenzaal      ✦      With Hytham

    Totaal ondoordacht had Sayah zich op haar tweelingbroer gestort.De omhelzing was een waar ze naar snakte op het moment dat ze wist dat hij weer terug was, waardoor ze zich nu bijna blindelings in zijn armen had geworpen. Na weken gescheiden te zijn geweest waren ze eindelijk weer samen en de vragen rolden als een zoete waterval over haar lippen heen, ongerustheid hoorbaar in de klanken van haar stem. Het was het kermend geluidje dat Hytham maakte waardoor Sayah zich uiteindelijk snel weer terugtrok.
          ”Sorry,” bracht ze gelijktijdig met haar tweelingbroer uit. “Ik ben oké,” ging Hytham echter verder terwijl Sayah naar hem opkeek. “al voel ik me nog behoorlijk beurs van al de splinters die zojuist nog in mijn lichaam zaten. Hazel heeft goed werk geleverd.” Sayah fronste. Splinters? Wat hadden ze gedaan? Wat was er gebeurd tijdens hun quest? “Het is gelukt,” beantwoorde Hytham ondertussen haar verdere vragen. “Alhoewel tegen een prijs. Een kraken overviel ons op de tocht terug naar huis. Dank de goden dat ik Blue had meegevraagd, hij heeft ons gered.”
          ”Een kraken?” bracht Sayah uit, haar ogen een tikkeltje groter geworden. “Hoe is dat dan gebeurd?” hoorde ze zichzelf hardop afvragen terwijl een huivering langs haar ruggengraat naar omlaag liep. Het verklaarde in ieder geval waarom Hytham onder de splinters had gezeten en waarom Maeve overduidelijk nog niet helemaal genezen was.
          ”Is alles oké op het kamp?” vroeg Hytham haar op zijn beurt. Sayah wilde haar mond openen om hem te vertellen over Alicia, die drie dagen geleden spoorloos is geraakt, maar de jongen voor haar was haar voor. “Naast de verdwijning van Alicia dan, Hazel vertelde me dit al. Hebben jullie iets kunnen besluiten tijdens de meeting? Gaan jullie haar zoeken?” Zachtjes nam Hytham haar beide handen vast en met een hoopvolle blik keek hij haar aan.
          ”Ik weet niet of er daadwerkelijk al iets besloten is,” mompelde Sayah zacht terwijl ze de gesprekken van eerder terug voor de geest haalde. Het einde van de meeting had ze per slot van rekening gemist dus wat er nu uiteindelijk daadwerkelijk besloten was, was voor haar de vraag ook nog maar. “Ik heb een quest voorgesteld, om haar te gaan zoeken.” Zachtjes beet Sayah op haar lip en sloeg ze haar donkere ogen op naar haar broer. Ze zou hetzelfde gedaan hebben als hij het was geweest, sterker nog, ze deed het juist om te voorkomen dat hij de volgende zou kunnen zijn — als ze Rachel’s profetie moeten geloven. “Wat daar de uiteindelijke beslissing voor geworden is weet ik nog niet. Maeve kwam binnen vlak voor het einde van de meeting en ik moest naar je toe.”
          Een kleine glimlach sierde haar lippen toen Sayah de woorden uitsprak. Er was geen ruimte meer voor haar om in het Grote Huis te blijven. Telkens wanneer zij en Hytham uit elkaar waren, ver van elkaar verwijderd door een quest, kwam die leegte na de eerste paar minuten al opzetten. Het gemis dat van binnen aan haar at omdat ze het vreselijk vond zo lang alleen en zonder haar broer te moeten zijn. Hij was de wereld voor haar, de enige persoon, naast hun grootmoeder, die er altijd toedeed.
          ”Heeft Hazel je ook iets verteld over Rachel’s profetie?” vroeg ze Hytham vervolgens aarzelend, want ook al leek Meneer D. er nog niet zeker van te zijn, Sayah leek de woorden van het Orakel maar niet los te kunnen laten. Het voelde aan als te veel dreiging om het zomaar los te kunnen laten. “Heb je honger trouwens? We kunnen wat eten gaan halen als je wil en dan moet je me echt meer vertellen over Kraken, want hoe dat is gebeurd vraag ik me nog steeds af.

    [ bericht aangepast op 16 aug 2023 - 20:41 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    • KATARINA MADDEN •
    Daughter of Ares | 17 | The sky → Mess hall (Mart)


    PEACE CANNOT BE KEPT
    BY FORCE. IT CAN
    ONLY BE ACHIEVED
    BY UNDERSTANDING.




    "Ik hoop dat hun quest goed is verlopen, Sayah zal dan ook wel weer een stuk relaxter zijn," reageerde Aldara terwijl Kat zich nog steeds afvroeg of het oké was om van haar taken weg te lopen. "Heb je ze alle drie al gezien?" Kat schudde haar hoofd, stuurde haar pegasus wat lager om de grond beter te kunnen inspecteren. Ze vermoedde dat Blue en Hytham in de ziekenboeg waren - dat hoopte ze toch. Ze kon zich niet inbeelden dat Maeve een queeste op het water overleefde en dat Blue nu ergens dood op de bodem van de oceaan lag. Hij en Hytham waren vast heelhuids teruggekomen, toch?
          "Je zou kunnen zeggen dat je je plots niet lekker voelt? Dat lijkt me beter dan helemaal niet komen opdagen." Kat haalde grimmig haar schouders op. "Al kan ik niet bij je in de lucht blijven, ik heb helaas ook mijn les en Sayah is er al niet. Ik moet wel, helaas."
          Kat trok even een wenkbrauw op bij die opmerking, vroeg zich af of alles oké was met Sayah. Ze stelde de vraag echter niet luidop, had geen zin meer om aan alle shit te denken die op Kamp aan de gang was. Ze was dan ook dankbaar toen Aldara de korte stilte opnieuw doorbrak en voorstelde om te landen. Toen ze opnieuw bij de stallen arriveerden, gaf Kat Aldara nog een laatste knuffel voordat haar beste vriendin de andere kant op ging. De irritante twaalfjarigen waren al gearriveerd en Kat trok Gina, de dochter van Demeter die samen met haar de cursus gaf, even aan de kant om te vragen of ze het alleen aankon. Blijkbaar zag Kat er zo ellendig uit dat ze haar meteen wegduwde bij de stallen met de boodschap dat ze even een dutje moest gaan doen tot aan de lunch.
          Ze ging niet opnieuw naar Gebouw Vijf, te bang om haar broers en zussen tegen het lijf te lopen, ging in plaats daarvan naar het strand om daar even met haar knieën opgetrokken naar de horizon te kijken. Ze had haar vaders niet eens laten weten hoe slecht ze zich voelde op Kamp, had hen met hun tweetjes op reis willen laten gaan en hen even rust willen geven terwijl zij niet thuis was. Maar nu miste ze ze, wilde ze eigenlijk dat ze toch met hen meegegaan was. Toen de gong aangaf dat het lunchtijd was, zuchtte Kat dramatisch. Ze liep bijna schoorvoetend in de richting van het paviljoen, bleef even stilstaan toen ze haar broers en zussen plaats zag nemen aan de Arestafel. Uiteraard was het enige plekje dat nog vrij was, op het hoekje naast Mart. Er leek amper genoeg plaats op de bank om er met haar linkerbil op te kunnen zitten. Maar ze had honger, en ze wilde zich niet zomaar laten doen, dus rechtte Kat haar rug en ging ze naast haar grote broer neerzitten terwijl Meneer D. zijn aankondigingen deed.

    [ bericht aangepast op 18 aug 2023 - 10:29 ]


    help


    THINGS JUST GOT
    SUPER WEIRD
    IT IS MY TIME
    TO SHINE.





    BLUE STELLAMARIS
    Son of Poseidon | 22 | Infirmary, Big House (Serena)



    Blue droomde dat hij een vis was. Het was één van zijn favoriete terugkerende dromen. Hij zwom zorgeloos in de zee, hoefde nergens aan te denken. Hij voelde zich steeds een beetje schuldig toen hij een kleiner visje opat. Net alsof een mens een kleiner mensje zou opeten - waarom was dat geen gewoonte?
          Even gingen zijn gedachten te ver, vroeg hij zich af of mensenvlees misschien ook naar vis zou smaken - maar dat was helemaal niet logisch. Gelukkig was hij een vis en waren de lugubere gedachten twee seconden later alweer vervaagd.
          In de verte hoorde hij iemand zijn naam roepen. Of dat dacht hij toch, het kon ook het vreemde geluid van een walvis zijn. In ieder geval was het enige dat hij kon antwoorden 'blub'.
          de gedachte aan de walvis maakte Blue onrustig. Hij voelde een paniek opwellen in zijn kleine vissenkeel - hij wilde niet opgegeten worden. Hij had nog zoveel om voor te leven! Zoveel om in te groeien! Hij wilde een grote vis worden, dan kon hij misschien zelf de walvis achterna gaan.
          De geluiden achter hem werden luider en Blue ademde panisch het zeewater in toen het blauw rond hem groenig en donker werd. Er was geen enkele manier waarop hij de walvis ooit zou kunnen ontsnappen, dus toen alles rond hem bijna zwart werd, hield hij op met zwemmen, draaide zich om en... werd wakker.
          "Blue!" riep een stem, waarna hij plotseling twee armen rond zijn lichaam voelde. Hij knipperde tegen het plotselinge felle licht. Zijn hoofd deed pijn. "Hoe voel je je? Geen verwondingen? Hoe is het met de rest? Was de queeste succesvol? Alicia is vermist, er wordt gezegd dat het te maken heeft met Rachels profetie. Er komt een queeste om haar te zoeken en terug te halen." Hij had werkelijk geen idee waar ze het over had. Ondanks de barstende koppijn die hij had, ondanks het feit dat elk van Serena's woorden een donderslag in zijn brein waren, straalde Blue toen hij glimlachte. Het was een zwak straaltje; de wallen onder zijn ogen waren nog steeds heel erg aanwezig en hij voelde zich nog steeds enorm uitgeput. Zijn maag rammelde. Hij vroeg zich af hoe laat het was.
          "Ik heb je gemist," besloot Serena, waarna ze haar broer opnieuw omhelsde. Blue aaide haar zachtjes over haar hoofd. "Vertel me alles."
          Blue deed zijn mond open om iets te zeggen, maar er kwam enkel een hees geluid uit. Hij fronste. Was hij nog steeds een vis? Toen hij opnieuw probeerde, lukte het iets beter, maar hij merkte dat hij ongelooflijk veel dorst had. "Hé, klein zusje." Het was eigenlijk amper een fluistering. Hij schraapte zijn keel en maakte zijn lippen nat, slikte nog eens. "Ik heb teveel zeewater binnen gehad, geloof ik," zei hij hees, terwijl hij zich tegelijkertijd afvroeg of hij zou kunnen overleven op zeewater als zoon van Poseidon. Gewone mensen konden dat niet, toch?
          Blue keek even om zich heen, zuchtte opgelucht toen hij Hytham veilig en wel bij zijn zus zat, maar voelde paniek opnieuw opwellen toen hij Maeve nergens zag. "Is ze dood?" zei hij, zijn ogen groot. "Ze is dood hé? Ik heb haar laten verdrinken, hé?" Blue kauwde even op zijn onderlip terwijl hij een krop in zijn keel voelde komen. Hij liet zich weer achterover in zijn kussens vallen. "Ze hadden beter jou meegenomen op die queeste."

    [ bericht aangepast op 18 aug 2023 - 10:55 ]


    help

    • JULES SEBASTIEN HUNTER •
    20 | Son of Hekate | Meeting room → Outside the Big House (alone, though spiritually with Aurora)


    I am not looking
    to escape my darkness.
    I am learning to
    love myself there.

    "Maak je niet druk? Natuurlijk maak ik me druk. Jij bent mijn broertje, Julius, het is mijn taak om me zorgen te maken," ratelde Rora's geest met samengeknepen ogen. "En haal die nep glimlach van je gezicht." Ze zuchtte toen hij zich heel even door melancholie liet vangen, terug dacht aan de straten. Soms miste hij ze, vreemd genoeg. "Maar dat is volkomen logisch, je bent nog niet zo heel lang hier." Ze legde een hand op Jules' schouder, terwijl die kort een wenkbrauw optrok. Het voelde steeds vreemd om lichamelijk contact te maken met iemand die eigenlijk niet echt bij je was. Het deed altijd een rilling door zijn lichaam gaan, alsof er een geest door hem liep.
          "Laat je niet gek maken door deze losers," vervolgde Rora, terwijl Serena Jules vervoegde en hij deed alsof zijn zusje er helemaal niet was. Hij liep verder, liet haar hand van zijn schouder glijden. "We weten allebei dat ze een gevecht met jou nooit zullen winnen. De enige die dat kan, ben ik." Ze knipoogde, maar Jules reageerde niet, verontschuldigde zich in plaats daarvan tegen Serena, die veel te opgetogen met hem mee het zandpad afwandelde. Aurora leek echter niet van plan op te houden met irritant commentaar.
          "Wat is er met jou gebeurd ineens?" vroeg ze met een zacht lachje, waarna ze omhoog keek. "Is er een steen op je hoofd gevallen? Ik dacht dat we boos op hen waren en nu doe je ineens heel nep lief - wel de waarheid, trouwens, al zit ik ook teveel in jouw hoofd, dus daar hebben we toch wel wat gemeen."
          Het leek net alsof Aurora Jules' acteerskills nog nooit gezien had, alsof ze het helemaal opnieuw voor de eerste keer meemaakte. Ze had nochtans wel ervaren hoe het was om aan de andere kant van zijn manipulatieve pogingen te staan. Ze bleef doorratelen terwijl hij, Augustus en Serena het Grote Huis binnen gingen. Jules bleef wat afzijdig staan, luisterde met een half oor naar de discussie over wie al dan niet op queeste zou mogen gaan. Hij moest zich te hard concentreren om te luisteren naar alles wat gezegd werd, omdat Aurora continu overal commentaar op gaf. Soms bleek het moeilijk om zijn glimlach voor zich te houden toen ze iets opvallend idioots zei, maar toen de meeting gedaan was, kon hij het niet laten om een zucht te slaken. Hij vertrok als één van de eersten weer naar buiten, op weg naar de lunch, en reikte tegelijkertijd uit naar Aurora's hoofd. Hij vond haar achter een hoekje van het Grote Huis, alsof ze op de loer lag om iemand te doen schrikken. Jules' astrale zelf verscheen achter haar, en even bukte hij zich om mee over haar schouder te kijken. Het was steeds vreemd om haar te bezoeken terwijl hij zelf ook iets anders aan het doen was; alsof hij twee werkelijkheden tegelijkertijd zag. Hij kon het niet zo goed beschrijven; het was een beetje als op je eentje een multiplayerspel op een splitscreen spelen, maar tegelijkertijd ook helemaal niet. Er was geen grens om de twee ervaringen van elkaar te scheiden.
          Jules' geest boog zich dichter naar Aurora's hoofd. "Soms vergeet ik hoe irritant je kan zijn. Op wie zit je te wachten?"

    [ bericht aangepast op 18 aug 2023 - 11:21 ]


    help

    What's the matter — afraid of temptation?

    Caolan Doyle







          20      ✦      Hecate      ✦      At the Camp      ✦      With Dayze.

    Hij vond het vreselijk om haar zo te zien; teruggetrokken en aangedaan, zichtbaar geraakt door wat er gebeurd is en waar ze nu in haar eentje doorheen gaat. Caolan baalde ervan dat hij niet een week eerder was teruggekomen, precies zoals hij eigenlijk gepland had, maar wat anders liep omdat er, zoals wel vaker, op het laatste moment weer iets tussen kwam. Haar lichaam voelde dan ook gespannen onder zijn aanraking, de arm die hij over Dayze haar schouder heen legde om haar dichter naar zich toe te trekken, wat nu niet alleen kwam doordat knuffels niet perse haar ding waren. Stilletjes veegde Caolan met zijn duim de eenzame, rollende traan van haar wang af. Degene hij zag ontsnappen vanuit haar ooghoek.
          Dayze haalde haar schouder op in een reactie op zijn woorden. “Nee, maar ik ben blij dat Dante daar is en niet ik,” zei ze vervolgens feller dan anders. En hij kon het zich direct voorstellen; hoe Dayze bij de meeting aanwezig zou zijn, haar voeten stevig in de grond geplant en niet bereid om weg te gaan voor ze een duidelijk, concreet plan voor ogen had. De roodharige zou iedereen aan zijn kleding trekken, door elkaar schudden tot ze scheel zouden gaan zien, als ze haar maar gaven wat ze nu nodig had. Zekerheid. Het was een fragiel iets soms.
          Uiteindelijk liet Caolan haar weer los, nam hij de gepaste afstand die Dayze nodig had, maar week niet van haar zijde. Uit zijn zak haalde hij het verfrommelde pakje sigaretten tevoorschijn en hij stak hij er een op zodat hij bij zichzelf ook de kalmte wist te vinden en te bewaren. Rook kringelde langs zijn mond af toen hij Dayze vroeg om hem meer te vertellen en zijn blik was vooruit gericht terwijl ze haar mond opende en begon te praten. Het gaf hem een onrustig gegeven dat, telkens wanneer hij zijn krachten een klein stukje los liet, dwalend over het kamp heen, hij haar lichtje niet gevonden kreeg. Waar ze ook was, Alicia was beslist niet hier op het kamp.

    De hele weg die Caolan samen met Dayze uiteindelijk afgelegd had om bij de lunch aan te sluiten, had ze hem van alles verteld. Over wat er precies gebeurd, welke uitspraken Rachel had gedaan. Het onrustige gevoel in Caolan zijn binnenste nam maar niet af en bleef als een adder onder het gras aanwezig — klaar om toe te slaan wanneer het volledig uit de hand liep, of wanneer het juist nodig was. Caolan begroette de paar bekenden die hij onderweg tegenkwam. De een met een simpele knik met zijn hoofd, de andere met een korte handdruk. Hij was blij terug te zijn op het kamp, ondanks dat het nu heel dubbel was. Onderweg had hij zijn sigaret opgerookt en de peuk ergens heen geschoten, er op vertrouwend dat het in het zand vanzelf wel doofde.
          ”Ze hebben je vast gemist, ik zie je vanmiddag wel,” sprak Dayze uit, nadat ze de lunchtafels bereikt hadden en ze een knikje maakte in de richting van de tafel waar zijn vrienden zaten. Caolan registreerde amper wie er allemaal zaten doordat de roodharige naast hem nog altijd uit haar doen was. Omdat zij zijn aandacht nu eenmaal had en hij daar niet zomaar meer vanaf te brengen was. “Mijn vrienden kunnen wachten,” reageerde Caolan en zonder schaamte noch schroom liep hij haar de eerste beste tafel toe, graaide er twee appels en een broodje vanaf, waarna hij een korte saluut maakte door met zijn wijsvinger tegen zijn slaap aan te tikken op het moment dat een van de kinderen aan de desbetreffende tafel een protesterend geluidje maakte. “Het eten loopt niet weg, daar is nog veel meer,” bromde hij zacht, knikkend naar een schaal met eten die telkens zou blijven aanvullen.
          ”Kom, ik was niet van plan je nu alleen te laten,” zei Caolan vervolgens tegen Dayze en met zijn handen vol gebaarde hij haar om hem te volgen. “Laten we een rondje lopen, oké? Eens zien wat ze besproken hebben tijdens die meeting van ze en wat daar is uitgekomen?” Met een schuine blik keek Caolan naar zijn beste vriendin, negeerde de tactvolle roering van zijn gevoelens binnenin en bood haar een van de appels of het broodje aan.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Hytham Argyris







          21      ✼      Nemesis      ✼      At the infirmary      ✼      With Sayah

    Het was goed om Sayah eindelijk weer te zien na die weken die hij zonder haar op zijn quest had doorgebracht. Hij bleef het ergens jammer vinden dat hij haar niet had meegenomen, ze zou voor hem van onschatbare waarde geweest zijn. Maar het moment dat ze hem in een omhelzing trok en hij de pijn van de wonden voelde die de splinters hadden achtergelaten, wist hij weer waarom hij blij was dat ze hier was. Nu had hij haar in ieder geval niet in gevaar gebracht. Wat als Blue hen niet allemaal had kunnen redden als ze met vier waren geweest? Hij had het zichzelf nooit vergeven.
          ‘Sorry,’ klonk ook direct Sayahs verontschuldiging zodra ze doorhad dat ze hem pijn deed. Hytham wist ook wel dat ze gewoon heel blij was om hem te zien en de wonden waren niet heel duidelijk zichtbaar. Gauw probeerde hij haar gerust te stellen dat hij verder wel in orde was. Hij had het slechter kunnen treffen, veel slechter.
          ‘Een kraken?’ bracht Sayah verward uit na zijn korte uitleg over wat er allemaal gebeurd was. ‘Hoe is dat dan gebeurd?’ Hij wilde net zo graag het antwoord op die vraag weten als zijzelf. Een vraag die hij gewoon niet los kon laten, hoe graag hij ook wilde. Hij verlangde ernaar om Sayah naar haar mening te vragen, zij begreep net zo goed als hem de wispelturigheid van hun moeder.
          ‘Ik weet niet wat daar gebeurde,’ legde hij uit. Het ene moment leek het alsof onze queeste volledig succesvol was verlopen en het volgende moment dook het monster opeens op tijdens de terugweg.’ Hoe graag hij ook Sayah wilde vragen of zij meer zou kunnen weten over de invloed van hun moeder, hij bleef wat weerhoudend. Het was een lastige vraag om weer hardop te stellen nu Hazel hem verteld had dat het niets was.
          ‘Ik weet niet of er daadwerkelijk al iets besloten is,’ vertelde Sayah over de meeting die dus zojuist was geweest. Hoewel Hytham Alicia niet goed kende, het feit dat ze verdwenen was, maakte hem zeer ongerust. Hij wilde niet dat zijn vrienden pijn hadden hiervan en onverwachte verdwijningen van een demigod waren nooit goed. ‘Ik heb een quest voorgesteld, om haar te gaan zoeken.’ Iets vertelde Hytham dat Sayah had aangeboden de quest zelf te leiden en dit deed zijn hart samenknijpen. Hij wilde niet dat ze vertrok en zichzelf in gevaar bracht, nog meer dan een gewone quest deed, terwijl hij zelf net pas terug was. ‘Wat daar de uiteindelijke beslissing voor geworden is weet ik nog niet. Maeve kwam binnen vlak voor het einde van de meeting en ik moest naar je toe.’
          Ze glimlachte naar hem en het was een glimlach die hij spiegelde. Het was ondertussen hun gewoonte om elkaar zo snel als ze konden op te zoeken na een tijd gescheiden te zijn geweest. Hij begreep maar al te goed de nood van zijn tweelingzus om hem op te zoeken en de meeting te verlaten. Het was iets dat hij zelf ook gedaan zou hebben.
          ‘Vertel me alsjeblieft dat je niet aangeboden hebt om de quest te leiden,’ merkte hij voorzichtig op, het gevoel niet van zich af kunnen schuddend. ‘Ik krijg een slecht gevoel bij deze situatie en ik wil je niet kwijtraken.’ Even schudde hij met zijn hoofd in de hoop het nare gevoel van zich af te kunnen schudden, al hielpen Sayahs volgende woorden daar absoluut niet bij.
          ‘Heeft Hazel je ook iets verteld over Rachel’s profetie?’ vroeg Sayah hem voorzichtig en een gevoel van angst sijpelde bij hem naar binnen. Hazel was er niet over begonnen, maar nu Sayah het benoemde, wist hij maar al te goed op welke profetie ze doelde. ‘Heb je honger trouwens?’ veranderde ze het onderwerp. ‘We kunnen wat eten gaan halen als je wil en dan moet je me echt meer vertellen over Kraken, want hoe dat is gebeurd vraag ik me nog steeds af.’ Ohja, honger, het was één van de vele gevoelens die hij niet gevoeld had zolang de adrenaline nog door hem heen stroomde, maar nu zijn tweelingzus het benoemde, kwam het dubbel zo hard terug in aanwezigheid. Hij had al uren niets meer gegeten en eten zou hem sowieso helpen om weer aan te sterken.
          ‘Hazel heeft niets gezegd, maar ik weet welke profetie je bedoelt. Nu wordt mijn gevoel hierover alleen maar slechter. Alicia’s verdwijning moet haast wel iets ermee te maken hebben en ik vrees voor de daadwerkelijke betekenis.’ Hytham kauwde even op zijn lip, maar besloot toen om mee te gaan in Sayah’s onderwerp verandering. Hij wilde maar al te graag wat eten nu. ‘Maar honger, ja, reuze. Vertel me alsjeblieft dat het lunchtijd is.’ Zijn gevoel van tijd was momenteel niet bepaald functioneel. ‘Dan kan ik je ook wat meer vertellen over wat er nu allemaal gebeurd is op de queeste.’ En dan zou hij misschien toch maar die gevreesde vraag aan Sayah moeten stellen. In hoeverre zou hun moeder verantwoordelijk kunnen zijn voor hun ongeluk?





    [ bericht aangepast op 20 aug 2023 - 18:39 ]

    The scar I gave you, how does it feel? Like love. I thought we hated each other. That too.

    Sayah Argyris





          21      ✦      Nemesis      ✦      Ziekenzaal      ✦      With Hytham

    Een frons nestelde zich tussen Sayah’s wenkbrauwen in toen Hytham aangaf niet te weten wat er precies gebeurd is naar aanleiding van hun Kraken aanvaring. Het riep vragen op die Sayah het liefst allemaal tegelijk wilde stellen, maar waarvan ze wist dat het beter was om Hytham hier nu niet direct mee te overrompelen. Ze zou het geleidelijk aan doen, net zoals ze tactvol liet vallen dat ze een quest had voorgesteld in de hoop zo meer te weten te komen over de verdwijning van Alicia. De subtiliteit was vooral ook met de hoop dat Hytham het zou begrijpen — wetende dat ze het beide niet prettig vonden als de ander weg moest. Sayah wilde alles doen, alles teweeg brengen, als ze zo haar broer maar veilig kon houden. Samen hadden ze al te veel verloren.
          ”Vertel me alsjeblieft dat je niet aangeboden hebt om de quest te leiden,” merkte Hytham op. “Ik krijg een slecht gevoel bij deze situatie en ik wil je niet kwijtraken.” Sayah slikte en om te voorkomen dat ze tegen hem moest liegen (iets wat ze toch niet kon en daardoor dus meteen al door de mand zou vallen) counterde ze de vraag terug met of hij toevallig van Hazel ook al wat te horen heeft gekregen over de profetie die Rachel had uitgesproken, waarbij ze tevens aan Hytham vroeg of hij honger had. Met de lunch in aantocht konden ze hun gesprek vast voortzetten al zittend aan hun eigen vol gedekte tafel.
          ”Hazel heeft niets meer gezegd, maar ik weet welke profetie je bedoelt. Nu wordt mijn gevoel hierover alleen maar slechter. Alicia’s verdwijning moet haast wel iets ermee te maken hebben en ik vrees voor de daadwerkelijke betekenis,” reageerde Hytham, waarbij hij kort even op zijn lip kauwde. “Maar honger, ja, reuze. Vertel me alsjeblieft dat het lunchtijd is. Dan kan ik je ook wat meer vertellen over wat er nu allemaal gebeurd is op de queeste.”
          Sayah grijnsde, haakte voorzichtig haar arm door dat van Hytham heen en trok haar broer zo voorzichtig met haar mee richting de grote picknicktafels. “Bof jij even dat de lunch net geserveerd is,” humde ze zoetjes. Onderweg naar buiten merkte Sayah op dat de meeting inmiddels afgelopen was en iedereen die zich binnen verzameld had, was nu op weg naar hun eigen tafel (of kozen ervoor wat later te eten). “Je zou het wel begrijpen, toch?” vroeg Sayah voorzichtig aan Hytham, doelend op het voorstel om de voorgestelde queste ook te gaan leiden. “We zijn al drie dagen verder en we weten nog steeds niks. Het wordt tijd dat er eens actie ondernomen wordt. Met Rachel’s profetie in gedachten. . .” Sayah viel stil, maar de hand die ze om Hytham’s arm had geslagen, waarmee ze de stof van zijn mouw vasthield, verstevigde zich ongemerkt. “Ik heb er ook geen goed gevoel over, Hyth, en ik heb het gevoel dat hoe langer we wachten — hoe langer we stilzitten en niets doen — de kans op een nieuwe verdwijning kan toenemen.”
          Met een schuine blik keek Sayah haar broer aan en dwong ze haar mondhoeken tot iets wat leek op een geruststellende glimlach. “De kans dat ze mijn voorstel aannemen is klein, tenslotte zijn wij niet degene die erover beslissen of de queste er daadwerkelijk ook echt komt en of ik hem dan ook mag leiden.” Voorzichtig leunde Sayah tegen Hytham aan, de jongen precies een stukje groter dan haar. Ze wilde hem niet kwijt. Niet nu hij eindelijk na weken weer terug was en er mogelijk gevaar op de loer lag.
          Eenmaal bij hun tafel aangekomen keek Sayah een keer rond, alvorens ze Hytham weer losliet en op het zitvlak van de picknicktafel plaats nam. Ze zocht naar Maeve, die normaal altijd wel even bij hen langskwam — al was het maar om een van de zoete broodjes te stelen, ondanks het feit dat haar eigen tafel net zo vol gedekt was. “Hoe erg was het?" vroeg ze vervolgens aan Hytham toen de herinnering terug naar binnen sijpelde van hoe Maeve erbij liep, maar ook de vele splinters waaronder Hytham bedolven had gezeten. Tevens was haar ook niet onopgemerkt gebleven hoe het derde lid van hun queste groepje er uit had gezien nadat ze hen minuten geleden gepasseerd hadden. “Is Blue oké?”

    [ bericht aangepast op 28 aug 2023 - 19:19 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Serena Rae O’Connor

    19 Ψ Daughter of Poseidon Ψ Canoe Instructor Ψ With Blue Ψ Infirmary

    Behalve de overduidelijke vermoeidheid die Blue uitstraalde, leek het alsof hij niks mankeerde. Een zwakke glimlach was alles wat Serena’s broer op zijn gezicht kon toveren in reactie op haar woorden. De wallen onder zijn ogen liet de knoop in haar maag alleen maar meer verstrakken. Wat had Blue buiten uitgespookt dat zoveel energie van hem had gevraagd? Had ze hem wel wakker moeten maken? Ja, Serena moest weten of hij oké was. Na het eten bracht ze Blue wel naar hun cabin, zodat hij verder kon uitrusten.
          De strelingen van Blue’s hand door haar haren heen bracht een fijn gevoel met zich mee. Het was familieliefde, veiligheid. Dingen die ze lang kwijt was geweest, en in het geval van haar vader nog steeds niet voelde. Serena vroeg zich af of Blue dezelfde relatie had met Poseidon. Het was niet iets waar ze veel over spraken en stiekem wilde ze het niet horen; bang dat haar broer al hun vader’s aandacht opslokte. Het zou Serena niet verbazen, ze was nooit de favoriet geweest.
          Ze vroeg Blue haar alles te vertellen, maar er kwamen geen woorden uit zijn lippen. Slechts een hees geluid. Serena voelde bezorgdheid opborrelen. Was hij zijn spraak verloren onderweg? Had iemand een vloek over hem uitgesproken? Nee, Serena’s brein dacht overduidelijk gelijk aan doemscenario’s. Er was niks aan de hand, Blue moest alleen even zijn stem terugvinden.
          “Hey,” fluisterde Serena terug, nadat hij eindelijk had gesproken. Het was niet meer dan een fluistering, bijna onhoorbaar als er niet maar enkele centimeters tussen het tweetal zaten. Haar lippen droegen een warme glimlach. De afgelopen dagen had Serena onder contstante stress geleefd en ze was blij haar oudere broer weer te zien. Met haar hand gleed ze door de wilde, blonde haren van haar broer heen. Hoelang geleden had hij voor het laatst gedoucht?
          “Zeewater, ja? Wat moest je daar doen dan?” vroeg Serena daarna. Ze herinnerde zich de details van zijn queeste niet meer. Ze moesten iets ophalen, of terughalen? Terughalen. Een gevoel genaamd schuld sneedt door haar lichaam heen. Aurora. Het kostte haar moeite om de glimlach op haar gezicht te houden. Het warme, rode en onaangename gevoel verspreidde zich razendsnel door haar lichaam. Ondanks dat de queeste al meer dan een jaar geleden was, voelde het voor Serena nog altiijd als gisteren. Gelukkig was Aurora al jaren weg van Kamp Halfbloed en hoefde ze de dame niet meer in haar donkere ogen aan te kijken, de withete haat zichtbaar.
          “Was Poseidon niet aanwezig om het water uit je neus en mond te houden?” vroeg Serena later. Hij was in ieder geval zeker niet hier. Met haar rechterhand speelde ze met het onderste knoopje van haar blouse. “Ik ben in ieder geval blij dat je leeft, en heel lijkt. Je bent niet gewond, toch?”
          De sfeer om het tweetal heen veranderde toen Blue op zoek ging naar zijn queestepartners en er blijkbaar maar een kon vinden. “Huh? Wat? Maeve?” vroeg Serena aan hem, niet begrijpend op wie hij nou precies doelde. Ze volgde haar broer’s blik en keek de ruimte rond, met een korte pauze op broer en zus Argyris. Daarna richtte ze zich weer op Blue, die zich inmiddels terug in de kussens had laten vallen. Serena knipperde een paar keer met haar ogen en schudde haar hoofd zachtjes.
          “Doe niet zo gek, jij bent veel beter in queestes. Daarnaast had ik toch niet meegewild,” antwoordde Serena op Blue’s laatste opmerking. Ze schudde haar hoofd opnieuw. Ze pakte haar broer’s hand vast en wreef er met haar duim overheen.
          “En Maeve? Haar ben ik net nog tegengekomen, toen ik het Grote Huis verliet om jou te gaan zoeken. Ze is gehavend, maar ze staat overeind. Niet dood, niet dodelijk gewond. Sterk genoeg om de vergadering bij te wonen, oké? Je hebt haar niet laten… Verdrinken. Waarom dacht je dat?” ging ze verder, in een poging Blue gerust te stellen. Het laatste wat hij nu moest denken was dat er bloed aan zijn handen kleefde.
          “Wat is er in godsnaam gebeurd?” vroeg Serena daarna zachtjes.



    [ bericht aangepast op 29 aug 2023 - 0:07 ]


    That is a perfect copy of reality.