• ALFEA COLLEGE
    "Discomfort Is Where Growth Lies."

    STORYLINE

    Alfea College is een school die zich richt op het verder ontwikkelen van fairies en specialists. Sinds het ontstaan van de school zijn er twee verschillende meningen over de manier van lesgeven. Voor zover bijna iedereen zich kan heugen is dit de afgelopen tientallen jaren voornamelijke op de moderne manier gebeurd. De traditionele manier was de doofpot ingestopt, dacht men.
          Halverwege het vorige schooljaar was er de eerste waarneming van een Burned One sinds tientallen jaren. Hoewel hier eerst over gedacht werd als een unieke verschijning, namen de hoeveel waarnemingen toe naarmate de maanden vorderden. Voor een kleine groep nog bestaande traditionalists werd het steeds duidelijker dat de moderne manier van werken een te klein effect had op het terug dringen van de grote aantallen Burned Ones en andere dreigingen. Een week geleden heeft deze groep het regime op Alfea onder dwang overgenomen. Per direct zijn er nieuwe regels ingevoerd.


    PERSONAGES

    Ladies
    ♀ Myka Montarac - 19 - 2 - specialist - U - Neaira
    ♀ Nevya Levan - 20 - 3 - air fairy - T - Neaira
    ♀ Remy Ó Braonáin - 20 - 3 - earth fairy - U - Neaira
    ♀ Gianna Pretorius - 20 - 2 - air fairy - T - Neaera
    ♀ Eileen Madsen - 19 - 2 - water fairy - M - glowfaery
    ♀ Phyre Falconsky - 21 - 3 - fire fairy - M - Sionnach
    ♀ Isla Rothberg - 22 - 4 - specialist - M - Sionnach
    ♀ Maerilyn of Linphea - 21 - 3 - earth fairy - M - Enjoy_20
    ♀ Cassia Laiken - 20 - 3 - mind fairy - U - Enjoy_20
    ♀ Aiofe O'Malley - 18 - 1 - light fairy - M - Laufeydottir
    ♀ Lune Castemont - 20 - 3 - light fairy - U - Tad
    ♀ Leysa Rothberg - 18 - 1 - specialist - M - Starsight
    ♀ Nerissa Ajax - 20 - 3 - specialist - U - Lerwick
    ♀ Ember Hayes - 20 - 3 - water fairy - U - calice

    Gentlemen
    ♂ Ramsay Rothberg - 20 - 3 - specialist - M - calice
    ♂ Aerys Callahan - 22 - 4 - light fairy - U - calice
    ♂ Rush - 20 - 3 - specialist - T - calice
    ♂ Bruno Castillo - 22 - 4 - specialist - M - calice
    ♂ Deimos Laiken - 22 - 4 - specialist - U - Neaera
    ♂ Perseus Montarac - 21 - 3 - specialist - M- Neaera
    ♂ Leander Madsen - 19 - 2 - specialist - M - RadioTapok
    ♂ Faolan Callahan - 20 - mind fairy - T - RadioTapok
    ♂ Caelan Haywood - 22 - 4 - specialist - T - Lunation
    ♂ Dante Parrish - 20 - 3 - fire fairy - M - Lunation
    ♂ Týr Pedersen - 22 - 4 - fire fairy - M - Laufeydottir
    ♂ Asher Dugray - 23 - 4 - specialist - M - Normandy
    ♂ Rainn Kovsky - 22 - 4 - fire fairy - T - Normandy
    ♂ Dorian Castemont - 22 - 4 - specialist - M - Neaira
    ♂ Reilly Donaghue - 21 - 4 - air fairy - T - Starsight
    ♂ Ronan Faughn - 19 - 2 - water fairy - M - Lerwick
    ♂ Xavier Castillo - 21 - 4 - specialist - T - Tad

    CHARACTER WHEREABOUTS

    italics = turn to post

    entree hall
    Ramsay
    Isla, Leander, Leysa & Perseus

    dorms
    Bruno & Myka • Myka's dorm
    Cassia & Deimos • Cassia's dorm
    Dorian & Maerilynn • Mae's dorm
    Asher & Xavier •Ash' dorm

    infirmary
    Lune & Rush

    library
    Rainn & Remy
    Aerys &, Faolan & Gianna
    Aiofe, Eileen & Ronan

    party room
    Dante, Matías & Nevya
    Ember, Nerissa & Tyr

    random hallways
    Phyre & Reilly

    got no clue
    Caelan
    REGELS

    • Alleen de dictator van deze RPG mag andere chars besturen
    • Probeer minimaal 250 woorden te schrijven.
    • 16+ mag, maar geef het even aan bovenin de post (evenmin trigger warnings en andere heftige onderwerpen).
    • De Quizlet huisregels gelden hier ook.
    • Gelieve minstens elke week een keer te posten, al begrijp ik het volledig als dit af en toe niet lukt.
    • Maximaal vier rollen per persoon, maar probeer ze wel allemaal actief te houden. Als je toch meer wilt, overleg het even met me en dan komen we er wel uit.
    • Ruzies en gezeik buiten de RPG houden.
    • Zowel Engels als Nederlands is toegestaan, maar gelieve wel de post in een taal schrijven.
    • Alleen Neaira en Neaera maken nieuwe topics aan, tenzij anders aangegeven.

    shout out to Deems/Starsight dat ik Pritchard layout over mocht nemen


    [ bericht aangepast op 30 maart 2022 - 15:13 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Lune Castemont

    She was like the moon – part of her was always hidden away

    Het alarm dat uren geleden door de zalen van Alfea had weerklonken was al lange tijd gestopt, maar nog altijd galmde het allesverzengende geluid na in haar hoofd. Vanaf het moment dat de chaos was uitgebroken, had Lune een gejaagd gevoel gehad. Ze had het ijskoud, zelfs al was de temperatuur hierbinnen aangenaam. In haar hoofd was ze echter daar bij de specialisten in het koude, donkere bos waar de dood op de loer lag. Waar andere fairies elkaar opzochten en in kleine groepjes bedeesd het einde van Code Rood afwachtten, kon de blonde light fairy niet zomaar stilstaan, laat staan zitten.
          Lang in de zaal waar het feest zou plaatsvinden, had ze dan ook niet kunnen blijven. Het besef van tijd was ze verloren, maar voor haar gevoel ijsbeerde ze al urenlang door de aankomsthal. Haar hakken had ze al tijden terug uitgetrapt en bungelden nu verloren tussen haar vingers. Haast obsessief hield ze de deuren in de gaten, waar zo nu en dan verloren en gewonde specialisten binnenstrompelden. Het kostte haar alles wat ze in zich had om niet naar buiten te gaan, zelfs al gold er een uitdrukkelijk verbod dat door het schoolbestuur was opgelegd. Als ze het subtiel zou aanpakken dan zou niemand het doorhebben. Geen specialist zou een onzichtbare light fairy opmerken en ze twijfelde eraan of Reilly of Rainn haar aanwezigheid te midden van de chaos zelfs nog maar zouden missen.
          Het enige wat haar tegenhield waren de woorden van Dorian. Vanaf het moment dat het alarm had geklonken hadden haar ogen de ruimte afgespeurd naar de vertrouwde blonde haren van haar broer. Hij was degene die haar te midden van het tumult had gevonden om haar te laten beloven dat ze binnen zou blijven, hoe zeer ze aanvankelijk ook had tegengesputterd. Veel tijd voor discussie was er echter niet en meer dan eens had ze sinds dit moment zijn woorden in haar hoofd herhaald, alsof ze het vanzelf zou gaan geloven als ze het maar vaak genoeg als een film afspeelde. Ze hoefde zich geen zorgen te maken. Alles zou goedkomen. Als verdoofd had ze naar hem gestaard, zonder ook maar iets uit te kunnen brengen. Kort had hij zijn lippen geruststellend op haar kruin gedrukt voordat hij richting de uitgang was gesneld. En nu, uren later brandden er nog zoveel woorden op haar lippen die ze haar broer had willen vertellen, maar op dat moment niet had kunnen uitspreken.
          Misschien kon dat wel nooit meer.
          Toen haar vader en stiefvader bij aanvang van de lockdown eerder die week de duisternis moesten trotseren, had ze er niet zozeer bij stilgestaan. Het was gemakkelijk te denken dat zij de Burned Ones zonder problemen aankonden. Ze waren immers volleerd en getraind. Ze wisten waar ze aan begonnen. Hoewel ze wist dat het niet lang zou duren voordat Dorian af zou studeren, maakte ze zich zorgen om hem. Ze kende haar broer goed genoeg om te weten dat hij zichzelf volledig in dienst stelde van het grotere doel. Do zou voor iedereen die daar buiten ronddoolde in één hartslag sterven als dat zou betekenen dat zij zouden leven. En die wetenschap maakte Lune doodsbang. Hoe volwassen Do zich ook opstelde, hij was nog altijd in training. Net zoals Rams, Myk, Ies, Ley – oh god Ley, Lee, …
          Rush.
          Ineens was hij daar. Haar ogen werden als een magneet naar de specialist gezogen en haar hart zonk in haar schoenen bij het zien hoe hij eraan toe was. Zijn blik ving de hare en voor enkele seconden stonden ze daar zwijgend tegenover elkaar, alsof de situatie nu pas landde. Alsof ze elkaar gerust wilden stellen, maar de woorden niet konden vinden. Het was Rush die de stilte verbrak.
    “Hee.” Ze kon niet meteen antwoorden. Haar blik was afgedwaald naar het been van de specialist toen hij deze provisorisch verbond, waar de plek rondom de gescheurde stof een alarmerend donkerrode kleur had. Het zorgde voor een drukkend gevoel op haar borstkas. Was dit straks hoe iedereen om wie ze gaf terug zou komen? Of wat dit een voorbode van iets groters, onheilspellenders? Wat als Rush een van de gelukkigen was die weg had kunnen komen; als het hierbuiten één groot slagveld was? Ze wilde niet denken aan wat Do’s laatste gedachten zouden zijn voordat hij stierf. Ze zou het zichzelf nooit vergeven als Rams niet levend uit de strijd zou komen. Als het laatste echte gesprek wat ze met hem had gehad schreeuwend en huilend was geweest toen ze het uitmaakte… nadat zijn bed het had moeten ontgelden. Het besef dat ze het misschien nooit meer met hem bij kon leggen, terwijl ze zielsveel van hem hield zorgde voor een steen op haar maag. En Myk… wat als de blondine zou sterven, denkend dat de light fairy een hekel aan haar had? Lunes hart klopte sneller dan zou moeten en wanhopig probeerde ze haar gedachten weg te duwen; terug te raken in het hier en nu. Haar hakken glipten uit haar hand en vielen met een doffe plof op de grond.
          “Hee,” echode ze ademloos, zacht. Onder andere omstandigheden zou ze hem geconfronteerd hebben met zijn apathische gedrag tijdens de start van het feest, of zou ze hem genegeerd hebben zodat hij zou ervaren hoe het voelde. Maar niet nu. Op dit moment was alles anders.
          “Ben je oké?” hoorde ze Rush vragen, al leek zijn stem vanuit de verte te komen. De afgelopen jaren had ze meer dan eens gehoopt een blijk van herkenning te ontvangen in het openbaar, enkel om nagenoeg altijd genegeerd en ontweken te worden. Maar nu Rush haar eindelijk te midden van anderen aanspraak, voelde het alles behalve goed. Ben je oké. Hij was gekleed in zijn specialistenuniform, afgemat door het gevecht daarbuiten. Zij paradeerde hier rond in haar feestoutfit. Hij had de dood in de ogen gestaard en had alles wat hij de afgelopen drie jaar had geleerd in de praktijk moeten brengen om te overleven. Zij had eerder die avond in de spiegel gestaard, haar magie gebruikend om een licht te creëren zodat ze haar make-up feilloos kon aanbrengen. Voor het eerst in drie jaar begreep ze Rush zijn afkeer voor haar soort. En nu hij haar vroeg of zij oké was, terwijl hijzelf bijna door zijn benen zakte, schaamde ze zich kapot.
          Ze sloeg haar blik snel neer, om te voorkomen dat hij de angst in haar ogen kon lezen. Hij was degene die zijn leven had gewaagd, terwijl zij hier veilig achter dikke muren zat. Ze had geen recht om bang te zijn. “Ik zou buiten moeten zijn,” antwoordde ze, haar stem nauwelijks luider dan een fluistering. “Ik zou kunnen helpen, vechten, in plaats van…” Haar stem stierf weg. Het deed er niet toe. Het ging niet om haar nu. Bezorgd richtte ze haar blauwe ogen weer op zijn gezicht.
          “Ben je… Hoe erg is het?” Het woord ‘gebeten’ kon ze niet uit haar mond krijgen. De fairy moest er niet aan denken dat een Burned One hem zo had toegetakeld dat het schoolbestuur zou… Ze wilde zich er geen voorstelling van maken. De afgelopen twee weken had ze vanbinnen geen uitgesproken keuze kunnen maken tussen de leermethoden, maar het besef dat iemand om wie ze gaf gebeten en… gedood zou kunnen worden, zorgde voor een gevoel van misselijkheid. Ook het plotselinge besef dat hij alleen was teruggekeerd, luidde de alarmklokken in haar.
          “Waar is Myk, waren jullie niet bij elkaar?” Ze vervloekte de trilling die in haar stem weerklonk, maar kon het desondanks niet laten om hem ook meteen naar haar broer te vragen. “En Do…? Wat gebeurt er allemaal daarbuiten? Met hoeveel zijn ze en…” Voor de tweede keer in korte tijd doofde haar stem uit. Het kostte Rush zichtbaar moeite om op zijn benen te blijven staan en zij was als een maniak een vragenvuur op hem aan het afvuren, terwijl dat wel het laatste was waarop hij wachtte.
          “Sorry,” verzuchtte ze. Voor iemand die haar nervositeit probeerde te verhullen, deed ze het behoorlijk slecht. De blondine nam een diepe teug adem, waarbij ze de kalmte trachtte te vinden die de rest van de familie Castemont altijd over zich had.
          “Je moet naar een arts,” besloot ze gedecideerd, toen ze haar ogen weer opende. Eindelijk wist ze haar lichaam in beweging te zetten, overbrugde ze de afstand tussen hen en voorzichtig dook ze met haar schouders onder zijn arm, zodat ze hem enigszins kon ondersteunen. Op blote voeten was de light fairy klein van stuk, maar hij kon elke steun gebruiken en met alle specialisten daarbuiten moest hij het met haar doen. Het voelde vreemd hoe de kleine afstand tussen Rush en haar zo vertrouwd en tegelijkertijd zo onwennig voelde. Urenlang had ze in zijn armen gelegen en hadden ze nachtenlang gepraat over van alles en nog wat. Nachten die zodra het ochtendgloren aanbrak niets meer dan een droom leken; niet-bestaand.
          “Hee Rush?” verbrak ze aarzelend de stilte, terwijl ze hem zo goed als mogelijk ondersteunde. Ze wierp hem een waterige glimlach toe. Tenminste één iemand was veilig. “Ik ben blij je te zien.”



    To Dodo 🦤
    22:29 — Do, laat me het weten als je weer binnen bent?
    22:54 — Alsjeblieft?
    23:31 — Dit duurt te lang


    To Exhibit Y: Rams – DO NOT DRUNK TEXT!!! 🚩🚩🚩🚩🚩
    21:17 — Best.
    22:31 — Rams, app me alsjeblieft als je veilig bent? En Ies? En Ley?
    22:32 — Maak me fucking veel zorgen om jullie
    22:57 — Het spijt me van alles oké? Zo verschrikkelijk veel


    To Myk 🧸
    22:34 — Hee…
    22:36 — Ik weet dat we niet op goede voet zijn, maar wil je alsjeblieft laten weten als je veilig bent?
    22:36 — Ik geef om je oké?


    To Lee 🦩
    22:38 — Lee, laat me weten als je binnen bent?
    22:39 — Denk aan je... Maak me druk...




    • great hall w/ Rush • Outfit








    She's imperfect but she tries

    DORIAN SOLIS CASTEMONT
    give it to your brother, your brother's stronger
    see if he can hang on a little longer
    twentytwo • fourth year • specialist • modernist • anthem • his room • with hunt & myka isla

    Het was de eerste keer in twee weken dat het harde hameren van zijn hart door een legitieme reden kwam. Dorian voelde zich als een lichtelijk fuck-up dat hij zich er nu kalmer onder voelde dan die tijd ervoor, met een situatie die allesbehalve kalm was. De specialist was in zijn element, bezig met wat zijn vader hem als vijfjarige jongentje al toe vertrouwde dat zijn roeping was. Je bent gemaakt hiervoor, Dorian. Het was op diezelfde leeftijd dat hij zijn eerste, houten speelgoed zwaard kreeg, die gebruikt werd in weer in wind. Het was die training die ervoor zorgde dat hij haast op zijn gemak was, als een kalmte in de storm. Eén keer die avond was hij zijn geduld verloren en was er weinig van de kalmte te zien. De comms hadden hun moeten helpen met overzicht houden. Wie was waar. Wie was gewond. Wie was nog in het veld. Wie was terug in de school. Wie had er hulp nodig. Maar een deel van de comms werkten niet. Een ander deel van de specialisten wisten niet hoe met de comms om te gaan en maakten aan in het begin belachelijke grapjes die ervoor zorgden dat hij het liefst de comm door de strot van de betreffende persoon duwde. De grapjes waren beter dan het stille gekraak dat nu in zijn oor klonk. Af en toe kreeg hij iets door, voornamelijk namen van specialists die weer terug waren in de school, namen die hij van zijn lijstje kon afspreken nu ze zich in enige veiligheid bevonden.
          De schreeuwen die door het bos klonken gingen door merg en been, vibreerden tot zijn botten. Er was geen tijd om te veel stil te staan bij wat het angstvallige geschreeuw betekende, wat de consequenties daarvan waren. Nu was niet het moment om daarover na te denken. Het betekende dat hij gefaald had. Dorian wist dat het absoluut niet realistisch was om er van uit te gaan dat iedereen buiten er levend uit zou komen, maar hij kon wel hopen, hoe onwaarschijnlijk het ook was. Hoop was beter dan zich overgeven aan het andere, beklemmende gevoel. Als hij dat deed, dan zou hij niks meer kunnen betekenen. Later zou hij zichzelf de tijd geven om in te storten, wanneer hij alleen was. Hij wist ook dat het niet alleen zijn verantwoordelijkheid was om er voor te zorgen dat iedereen er zo onbeschaafd mogelijk uit kwam. Het was moeilijk om niet te luisteren naar het kleine stemmetje in zijn achterhoofd die hem toe fluisterde dat het wel zijn verantwoordelijkheid was als iemand gewond raakte. Het was daarom dat hij zichzelf de afgelopen twee uur amper de kans had gegeven om ook maar een seconde langer dan nodig was stil te staan, Hunter met zich meeslepend. Net die ene seconde kon een groot verschil maken en hij zou het zichzelf nooit kunnen vergeven als het net die ene seconde was die hij nodig had om iemand te kunnen helpen, te redden. Tegelijk hielp het constante bezig zijn met het op afstand houden van de andere gedachten, niet alleen de stress en chaos van het gevecht, maar ook de neerwaartse spiraal van gedachten en zorgen die de afgelopen twee weken bezit hadden genomen van zijn hoofd. Hij werd gevoed door pure adrenaline.
          Dorian miste Reilly aan zijn zijde, maar god, wat was hij blij dat zijn oude partner momenteel in de school was, in veiligheid. Misschien hadden de traditionalist toch ergens een punt, niet de fairies ook naar buiten sturen, het was enkel meer kanonnenvuur. Meer mensen die gewond konden worden. Sommige fairies zouden zich met gemak staande kunnen houden hier buiten en Reilly was daar een van, daar twijfelde hij absoluut niet aan, maar het bleef een geruststelling dat hij in elk geval veilig was. Dat Lune en Mae veilig waren. De twee meiden waren verre zwak, ze waren sterker dan ze zelf dachten. Het idee van die twee alleen al, vechtende tegen een Burned One, was genoeg dat zijn concentratie voor enkele secondes haperde. Laat staan als ze daadwerkelijk buiten waren. Dorian hoopte van harte dat Lune naar hem geluisterd had. Zodra het alarm had geklonken had hij laten vallen waar hij mee bezig was om zich onmiddellijk om te kleden. Naar buiten gaan zonder zusje nog te zien was iets wat hij niet kon. Ze zou naar buiten willen gaan en dat was iets wat niet mocht gebeuren – en niet enkel omdat het door de traditionalist verboden was. Bijna had hij haar gesmeekt om absoluut niet buiten te gaan, maar hij wilde niet dat ze de verontrustheid zag die achter zijn ogen schuilging. Hij had haar verteld dat alles goed zou komen en dat ze zich geen zorgen hoefde te komen. Een laatste kus op haar kruin en een stevige knuffel was deel van zijn motivatie om alles op alles te zeggen om het gezicht van zijn zusje terug te zien. Het veranderde echter niet zijn intentie om pas terug te keren naar de school als zijn mede-specialisten ook binnen waren. Death before dishonor. Hij wilde niet terug zijn voor Ramsay, Isla, Leander, Asher of een van de vele anderen ook terug waren. Om over de eerstejaars nog niet eens gesproken. Perseus en Leander waren meer dan capabel genoeg, maar het beeld van het jongste zusje van zijn beste vriend die door het donkere bos dwaalde was iets wat hij niet kon verkroppen. Het liefst zou hij Leysa opzoeken, haar over zijn schouder gooien en haar persoonlijk terug brengen naar de school. Hij kon zich niet eens indenken hoe Rams en Isla zich moesten voelen, wilde daar niet eens over nadenken.
          In het vage licht van de maan ontwaarde Dorian een eenzaam figuur in de duisternis. Te klein om een Burned One te zijn. Hij gebaarde stilletjes naar Hunt om met hem mee te komen, richting de afgezonderde specialist. Voor hij ook maar een enkel woord over zijn lippen kon krijgen, draaide de kleine gestalte zich om. Het maanlicht verraadde de koers van een zwaard dat richting zijn nek ging. Zijn eigen zwaard vloog om hoog en blokkeerde het gevaarte bij zijn met gemak. De specialist was Myka, die hem met grote verontschuldigende ogen aan keek. Dorian wuifde haar verontschuldiging weg en complimenteerde haar reflexen. “Ben je alleen?” De kleine blonde specialist zag er niet uit zoals hij van haar gewend was. Tijdens trainingen leek ze altijd een oneindige voorraad aan energie te hebben en hoe vaak ze ook gevloerd werd door een grotere tegenstander, elke krabbelde ze weer overeind met een glimlach op haar gezicht en een vastberaden mededeling dat ze het nog een keer wilde proberen. Nu zag ze er verloren uit, in haar eentje in het bos. Het was verontrustend om te zien.
          “Oh, um, ja, ik ben Rush een tijdje geleden kwijtgeraakt. Ik weet niet waar hij nu is.” Haar woorden waren voor hem bedoeld, maar haar ogen waren op Hunter gericht.
          In een poging haar gerust te stellen vertelde hij Myka dat Rush al terug in de school was. Hij stond het op het punt om aan te bieden dat ze met hem en Hunt mee kon – al zou het meer een bevel zijn want hij ging haar niet alleen laten – toen het hem opviel dat ze op haar linkerbeen leunde. Van haar rechtervoet drukte slechts haar tenen in de bosgrond. Het was een bizarre soort opluchting, om een reden te hebben haar terug naar het schoolgebouw te sturen. De blondine had zijn blik gezien en hoewel ze trachtte het nog te verbergen was Dorian’s keuze al gemaakt. ”Je bent gewond. Ik wil geen ‘ge-maar’ horen. Hunt brengt je terug naar de school.” Het betekende dat hij voor het eerst die avond alleen verder ging, niemand die hem rugdekking kon geven, maar wat moest dat moest. Liever hij dan Hunt of Myka. Dorian wisselde een korte blik uit met zijn partner om te verzekeren dat hij Myka terug zou brengen, waarna hij tweetal gebood om voorzichtig te zijn en alleen verder ging.
          Het was onmogelijk om in te schatten hoeveel tijd er voor bij gegaan was toen hij op de volgende persoon stuitte die alleen was. Het kon enkele minuten zijn maar even goed een halfuur. In het bos was hij al zijn gevoel voor tijd kwijtgeraakt. Het was Isla. Eén van de Rothberg siblings leefde nog en het voel van opluchting dat door zijn lichaam raasde viel met geen woorden te schrijven. Hij had Isla in een knuffel getrokken als hij zichzelf ervan kon verzekeren dat hij haar snel weer los kon laten, maar hij kon dit niet. In plaats van dat legde hij zijn hand op haar schouder, waar hij zachtjes in kneep, alsof hij fysieke bevestiging nodig had dat ze daadwerkelijk naast hem stond. “Isla,” prevelde hij zachtjes. “De comms, ik wist niet zeker of…” Of ze nog wel in leven was. “Rams en Ley? Heb je hen nog gezien?” Zijn ogen dwaalden over haar lichaam, opzoek naar grote verwondingen, maar ze leek tot nu toe nog redelijk in orde te zijn. “Ik heb Hunter net met Myka teruggestuurd naar de school.” En nog een aarzelende vraag die hij eigenlijk niet wilde stellen, maar welke hij ook niet binnen kon houden. “En… jouw oom en mijn vader. Heb je iets van hen gehoord?”



    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Týr Pedersen
    22 — year 4 — fire fairy — modernist — outfit — pacing through the hallways — alone

    the hope and the hurt
    has lived inside of me

    but there's gold in the dirt
    I never took the time to see

    Fuck. Fuck. Fuck. Dat was het enige wat hij al urenlang kon denken. Meerdere Burned Ones waren gespot, net toen het feest in de school was begonnen. De muziek had amper gedraaid of alle Specialists moeste naar buiten om te vechten. De fairies mochten er niks mee te maken hebben en zaten in het schoolgebouw te wachten tot iedereen terug zou komen, dood of levend. Het klonk dramatisch, maar de docenten leken het allemaal ernstig genoeg te vinden om alle fairies te bevelen binnen te blijven. Het frustreerde Týr ontzettend, maar hij wist dat dit niet de tijd was om grapjes uit te halen of de regels te breken. Dus stond hij van een stoel op en ging hij weer zitten. Hij pakte wat te drinken, maar liet het onaangeroerd op een van de statafels staan. Hij controleerde zijn telefoon elke drie minuten op nieuwe berichten, maar er kwam niets binnen.
          De afgelopen week was zo mogelijk not kutter geweest dan de week ervoor. Na de overname was het al verschrikkelijk genoeg dat de traditionalisten hooghartig door de school liepen alsof ze de wereld aan hun voeten hadden, maar sinds de eerste Burned One gespot werd, ongeveer een week geleden, voelde iedereen de enorme spanning in de school. Eerst een lockdown, waardoor niemand naar buiten kon, toen wat ademruimte toen alles over leek te zijn, en nu weer dit... En Týr kon er niets aan doen. Het gesprek dat hij met Kit zou hebben een week geleden, had niet het effect gehad wat Týr had gehoopt. Hij wilde dat Kit zou zeggen waarom Týr genegeerd werd, maar het gesprek zelf kwam erop uit dat ze alleen maar kibbelden en nooit op het echte onderwerp waren uitgekomen. En nu was Kit ergens buiten tegen de Burned Ones aan het vechten, en Týr had geen idee hoe het ging. Veel van zijn vrienden waren buiten. Hij stond hier maar vuur uit zijn handpalmen te laten komen. Als het kon, had hij het hele bos achter de school in brand gestoken.

    Onrustig, dat was Týr vooral. Hij kon niet normaal zitten, staan of liggen, dus liep hij maar rond in de gang, naast de feestzaal. Binnen had hij Nevya en Rainn gezien, maar hij had aan hen ook geen behoefte. Nev had hij al twee weken niet gesproken. Na de overname was hun best hechte vriendschap zo, poef weg. Met Rainn had hij nooit veel contact gehad. Alleen al het feit dat hij een traditionalist was, was al genoeg voor Týr om hem zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Nev zou hij best willen spreken, maar eerlijk gezegd had hij er de ballen niet voor. Net als dat hij Dante niet kon vertellen over Kit, of dat hij Kit gewoon niet rechtuit had kunnen zeggen wat hij wilde, dacht of voelde. Het frustreerde hem mateloos. Alsof hij al zijn moed en energie had verloren na de overname. Er was weinig meer over van zijn normaal zo vrolijke gemoedstoestand. Zijn ouders hadden het geflikt om hem een bemoedigend bericht te sturen, een dag na die beruchte overname, toen Týrs humeur al ver onder nul gezakt was. Ze hoopten dat Týr eindelijk het goede in zou zien van de traditionele manier en dat hij zijn best zou doen in zijn laatste jaar op Alfea. Bijna had hij toen zijn telefoon tegen de muur kapot gegooid, maar hij had zich in weten te houden. Toch had hij zich ingehouden, en had hij gewoonweg de nummers van zijn familieleden geblokkeerd, zonder ook maar een reactie te geven. Fuck iedereen.
          In de feestzaal, of daar in de buurt, had hij zijn oog even laten vallen op twee bekende mensen: Lune en Rush. Lune had hij sinds haar uitval niet meer gesproken, ook al had hij natuurlijk niets gezegd over hun spectaculaire nacht samen. Hij was niet zo gemeen. En Rush... Als hij hem nooit meer zou hoeven zien, zou het nog te vroeg zijn. Het enige goede van de overname was dat Týr en Rush niet meer een duo waren en samen moesten werken. Týr slaakte even een kreet, schopte tegen een muur aan en greep naar zijn telefoon.

    To: Kit
    laat me weten als je veilig binnen bent

    To: Dante
    bro, waar ben je?

    To: Perseus
    gaat alles nog goed?

    To: Mackenzie
    u good?

    To: Isla
    hi is
    let me know how you are


    You gave me my life all those years ago, now I give you yours.

    Xavier Castillo

    The best lies about me are the ones I told



    Xavier had geen idee hoe lang hij al door het bos ronddoolde of wanneer het exact was beginnen te regenen, maar als onheilspellend een beeld zou hebben dan was dit hoe het eruit zou zien. Het bos was kil en donker. Naargeestige schreeuwen weerklonken her en der. Te ver weg om te weten van wie of te hulp te kunnen schieten.
          Het was niet de eerste keer dat de specialist met Burned Ones te maken had. De herinnering van het vorige schooljaar stond nog vers op zijn netvlies gebrand. Hij had Castor, zijn fairy partner, ervan weten te overtuigen mee te gaan naar buiten de barrière, tijdens een van hun trainingen buiten de school om. Het trainen op elkaar of dummies verveelde, maar het grote onbekende achter de veilige bescherming van de barrière had hem aangetrokken. ‘Gevaarlijk’, zo had Cas het omschreven, maar hij had moeten weten dat dit precies hetgeen was waar de specialist als een magneet naartoe werd gezogen. ‘Avontuur’ was het woord waarmee Xav het liever had willen omschrijven en man, een avontuur was het geweest. Het was de eerste keer dat hij een Burned One had gezien. Ze werden beide verrast door het ding. Misschien waren ze daarom geen van beide ongeschonden uit de strijd gekomen. De littekens op zijn schouderblad en borstkas waren een permanente herinnering aan het gevaar. Aan het avontuur.
          Het had ervoor gezorgd dat hij het gevoel had eindelijk een beetje te leven.
          De speed die hij eerder die avond met zijn beste vriend gesnoven had, was nog volop in zijn lichaam aanwezig toen het alarm af was gegaan. Misschien droeg de speed eraan bij dat hij de calamiteit als één groot avontuur zag zonder het directe gevaar ervan in te zien. Het voelde goed om eindelijk te kunnen laten zien wat ze waard waren. Ze waren verdomme bijna afgestudeerd en oefenden nog steeds op dummies alsof dat gelijkstond aan het doden van een Burned One.
          Xav was meer dan klaar voor wat actie en zijn stemming was opperbest. Dat niet iedereen met het goede been uit bed was gestapt bleek wel, toen hij de coms had gebruikt om boodschappen voor z’n vrienden door te geven, of te doen alsof hij oog in oog stond met een Burned One om vervolgens een lach uit te stoten. Het had hem reprimandes van zowel Dorian als Isla opgeleverd, maar ze moesten niet zo stressen. Je ging niet dood van een beetje humor, of van wat avontuur.
          Het was een avontuur dat hij dit keer met Ash mocht beleven. Voor zolang het duurde, dan. Samen met Isla en Ash was hij het bos ingetrokken, maar het had niet lang geduurd voordat de eerste Burned Motherfucker uit het niets was verschenen en z’n vriend ineens spoorloos verdwenen was. Kort daarna waren er meer, klonken er meer schreeuwen van specialisten die hulp nodig hadden en was hij ook zijn tweede teamgenoot kwijtgeraakt. Niet veel later was hij ook nog zijn com verloren. En god mocht weten hoe lang hij inmiddels al ronddoolde, op zoek naar zijn teamgenoten. Hoe moeilijk kon het zijn om een grote, vriendelijke reus te vinden? Voor het eerst die avond voelde Xav zich onrustig.
          Waar hij een klein half jaar geleden geen seconde had geaarzeld om zijn fairy onder de bus te gooien, wist hij dat hij dit niet bij Asher zou doen. Nooit bij Asher. Voor zover het de buitenwereld aanging had Xav geen broer. Zelf ervaarde hij dat gevoel al evengoed. Asher Dugray kwam het dichtst in de buurt van wat hij zijn familie zou noemen. En op dit moment had Xav geen idee waar zijn beste vriend uithing. Zijn hart racete in zijn keel. De specialist wist dat hij het zichzelf nooit zou vergeven als de wandelende ramp iets zou overkomen. Er waren weinig mensen voor wie hij door de krochten van hel zou gaan, maar Ashtray was er één van.
          Een schreeuw deed Xav zijn hoofd draaien. Het klonk dichterbij dit keer, waardoor hij het zonder een moment van aarzeling op een rennen zette. Zijn hand was rond het heft van zijn zwaard geklampt, klaar om aan te vallen wanneer nodig, maar toen hij op de plek aankwam was er niets dan stilte. Hijgend draaide hij rond, zijn zwaard gereed, maar zonder ook maar een Burned One te zien.
          “Kom fucking vechten dan!” schreeuwde hij gefrustreerd; agressief. Was het de speed? Hoorde hij dingen die er niet waren? Ging hij er uitgerekend op dit moment slecht op?
          “C-c-castillo…” De stem klonk zwak en overstemde nauwelijks de regen, maar was onmiskenbaar echt. Xaviers ogen werden gezogen naar de plek waar de stem van afkomstig was. Het kostte hem moeite de gestalte in de donkere schaduwen te herkennen. Pas na enkele seconden herkende hij het uniform.
          “Fuck,” vloekte hij. Op een drafje overbrugde hij de afstand tussen hem en zijn mede-specialist, terwijl hij zijn omgeving snel scande. Pas toen hij zich veilig waande stak hij zijn zwaard weg. Van deze kleine afstand herkende hij de jongen die in de modder op de grond lag: Joshua Fenwick. Eerder die week had hij de vierdejaars specialist na een training nog gesproken over Donaghues groep, waar Fenwick zich maar al te graag bij aangesloten had en vol passie over sprak. Nu, nog geen week later, was van die hartstocht nog weinig over. Zijn uniform was doordrenkt met bloed. Een gapend gat in zijn buikholte. Zonder aarzeling scheurde Xav een stuk stof van zijn mouw af, klaar om de wond te verbinden, zelfs al wist hij dat dit te veel bloed was om te kunnen behelpen. Hij vervloekte zichzelf dat hij in zijn onzorgvuldigheid zijn com was kwijtgeraakt. Hij vervloekte zichzelf dat hij niet eerder hier was geweest om zich te kunnen mengen in het gevecht. Hij vervloekte alles en de hele wereld, maar hij moest iets doen, hoe weinig effect het ook zou hebben. Want dat het volslagen kansloos was wist hij. Fenwick wist het ook.
          “Het is t-te laat, C-castillo,” kreunde de jongen, die zichzelf vergeefs omhoog trachtte te duwen uit de modder. Zelfs in de duisternis viel te zien hoe grauw zijn gezicht was. “H-het had me te p-pakken. G-gebeten...”
          De specialist staakte zijn bewegingen. Er was een moment van stilte tussen de twee jongens, waarbij hun blikken elkaar niet loslieten. De woorden werden niet uitgesproken, maar er was slechts één blik voor nodig om te weten dat ze beide hetzelfde dachten: dit kon op maar één manier eindigen. Verwoed schudde Xav zijn hoofd. Fuck. Fenwick leek zijn aarzeling zelfs in zijn toestand te bespeuren.
          “X-xav. L-laat me niet zoals Hen w-worden.” Het was een smeekbede die zijn hart liet racen in zijn keel. Of misschien was het wederom de verdomde speed. Op dit moment was Xav er niet zeker van of het de realiteit was of niet, maar hij had het gevoel alsof het zweet hem was uitgebroken. Hij wist wat er moest gebeuren, maar hij kon het niet. Joshua wees bevend naar iets dat een aantal meter verderop op de grond schitterde. Zijn dolk, zag Xavier. Voor iemand die er normaal liever voor koos zijn verstand te negeren, maakte zijn hersenen op dit moment overuren. Zijn mond voelde gortdroog. Hij kon Fenwick hier niet achterlaten. Hij wist niet wat de Burned Motherfucker had doen besluiten om weg te gaan, maar Het kon elk moment terugkeren om zijn werk af te maken. Zelfs als dat niet het geval was, dan zou de specialist het hier onmogelijk redden. Hij zou een trage, pijnlijke dood sterven. Of erger… Hij zou een van Hen worden. Het ‘alsjeblieft’ dat Fenwick met zijn laatste krachten leek te prevelen zorgde ervoor dat Xav voor de eerste keer in zijn leven besloot zijn verantwoordelijkheid te nemen. Hij kon de jongen onmogelijk het werk zelf laten doen. Het minste wat hij kon doen was de specialist een snelle, pijnloze dood gunnen.
          Opnieuw vonden hun ogen elkaar en op het moment dat Xav een klein knikje gaf, leek er een last van Josh zijn schouders te vallen, al was de angst in zijn ogen onmiskenbaar. Kort kneep Xav in de schouder van de specialist. Om hem moed in te spreken, al was het wellicht meer naar zichzelf bedoeld. “Sluit je ogen,” verbrak hij hees de stilte, waarna hij overeind kwam en naar zijn zwaard greep, om deze op de juiste plek te positioneren. Als hij katholiek was geweest had hij een kruisje geslagen, maar dat was hij niet en hij had geen flauw idee wat hij aan het doen was. Hij nam een diepe teug adem en sloot zijn ogen.
          “It was one hell of a ride. Till we meet again.” Met één neerwaartse beweging van zijn zwaard maakte hij een einde aan het lijden van Joshua Fenwick. Het geluid ervan veroorzaakte een golf van misselijkheid. Zijn hartslag was gestegen en zijn ademhaling oppervlakkig. Met zijn zwaard nog in het lichaam van zijn voormalige soortgenoot zette de specialist enkele onvaste stappen ervandaan, om zijn handen tegen de dichtstbijzijnde boom te plaatsen. Voorover gebogen kwam zijn volledige maaginhoud eruit. Hijgend bleef hij staan. Hij wist niet voor hoelang. Misschien waren het slechts minuten, maar voor zijn gevoel kostte het uren voordat hij de moed had verzameld om zich om te draaien om het levenloze lichaam van Fenwick onder ogen te komen. Het gezicht van de jongen was verrassend sereen in vergelijking met de gekwelde uitdrukking van daarvoor, maar lang ernaar kijken kon Xav niet. Hij trok zijn zwaard uit het lichaam en knikte kort, zwijgend. Als een laatste groet voordat hij het lichaam van de jongen in de stromende regen alleen achterliet.

    @ forest w/ his homie













    Verdoofd had Xavier door het bos rondgedoold. Hij moest afgedwaald zijn, want schreeuwen klonken slechts uit de verte en al tijden was hij niemand meer tegengekomen. Het beeld van Fenwick ging niet uit zijn hoofd en met de minuut die er verstreek zonder dat hij Ash of Is vond, groeide zijn onrust dat hen straks hetzelfde lot stond te wachten. Zou hij hetzelfde kunnen doen als zijn beste vriend daar had gelegen? Hij kon zichzelf niet kwellen met het antwoord op die vraag, want uit het niets merkte hij enkele meters verder, achter enkele struiken, een schim op. Meteen stond Xav weer aan en hij greep dit keer naar zijn dagger, klaar om hem te werpen.
          “Bro, what the fuck,” klonk het. De schim klonk behoorlijk veel als… Een golf van opluchting gonsde door zijn lichaam toen hij Asher herkende.
          “Waar the fuck was jij, idioot?” stootte hij uit. “Ik had bijna m’n dagger in je hart geplant, bro.” Het kostte slecht een paar grote passen van de jongens om de afstand tussen hen in te overbruggen. Een vluchtige omhelzing volgde, waarbij Xav de reus een harde, amicale klap op zijn schouder gaf. Pas toen ze weer afstand namen, liet de last die van de specialist zijn schouders was gevallen toe dat er een brede, jongensachtige grijns op zijn gezicht verscheen. Wat er ook gebeurd was en wat er ook te gebeuren stond: ze waren weer samen. Als ze dan toch helemaal naar de klote zouden gaan, dan maar zo. Het zou een verdomd mooie manier zijn om te gaan.
          “Wat een fucking call of duty shit, man,” bracht hij uit. “Ben kapot.” Hij zag hoe z’n vriend zijn mobiel uit zijn zak griste en hem een foto van een Burned One onder zijn neus drukte die er nog slechter uitzag dan Ashtray op een brakke ochtend.
          “Je had bijna een begrafenis voor je boy kunnen regelen,” verduidelijkte Ash grappend. “Die motherfucker die achter me aan zat wilde me echt graag, man. T’is wel weer duidelijk wie van ons tweeën een grotere snack is.”
          Xav grijnsde. Mocht hij willen. Onwillekeurig wreef hij in zijn nek over de hicky die Nev bij hem had achtergelaten. Moeite om deze te verhullen deed Xav niet. Waarom zou hij? Het was het bewijs dat hij een grotere snack was dan Ashtray hier tegenover hem. “Ik was iets te druk om foto’s te maken, bro,” reageerde hij. Hij stak drie vingers op. “Drie fucking Burned Motherfuckers, man. Eén had wel wat weg van jou. Ik zweer het je: compleet gemold. Nu jij weer,” loog hij met een trotse grijs op zijn gezicht. De werkelijkheid kreeg hij niet uit zijn strot. Hij wist dat hij gedaan had wat hij moest doen. De Burned One die Asher hem zojuist had laten zien was ooit ook zoals zij geweest. Een mens van vlees en bloed. Dat had het monster er echter niet van weerhouden om zijn vriend van het leven te beroven als Het de kans had gehad. Wie gebeten werd door een Burned One was praktisch gezien al heengegaan en het zou slechts een kwestie van tijd zijn voordat Het meer mensen hetzelfde lot tegemoet zou jagen. Xavier had erger voorkomen, dat wist hij.
          En toch.
          Toch kon hij zijn eigen ervaringen van zojuist niet over zijn lippen krijgen naar zijn vriend toe. Onder aan de streep was het misschien hetzelfde, maar het voelde als een wereld van verschil en dat gevoel zou hij zelf mee moeten zeulen, zonder een ander daarmee te belasten. Dus deed hij waar hij het beste in was: hij negeerde de waarheid.
          “Ben je oké? Waar is Isla?” vroeg zijn vriend toen.
          “Een kuil voor jou aan ’t graven, bro,” reageerde hij met een grijns, al vervaagde deze snel. Hij schudde zijn hoofd en trapte met zijn hak tegen de boom achter hem. “Fuck, ik weet het niet, man. Ik ben ‘r al tijden gelegen uit het oog verloren.” Hij zuchtte. “We moeten ‘r vinden,” besloot hij, al kroop een kenmerkend jongensachtige grijns al snel weer op zijn gezicht toen hij omhoog blikte.
          “En je hebt nog wat in te halen, bro. Drie tegenover één. Wedje leggen wie de meeste fuckers koud maakt?”
          Hij had de woorden nog niet uitgesproken, of hij hoorde een geluid achter zich.

    [ bericht aangepast op 6 feb 2022 - 18:55 ]


    She's imperfect but she tries


    Mae
    21 | earth fairy | jaar 3 | outfit | with Dante @the library




    ” I only pray you'll never leave me behind."

          Meerde volle boekenkasten vulde haar blikveld. Verwoed gleden haar ogen langs de letters van het alfabet. A, B.. Burned Ones. C, D, E, F.........Z... Zanbaq. Haar vingers gleden langs de verschillende kaften om de boeken vervolgens uit hun rijtje te trekken. Het was ondertussen bijna twee uur geleden sinds de specialisten naar buiten waren gestuurd. Na de mededeling hadden Maes ogen razendsnel de feestzaal rond gescand. Ze hoopte een blik van haar beste vrienden op te vangen, ze succes te wensen, ze nog snel te knuffelen, ze te laten beloven geen gekke dingen te doen. De meeste specialisten hadden de zaal echter al verlaten. Gehaast had de brunette zich tussen de verschillende groepjes fairies heen geduwd in de hoop haar vrienden in de gangen tegen te komen. Myka, Rush, Hunter en Perseus waren echter nergens te bekennen. De blonde bekende lokken van Dorian even verderop pikte ze er in het midden van de chaos gelukkig wel zo uit. De jongen waande zich in een rap tempo richting de entreehal. "Do! Dorian!" Haar stem was onhoorbaar door het harde afgaande alarm. Ze was hem achterna gegaan, had de gangen doorgerend, de trappen afgesprint maar was te laat. Machteloos had ze in de deuropening naar de ruggen van verschillende specialisten gestaard om in de verte Do door de duisternis opgeslokt te zien worden. Het zorgde voor een knoop in haar maag. Ongerust had de brunette het ene na het andere berichtje verstuurd. Er ging een kwartier, toen een halfuur, toen een uur en uiteindelijk anderhalf uur voorbij zonder enige reacties terug te hebben ontvangen. De ene gruwelijke gedachte ruilde zich in voor een nog ergere. Ze was verloren tegen de muur aan gaan zitten. Groene vonkjes schokte steeds vaker ongewenst haar vingertoppen uit. Haar normale kleur ogen wisselde zich steeds vaker ongecontroleerd af met de magische groene kleur. Het was zeldzaam maar Mae raakte uit balans. Ze moest iets doen. Het afwachten maakte haar gek. Hoe kon ze helpen? Wat nou als een van haar vrienden geïnfecteerd terug kwam? Hoe heette het middel dat daar tegen hielp ook al weer? Misschien kon ze dat wel namaken. Voor ze het wist, stond ze in de grote bibliotheek waar haar ogen nu verwoed naar alle boeken over Burned Ones en al het aanverwante zochten. Het zorgde voor afleiding, was een soort coping mechanisme. Met zware dikke boeken die boven haar hoofd uittorende in haar armen liep ze naar een van de houten tafels ergens achterin de ruimte.










    Vlak voor ze bij de lege houten tafel aankwam, spotte ze rechts van haar een bekend figuur. Ondanks de redelijk donkere bibliotheek was er geen twijfel over mogelijk. Rommelige lichtbruine krullen, een neuspiercing die door het bureaulampje glinsterde en een arm die bijna vol met tatoeages zat. Mae liep op haar goede vriend Dante af. Ze had kunnen weten dat de jongen hetzelfde idee had gehad. Beide waren al langer gepassioneerd om meer over de Burned Ones te weten te komen. Velen waren ooit iemands geliefde, vriend, ouder of kind. Toen bleek dat ze te redden vielen, twijfelde Mae geen moment. De modernistische manier was de manier. Dante had ze daarin als bondgenoot gevonden. Als Do, Myka of Rush geïnfecteerd zouden raken, zou ze hen ook niet zonder gevecht opgeven. Waarom zou ze dat dan wel bij onbekenden doen. Zij verdiende dezelfde behandeling. Ja, het koste tijd, moeite en gebalanceerde magie maar als the otherworld minder lang getwijfeld had en eerder actie ondernomen had dan waren er ondertussen al veel minder Burned Ones geweest. Bovendien werd er naar haar mening veel te weinig onderzoek gedaan naar waar de eerste Burned Ones vandaan kwamen. Als je de oorsprong vond, zou een permanente oplossing dichterbij komen. Alle gemaakte stappen werden echter door de traditionalisten zo het raam uit gegooid. Geïnfecteerden konden worden behandeld maar nee ze werden als ongeneesbaar bestempeld. Burned Ones werden niet gevangen en behandeld met magie maar aangevallen door kruisbogen en zwaarden. Haar vrienden in het bos konden er niets aan doen. Hun instructies waren helder. Mae hoopte dat ze alles deden wat nodig was om levend terug te komen.
    "Hey," begroette ze Dante toen ze dichtbij genoeg was. De zware boeken liet ze op de tafel zakken waarna ze tegenover hem ging zitten. "Blijkbaar hadden we hetzelfde idee.." stelde ze bij het zien van Dante zijn gepakte boeken vast. "Volgens mij zijn er best veel boeken weg gehaald.. Normaal moest ik minimaal vier keer heen en weer lopen en nu was dit het enige wat ik kon vinden." De 8 boeken voor haar waren een fractie van wat er vroeger in de bibliotheek gelegen had. De traditionalisten hielden blijkbaar van censuur. Al waren ze daar nog niet helemaal in gelukt. "Wat ben jij aan het lezen?" vroeg de brunette nieuwsgierig terwijl ze zelf haar eerste boek opensloeg. Haar vingers bladerde door tot ze bij de inhoudsopgave kwam. Ze merkte dat ze toch nog niet rustig genoeg was om gelijk de materie in te duiken. Ze wilde liever praten. "Wat vind jij van de hele situatie? Heb je al iets van de specialisten vernomen?" Precies op dat moment voelde Mae haar telefoon trillen. Ze kreeg een berichtje. Haar hart zat in haar keel. Misschien was het een van haar vrienden. Zo snel als ze kon griste ze haar telefoon uit haar zak. Hoopvol unlockte ze haar beginscherm. Het eindigde in een teleurstelling. Verward door de afzender lazen haar ogen het bericht meerdere keren.
    Hoi Mae. Zou ik je kunnen spreken? Het was afkomstig van Aerys. Het tweetal had nooit eerder geappt. Eigenlijk spraken ze elkaar naast wat beleefde begroetingen überhaupt nauwelijks en dus was de brunette verbaasd, vooral door de serieuze ondertoon die de woorden met zich mee leken te dragen. Waar wilde hij met haar over praten? Ashers woorden bij het meer kwamen in haar op. Hij had schaamteloos naar haar lopen staren. Mae had dat idee al vaker gehad maar was overtuigd dat ze dingen zag die er niet waren. Het hele bericht gaf haar een rare vibe. De timing al helemaal.

    To Do🍀:
    21:50 – Wees alsjeblieft voorzichtig Do.
    22:38 – Ben je alweer terug??
    22:56 – Pls don't be a hero. Let ook op jezelf en kom gewoon heelhuids terug!!
    23:32 – Do I swear to god als je niet oke terug komt...



    To Myka🦄:
    21:55 – Be safe!! Neem geen risico's, oke??
    22:16 – Laat je het me weten als je terug bent?
    22:46 – Myk?? Pls reageer...
    23:05 – Ik maak me zorgen..



    To Rush🌳🍃:
    22:03 – Laat je het me weten als je veilig binnen bent??
    22:31 – Pls doe voorzichtig!
    23:26 – Dit duurt lang.. wat gebeurt er allemaal daarbuiten?!!
    23:40 – Rush??



    To Lune 💖:
    22:58 – Heb jij al iets van Do gehoord??



    To Asher🐥:
    22:15 – Be careful out there!
    22:16 – Puddles kan z'n best man niet verliezen.


    To Deimos🧸:
    22:14 – App me zodra je binnen bent!
    22:15 – En doe voorzichtig! Geen gekke dingen! 😠



    To Aerys:
    23:46 – Uhm ja is goed. Waarover?
    23:46 – Het liefst wel een andere keer met alles wat er vanavond gaande is..


    To Ramsay🤡:
    21:20 – 🙄
    21:20 – Het verbaast me dat je zo geïnteresseerd bent. Moet jij je aandacht niet aan je harem geven?






















    "Bravery is by far the kindest word for stupidity."

    [ bericht aangepast op 20 feb 2022 - 19:45 ]


    KIT COLLIN VERNON

    Specialist - Year 3 - Traditionalist - At the woods with Nissa -> stumbeling towards the school



    Schuchter draaide ik me om bij het horen van ruisende takken- of het was de angst die aan het opborrelen was of de alcohol die me een stukje meer paranoïde maakten dan normaal. over mijn schouder keek ik even om naar Nissa klaar om wat te zeggen tot het onheilspellende gekrijs van eerder plots een stuk dichterbij leek te zijn. 'Fuck.' stamelde ik , dat klonk op nog geen 15 meter van ons vandaan. Meteen greep ik naar mijn shakrams en nam een diepe teug adem. Dat ik had communiceren met Nissa was me pas te laat binnengeschoten, de angst en adrenaline droof me ertoe meteen naar het geluid toe te rennen. Moedig of ontzettend dom - gezien ik niet meteen bereid was om oog in oog te staan met de Burned one
    Natuurlijk had ik de horrorverhalen en mythes al gehoord over de burned ones, verminkte gezichtloze wezend die met een simpele beet je leven konden vernielen. Hun enige doel leek wel de levens van mensen te verwoesten- moorden op zicht. Als je ooit oog in oog kwam te staan met het wezen, toon het geen genade want het zou jou dat nooit schenken.
    Mijn onderlip trilde en mijn ademhaling ging als een razende te keer toen ik het zag – het was zoveel gruwelijker dan alle omschrijvingen het afbeelden. De geur van verschroeid vlees – een gedaante doemend tot bijna drie meter lang en geen gezicht waar je je op kon focussen enkel een stel vlijmscherpe tanden die klaar stonden om me aan stukken te rijten of erger nog- me in zo’n ding te veranderen. Het gekrijs gleed door merg en been en wist me eindelijk te bevrijden van de stokstijve positie waar ik enkele seconden in vast was geraakt door het aanzicht van het wezen. “Shit!” Wat roekeloos wierp ik één van mijn shakrams naar het ding waar het in de borstkas van het wezen blijf steken- al bewees de snelle uithaal van het monster me aan te tonen dat het niet zo snel zou opgeven. Ik nam een duikvlucht en haalde een nieuwe shakram van mijn riem af zodat ik langs elke hand weer een wapen had, klaar om het ding aan te vallen al wist ik niet of close combat wapens de beste keuze was geweest om deze giganten aan te kunnen.
    Waarom ik zonder nadenken hierheen was gerend -nota bene zonder mijn partner in te lichten wist ik niet meer- een soort trots ? Een burned one kunnen neerhalen om goedkeuring van mijn meerdere te krijgen? Of wilde ik Alfea beschermen … ik wist het niet meer. Angstig en kwaad was ik nu degene die uithaalde naar het monster. “Gryahh!” mijn shakrams hakkend in de monsterlijke klauw al was het de plotse pijl die recht door het hoofd schoot dat het monster deed schruwelen. Snel keek ik achter me waar ik Nissa zag opdoemen met haal pijl en boog in hand. De rest ging vrij snel- De burned one trok zich terug wat niet meteen in de aard lag van deze monsters en een snelle scherpe pijn zoefde langs mijn bovenbeen waardoor ik een pijnlijke kreet uitriep. Het monster verdween tussen de bomen in en voor het eerst leek ik alsof ik weer kon ademhalen- al was het wel tussen mijn tanden door terwijl ik naar mijn bovenbeen greep die hevig aan het bloeden was. Niet veel verderop lag de verdwaalde pijl van Nissa die de boosdoener was- en ja hoor daar kwam ze tussen de bosjes gerend. Licht gepikeerd- maar voornamelijk opgelucht keek ik naar haar toe terwijl ik op adem probeerde te komen.
    “Waar was dat voor!” snauwde ik haar toe al wist ze me meteen de mond te snoeren door me te commanderen . 'Laat zien!' hijgde ze eens ze naast me gearriveerd was. Ik haalde mijn neus iets op -al was het voornamelijk omdat ik de pijn verbeet waarna ik met wat trillende handen mijn bovenbeen los liet. De snede was iets van een tien centimeter en vrij diep maar niet levendsbedreigend. 'Dat gaat hechtingen nodig hebben.' Merkte ze op waardoor een ‘mooi bedankt’ er halflings door mijn kiezen ontsnapte – misschien wat ondankbaar voor de dame die waarschijnlijk mijn leven had gered, maar op dit moment kon een oprechte ‘dankje’ niet over mijn lippen komen. Nissa duwde haar boog terug op haar rug en scande nog snel even de omgeving al was de burned one terug uit het zicht verdwenen.
    'Sorry, ik kon echt amper iets zien in dit donkere hol,' verontschuldigde ze zich nog al was de snee op haar wang hetheen wat me opviel. “Hoe kom je daaraan? Werd je-“ vroeg ik een stuk bezorgder – shit wat was ik een eikel geweest ik had mijn partner Nissa in de steek gelaten door op dat ding af te rennen… “Sorry-“ kwam er nu wel een stuk oprechter over mijn lippen al greep ik wel weer naar mijn bovenbeen om er wat druk op te geven.
    'Kom, laten we terug naar de school gaan, je hebt verzorging nodig.' Stelde Nissa voor- het liefst had ik toch enkele burned ones uitgeschakeld- maar de realisatie dat we nog niet goed genoeg voorbereid waren voor dit… en wat er nog komen zal was nu wel duidelijk . 'En ik wil hier niet zijn als dat ding terugkomt. Of erger, als het zijn vriendjes meebrengt.' Bracht ze mijn zorgen uit tot woorden ik knikte dan ook wat moedeloos. “ Ik hoop dat de andere oké zijn.” Zuchtte ik waarna ik mijn shakrams van de grond raapte en ze terug opborg. “Niss- als – als er een burned-one achter ons aan komt dan loop je gewoon door hoor je me.” Zei ik wat streng en nog steeds een stuk buitenadem. Met de snee in mijn bovenbeen zou ik haar enkel ten laste zijn.
    Met was steun van Nissa stompelden we de veilige haven van de school binnen waar ons meteen hulp toegeschoten werd. Mijn blik schoot meteen door de zaal waar de specialisten verzorgd werden- echter zag ik Leander nog niet noch zag hij zijn moeder of andere specialisten docenten. Ik kon de andere verzorgers heen en weer zien rennen niet meteen wetende waar eerst te starten, tus kregen Nissa en ik een proper haas die we tegen onze wonden moesten drukken tot ze bij ons konden komen.
    “Je hebt me nog niet verteld hoe je daaraan gekomen bent.” Probeerde ik de stilte tussen ons iets te paaien terwijl ik kort knikte naar Nissa- doelend op de snee op haar wang. Een kleine onzekere glimlachje op mijn gezicht liet haar weten dat ik het haar niet kwalijk nam me geraakt te hebben. Ondertussen had ik mijn adem weer een beetje gevonden en merkte ik dat mijn mobieltje trilde. Ik switchte even van hand zodat ik het ding boven kon halen. Tot mijn oplucthing waren het geen verontrustende meldingen enkel het berichtje van Tyr deed toch meer met me dan ik wilde.
    Alle adrenaline in mijn lijf hadden zich nu omgezet naar emoties waardoor ik de opwelende tranen en de druk op mijn borst moest tegenhouden om nu niet als een klein kind te gaan huilen. Dat ik me de avond anders had ingebeeld was zacht uitgedrukt.


    To Tyr.
    Ik ben oké- in d ziekenboeg voor checkup.



    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

          Perseus      Jason      Montarac     

    Soldier keep on marchin' on. Head down 'til the work is done. Waiting for that morning sun. Soldier keep on marchin' on.
         

          Perseus voelde zijn hart in zijn keel kloppen. Het zweet stond hem op de rug. Zijn oren suisden. Juist nu hij zijn gehoor moest vertrouwen, doordat zijn zicht beperkt werd door het duister van de nacht, liet zijn gehoor hem in de steek. Andere geluiden uit de omgeving nam hij amper in zich op. Gekraak van takken en bladeren ging aan hem voorbij. Langzaam waren zijn handen pijn gaan doen, door hoe stevig hij zijn handen had geklemd om zijn zwaard. Hij had enkele van zijn throwing stars al gegooid. Door het slechte zicht had hij geaarzeld voordat hij ze gegooid had. Als resultaat had hij nu enkele, kleine wondjes in zijn linkerhand. Momenteel zorgde het prikkend gevoel dat ze gaven er alleen maar voor dat dit echt was. Eerder op de avond waren er daadwerkelijk burned ones gespot buiten in de bossen.
          Er waren op dit moment maar twee dingen waar hij zich over bewust van was, en die belangrijk waren. Schaduwen in de bossen en de aanwezigheid van Leysa en Leander. God, zolang hij hen twee veilig en wel hield en ze zo het schoolgebouw weer bereikten, was het goed. Al zou het ten koste van zichzelf. Perce stond zichzelf niet toe om ook maar aan iemand anders te denken dan die twee. Dit had zijn volle concentratie nodig. Bij terugkomst zou hij de anderen zien. Nu was dit zijn prioriteit, moest het zijn prioriteit zijn. Er was geen tijd om toe te geven aan gevoelens. Angst, pijn, ongemak. Al dit stopte hij weg. In een figuurlijk doosje, op slot: wachtende tot er wel tijd was om hier mee om te kunnen gaan.
    “Hebben jullie nog contact gehad met Isla en Dorian? De lijn is bij mij al de hele avond dood. Ik maak me zorgen,” De stem vanLeysa klonk ver weg, waardoor het even duurde voordat hij zich omgedraaid had zodat hij haar aan kon kijken.
    Perce had geen contact meer met de twee gehad. Al een tijdje niet meer. Moest hij haar proberen gerust te stellen en zeggen dat de twee vast en zeker oké zouden zijn? Zou dat nota bene geruststellend zijn in een situatie als deze? Over het algemeen was hij fan van het hele ‘geen bericht, is goed bericht’ gebeuren. Nu wist hij dit niet zo zeker.
    ‘’Ik heb al een tijdje niets meer van ze gehoord,’’ beantwoordde hij haar vraag naar waarheid na een korte stilte. Zijn blik verschoof naar Leander. ‘’jij?’’ Wellicht dat Leander wat meer geluk had. Een niet-werkend communicatie system was…problematisch, maar niet iets wat ze niet aankonden.

          Klanken van gevloek en gekreun niet ver weg, lieten hem weten dat er dichtbij een gevecht plaatsvond. Burned ones waren in de buurt. Lichtjes hief hij zijn zwaard en hij richtte zijn blik naar de richting waar het geluid vandaan kwam.
    “Moeten we helpen? Het klinkt niet alsof ze..” Leysa haar woorden vielen in het niet door een harde schreeuw. De schreeuw duurde niet lang.
    Zijn grip om zijn zwaard verstrakte hij. Zachtjes vloekte hij. Het voelde alsof er een steen in zijn maag gevallen was, wat zorgde voor misselijkheid. Een brok vormde zich in zijn keel. Perce focuste zich kort op zijn ademhaling.
    “Is.. Dood?” Toen hij zijn hoofd terug draaide, zag hij hoe de eerstejaars specialist stond te rillen. Dapper zette ze alsnog een stap naar voren. Het instinct om haar bij de arm vast te pakken en iets terug te trekken, ging hij tegen. “We moeten hem of haar terugbrengen.. Naar de school. Zodat ze daar kunnen helpen, zodat ze..”
    Stil schudde hij zijn hoofd. Het brok in zijn keel slikte hij weg. Focus. Hij keek naar Leander. Een poging om vlug te zien of hij oké was. Hoe hij hier zich bij voelde.
    ‘’Er is…’’ Hij schraapte zijn keel om zijn stem terug te vinden. Om woorden uit te spreken, die hij liever niet uitsprak. Perce richtte zijn blik weer op Leysa terwijl hij tegen haar sprak. ‘’er is niets wat we meer kunnen doen, Ley. De docenten gaan niet meer kunnen helpen.’’ Een harde waarheid. Focus. Geen gevoelens nu.

          “Kom, ik denk dat ik ongeveer weet waa-,” Weer een hoop lawaai. Geschreeuw. Ditmaal niet afkomstig van een specialist. De burned one was dichterbij gekomen. Fuck. Adrenaline gierde door zijn lichaam.
    Perce hief zijn zwaard nog wat meer. Klaar om in de aanval te gaan. Mocht het nodig zijn, de verdediging.
    Hij hield zijn adem in voor enkele seconden. Het gesuis in zijn oren was afgenomen. Al het geluid klonk zoveel helderder. Haast was het alsof hij overgevoelig voor geluiden was geworden. Gekraak van de bladeren en takken door Leysa die wild om haar heen draaide, zorgde voor een rilling over zijn rug.
    Traag scande hij met zijn ogen rondom hen heen. Iedere centimeter van tussen de bomen in zich opnemend. De regen die uit de lucht viel hielp niet met dat er geen beweging was tussen de bomen. Eerder het tegenovergestelde.
    Perce was net van plan zich om te draaien, de kant waar hij met zijn rug naar toe stond, zodat hij hier hetzelfde doen kon, maar hij was te laat.
    “Perce.. Leander.. Help?” De piepende stem van Leysa klonk alles behalve goed.
    Shit. Een van de burned ones was met hoge snelheid onderweg naar haar toe.
    ‘’Fuck, fuck, fuck,’’ mompelde hij.
    Zijn lichaam reageerde voordat zijn hersenen tijd hadden om het geheel te kunnen verwerken. Leysa duwde hij aan de kant, waardoor hij degene was waar de burned one op af rende. Hij hield zijn zwaard omhoog om de klap die de burned one gaf te blokkeren. De lucht werd uit zijn longen geblazen door de klap. Tijd om op adem te komen had hij niet. Nu was het tijd om de aanval in te zetten.
    Hij sprong naar achteren en zette vlugge stappen naar links. ‘’Lee,’’ riep hij om de aandacht te trekken van Leander. Met een korte knik richting de rechterkant signaleerde hij naar zijn mede specialist. Samen de burned one aanvallen leek hem een strategischer plan dan alleen.
    De huidige situatie voelde vreemd aan. Aan de ene kant was het net alsof het op tien keer de normale snelheid gebeurde. Aan de andere kant was het net slow motion.
    Zijn zwaard voelde zwaar aan. Zwaarder dan normaal in ieder geval. Was de adrenaline nu al aan het uitwerken? Nee toch, dat kon niet? Ademen leek moeilijker te gaan als voorheen. Het gevoel van zijn hart die in zijn keel klopte was teruggekeerd.
    Perce haalde diep adem en viel aan. Vanaf de burned one zijn linkerkant stak hij het met zijn zwaard, in het abdomen. Het krijste en begon verwoed te bewegen. Zo snel als hij het gestoken had, trok hij zijn zwaard terug. Enkel om de burned one nog eens te steken. Net naast de plek waar hij zojuist gestoken had. ‘’Ga nou dood,’’ gromde hij binnensmond, zijn zwaard draaiende in de burned ones abdomen. Hij hoopte dat Leander, of Leysa, snel de laatste slag zou geven, in het hart.


    20 • Third year • Specialist • With Leysa & Leander and bestie mister burned one sirWoods






    [ bericht aangepast op 6 feb 2022 - 22:40 ]


    What if he's written 'mine' on my upper thigh, only in my mind?

    R o n a n       T a l a n       F a u g h n
    19 ❈ Water Fairy ❈ Year 2 ❈ Modernist ❈ ❈ at library ❈ with Eileen

    - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - ❈ - - - - - - - - - - - - - - - - - - -


    Het feest had niet eens de kans gekregen om te beginnen. Niet dat Ronan er geweldig veel zin in had gehad, maar het had zijn gedachten wat kunnen verzetten. De hele aanval van de Burned Ones had hem toch in een lichte stress doen schieten. Zeker toen ze opeens een hele avond hun kamer niet meer mochten verlaten. Allemaal goed en wel, maar hij was wel degen die met Rush opgescheept had gezeten. Het was geen geheim dat hij zijn kamergenoot niet kun uitstaan en andersom was dat net hetzelfde. In haast pure stilte waren ze dan ook ieder netjes aan hun kant van de kamer gebleven. Beter dan dat kon het niet worden.
          Ronan had inmiddels de feestzaal verlaten en was op zoek naar Eileen. Ergens was hij heel erg blij dat ze een fairy was en nu gewoon veilig binnen zat. Zo kon er voorlopig niks met haar gebeuren. Langs de andere kant vond hij het vervelend dat de fairies niet mochten helpen. Samen stonden ze toch veel sterker? En zo zouden ze ook helemaal nooit leren om zichzelf te verdedigen. Echte onzin was het.
          Dwalend door te gangen kwam hij her en der andere fairies tegen die er allemaal nogal angstig uitzagen. Zelf zag hij er waarschijnlijk niet veel beter uit. Hij besloot dan ook om gauw nog even enkele berichtjes te sturen vooraleer hij de bibliotheek binnen wandelde.

    To: Mae🧚‍♀️🥐
    -Ik zou je bakkunsten nu echt kunnen gebruiken om mijn stress weg te eten.
    -Alles oké met jou?


    To: Aoife
    -Alfea keeps getting better and better
    -Nog geen zin om huilend weg te rennen?
    -Stay safe x


    In de bibliotheek was het niet moeilijk om het blauwe haar van zijn vriendin te spotten. Doelgericht beende hij dan ook naar Eileen toe. Hij was zo blij om haar te zien, ook al wist hij dat ze niet buiten kon zijn. 'Hey,' begroette hij haar dan ook met een kleine glimlach op zijn gezicht. Hij liet zich op de armleuning van de bank zakken waarin ze had plaatsgenomen, boog wat naar haar toe en drukte een kus op haar voorhoofd.
          'Gaat het een beetje met je?' De aanval was voor iedereen nogal ingrijpend. 'Heb je al iets van Leander gehoord?' Haar broer was nu buiten en hij kon zich voorstellen dat ze zich grote zorgen maakte over hem.


    Nothing is impossible in my own powerful mind.

    RAINN 'KOVSKY'
    "A spark neglected makes the mightiest of fires."
    theme • 4th yr fire faerie • the ballroom • w nevya





    tw: death, murder.

    Een zwak, lichtelijk geamuseerd glimlachje speelde om Rainn’s lippen terwijl hij naar de klok aan de muur keek. Het was bijna middernacht. Bijna 17 oktober.
    Gelukkig 10-jarig jubileum, Kovsky.
    Niet alle details van de beruchte avond stonden hem nog bij. Zijn herinneringen bestonden voornamelijk uit flarden. Als een opera waarvan enkele aktes misten. Een compositie waarvan de strijkers ontbraken. Zo kon Rainn zich niet voor de geest halen of hij de lichamen van de kleine Elena en Audrey überhaupt had zien liggen. Elena was de kleuter die hem had gezien als een soort grote broer, Audrey de leidster van het weeshuis die zich over hem had ontfermd toen hij als baby te vondeling was gelegd. Hij wist niet meer of hij hen had horen lijden. Iets in zijn geheugen moest de dood van de enige twee personen waar hij ooit van had gehouden, hebben afgeblokt.
    Er was echter genoeg dat Rainn zich wel kon herinneren. De kinderen waren die dag te ver gegaan in hun eindeloze gepest en getreiter. Iets was er geknapt in de piepjonge Rainn. De vonk in zijn ziel had vlam gevat — net zoals het hele gebouw. Nooit meer vergat hij de smalende gezichten van de pestkoppen, wiens grijnzende blikken plotseling omsloegen naar pure doodsangst. Het dierlijke gegil, verstikkende gehoest en de wanhoopskreten van diezelfde weeskinderen toen ze zich beseften dat ze die avond zouden sterven.
    Het vertrouwde geluid van knapperend vuur dat gretig om zich heen greep, net zolang tot het elke stoel, elk schilderij, elk voorleesboek, elke knuffel en elk kind had opgeslokt in haar machtige vlammen. De hitte die hij door zijn aderen voelde stromen. De onvoorstelbare woede die elke vezel in zijn lichaam in lichterlaaie zette. De manier waarop hij zijn keel voelde branden terwijl hij schreeuwde zoals hij nog nooit geschreeuwd had.
    En het allerbelangrijkste: de hoopvolle symfonieën van Pjotr Tchaikovsky’s Waltz of the Flowers, klinkend vanaf de platenspeler in het open kantoor van Audrey, die hij met elk dood en monddood kind beter kon horen.
    Even sloot hij zijn ogen. De introductie van de blazers in het muziekstuk, zorgde tot op de dag van vandaag nog voor kippenvel over zijn hele lichaam. Onder de klanken van de zogenoemde “ode aan het leven”, had een jonge Rainn die dag in zijn woede alle levens in het gebouw ontnomen. Het was voormalig schoolhoofd Farah Dowling geweest die had gehoord over het drama dat zich had voltrokken in St. Joseph Orphanage en hem had opgevangen op Alfea. Niemand had het voor elkaar gekregen om levend het weeshuis te verlaten. Niemand, behalve de kleine Rainn. De jongen zonder vader. Zonder moeder. Zonder naam. Zonder leeftijd. Zonder verleden en, op dat moment, zonder toekomst.
    Het moment dat hij Farah ontmoette, had hij zichzelf voor het eerst voorgesteld met de naam die hij vanaf die dag met trots zou dragen. Rainn Kovsky, naar de componist die zijn bloedrode razernij kleur had gegeven, die beruchte 17 oktober.


    Rainn nam een trekje van zijn sigaret terwijl hij met zijn rug tegen de stenen muren van de feestzaal stond, mijmerend over het verleden. De weeskinderen hadden stuk voor stuk als ratten in de val gezeten. Het had wel wat weg van de situatie in de school die avond. De fire faerie vond het hoogst-vermakelijk om zijn medestudenten paniekerig rond te zien lopen, appen, bellen, huilen… Allemaal omdat de tweederangs studenten van Alfea buiten tegen de Burned Ones aan het vechten waren. Het feit dat elke faerie in de school zich diepe zorgen maakte over het lot van de specialisten, was zeer tekenend. Diep van binnen had niemand er vertrouwen in dat de non-magische soldaatjes buiten de klus zouden kunnen klaren. De magiërs binnen leken de begrafenissen van de specialisten buiten alvast te plannen. Het was hilarisch.
    Hoewel Rainn helaas niet wist of het een bewuste zet was geweest van mrs Donaghue om het kaf van het koren te scheiden door de nutteloze specialisten op een zelfmoordmissie te sturen, vond hij het een briljant opgezet idee. Op die manier zouden ze direct af zijn van de zwakkelingen van Alfea.
          Zijn blik verschoof naar Nevya, die net zo nerveus leek te zijn als de andere faeries — hoewel het zich bij haar op een iets andere manier manifesteerde. Ze zat er verveeld bij, maar Rainn wist wel beter. Hij kende haar langer dan vandaag. De manier waarop ze constant ballonnen liet exploderen en de wervelwind in haar hand onder controle probeerde te krijgen, vertelden hem genoeg. Hij had het bijna aandoenlijk gevonden, was het niet dat hij het bloed irritant vond dat ze zich zo bekommerde om de zwakken. Ze had zelfs een relatie met Xavier Castillo, de specialist die niets deed behalve de bijdehante jongen uithangen. Aerys met Maerilyn, Nevya met Xavier… Waarom verdeden ze hun tijd zo? Hij voelde zich soms net een schapenhoeder, die alle beloftes van Alfea op het rechte pad moest zien te houden.
          ”Wij zouden in een kwartier klaar zijn met die situatie buiten,” sprak Nevya met een rusteloze zucht. “Fucking bullshit dat het zo lang duurt.”
          “Als het nog langer duurt, is er straks geen feestdecoratie meer over wanneer ze terugkomen,” antwoordde Rainn met een ijzige stem terwijl hij kalmpjes zijn rook uitblies. Het had wel iets poëtisch. Een triestige, vrijwel lege feestzaal als decor voor de mistroostige en angstige staat waarin veel van zijn medestudenten verkeerden.
    In stilte bestudeerde hij hoe het meisje de wervelwind in de palm van haar hand tot bedaren probeerde te brengen. Het ging duidelijk niet helemaal volgens plan. De magie van traditionele feeën liet zich niet altijd even gemakkelijk sturen. Het was als een oerkracht diep van binnen. Een ontembare macht die zich voedde met de gemoedstoestand van de faerie. Het was die onlosmakelijke, pure verbondenheid tussen magie en magiër, die Rainn zo prachtig vond. Zijn lichtgrijze ogen scanden haar gezicht. De fronsende wenkbrauwen, de frustratie in haar ogen… ze was als een open boek voor hem.
          “Ben je klaar met spelen?” vroeg hij toen ze opstond en naar hem toeliep. “Je lijkt wat nerveus, Nevya.” Ze duwde haar rug tegen de stenen muur waar Rainn al tegenaan stond en zakte naast hem naar beneden.
          “Heb je geen vertrouwen in de kwaliteiten van je vriend en zijn teamgenoten?” vervolgde Rainn. Het was niet eens een smalende vraag. Hij wilde het daadwerkelijk van haar horen. “Wellicht wil het nieuwe schoolhoofd zien wie waardig genoeg zijn om op school te mogen blijven. We zullen wel zien wie er levend terugkeren."
    Zijn blik kruiste met een voorbijlopende Reilly, en hij gaf zijn vriend een kort knikje. Alles onder controle.
    Nevya keek naar hem op.
          "Dus, Rainn, op welke manieren heb je je nieuw gevonden macht al misbruikt?” vroeg ze toen. “Ik zie je wel genieten.”
    Rainn staarde naar haar terug. “Genieten?” herhaalde hij. “Omdat ik niet hysterisch ben zoals de rest? Dit is niet genieten. Dit is werk, Levan.”
    Het was wel degelijk genieten.
          “Hoeveel zou je ervoor over hebben om alleen de macht te hebben? Niet ontkennen dat je het niet zou willen,” bleef ze doorgaan. Ze was één van de weinigen van wie hij het enigszins tolereerde.
          “Van Alfea?” vroeg Rainn. “Als dat zou betekenen dat ik alle inferieure studenten weg mocht sturen… dan veel.”
    Hij bestudeerde haar. “Voor inferioriteit is geen plek hier. Daar zou jij het mee eens moeten zijn, aangezien je net zelf zei dat wij als faeries deze situatie direct opgelost zouden hebben."

    [ bericht aangepast op 8 feb 2022 - 1:19 ]


    ars moriendi

    Om heel eerlijk te zijn had Hunter zich een stuk veiliger gewaand met zijn vorige partner Dean, een fire fairy die uitzonderlijke krachten bezat, aan zijn zijde. Nu liep hij samen met niemand minder dan Dorian Castemont door het bos, opzoek naar Burned Ones. En met alle respect – ook al wist Hunter dat Dorian het gros van zijn vrije uren besteedde aan trainen – Dorian was en bleef een softie eerste klas; misschien wel de ergste van zijn soort. Eén die nog geen deuk in een pakje boter zou kunnen én vooral willen, slaan, puur doordat hij overspoelt zou worden door schuldgevoel. Aan kracht lag het bij Dorian immers niet, het was eerder het gebrek aan meedogenloosheid. De jongen was tot grootse dingen in staat, maar zijn zachte karakter stak daar simpelweg een stokje voor. De jongen die Hunter nu zijn partner moest noemde was gewoon soft as fuck. Toch had Hunter besloten hem het voordeel van de twijfel geven. Reilly zag namelijk iets in Dorian wat Hunter maar niet kon begrijpen. Tuurlijk had zijn brother from another mother een vertrouwensband met softie Dorian opgebouwd gedurende de tijd dat ze partners waren geweest. Dat had hij met Dean per slot van rekening ook gehad. Maar dat ze daarnaast beste vrienden waren ging er bij Hunter niet in. Dorian was veel te zachtaardig voor iemand zoals Reils. Zijn broer verdiende beter.
          Blood doesn’t make you a family; loyalty does. En Reilly voelde als familie. Hij voelde als een grote broer die Hunter nooit gehad had. De familie Donaghue had Hunter zes jaar geleden met alle liefde opgevangen en in de armen genomen op het moment dat Hunter gebroken had met de Rothbergjes. Hij had nog nooit een thuis gehad waar hij zich zó op zijn plek voelde als bij de familie van Reilly. Jarenlang had Hunter moeten leven onder de normen en waarden van de modernisten. Iets wat hij al die tijd verafschuwde en zich tegen keerde waar mogelijk was. Bij de familie Donaghue bloeide hij helemaal op en kon hij eindelijk zijn wie hij wilde zijn.
          Hunter zijn dankbaarheid naar de familie Donaghue was groot. En dat wilde hij bewijzen. Hunter wilde dat ze wisten dat ze hem blindelings konden vertrouwen, dat hij één van hun was en daar bergen voor zou willen verzetten. Dat was namelijk het minste wat hij kon doen, gezien alles wat de Donaghue’s voor hem gedaan hadden de afgelopen jaren. Het idee in Hunter zijn hoofd groeide met de dag en had zich al vrij snel ontwikkelt tot een waterdicht plan. Eentje die hij vol trots had voorlegt aan de Donaghue’s en één die ze niet hadden kunnen weerstaan. Het was geregeld. Voorbereidingen werden getroffen en het plan in werking worden gezet. Vanaf het moment dat Hunter een voet zou zetten op het schoolterrein van Alfea zou hij een heel ander leven leiden. Een leven waarin hij zich voordeed als modernist om zo aan informatie te kunnen komen van binnen uit.
          Het enige wat hem zwaar viel aan zijn taak als spion was dat hij zich moest omringen met domme modernisten, maar het was iets wat hij wel over had voor de familie Donaghue. Het winnen van hun vertrouwen had zo zijn prijs en Hunter was bereidt om deze te betalen. Op Alfea werd Hunter herenigd met zijn verloren familie. Isla, Ramsay en Leysa kwamen langzaam weer terug in zijn leven. Had hij ze gemist? Als kiespijn. Maar the show must go on. Hij stond nu aan hun kant, wat betekende dat hij zich met hen moest verzoenen of hij nou eens was met hun opvoeding of niet. Een steengoede act opvoeren was Hunter zijn tweede natuur geworden, dus lastig zou niet zijn. Iedereen waar mee hij aanpapte leek er met open ogen in te trappen. Behalve Rainn.
          Waar Dorian softie eerste klas was, was Rainn de allergrootste weirdo die er op Alfea rondliep. De vreemde vragen die deze fire fairy hem af en toe kon stellen of de opmerkingen die over zijn lippen rolde waren hooguit raar en misplaatst. Bijna alsof hij Hunter door had. Dat zou heel Hunter zijn missie in gevaar kunnen brengen en dat kon hij er op dit moment niet bij gebruiken. Rainn moest hij in de gaten houden, die jongen kon nog wel eens voor grote problemen zorgen en daarnaast vertrouwde Hunter hem voor geen meter. Package Deal Xav en Ash waren daarentegen een heel ander verhaal. De twee heren kwamen, naast Rush, wel het dichts bij de definitie van vriendschap. Al kon hij ze soms wel achter het behang plakken. Xav en Ash tegelijkertijd samen, was nooit een goed idee. Dan verkoos hij liever het gezelschap van Rush of Nevya, maar "nee" tegen Nerissa, Maerilyn, Gianna of Myka zou Hunter ook niet zeggen.
          Het was de laatste genoemde waar hij en Dorian midden in het donkere bos op gestuit waren. ‘Sor-’ had de kleine blondine met grote ogen verontschuldigend gestameld, maar Dorian had haar al snel het zwijgen opgelegd. ‘Geen zorgen, goede reflexen.’ Stelde hij haar gerust. Uitslover. ‘Ben je alleen?’ hoorde Hunter zijn partner aan het meisje vragen. Myka haar bruine ogen gleden op dat moment naar die van hem.
    ‘Oh, um, ja, ik ben Rush een tijdje geleden kwijtgeraakt. Ik weet niet waar hij nu is,’ haar stem klonk zacht, terwijl haar ogen nog steeds op Hunter gericht stonden. Dorian knikte, waarna hij haar geruststelde dat Rush veilig was. Myka haar opluchting was van korte duur toen Dorian constateerde dat ze gewond was. ‘Ik wil geen “ge-maar” horen. Hunt brengt je terug naar school.’ Kort schoten Hunter zijn wenkbrauwen vragend omhoog. Had hij hier zelf ook nog wat in te brengen? Blijkbaar niet, want aan Dorian zijn stem te horen dulden hij duidelijk geen tegenspraak. Op ieder ander moment had Hunter zich niet door softie Dorian laten commanderen, maar vanavond hield hij wijselijk zijn mond en besloot hij zijn opmerkingen voor zich te houden. Als Dorian zo nodig de held wilde uithangen, dan moest hij dat zelf weten. ‘Niet in zeven sloten tegelijkertijd lopen, man.’ Waarschuwde hij zijn partner, wat door moest gaan als afscheid, waarna Dorian hem alleen met Myka achterliet.
          ’We hoeven nog niet terug… ik red het wel om nog even door te gaan,’ klonk Myka haar stem weer, zodra Dorian buiten gehoorafstand was. Vragend keek ze hem aan. ‘Wat wil jij?’ Hunter zijn helderblauwe ogen boorde zich in die van haar. ‘Hoeveel pijn heb je?’ Vroeg hij haar doordringend, waarbij hij dwars door haan heen leek te kijken. ‘Eerlijk?’ Hij had geen zin om door haar verwondingen te worden afgeremd. Het maakte hen langzamer al dan niet kwetsbaarder. En gegrepen worden door Burned Ones stond vandaag in ieder geval niet op zijn to do list. Daar was zijn eigen leven hem nog veel te lief voor.

    HUNTER ELLIOT ARCHIBALD
    You can run, but you can't hide
    22 • specialist • vierdejaars • tradionalist modernist • twin swords, longbow and stiletto • with myka • at the woods



    "I do very bad things, and I do them very well"

    [ bericht aangepast op 8 feb 2022 - 15:51 ]


    someone out there feels better because you exist

    Gianna Imani Pretorius
          20      ✦      Air fairy      ✦      Second year      ✦      With Mackenzie      ✦      Library






    〚      Well maybe we got lost in translation,      〛


          De regen die tegen de ramen tikte werkte lichtelijk kalmerend.
    Met de overname van zo’n anderhalf week geleden en de lockdown tijdens het begin van de week, was ze simpelweg gezegd doodnerveus geweest. Nachtmerries teisterden haar tijdens de nachten. Iedere nacht zag ze Kyran weer voor haar. De ene keer dood, zoals het in werkelijkheid was geweest. De andere keer was Kyran zelf een burned one geworden. Badend in het zweet werd ze wakker, voordat Kyran als burned one haar kon aanvallen. Haar hart voelde op die momenten alsof het uit haar borstkas zou kloppen en ademen ging moeizaam. Ze voelde zich net zo bang als toen Kyran vermoord werd door de burned one.
          Iets van twee uur geleden kwam het bericht binnen dat er buiten een grote groep burned ones gespot waren. Stiekem was ze opgelucht geweest dat de fairies niet zich mochten bemoeien met wat er zich buiten afspeelde. Beschamend, maar wel de waarheid. Nog meer waarheid was dat ze hoogstwaarschijnlijk gebeten zou worden, omdat ze zou bevriezen van angst.
    Afleiding vinden op dit moment was lastig. Het was alleen toegestaan om in openbare ruimtes aanwezig te zijn.
    Van de week kon ze gewoon in de lokalen oefenen met haar magie. Om de onrust in haar kwijt te kunnen. Algauw was het duidelijk dat ze niet de enige was met dat plan. Humaira, een vierdejaars air fairy met wie ze vorig jaar enkele keren getraind had, was een van de fairies die hetzelfde plan had als haar. Niet alleen was Humaira overdag een goede afleiding geweest – de afgelopen paar dagen had Gia twee nachten bij de dame gespendeerd.

          De grote zaal waarin het geplande feest was, was niet een plek voor afleiding. Daar kon ze alleen maar wachten tot iedereen terug kwam. Wachten was nooit haar sterkste punt geweest. Nog steeds niet. Gia wilde ook niet aanwezig zijn wanneer iemand terug kwam met het nieuws welke studenten het niet overleefd hadden. Iemand die ze niet kende die het niet overleven zou, kon ze hebben. Ze kon het niet hebben of handelen als het iemand was wie ze kende, om wie ze gaf. Nu op dit moment wilde ze zo weinig mogelijk over nadenken. Wat voor nut had het dat ze nadacht over het feit dat Nissa, Ramsay, Isla, Hunter, Rush en Myka nu daarbuiten waren, vechtende tegen de burned ones.
    En dus was ze onderweg naar de bibliotheek. Hopende dat daar minder studenten waren die schrokken van kapot knallende ballonnen. Vanuit de grote zaal had ze een fles tequila meegenomen. Stilte en alcohol. De combinatie die ze nodig was op dit moment.
          In de bibliotheek aangekomen, ging ze op zoek naar een afgelegen plekje. Een waar ze niet gestoord zou worden.
    Haar ogen vielen op Mackenzie die blijkbaar hetzelfde idee gehad leek te hebben. Vorig jaar leek er nog kans te zijn op een vriendschap tussen de twee dames. Door een gezamelijke hobby: boogschieten. Deze kans bleek echter van korte duur
    Zacht zuchtte ze in haarzelf, waarna ze besloot toch maar op de mind fairy af te stappen.
    ‘’Je ziet eruit alsof je dit ook wel gebruiken kan,’’ zei ze als wijze van begroeting en ze hield de fles tequila op. Ze nam plaats tegenover Mackenzie in de kleermakerszit. De fles zette ze tussen hen in. Vervolgens hield ze de joint op die ze sinds het begin van de avond al bij haar had. ‘’en als je niet van tequila houdt, heb ik deze ook nog.’’

    To: Nissa
    Ik zie je straks 🧡 (21:49)
    Laat het alsjeblieft weten als je veilig bent? (21:49)

    〚      maybe I asked for too much, but maybe this thing was a masterpiece 'til we tore it all up.      〛


    What if he's written 'mine' on my upper thigh, only in my mind?

    Asher Ryan Dugray
    "Everything I do, outrageous."
    theme • 4th yr specialist • in the woods • with his broski














    Asher haalde zijn hand door zijn natte haren, dezelfde opgeluchte grijns op zijn gezicht als Xav. Het voelde verdomd goed om weer herenigd te zijn met zijn ride or die. Er waren weinig mensen die hij blindelings vertrouwde, maar zijn beste vriend was er één van. Hij zag de jongen als niets minder dan een broeder van een andere moeder.
          “Wat een fucking call of duty shit, man,” bracht Xav vol ongeloof uit. “Ben kapot.”
          “Nu al?” Vroeg Asher, de opluchting duidelijk hoorbaar in zijn stem. “Minder roken, jongen. Is slecht voor je uithoudingsvermogen.”
    Op automatische piloot greep hij naar zijn achterzak om zich vervolgens te beseffen dat hij zijn uniform droeg. Shit. Geen peuken dus. Het kartonnen doosje zou sowieso binnen twee seconden doorweekt zijn geweest, dus misschien was het maar goed dat hij het in Alfea had laten liggen. Niets brak zijn hart zoals een verspild pakje sigaretten.
    Gelukkig had hij zijn waterdichte telefoon wel bij zich. De foto van de Burned One die hij had neergehaald, moest en zou hij laten zien, en wel direct. Het voelde als een overwinning, en niet alleen omdat hij in zijn eentje had moeten vechten tegen het sterke wezen. Hij had het monster onder ogen moeten komen terwijl hij bijna verdronk in zijn eigen angst voor de duisternis en het oplaaiende trauma dat het met zich meebracht. Uiteraard hield hij dat onderdeel van het verhaal netjes voor zichzelf.
          “Die motherfucker die achter me aan zat wilde me echt graag, man. T’is wel weer duidelijk wie van ons tweeën een grotere snack is,” kraamde hij uit terwijl de regendruppels binnen no-time zijn oplichtende telefoonscherm vertroebelden.
    Zijn vriend grijnsde terwijl hij over zijn nek wreef, en het was alsof hij het erom deed — het leidde Asher’s blik namelijk automatisch naar de zuigzoen op Xavier’s blanke huid. Het was duidelijk weer helemaal goed tussen hem en Nev. Mooi. Hij haatte het wanneer die twee ruzie hadden. Hij zag zijn vrienden het liefst gelukkig, verliefd — en als een verlengstuk daarvan, met zuigzoenen in hun nek. Die verkleurde plekjes betekenden namelijk dat ze het gegarandeerd weer met elkaar deden. Good for them!
          “Ik was iets te druk om foto’s te maken, bro,” reageerde zijn maat. Drie vingers werden triomfantelijk de lucht in gestoken. "Drie fucking Burned motherfuckers, man. Eén had wel wat weg van jou. Ik zweer het je: compleet gemold. Nu jij weer.”
    Asher trok een wenkbrauw op. Hij schakelde de zaklamp van zijn telefoon in en scheen deze even genadeloos van top tot teen over zijn vriend heen. Yeah right. Er was niets aan zijn uniform te zien wat erop duidde dat hij drie Burned Ones koud had gemaakt. Z'n beste maat zag er nog piekfijn uit.
          “En dat zonder schrammetje, bloed of bewijs bij je,” lachte de lange specialist voordat hij zijn hand broederlijk op Xavier’s rug sloeg. “Damn, broer. Ze zouden een kerk voor je moeten bouwen. Je bent een God.” Hij stopte zijn mobiel weer weg en liet zijn vingers vervolgens over de scheur in zijn uniform glijden, net onder zijn middenrif. De eerdere piek aan adrenaline had ervoor gezorgd dat hij de wonden op zijn buik en rechter bovenarm vrijwel niet had gevoeld, maar de pijn begon langzaam op te komen en hij was wel degelijk aan het bloeden. Dat werden twee flinke littekens, dat kon niet anders. Het was echter geen reden om terug naar Alfea te gaan. Zolang hij van betekenis kon zijn voor de anderen, zou hij blijven. Met Xav aan zijn zijde, was hij niet bang voor de duisternis.
          “Ben je oké? Waar is Isla?” wilde hij weten.
          “Een kuil voor jou aan ’t graven, bro,” reageerde Xavier gevat. De grijns verdween echter snel van zijn gezicht.       “Fuck, ik weet het niet, man. Ik ben ‘r al tijden gelegen uit het oog verloren. We moeten ‘r vinden.”
    Asher knikte terwijl hij met een bezorgde blik om zich heen keek in het donkere bos. Ze moesten inmiddels weer dichter in de buurt van de school zijn, want hij kon af en toe het bloedstollende geschreeuw van specialisten in de verte horen.
          “Ze is sterk. Die Rothbergjes krijg je niet zomaar klein,” sprak hij zowel Xav als zichzelf moed in. Hij had vertrouwen in Isla’s capaciteiten, maar hij vond het helemaal niets dat ze hen als teammates kwijtgeraakt was. Het was kwetsbaar om alleen te zijn in een akelig bos vol meterslange monsters die zomaar vanuit een hinderlaag konden aanvallen. Als Is iets zou overkomen, zou hij het zichzelf nooit vergeven. De grijns die op Xavier’s gelaat vormde, wist de opkomende gevoelens van stress weer enigszins te bedaren.
          “En je hebt nog wat in te halen, bro. Drie tegenover één. Wedje leggen wie de meeste fuckers koud maakt?”
    Asher opende zijn mond om de jongen zijn weerwoordje te geven, toen een onmenselijk, krijsend geluid achter Xav beide jongens liet schrikken.
    In een reflex greep Ash zijn beste vriend bij de arm om hem om te draaien en hem achter-naast hem te trekken.
          “Pak je wapen,” fluisterde hij terwijl zijn hartslag accelereerde.
    Een tweede gil volgde, eentje die een stuk menselijker klonk dit keer. In de verte, tussen de ritselende bomen door, hoorden de twee jongens lichte voetstappen hun kant op rennen.
          “Asher?!”
    Oh, kut. Asher voelde hoe zijn hart een slag oversloeg. Het tengere, blonde meisje dat hun kant op rende, was Maisie Anderson, de tweedejaars specialiste waarmee hij eerder die week nog casual het bed had gedeeld na een avondje smoken. Zelfs in het zwakke licht van de maan, was de doodsangst op haar lijkbleke gezicht onmiskenbaar. Ze droeg op het eerste gezicht geen wapen bij zich, en ze leek te hinken met haar rechterbeen. Het meisje was duidelijk gewond.
          “Help!” brulde ze terwijl de tranen over haar wangen rolden en ze met alles wat ze nog in zich had hun kant op rende. Toen Asher het monsterlijke gekrijs opnieuw hoorde, veel dichterbij dit keer, voelde hij hoe de kippenvel direct op zijn armen stond. Het was totaal overbodig om te vragen waar Maisie van wegvluchtte.
          “Kom achter ons staan,” commandeerde Asher haar. Shit, als ze het maar haalde. Hij greep zijn kruisboog en wisselde een korte, betekenisvolle blik uit met Xavier voordat hij hem daadkrachtig toeknikte, de adrenaline gierend door zijn lichaam
          “Let’s fuck him up, bro,” gromde hij terwijl zijn blik terug naar de wild bewegende bosjes in de verte schoot en Maisie uitgeput achter hen naar de grond stortte.
    De Burned One brak door de dichte begroeiing heen. Hij leek nog groter en breder te zijn dan het exemplaar dat Asher net nog in zijn eentje had moeten doden.
    Het gaf niet.
    Dit keer was hij met Xavier.
    Als hij moest vechten, dan het liefst met die idioot aan zijn zijde.
    Ze waren samen, dus ze zouden godverdomme winnen.

    [ bericht aangepast op 9 feb 2022 - 8:32 ]


    ars moriendi

    Faolan      Callahan
    19 — Mind Fairy — Traditionalist — With Aerys — in the library

    I am awake. Please respect my privacy during this difficult time.



         
    Zij zaten binnen terwijl de specialisten het buiten moesten opnemen. Het voelde misschien wat oneerlijk, maar stiekem was Faolan er wel blij mee. Hij moest er niet aan denken om buiten tegen de burned ones te moeten vechten, terwijl hij met zijn magie niets tegen hen kon. Hij zou zijn groepsgenoten in het geheim extra informatie kunnen geven, maar hij zou waarschijnlijk veel eerder een last zijn dan nuttig. Toch vond hij het vreemd dat ze niet op zijn minst ook de krachtigste fairies naar buiten hadden gestuurd. Die zouden vast een grote hulp zijn voor de specialisten die het nu buiten in hun eentje tegen de wezens moesten opnemen.
          Hij had niet bijzonder veel vrienden onder de specialisten, dus Faolan bleef nog redelijk rustig onder de hele situatie, al had hij wel besloten om samen met Aerys de bibliotheek op te zoeken. Hier was het veel rustiger, leken de fairies minder in paniek om wat er buiten allemaal gebeurde. Al die emoties kon hij niet gebruiken en hij baalde momenteel vooral van het feit dat hij niet naar zijn kamer mocht, maar in de gemeenschappelijke ruimtes moest blijven. Het zou in ieder geval de schuld zijn van het schoolbestuur mocht hij een overload krijgen van de paniek die heerste onder de studenten en waaraan hij niet zomaar zou kunnen ontsnappen.
          'Denk je dat het nog lang duurt?' vroeg Aerys hem vanaf zijn plek bij het raam. Zelf had Faolan een stoel gevonden in een hoekje van de bibliotheek, zo ver weg mogelijk van hun klasgenoten. Vanuit zijn stoel had hij weinig zicht op wat er buiten allemaal gebeurde, dus haalde hij zijn schouders op. Zijn broer zou hier waarschijnlijk een beter idee van hebben, gezien hij kon zien hoe veel specialisten er al terug waren.
          'De meeste gevechten waar ik eerder over heb gehoord, duren meestal best lang, dus ik ben bang dat we hier voorlopig nog vast zitten,' merkte hij enigszins nonchalant op, al hoopte hij ook dat het niet lang meer zou duren. Hij wilde weg uit deze menigte, maar dit probeerde hij niet al te duidelijk aan Aerys te laten merken. Die zat zich waarschijnlijk redelijk zorgen te maken over zijn vrienden en hij wilde niet dat zijn broer zich ook nog zorgen moest gaan maken over hem. 'Maar het komt vast goed met de specialisten,' probeerde hij Aerys nog een hart onder de riem te steken, al klonk hij zelf vast ook niet bijzonder overtuigd. Met slechts wapens moest je dichtbij komen en was de kans om gewond te raken, of erger, veel groter. Echt, waarom hadden ze niet op zijn minst ook een paar fairies eropuit gestuurd?
          'Waarom zijn eigenlijk alleen de specialisten naar buiten gestuurd?' volgde al gauw de volgende vraag weer en lichtelijk geïrriteerd keek Faolan op. Kon hij niet heel even rust hebben? Hij kon ook niet een poging doen tot mediteren om de emoties van iedereen binnen bij hem weg te houden, als zijn broer continu tegen hem bleef praten. Daarnaast was dit iets waar hij zelf liever niet al te diep over wilde nadenken, want hoewel hij volledig achter dit nieuwe bestuur stond, vond zelfs hij het idee om alleen de specialisten op te offeren net iets te ver gaan.
          'Ik gok dat ze de fairies beschermen een hogere prioriteit vinden dan de specialisten.' Het waren gevaarlijke woorden om uit te spreken, maar hij wist geen andere reden te verzinnen. Waarom zou je anders alleen de juist meer kwetsbare leerlingen naar buiten sturen? 'Ik snap niet waarom ze niet enkele sterke fairies hebben meegestuurd, die kunnen zichzelf heus wel verdedigen.' Waren specialisten minderwaardig dan fairies? Ze waren vervangbaarder, dat wel, want iedereen kon trainen om te vechten. Niet iedereen was geboren met magie zoals hij en zijn broer dat wel waren. Toch waren hun levens wel net zo veel waard in zijn opinie, je moest alleen iets voorzichtiger zijn op je fairies. Dit was alleen geen reden om de specialisten als kanonnenvoer te gebruiken en de faries binnen te laten wegkwijnen. Er waren vast zat studiegenoten die maar als te graag iets wilden doen, wilden helpen te school beschermen, vooral zij die dit ook daadwerkelijk konden.

    [ bericht aangepast op 9 feb 2022 - 12:59 ]


    ➹ Caelan Atley Haywood ➶
    Listen, smile, agree, and then do whatever you were gonna do anyway
    22 – Specialist – Traditionalist - Year 4 – Specialist outfit – Outside– With Ramsay

    Nog geen drie uur geleden bevond hij zich in de feestzaal waar luide muziek uit de boxen klonk. Eindelijk het feest wat hen zo plotseling afgenomen was. Wat hij drie uur geleden echter niet had zien aankomen was dat het feestje opnieuw gedoemd was om gecanceld te worden. Opnieuw waren er Burned Ones gespot, zo'n groot aantal dat alle Specialisten ingezet moesten worden. Het gaf hem gemixte gevoelens; ergens vond hij het wel vet om alle oefening in de praktijk te kunnen uitvoeren. Een Burned One verslaan was immers een geheel ander kaliber dan oefenen op testdummies en klasgenoten. Nu hij hier samen met Ramsay alleen in het bos liep vroeg hij zich af of het misschien niet iets te veel van het goede was.
          Caelan zijn kruisboog voelde koud aan in zijn handen. Met zijn ene hand ondersteunde hij het wapen terwijl hij de vinger van zijn andere hand op de trekker hield. Eén beweging in de verte en hij zou schieten. De pijl lag al klaar. Nu zijn ogen gewend waren aan de duisternis kon hij in ieder geval meer onderscheid maken tussen bosjes en eventuele wezens. Hij slikte even bij de gedachte aan het begin van de avond waar dit ondanks het maanlicht nog niet het geval was.
          Ondanks dat ze in het holst van de nacht op pad waren en zich inmiddels al behoorlijk ver in het bos bevonden was de nacht allesbehalve stil te noemen. Het was wennen om op pad te gaan met een mede Specialist, een die zeker 30cm langer was dan zijn vorige partner, Eileen, en zodoende ook meer geluid produceerde. Caelan had op zijn lip moeten bijten om er niet een snerende opmerking over te maken – daarbij kraakten de bladeren en takjes even hard onder zijn eigen voeten. Naast de geluiden die ze zelf produceerde waren er ook een hoop andere geluiden die de haren op zijn lichaam overeind deden staan. Bovennatuurlijke kreten klonken van ver weg en Caelan kon alleen maar hopen dat het duo wat daar liep voorbereid was.
          In eerste instantie had Caelan wat getwijfeld de combinaties zonder Fairies. Op papier klonk het samenwerken met een Specialist wel leuk, al waren er limieten aan wat de Specialisten konden. Limieten die een Fairie – mits goed getraind – niet had. Echter werd het hem al vrij snel duidelijk dat de samenwerking met Ramsay ook uitstekend was. De twee waren goed op elkaar ingespeeld. De eerste confrontatie met een Burned One verliep dan ook vlekkeloos. De twee liepen elkaar niet in de weg en wisten juist met de juiste wisselwerking de Burned One naar de grond te werken toen de eerste shock een beetje was verdwenen. De Burned Ones zagen er in werkelijkheid nog erger uit dat elk tekstboek ze had uitgebeeld.
          De adrenaline van het vorige gevecht stroomde nog door zijn bloed en zorgde ervoor dat het tempo van zijn hart hoog bleef. Voorlopig had hij nog genoeg brandstof om door te kunnen gaan en dat was maar goed ook want niet veel later sneed er en gil door de nacht. Het geluid kwam niet van ver. Na een uitwisseling van blikken kwamen de twee jongen in beweging. Al sprintend rende ze op het geluid af tot ze aankwamen bij een open plek.
    Caelan zijn borstkast ging snel op en neer terwijl zijn blik schichtig rond bewoog. Het enige rustgevende aan de situatie was het gevoel van Ramsay zijn rug tegen die van Caelan aan die een aanval van achteren uitsloot.
          Er klonk geritsel vanuit de bosjes die zich net buiten zijn blikveld bevonden. Caelan moest erop vertrouwen dat Ramsay het in de gaten hield zodat hij zijn eigen blik niet los hoefde te maken van zijn zone. Opnieuw verhief hij zijn kruisboog. Een druppeltje regen landde op zijn voorhoofd. Niet veel later volgde er een tweede druppel en een derde. Desondanks hield hij zijn blik strak op de bosrand gericht. 1 seconde afleiding zou al 1 seconde te veel zijn. Wat zijn ogen hem niet konden vertellen, zouden zijn andere zintuigen moeten doen. Het geritsel achter hem ging nu samen met het getik van de regen tegen de bladeren aan. De regen zorgde ook voor een versterking van de geur van het bos, alleen was het niet voldoende om de geur van verbrandde huid weg te wassen. Ergens hier was een Burned One, maar waar precies?
          Nog geen seconde klonken er voetstappen in de richting van de twee jongens. Het verbroken rug contact met Ramsay was het signaal om de strijd aan te gaan. Zijn lichaam leek overgenomen te zijn door de automatische stand. Hij hoefde bijna niet na te denken over zijn volgende move, zo natuurlijk voelde het aan. Hetzelfde gold voor de samenwerking met Ramsay. Om en om sloegen ze toe, elkaar voldoende ruimte gevend om de volgende uithaal te maken. Bloed sijpelde uit de diepe sneeën die Rams had toegebracht en zijn eigen pijlen staken diep in de spieren van het wezen. Voldoende was het alleen niet. Net zo onvermoeid als zij bleef de Burned One doorgaan.
          De tijd kwam pas stil te staan toen Ramsay de Burned One met zijn twee zwaarden tegenhield. Er klonk een helse krijs, maar opnieuw deed het niet meer dan het wezen op zijn plek houden. Onvermoeid haalde het met zijn klauwen uit naar Ramsay.
          ''Weg met z'n kop!'' Bracht Ramsay aan, die nog steeds het wezen op zijn plek hield. Caelan hoefde de instructie geen tweede keer te krijgen. Hij griste zijn dolk van zijn riem af en reet in één soepele beweging de keel van het monster open. Voor de zekerheid stak hij de dolk ook nog in de rug – daar waar het hart hoorde te zitten. Keer op keer, totdat het wezen in elkaar zakte.
          ''Fucking hell,'' mompelde Caelan terwijl hij een stap naar achter zette en eens diep ademhaalde. Inmiddels regende het zo hard dat zijn haren aan zijn voorhoofd geplakt zaten. Bloed van de Burned One en misschien ook wel zichzelf zat gemengd met modder op zijn kleding, armen, overal. ''Zweer dat je me direct neersteekt als zo'n ding me bijt.'' Hij moest er niet aan denken om als Burned One door het leven te gaan en anderen in gevaar te brengen. Met een lichte grom trok hij zijn pijlen uit het lichaam om ze vervolgens kort te inspecteren. Degenen die nog in een goede staat waren verdwenen in de koker op zijn rug. Nadat hij zijn handen had afgeveegd aan zij broek gaf hij Ramsay een schouderklopje. ''Lekker gedaan, man.'' Complimenteerde hij zijn kameraad, nog steeds enigszins buiten adem. ''Waar zou de gil vandaan gekomen zijn?''


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home

    N e r i s s a       L y r a       A j a x
    20 ◭ Specialist ◭ Year 3 ◭ Undecided ◭ the forest infirmary ◭ with Kit

    - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - ◭ - - - - - - - - - - - - - - - - - - -



    Toen Nissa eindelijk dicht genoeg was om Kit duidelijk te kunnen zien, viel de pijn van zijn gezicht af te lezen. Het gebeurde niet vaak dat ze zich schuldig voelde over haar handelingen, maar nu kon ze het vervelende gevoel dat haar bekroop toch niet van zich afschudden. Missen was één ding, maar daarbij haar partner ook nog eens verwonden was nog iets helemaal anders. Zijn chagrijnige reactie kwam dan ook niet als een verrassing. Nissa rolde met haar ogen in een poging zo normaal mogelijk over te komen en probeerde zich te verontschuldigen. Op dat moment leek Kit haar wang op te merken.
          'Hoe kom je daaraan? Werd je-' Hij bleef even stil vooraleer hij zijn zin afmaakte. 'Sorry-' Nissa kon voelen dat haar wangen rood werden. Hij dacht waarschijnlijk dat ze iets heldhaftigs had uitgehaald terwijl ze gewoon tegen een idiote tak gerend was. Gelukkig was het te donker om de blos op haar wangen te kunnen zien en wuifde ze zijn excuses weg.
          'Oh dat? Dat is niks.' Inmiddels had ze haar boog weer opgeborgen en leek de kust voor nu even veilig te zijn. 'Kom, laten we terug naar de school gaan, je hebt verzorging nodig.' De wonde was dan wel niet levensbedreigend, maar ze kon zich goed voorstellen dat Kit best wel wat pijn had. 'En ik wil hier niet zijn als dat ding terugkomt. Of erger, als het zijn vriendjes meebrengt.' Eén Burned One zou ze nog wel op een afstandje kunnen houden, maar een groepje zou echt hun ondergang betekenen.
          'Ik hoop dat de andere oké zijn.' Kit raapte zijn wapens op en vervolgens hielp Nissa hem overeind. Het leek haar het beste om hem te ondersteunen zodat hij niet teveel druk op zijn been moest zetten.
          'Vast wel,' kreunde ze lichtjes onder zijn gewicht toen ze hem omhoog hielp. Eigenlijk was ze helemaal niet zo zeker van haar stuk, maar het had geen zin om nu onnodige onrust te zaaien. Ze moesten eerst maar eens veilig en weg terug bij de school geraken.
          'Niss- als – als er een burned-one achter ons aan komt dan loop je gewoon door hoor je me,' zei hij met een strenge ondertoon. Nissa keek opzij met een ongelovige blik in haar ogen. Hij was serieus.
          'Dacht het niet. We zijn hier samen aan begonnen en we gaan het samen afmaken ook,' klonk haar vastberaden antwoord. No way dat ze haar partner in de steek zou laten.

    Met heel wat strompelen en toch ook wel angstgevoelens die hen lichtjes opjaagden wisten ze uiteindelijk de school weer te bereiken. Nissa was nog nooit eerder zo blij om het gebouw te zien. Eenmaal binnen bleken er al enkele andere specialisten terug te zijn, maar een groot deel was nog steeds buiten. Haast meteen werd ze samen met Kit naar de ziekenboeg gestuurd. Ze hielp haar partner voorzichtig op een stoel en liet zichzelf daarna zuchtend ook op een exemplaar neerzakken.
          Nadat ze beiden iets kregen om tegen hun wonden te drukken verbrak Kit de stilte pas. 'Je hebt me nog niet verteld hoe je daaraan gekomen bent.' Hij bedoelde natuurlijk de snee op haar wang. God, moest ze nu echt haar blunder aan hem vertellen? Hij zou het in ieder geval niet laten rusten.
          'Ik ben tegen een tak gerend,' mompelde Nissa dan ook ter antwoord. 'Het was donker en ik wou snel zijn dus ik heb blijkbaar een boom gemist,' probeerde ze zichzelf onmiddellijk daarna te verdedigen. Vervolgens vielen haar ogen weer op zijn been.
          'Gaat het een beetje?' vroeg ze bezorgd. Hopelijk hield hij er niet meer dan een paar hechtingen aan over. 'Het was echt niet mijn bedoeling om je te raken...' Als die klote Burned One niet had besloten om te vluchten hadden ze hier nu niet gezeten. Dan hadden ze waarschijnlijk de anderen ook nog kunnen helpen.
          'Misschien moet ik zo terug naar buiten gaan, de rest helpen waar nodig is,' gooide ze er dan ook in een opwelling uit. Goed wetende dat zonder partner naar buiten gaan het slechtste idee ooit was.

    To: Gianna
    -Net terug
    -In de ziekenboeg met Kit

    [ bericht aangepast op 10 feb 2022 - 14:39 ]


    Nothing is impossible in my own powerful mind.