Na een tijdje met Mavis gekletst en gedanst te hebben, excuseerde ze zich tegenover het meisje voor een toiletbezoek. Bij de toiletten die aan de Grote Zaal grensden was het zo druk dat ze naar een toiletruimte iets verderop besloot te lopen.
Haar oren suisden toen ze de gang op liep en de drukte achter zich liet. Nu pas besefte ze hoe warm ze het eigenlijk had en de kleding plakte tegen haar huid. De stof jeukte en ze zorgde ervoor dat ze haar oorspronkelijke jurk weer droeg.
Ze sloeg de hoek om naar de aangrenzende gang. Haar ogen werden groot toen ze daar iemand bloedend tegen de muur zag leunen. Een andere jongen probeerde hem overeind te trekken.
Bij Merlijns baard, wat is hier gebeurd? vroeg ze verschrikt.
Een jongen met donker haar keek over zijn schouder. Een of andere dronken gek viel hem aan. Zo maar. Paniek flitste in zijn ogen. Hij bloedt echt overal, hij moet naar de ziekenzaal.
Zal ik een leerkracht halen? Rhae stond al op het punt om zich om te draaien.
Nee. De gewonde jongen klonk schor. Niet iedereen
hoeft te weten
Rhae beet op haar lip. Ze keek over haar schouder. Er liepen studenten langs, maar niemand leek ze geroepen te voelen om te helpen.
Ik help je dan wel naar de ziekenzaal.
Samen met de andere jongen ondersteunde ze zijn vriend. Ze gingen een trap op en daarna nog een. De jongen kermde en kon amper op zijn benen staan, hij leunde zwaar op haar.
Uiteindelijk bereikten ze de ziekenzaal, waar een verpleegster het direct overnam.
Bedankt voor je hulp. De jongen draaide zich naar haar toe en bleef toen even staren. Er gleed een grijns over zijn gezicht. Ik ben Hanz.
Rhae keek naar zijn bloederige, uitgestoken hand. Daarna naar die van haar, die er niet veel beter uitzag, dus ze schudde hem maar. Rhae.
Je ziet wel bad ass uit, zo. Hij knikte naar het bloed op haar armen.
Ze vond het maar een naar grapje, op de achtergrond kon ze horen dat zijn vriend pijn leed. Niet helemaal hoe ik mijn avond had voorgesteld.
Hanz leunde met zijn schouder tegen de deurpost. Nee ik zou ook wel andere dingen met je willen doen.
Oké, genoeg.
Beterschap voor je vriend, mompelde ze.
Daarna maakte ze zich gauw uit de voeten en dook ze als eerst de toiletten in om zichzelf op te frissen. De angst dat hij haar achterna zou komen kolkte door haar heen, maar dat gebeurde gelukkig niet.
Nu moest ze de weg zien terug te vinden. De trap die ze net had genomen, ging nu naar een andere verdieping. Ook dat nog.
Een tijdje doolde ze door het kasteel, haar handen klam van het zweet. Ze kwam niemand tegen, iedereen was natuurlijk op het feest. Of toch
ze sloeg net een hoek om toen ze iemand een andere trap af zag gaan. Was dat Hanz?
Ze hield even haar pas in. Nee, het was Justin, zag ze tot haar grote opluchting. Die was vast klaar met douchen.
Hé! riep ze van een afstandje. Wacht even! Ze versnelde haar pas tot ze naast hem stond. Elke keer als ik dénk dat ik de juiste route voor ogen heb, gooien die stomme trappen roet in het eten. Ze schonk hem een trillerige glimlach en probeerde niet te laten merken hoe slecht ze zich op haar gemak voelde. Is al het jeukspul weg?
Every villain is a hero in his own mind.