


|
16 • YEAR 6 • MUDBLOOD • HUFFLEPUFF • HUFFLEPUFF COMMON ROOM • MAIA > ROZA
Ik word heel erg ongerust als Maia lijkt te gaan huilen en ik wil haar al knuffelen, maar haar woorden houden me toch tegen. Wat gaat ze zeggen? Wat heeft haar zo emotioneel gemaakt? Ze stottert en stamelt en afwachtend kijk ik haar aan, terwijl ik mijn hand zacht op haar arm plaats. De woorden die erna komen, zorgen er echter voor dat ik het liefst ver, ver van haar weg wil.
'Ik kan mij niks meer van die avond herinneren, behalve... b-behalve dat i-ik... d-dat ik degene ben geweest die je h-heeft aang... aangevallen.' Nog voor ik kan reageren en de woorden goed in me op kan namen, staat ze al op en loopt ze weg. Ik hap naar adem en kijk even voor me uit, voor de woorden werkelijk tot me doordringen en op dat moment voel ik een traan over mijn wang naar beneden rollen. Wel. Ik pak meteen mijn telefoon en vertel het tegen Roza, die vrijwel direct antwoordt dat ze naar me toe komt. Ik veeg de traan snel van mijn wang om ervoor te zorgen dat het niet zo opvalt dat ik me daadwerkelijk gebruikt en ontzettend verdrietig en verraden voel, maar ik weet dat Roza door me heen kijkt. Ze kent me beter dan de meesten op deze school. Het besef komt nog niet helemaal door en ik voel nog een traan naar beneden rollen, maar ook deze veeg ik weer weg, alsof het huilen daarmee stopt. Maia heeft een maand lang tegen me gelogen. Ze deed alsof ze mijn vriendin was maar achter mijn rug om lachte ze me uit. Ze heeft me tot tweemaal toe vervloekt en er schijnheilig voor gezorgd dat ik haar geloofde. Al die tijd heb ik haar geloofd en haar beschermd tegenover mijn vriendinnen, die er stuk voor stuk van overtuigd waren dat het Maia was die me had aangevallen. Ik negeerde dat en ik zei ze dat het Maia niet geweest kon zijn, omdat ze het mij beloofd had. Maar nu...
Zonder dat ik het doorheb, rollen er meer tranen naar beneden en ik sla mijn armen om mijn benen heen. Ik verlaat de verschillende groepsapps omdat ik er op het moment echt even geen zin in heb en voor even app ik ook Maia dat ik kwaad op haar ben en dat haar excuus over drank en verdriet me geen goede reden lijkt om mijn te vervloeken. Ik snik eventjes en dan voel ik ineens twee welbekende armen om me heen. Ik sluit mijn ogen en zak tegen Roza aan.
'Nova? Niet... je hoeft niet te huilen, het gaat goed komen... ik... Kom, naar binnen... laten we je naar binnen nemen, weg... van.' Een wat onsamenhangend verhaal komt uit haar mond maar ik vind het niet erg. Het is fijn om naar Roza's stem te luisteren en als een mak lammetje loop ik met haar mee. 'Nov?' vraagt ze als we in de dorm zijn en ik zak meteen op de bank bij het vuur neer. Het knappert zachtjes omdat het in februari toch vaak wel koud is en ik staar naar de rode vlammen. Sommige mensen vergelijken ze met mijn haren, maar op het moment voel ik me meer een donderwolk die kan ontploffen.
'Wat heb ik haar gedaan dat ik dit verdien?' vraag ik dan. Mijn stem is doorspekt met tranen en verdriet en ik doe niet eens meer moeite om het te verbergen. Voor mensen als James en Sirius kan ik het best verborgen houden, dan zet ik namelijk mijn grootste glimlach op, maar voor Roza en zelfs voor de fugs kan ik niets verborgen houden. Ik kijk dan op naar Roza en ik sla mijn armen stevig om haar heen waarna ik uitbarst in een huilbui. Ik kan gewoon niet geloven dat Maia mij dit aan zou doen. Het vervloeken niet, maar ook niet het erover liegen. Een fucking maand! 'Ik h-had je moeten g-geloven,' snik ik als ik mijn beste vriendin vasthoud en mijn gezicht in haar hals en haar bos krullen druk. 'S-sorry...'
Ik laat haar dan even los en ik veeg de tranen van mijn wangen. Ik wil niet weten hoe ik er nu uit zie. Gelukkig heb ik vanmorgen de make-up achterwege gelaten omdat ik me simpelweg had verslapen en dus geen tijd meer had als ik nog wat had willen eten. Ik kan er dus niet uitzien als een panda met make-upvlekken onder mijn ogen, maar het is sowieso niet heel charmant om te huilen. Roza heeft me vaker zo gezien, en vice versa, maar toch stel ik me vrijwel nooit zo onzeker op als nu en dat doet me toch wel wat. Ik slik en glimlach eventjes naar het meisje, maar dan staar ik weer naar het vuur en ik neem een pluk haar in mijn handen waarna ik daarmee begin te spelen. Ik zucht een keer en ik kauw op de binnenkant van mijn wang. Ik wil me niet zo voelen, ik wil het gewoon echt niet. Ik wil gewoon altijd die vrolijke factor in iedereens leven zijn waardoor mensen weer blij worden zodra ze mij zien, maar op het moment voel ik me meer het meisje uit The Ring. Die film heb ik zelf nooit gezien en ik wil het ook niet zien want ik haat, haat enge films, maar ik hoor dat mensen die uitdrukking altijd gebruiken. Ik vind het niet leuk en het liefst smijt ik nu iets (of iemand) van de Astronomy Tower af.
Kort richt ik mijn blik weer op Roza en ik kijk ook naar haar mooie, volle lippen. Ik ben er op een of andere manier achter gekomen dat Roza en ik dus blijkbaar hebben gezoend op dezelfde avond dat Maia mij vervloekte. Hoewel ik het eerst heel ongemakkelijk vond om over na te denken, liet het tegelijkertijd ook vlinders in mijn buik vliegen die niet meer wilden stoppen met herrie veroorzaken. De laatste weken vond ik het op een of andere manier gewoon heel anders om met Roza om te gaan. Misschien omdat zij het zich wel herinnerde en omdat ze het niet wilde laten merken, misschien omdat ik het had gehoopt, ook al wist ik niets. Ik vind haar leuk en dat weet ik nu wel, maar ik wil dingen niet awkward maken voor ons. Ze is mijn beste vriendin en op deze manier kan dat allemaal verpest worden. Ik wil dat juist niet, het moet leuk blijven en ik wil lol met haar blijven trappen, ook al voel ik misschien wat meer. Om eerlijk te zijn wist ik niet eens dat ik op meisjes zou kunnen vallen. Het leek zo normaal om op jongens te vallen dat ik er nooit over nagedacht had. Maar het wordt voor mij duidelijker dat ik Roza oprecht leuk vind, op een andere, diepere manier dan een gewone vriendschap zou omschrijven.
'Je haar ruikt lekker, trouwens,' merk ik zachtjes op en een kleine lach verlaat mijn lippen, maar op dat moment wend ik mijn blik wederom af. Het voelt... anders. Het voelt zelfs wat raar tussen ons. Nu ik ook weet dat we gezoend hebben, en blijkbaar gingen we er voor de volle honderd procent voor, lijkt het alsof het voor mij een extra zetje is om de stap te zetten die ik in de afgelopen weken niet durfde te zetten. Ik wil het, maar ik durf niet. Ik wil haar kussen, maar ze vertelde me dat ze die avond juist dronken was en dat ze zich er ook het fijne niet meer van herinnert. Ik voel me er slecht door dat ik niks meer weet, maar dat ze me erover vertelde, betekent in zekere zin toch dat zij het ook wel fijn gevonden moet hebben?
|