Sebastian Cooper Thomas
Het was echt lief hoe Aiden over zijn dieren sprak, al wist ik ook dat ik precies hetzelfde deed. Ik luisterde op dit moment gewoon geamuseerd en vrij moe. Ik luisterde gewoon graag naar hoe mijn vriendje sprak over van alles en nog wat. Bij zijn woorden over zichzelf opsturen ging er even door mijn hoofd dat ik het eigenlijk wel een heel goed idee vond, tot ik het begon te overdenken, en het idee steeds minder aantrekkelijk werd. Ik grinnikte zachtjes. "Ik kan er niets aan doen. Dat is voor onze bescherming, maar het maakt alles inderdaad wel moeilijk." mompelde ik zachtjes. Het was om ziektes enzo buiten de deur te houden, maar het maakte het versturen van kadotjes een stuk moeilijker. Ik staarde intussen naar de sterren die buiten helder straalden. Soms was ik echt blij dat ik in een kleine stad woonde. In Adelaide kon je amper de felste sterren zien door alle lichten van de stad. Alsof Aiden wist waaraan ik dacht, hoorde ik hem mijn naam in de mond nemen. Dit betekende dat hij graag wilde weten hoe mijn sterrenhemel eruit zag. Op de uni was dit vaak een kort en saai praatje, maar thuis duurde het lang. Ik stond langzaam op en liep naar het raam. Ik had geen zin om in slaap te vallen op het gras en wakker te worden met de inheemse fauna om mijn lijf. "Het is helder en donker, waardoor de sterren helderder stralen dan ooit in Adelaide zal gebeuren. Ze lijken wel in duizenden verschillende kleuren te stralen in het zwart van de nacht, allemaal heldere pastelkleurige puntjes die samen de prachtigste vormen volgen. De steenbok, vissen, hydra, en de wolf. Ik wou dat je er was om dit te zien. Het is prachtig." Mijn gedachten begonnen weg te dwalen naar verre streken en onmogelijke fantasieën, waardoor mijn stem wegstierf in de nacht. Het liefst wilde ik nog wel dat Aiden dit ook kon zien, echt kon zien, en niet een afgezwakte versie op een foto. Ooit zou ik met hem nachten lang op onze ruggen liggen in het zand van het strand en staren naar de sterrenhemel, zowel hier als bij hem. "Ligt er daar sneeuw?" Ik had zelf nog nooit sneeuw gezien, behalve op foto's of in een skihal, maar nooit echte sneeuw. Dat was zeker wel iets wat ik graag wilde zien, misschien was ik er een beetje geobsedeerd over, maar dat probeerde ik toch wel grotendeels voor mezelf te houden. Toch had ik zo het gevoel dat Aiden me begon te doorzien.
![](https://45.media.tumblr.com/5741e0912ea27f4439742b82b0b17c62/tumblr_nyregxXPcH1v0bulbo1_400.gif)
David Lodewikus Botha
Ik was wel heel blij dat Ariel het geen probleem vond dat ik de laatste tijd wat afwezig was geweest. Ik luisterde dan ook maar wat graag naar de verhalen die verteld werden. Zo hoefde ik me even geen zorgen te maken over mijn leven, maar kon rustig luisteren naar de bekommeringen van een ander. Het was fijn om te horen dat hij in elk geval een fijne kerst zou hebben, terwijl ik zou zitten mokken aan het kerstdiner bij mijn vader. Het was duidelijk dat Ariel het wel leuk vond dat ik min of meer op mijn kop kreeg van mijn zus, maar een slecht idee was het niet, het was alleen niet zo praktisch. Het bleef even stil aan beide kanten van de lijn, terwijl ik dacht aan de kerst die we in zouden gaan. Ariel gelukkig bij de familie, en wij hier onwillend bj onze vader. Ariel in de sneeuw en wij in onze zwemkleren. Al zouden we ons voor vader vast net moeten kleden, iets waar ik in deze temperaturen echt niet naar uitkeek. Toen die begon over sneeuw, grinnikte ik zacht. "Ik heb echt wel eens sneeuw gezien, moppie. In dit deel van de stad is het grotendeels hagel en natte sneeuw, maar in enkele buitenwijken valt wel echt wit poeder, en dan bedoel ik geen cocaïne, want dat laten mensen niet vallen." Iedereen wist wel dat samen kerst doorbrengen een wilde droom was, maar hopelijk zou het ooit eens lukken. Ik stond op en liep met mijn laptop naar het balkon, om daar te gaan zitten en uit te kijken over de altijd drukke straten van de stad. Ik vond het aan de ene kant heerlijk om in zo'n stad te wonen vol verhalen, waar je in volledige anonimiteit kon leven, maar aan de andere kant werd ik ook compleet gek van de constante drukte om me heen. "Misschien kan ik iets regelen, maar hoop er maar niet te veel op. Ik moet 21 januari weer beginnen, dus we zouden zoizo minder dan een maand hebben en ik weet niet of ik het wel aankan om zo'n korte tijd bij je te zijn." Het klonk zoetsappig, en dat was het ook, maar het was zeker ook waar. Ik wilde gewoon alle tijd hebben met mijn lief en dan waren een paar korte weken verre van genoeg. "Maar fijn dat het goed gaat. De koffiezaak is wel een enorm stuk saaier zonder jou." Ik had het misschien wel 10000x gezegd, maar het was wel degelijk waar. Elke dag nog hunkerde ik ernaar dat Ariel weer zou verschijnen in het café, al wist ik ook dat het niet ging gebeuren.
Bowties were never Cooler