Christina Blake Smith
• • • • • •
Model. • Drieëntwintig. • Outfit
• • • • •
Mijn dromen zijn altijd al erg levendig geweest, maar een droom zo mooi, zo puur als deze heb ik nog nooit gehad. Hij - Stan - was er, en ik, en alles was wit en het was mooi en we waren gelukkig, en er was niets wat ons uit elkaar kon houden. Ik had nog nooit zoiets moois gezien... Gelukzalig rekte ik me uit en keek naast me, maar het enige wat ik ontdekte was mijn zwarte lakens en een hoop opgestapelde kussens. Oh, ja. Ik had het uitgemaakt. Omdat Stan liever op zijn playstation zat dan enige interactie met mij had. Juist. En dat was inmiddels al een half jaar geleden. En ik was er al volkomen overheen. En toch kwamen de dromen nog steeds. Ik schudde lachend mijn hoofd. Mijn verbeelding... sloeg nergens op.
Goed, er was iets aan de hand met vandaag, maar wat? Ik dacht en ik dacht, maar ik kon er niet op komen. Langsgaan bij mama's graf? Nee. Oma? Nee. Pap? Hell nee. Shoot? Nee. Iets met Alex? Het had wel iets met Alex te maken... Ik haalde mijn schouders op en huppelde de trap af, naar de keuken. Mijn broer - ja, we woonden in hetzelfde huis: hij kon op het moment niet veel meer betalen en ik vond het altijd heel fijn om hem bij me te hebben, en onze vader was geen optie - was nog niet wakker. Dan zou het wel later op de dag zijn. Misschien moesten we nog wat dingen regelen voor de roadtrip die we gingen maken met onze oude klasgenootjes? De week erop zouden we op dit moment daar moeten zijn, misschien zouden we zelfs al onderweg zijn? Dromerig glimlachend liep ik door de keuken terwijl ik voor mezelf een kop koffie inschonk. Koffie, mijn verslaving sinds het begin van de middelbare school, toen mijn moeder me het eindelijk liet drinken. Ik glimlachte terwijl ik een slok nam en op de kalender keek.
Ik spuugde mijn koffie bijna over de kalender heen. De roadtrip was vandaag. Nu. Op dit moment. We moesten er al lang zijn. Ik sla mijn hand voor mijn mond en giet mijn koffie achterover, waarna ik de trap op ren om Alex wakker te maken. "LEX. OPSTAAN. NU. WE MOETEN WEG." Gil ik tegen zijn deur, en krijg een muf gekreun als antwoord, als teken dat mijn broer leeft en me gehoord heeft. Ik schiet door, de badkamer in en spring onder de douche. "Fuck fuck fuck fuck..." Mompel ik, terwijl ik snel mijn haar was, mijn tanden poets en mijn lichaam inzeep. Ik scheer mijn benen en snij daarbij in mijn kuit, maar het kan me even niets schelen. Het bloed stroomt nog uit mijn been als ik door de gang ren met alleen een handdoek om me heen, en mijn kamer in schiet. Daar kleed ik me snel om en gooi al mijn spullen in mijn koffer. Die is nog niet gepakt, natuurlijk, want ik dacht dat we volgende week pas weg gingen. Als ik na tien minuten nog geen voetstappen heb gehoord, schiet ik mijn badjas aan en ren naar mijn broer zijn kamer. De deur open ik volledig, waardoor het licht zijn kamer instroomt, en ik een boos gegrom onder de lakens vandaan hoor komen. "Lex, I swear to god. We moeten gáán. Die roadtrip, remember?" Het hoofd van mijn broer komt met een verbaasde uitdrukking onder zijn lakens tevoorschijn. "Ge-wel-dig, jij wist het ook niet?" Hij schudt verbaasd zijn hoofd. "Was dat vandaag?" Lachend schud ik mijn hoofd en spring bovenop hem, om vervolgens zijn laken weg te trekken. "Douchen, hup. Ik smeer wel iets van brood en dan eten we wel onderweg. Hij duwt me van zich af en ik sprint mijn eigen kamer weer in, om me om te kleden.
Ik schiet het eerste aan wat ik vind, in dit geval een zwarte croptop, zwarte shorts, mijn favoriete kattenmuts, mijn oversized spijkerjas en mijn favoriete paar schoenen. Een enigszins donkere outfit, maar ik heb even niets anders; al het andere heb ik op het moment in mijn koffer gepropt en ik heb geen zin om iets eruit te moeten halen. Te veel moeite.
Snel schiet ik de trap af. Ik stop een paar appels in mijn tas, samen met twee flesjes water en een aantal boterhammen die ik smeer. Als ik klaar ben wil ik net onderaan de trap gaan staan gillen naar Alex, dat hij nu naar beneden moet komen of dat ik zonder hem vertrek, als mijn broer voor mijn neus staat. "You ready?" Vraag ik aan hem, en als hij knikt grijp ik zijn hand. "Let's go then." Gehaast grijp ik mijn telefoon en sleutels van de dressoir in de hal en zet ik het alarm aan. Als Alexander buiten naast me staat sluit ik de deur af en stuur ik met mijn telefoon een sms'je naar Delaney:
>> We're on our way! Wacht op ons, we waren even vergeten dat het vandaag was... As usual dus. 10 minuutjes. x C
Het is niet ver, en aangezien ik mijn auto liever in de garage laat, besluiten we om te gaan lopen. Als ik het plein zie, begin ik te rennen. Ik zie al een groepje mensen staan. Sommige van hen heb ik in geen tijden gezien, en wat zijn ze veranderd!
Eenmaal aangekomen houd ik halt en kijkk de groep verontschuldigend rond. "Hi guys, sorry sorry sorry sorry dat we zo laat zijn..." Grijns ik verontschuldigend terwijl ik mijn vroegere vrienden één voor één aankijk.
[ bericht aangepast op 10 aug 2015 - 0:11 ]
Spinning around, I'm weightless.