Lily Evans || Gryffindor || Prefect || Offended
Ik had zijn wiebelende wenkbrauwen en grijns echt wel gezien, toen ik zei dat zijn hand niet lager moest. Een typische incompetente man die alleen maar aan één ding kan denken. Het irriteerde mij lichtelijk dat ik Potter daadwerkelijk aan mij moest laten zitten om hem flink voor gek te kunnen zetten, maar als ik hem een keertje echt flink lullig kon laten voelen, dan had ik daar vrij veel voor over. Er ging dan ook een triomfantelijk gevoel door mij heen, toen de grote grijns verdween en plaats maakte voor irritatie. Ha!
‘Niemand kan dat zo onthouden, Evans,’ zei hij. Geamuseerd keek ik hem aan. Hij wilde per se met mij dansen, ik had gewaarschuwd dat hij mij niet bij kon houden. Ik opende mijn mond al om hem dat even flink in te wrijven, maar hij ging nog een tikkeltje verder. ‘Dit is vals spelen en dat telt niet. Eigenlijk heb ik dus nu al gewonnen.’ Mijn mond zakte letterlijk open van verbazing. Sorry? Vals spelen? Beschuldigde Potter míj nu echt ven vals spelen? Ik, Lily Evans, speelde niet vals. Kon ik het helpen dat hij niet kon dansen en ik wel en hij per se die uitdaging aan wilde gaan? Hij mocht verdomme blij zijn dat ik hem überhaupt hielp. Ik had ook gewoon kunnen dansen en hem daar gewoon loner laten staan. Mijn geamuseerde glimlach was verdwenen en mijn ogen vernauwden zich. Ik zou hem eens even precies uitleggen wat ik van zijn opmerking vond. Echter kreeg ik weer de kans niet om iets te zeggen, want Black schreeuwde door de common room.
‘Elke goede danser weet-‘ Ik hield mijn stekende blik op Potter gericht, wachtend tot Black zijn achterlijke mond weer hield. Potter keek echter wel zijn kant uit. ‘Dat je aan het eind moet zoenen. Alleen slechte dansers zoenen niet aan het eind van deze dans.’ Ah, hij was klaar met praten. Oké, nu… Wacht. Wat? Ik scheurde mijn blik los van de triomfantelijk kijkende Potter –egoïstische zak- en staarde lichtelijk in paniek naar Black en werd eraan herinnerd dat hij danste met Remus. Paniek veranderde in verbazing, terwijl ik naar de twee keek.
‘Jij was toch een goede danser, of niet soms?’ hoorde ik Potter ergens op de achtergrond, over vals spelen gesproken. Ik negeerde hem, wetend dat hij dit niet tegen mij zou kunnen gebruiken, wetend dat ik gelijk had en het feit dat ík hém moest leren dansen al genoeg zei en keek toe hoe Black zich hier onderuit ging worstelen. Echter deed hij daar geen poging toe en, jawel, kuste Remus. Midden in de common room! Ik merkte hoe Potter zijn hand van mijn schouderblad afzakte en liet zelf ook mijn hand van zijn schouder afzakken, zodat we beiden richting het schouwspel gedraaid stonden. Mijn hersenen waren volledig in beslag genomen door wat er gebeurde. Black en Remus zoenden, voor allerlei mensen. Mensen die of zelf aan het zoenen waren of fluisterden en rolden over wat ze nu zagen gebeuren. Mensen die duidelijk niet altijd even aardig waren… Hoewel ik het ge-wel-dig vond dat de twee eindelijk zoenden, gezien ik al langer het idee had dat ze elkaar leuker vonden dan ze toe wilden geven en dergelijke, maakte ik mij zorgen. Dat was ook blijkbaar wel terecht, want na de zoen zijn zowel Remus en Black bijna meteen de common room uit gevlucht, Remus door het portretgat en Black naar de slaapzalen.
Ik staarde nog enkele tellen naar de plek waar het paar verdwenen was voor ik mijzelf terug haalde naar de werkelijkheid en de druk om mijn hand voelde. Oh shit, ik had Potters hand nog vast en als ik hem nu lostrok, had hij dat misschien door. Dat zou gegarandeerd voor een opmerking zorgen. Ugh, hopelijk merkte hij het niet. Die zak verdraaide altijd alles. Ik draaide mij naar hem om en mijn blik stond waarschuwend. Als hij dacht dat dit een goede reden was om mij te zoenen, had hij het mooi mis. Ik zou hem gegarandeerd een harde klap verkopen als hij ook maar iets zou proberen. Het kon mij bar weinig schelen dat iedereen aan het zoenen was.
‘Hoe graag ik je ook gezoend had, ik heb zo’n vermoeden dat mijn vrienden mij op dit moment nodig hebben.’ Wat? Hij ging niks proberen? Huh? Hij liet mijn hand los, terwijl ik redelijk verbaasd met mijn ogen knipperde. Sinds wanneer was Potter niet egoïstisch? Oké, hij was meestal niet egoïstisch als het op zijn vrienden aankwam, maar toch… dit was wel nieuw. Misschien had hij eindelijk door dat ik toch nooit met hem uit zou gaan, misschien was hij eindelijk aan het opgeven! Wauw, als dat het geval was, was het tijd voor een feestje! ‘Wil je… eh… Wil je misschien naar Remus toe gaan? Ik ga nu naar Sirius en als je niet naar Remus wilt is het ook goed… Dan ga ik zo wel,’ zei hij waarop ik hem nog iets verwarder aankeek dan daarvoor. Hij schonk mij nog een glimlach en liep weg. Hij liep weg… Hij liep verdomme gewoon weg? Wie dacht hij wel niet dat hij was? Langzaam begon het tot mij door te dringen dat ik hem had aangeraakt, hem mij een valsspeler had laten noemen en waarvoor! Hij liep gewoon weg! Zak. En dan ook nog eens na mij een opdracht te hebben gegeven.
Kwaad sloeg ik mijn armen over elkaar en keek om mij heen. Mijn blik viel op Kath, die met die Aden dude aan het zoenen had. Ik rolde geërgerd met mijn ogen en keek nu richting Charlotte, die wel heel dicht bij die andere dude stond en die nu ook zijn lippen op die van haar drukte. Wauw, geweldig dit. Ik balde mijn vuisten en beende maar richting het portretgat. Ik wilde immers wel best graag weten hoe het met Reem ging, ik was ietwat bezorgd om hem, maar het irriteerde mij mateloos dat ik dan deed wat die eikel van een Potter wilde, iets wat ik altijd koste wat het kost probeerde te vermeiden.
Buiten de common room was het koud en ik rilde even en sloeg mijn armen om mij heen, terwijl ik het verre geluid van voetstappen –hopelijk die van Remus- zo snel mogelijk volgde. Straks was ik hem kwijt en dwaalde ik alleen door het immense uitgestorven kasteel. Ik kon prima toveren, dus ik was niet bang of zo, maar toch was het niet mijn favoriete bezigheid.
Toen het geluid van de buitendeur verderop klonk en de voetstappen tegen stenen plavuizen niet meer mijn gehoorgangen binnendrong, hield ik halt. Remus was naar buiten gegaan waar het nog donkerder en kouder en verlatener was dan binnen? Oh geweldig dit. Ik had echt mijn dag. Langzamerhand begon ik echt spijt te krijgen dat ik de bibliotheek had verlaten deze kerstavond. Anders had ik nu lekker zitten lezen.
Ik zuchtte en beet op de binnenkant van mijn wang voor ik mij de kou in waagde. Op blote voeten in mijn jurkje liep ik door het kille December weer richting een silhouet dat bij het meer was gaan zitten. Alles aan mijn lichaam rilde en ik vervloekte mijzelf dat ik geen jas of zo had meegenomen. Of schoenen… dat was ook best slim geweest, gezien het vroor. Voorzichtig ging ik naast hem zitten, haalde mijn toverstok tevoorschijn en maakte een klein gecontroleerd maar warm vuurtje om niet volledig te bevriezen en Remus’ gezicht te kunnen zien.
‘Hé,’ was het enige wat ik zei voor ik opschoof en mijn hoofd op zijn schouder liet rusten. ‘Gaat het wel?’
Happy Birthday my Potter!