Marcel Styles
De onwetende oogjes lieten me weten dat ik het voor zou moeten kauwen, waar ik op liep te azen. Heel letterlijk, want zelfs de hint die hij kreeg door een kusje op zijn mondhoek te drukken, zorgde er nog steeds niet voor dat het lampje ging branden. Ik had gehoopt dat de jongen me inmiddels wel een beetje kende, maar de hints doorkrijgen zou hij volgens mij nooit leren. Net als dat hij een pruillipje zou krijgen, samen met een tik tegen zijn achterhoofd, deed hij me weer een keer uitlachen om mijn gezicht, wat ik op dat moment trok. Niet dat ik het zou leren dat ik dan alsnog lachende reacties zou krijgen. 'Ik vind jou ook lief hoor, Clifford,' rolde over mijn lippen, om erna naar zijn poging tot overtuigen te luisteren. Ik snapte ergens niet waar hij de moeite nog voor deed, want mij had hij allang overtuigd. Maar dat nam niet weg dat ik wel eens wilde horen wat hij zou doen in het huishouden, wat hij overhad voor zijn plekje. 'Je bent altijd welkom,' zei ik, deels naar waarheid voor ik zijn lippen op de mijne voelde. In de korte tijd voor hij het zelf leek te beseffen, voor ik het leek te beseffen, mistte mijn hart wel een slag. Leken echt alle gevoelens terug te komen en wist ik waar ik dit voor deed. Een zachte zucht verliet mijn mond bij zijn excuus, om mijn hoofd te schudden. 'Stiekem was ik al aan het kijken hoe lang aangezien ik daar al op aan het azen was,' gaf ik stilletjes toe, bijna onhoorbaar, hopende dat de hint van het eerste onderwerp nu ook duidelijk was. Niet dat ik er te lang bleef hangen, want ik luisterde met een grote grijns wat de jongen nog meer kon. 'Schoonmaakster? Ik vind een hoop best, maar je gaat niet met zo'n zwart jurkje, of überhaupt in een jurk, door mijn huis lopen, toch?' De rest van zijn woorden liet ik voor wat het was gezien dat allemaal niet slecht in de oren klonk, zeker niet nu de jongen gelijk naar de Starbucks wilde. Ik keek dan ook ongeduldig toe hoe hij zijn gitaar pakte, om mijn schouders op te halen toen hij uiteindelijk zijn arm voor me uithield. In een simpele beweging hing ik als een koala aan hem, wat waarschijnlijk niet helemaal de bedoeling was, maar wel de mijne. Ik had het koud en het stond nog steeds niet in de planning om hem los te laten. Al gebeurd dat wel toen de jongen over dieren begon. Met grote ogen keek ik hem aan voor mijn blik het park door ging. Hoe kon ik zo stom zijn? 'Mikey!' riep ik in de hoop dat de witte pluizenbol zou luisteren. 'Mikey!' Na nog drie keer achter elkaar geroepen te hebben, kwam het beestje rustig aangelopen, om voor me te gaan zitten. Ik pakte zijn riem vast, om me erna naar Michael te draaien, ietwat ongemakkelijk, beschaamd. 'Geen woord,' mompelde ik.
If we hug a little tighter, our hearts will be a little closer