• Koning Ralph was een niet erg betrouwbare man. Hij ging met veel dames waarbij hij een kind opwekte, een bastaardkind. Wanneer deze kinderen de leeftijd van 8 bereikt hadden moesten ze op het kasteel komen werken. De jongens als hulpjes van de koning en ridders en de meisjes als dienstmeisjes in de keuken, van de dochter van de koning en zijn vrouw. De kinderen weten echter niet dat ze bastaardkinderen zijn en dat de koning eigenlijk hun vader is.
    Bij de leeftijd van 17 worden de jongens opgeleid tot ridders. Wanneer de jongens niet goed genoeg zijn worden ze opgeleid tot stalknecht, hulpsmid of dienstknecht. De meisjes worden opgeleid tot kokin, kledingmaakster of paardenmeid, dienstmaagd. Wanneer de meisjes niet goed genoeg zijn worden ze verkocht. Iets dat geen van de meisjes zou willen. Want de meesten die verkocht worden zullen een rotleven krijgen.


    In dit RPG volgen we het leven van de bastaardkinderen.
    Weet je nog een leuk beroep? Stel het voor aan mij en ik ga kijken of het goed is!

    Bastaardkinderen; Oneindig, maar ik wil wel dat jongens en meiden gelijk blijven. Ook qua leeftijden niet allemaal hetzelfde. Je kunt iemand spelen van 8 tot 23 jaar oud

    -Aeccestane "Aecces" - 18 - Stalknecht - Dorocha
    -Aloysius Almerico Dacre - 20 - Ridder - Luna2013
    -Lancelyn - 21 - Smid - Raccoon
    -Robert "Robb" Snow - 23 - Ridder com. - LadyStark
    -Fawkus 'Fawk' - 20 - Ridder - LyraPhoenix
    -Cédric - 16 - Hulp van Lancelyn - Tootles

    -Elvira - 16 - Dienstmeisje - Armastus
    -Helena "Leen" - 12 - Hulp van Aecces - RingKeeper
    -Elisabeth - 17 - OL; Kledingmaakster - xHoranx
    -Daenerys "Dany" - 16 - Dienstmeisje - LadyStark
    -Amelia Claire Lee - 16 - Dienstmeisje - Confiance
    -Sherlock

    Wil je meedoen? Klik dan hier voor het rollentopic.
    Praattopic

    Regels;
    Houd je hieraan anders kun je niet meedoen met het RPG.
    -Maximaal 2 personages p.p
    -Geen perfecte personages. Iedereen heeft zijn minpunten wel
    -Niet allemaal dezelfde opleiding, anders ga ik er een limiet op zetten
    -Hou de jongens en meiden gelijk. Let hier ook op anders komt er een stop op de meiden
    -Er is een minimum aantal woorden die geschreven wordt in dit RPG en dit is 200 woorden. Denk aan omgeving, gedachten, andermans stukjes, geschiedenis
    -OOC tussen haakjes
    -Het liefst in de ik-vorm schrijven. Wanneer je dit moeilijk vindt, geef dit dan aan dan kun je in die vorm schrijven
    -Ruzie alleen IC
    -Het vermoorden of ernstig verwonden van andermans personage wordt alleen toegestaan wanneer dit is overlegd. Geeft dit ook even door aan Dorocha
    -Er is geen verhaallijn en daardoor ben je ook vrij om te doen wat je wilt. Wordt je personage ineens aangevallen in het bos? I like it! Maak er wat van!
    -Plezier hebben is de grootste regel in dit RPG

    Omgeving;
    -Het kasteel; Merlinfans moeten dit wel herkennen, hahha
    DIt zijn de plekken waar de bastaardkinderen mogen en kunnen komen.

    Buitenkant
    Buitenkant 2
    Buitenkant 3
    Buitenkant 4
    Binnenplaats
    Binnenplaats 2
    Binnenplaats 3
    Hal/feestzaal
    Trap -vrijwel elke trap ziet er zo uit, behalve dan de beelden. Deze trap heeft alleen dit beeld. Deze trap is overigens de trap naar de koninklijke vertrekken-
    Ontvangsthal
    Huisjes waar de 18 jarige wonen (optioneel) [deze bevinden zich nét buiten de muren van het kasteel, maar binnen de stadsmuren. De huisjes zijn net groot genoeg voor 2 á 3 personen]

    [ bericht aangepast op 22 april 2014 - 15:13 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Lancelyn || Smid

    De hitte van de kolen zorgde ervoor dat de hele ruimte verwarmt werd, voor mij was dit een gewoonte. Het zwaard dat erin zat te sudderen was onlangs gehavend geweest tijdens een zwaar gevecht. Zo had ieder zwaard wel zijn verhaal en ieder krasje, hapje of nog maar gehavend plekje had elk zijn speciale verhaal. Maar eenmaal ze bij mij komen dan beginnen ze weer met een schone lij en weer een langer bestaan. Een ridder die geen zorg draagt voor zijn wapen is dan ook het ridderschap onwaardig dat is wat mijn leermeester me altijd vertelde. Wulfgang, was een oudere man breed gebouwd, maar iets aan de kleinere kant toe. Met een lange rosse baart en snor kon je hem al van meters ver zien. Hij leerde me alle kneepjes van het vak en vertelde me altijd spannende verhalen uit zijn jeugd. Gevechten met misdadigers en Vikingen, die deze stad ooit zouden geplunderd hebben en zo gingen ze verder. Een zucht verliet mijn lippen en ik haalde het gloeiende staal uit de vlammen en zette deze op mijn aanbeeld, waarna ik mijn hamer erop begon te kloppen om de juiste vorm weer te verkrijgen veel beschermende kledij had ik niet aan, op leren handschoenen en een dikke broek na dan, had ik alleen een versleten hemd aan met af en toe een brandplekje op. Mouwen wilde ik niet en zat alleen maar in de weg. Het gloeiende metaal was ondertussen afgekoeld na zijn derde klopbeurt gehad te hebben en deze keer leek hij in een goede vorm te zitten. Dat was de laatste die ik voor het kasteel moest maken. Ik ging deze eerst nog slijpen aan de slijtsteen, zodat het lemmet weer scherp was en dan was het zwaard weer zo goed als nieuw. "Cédric!" riep ik terwijl ik even om me heen keek. Zodra ik hem zag zitten keek ik hem met een zwakke glimlach aan. "De bestelling van koning is af, dus die zwaarden moeten in de kist." zei ik tegen hem. Hij was een goede knul, met een wat grote mond maar ik kon hem met gemak aan. Meestal liet ik de klusjes aan hem over en deed ik het grote werk, maar af en tie kon hij wel handig zijn in de praktijk. Mijn blik richtte ik op het zwaard in mijn handen, waarbij mijn reflectie mijn oog nam. Het smeedwerk was al zeg ik het zelf magnifiek, want er was geen krasje op mijn spiegelbeeld, het lemmet was scherp en zou zo een been kunnen afhakken en door een harnas heen kunnen steken. Ik floot even een deuntje en Vulcanus, mijn herderhond kwam met slome passen naar me toe. Het zwaard dat ik in mijn handen had legde ik bij de rest en ik liet mijn hand over het hoofdje gaan van de hond. "De wacht houden hé als we wegzijn." zei ik met een glimlach tegen de hond, daarna stond ik op en richtte ik me weer op Cédric. "Bijna klaar?" vroeg ik hem terwijl ik een wenkbrauw omhoog hield. Ik hield namelijk niet van wachten.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Elisabeth.
    Met een verveeld gezicht blijf ik nieuwe stukken aannaaien. Ik heb zo'n grondige hekel aan dit werk, en ik wil niet eens naaister of kledingmaakster worden. Ik wil andere dingen doen, dingen die Helena, Leen, doet, bijvoorbeeld. Met paarden bezig zijn, Aecces helpen.. Waarom zij wel, en ik niet. Zij is vijf jaar jonger dan ik, waarom vertrouwen ze haar die grote beesten al toe?
          Ik zucht kort en bekijk mijn werk. Ik ben goed hierin, dat vertelt iedereen me elke dag wel een stuk of zeven keer, maar toch.. het begint te vervelen. Het spannendste wat hier kan gebeuren, is als ik in mijn vinger prik of als een of andere prinses naar me toe komt om iets te laten vermaken. Meer niet. Bij de paarden kan er van alles gebeuren.. dat is toch vele malen leuker? Ik leg de jurk voorzichtig neer en sta op. Ik ben nou al zo lang bezig, ik mag toch wel een korte pauze nemen? Ik til mijn rokken op en hol het naaiatelier uit, voorzichtig, zonder al te veel herrie te maken. Niemand mag weten waar ik heen ga, hoe vaak ik dat doe en wanneer ik ga. Ik kijk door de lange gangen heen, komt er niemand aan? Nee? Mooi zo. Ik glip naar buiten, de tuinen in. Snel baan ik me een weg over het grind, naar de mooie poorten van het kasteel. Als die eenmaal open zijn, ben ik buiten en kan ik me overal waar ik wil verstoppen. Godzijdank. Als ze me een keer snappen, ben ik er geweest en word ik hoogstwaarschijnlijk per direct doorverkocht. Ze dreigen er soms ook al mee, als ik niet doe wat ik moet doen of als ik een te grote mond heb. Niet tegen de koning, tegen hem hou ik mijn mond. Als je ruziemaakt met hem, krijg je echt grote problemen. Ik hoorde van enkele andere meisjes dat ze vaak half aangerand zijn door die man. Ik nog niet. Nóg niet, zeg ik. En ik wil het zo graag houden. Ik ontwijk hem altijd. Wanneer ik zijn barse, lage stem hoor schallen, maak ik dat ik wegkom.
          Ik loop in de richting van de drukke markt, paarden en wagens, schreeuwende mensen, kippen die ontsnapt zijn, het is een dolle boel, maar ik ben er dol op. Het is beter dan dat statige gedoe in het kasteel. Mensen zeggen me dat ik dankbaar moet zijn dat ik daar mag wonen en werken, dat ik in dienst van de koning ben. Nou, ze kunnen me wat. Ik ben veel liever hier, tussen 'het gewone volk', dan bij die hielenlikkers in het kasteel.

    [hupsa.]


    I, Tahani Al-Jamil, shall do my level best to make every event too much.

    Aeccestane

    "Nee, de mest brak mijn val," er staat een grijns op het gezicht van de jonge Helena. Ik schud mijn hoofd even en lach zachtjes. Een echte avontuurzoeker is dit meisje. Dat wordt me er toch eentje. "Volgens mij zit het er voor vandaag op!" roept ze luid en ik lach wanneer Helena opspringt. Nou, ze heeft niets gebroken of gekneusd, anders zou ze niet zo snel opstaan en weglopen. Ik volg Helena naar Charles, het enige witte paard van de stallen. Charles is het oude paard van de prinses, maar ze wilde hem niet meer toen ze voor haar zestiende verjaardag een zwarte Fries kreeg. Charles staat hier dagen op de stal, soms in de weide niets te doen. Arm paard. Soms, midden in de nacht maak ik wel eens een ritje met hem. Alleen niemand wist dit.
    "Aecces, kun jij paardrijden?" Ik kijk op bij het horen van mijn naam en de vraag. Een glimlach komt op mijn gezicht te staan en ik loop naar Helena toe. Ik aai Charles over zijn neus en druk een kus op het midden van zijn hoofd, tussen zijn ogen. Het is niet zo'n heel groot paardje, maar groot genoeg voor mij. Ik zou Helena wel wat kunnen leren. Ik ben dan niet verschrikkelijk goed in paardrijden, maar ik kan wel een paar dingetjes. Ik wil mijn mond openen om wat te gaan zeggen, maar ik kijk verstoort op wanneer er iemand de stallen in komt lopen. Het is Dany.
    "Wat is hier gebeurd? Jullie zien eruit alsof iemand bijna gestorven was door een van de paarden." Blijkbaar had ze er al iets langer gestaan, anders zou ze niet hebben gezien wat er gebeurt was, of wat we allemaal zeiden. Ik frons even bij het zien van Dany's rode wang. Wat zou zij hebben uitgevreten?
    "Leen was gevallen, ze heeft geluk gehad dat ik vlak bij de stallen was. Sir Roodkruid schoot haar niet eens te hulp. Zwartvogel had niet achteruit moeten stappen of hij stond bovenop Leen." vertel ik zonder Dany verder aan te kijken. Ik pak het halster dat aan de haak hangt en hang deze bij Charles om. Vervolgens begeleid ik hem naar de standplaats en zet hem vast. Ik haal het zadel en leg deze op de rug van het paard. Vervolgens zet ik hem vast en verstel alles. Het zat nu nog allemaal op mijn hoogte.
    "Leen, kun je opstijgen?" vraag ik terwijl ik naar het meisje naast mij kijk. Vervolgens blik ik even naar Dany. "Als je ook mee uit rijden wilt raad ik je aan om Maye te nemen, zij is een van de kalmere merries," zeg ik met een knikje naar de roodbruine merrie helemaal links in de stallen. Zij is het paard van Sir Yurian. Hij staat toch langs de muren op de uitkijk, dus missen zal hij Maye niet. "Wij gaan samen op Charles." vertel ik Helena. Dat houd hij wel, en dan kan ik Helena helpen.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Daenerys.

    Ik voel de blik van Aecces op mijn wang maar reageer er niet op. "Leen was gevallen, ze heeft geluk gehad dat ik vlak bij de stallen was. Sir Roodkruid schoot haar niet eens te hulp. Zwartvogel had niet achteruit moeten stappen of hij stond bovenop Leen." Verteld Aecces. Geschrokken kijk ik naar Leen. "Leen kijk alsjeblieft uit voortaan! Volgende keer kan je het misschien niet meer navertellen en Sir Roodkruid hoort nog van me." Mijn blik stond lichtelijk boos, en zoals alom bekend zou ik eens een hartig woordje met hem gaan spreken.
    Zelf let ik niet even op, maar wrijf over mijn wang en schrik op uit mijn gedachten als ik Aecces iets hoor vragen. "Als je ook mee uit rijden wilt raad ik je aan om Maye te nemen, zij is een van de kalmere merries," Voorzichtig schud ik mijn hoofd. " ik heb een beetje een lieveling hier.." Voorzichtig loop ik naar een valkkleurige hengsten, Apollo. Het was een koppig paard soms, maar erg vriendelijk in de omgang. " Sir Jaqhuen zou het vast niet erg vinden, hij ligt nu toch in bed, door de verwondingen, en Apollo heeft beweging nodig." Ik haal hem uit de stal, zet hem vast, pak zijn zadel en hoofdstel en tuig hem snel op.
    Waarna ik zonder een protest wil horen van een van de twee naar buiten loop en opstijg. Apollo kijkt even om zich heen en draaid een rondje. Voor zo aardig als ik ben blijf ik wel staan, Helena kon waarschijnlijk nog niet rijden en het zou gemeen zijn als ik al weg ging en niet op hun wachtte. En nee, ik zat niet net als een meisje hoort te zitten, gewoon normaal. Niks van dat meisjesachtige gedoe. Mijn jurk zat nog vrij normaal, en het zag er niet raar uit ofzo. " Komen jullie nog?" Mijn stem vrolijk, net als mijn ogen.


    Yeah, and people in hell want Slurpees.

    Cédric
    Mijn ogen waren gericht op Lance en de kamer was verwarmd waardoor ik de neiging had om mijn shirt uit te trekken. Een zwaard leek te sudderen maar veel aandacht besteedde ik er niet aan en ik leunde tegen de muur aan terwijl ik op het bankje wachtte tot ik wat te doen kreeg. Ik hoorde een zucht die de lippen van Lance verliet en keek toe hoe hij nu het zwaard uit de vlammen pakte en het op zijn aanbeeld zette en ik wachtte tot ik het geluid van de hamer hoorde klinken op het ijzer. Het metaal was ondertussen afgekoeld en keek op bij het horen van mijn naam. ''Cédric!'' Riep Lance en zijn blik viel op mij en een zwakke glimlach sierde zijn gezicht. ''De bestelling van de koning is af, dus die zwaarden moeten in de kist,'' zei hij tegen mij en ik knikte alleen maar kort en zuchtte kort en diep terwijl ik opstond en de zwaarden in de kist begon te leggen. Het was niet veel werk en het was ongeveer het enigste wat ik had gedaan vandaag dus ik kon er wel mee leven. Ik sloot de kist en keek hoe de herdershond van Lance aan kwam huppelen. ''De wacht houden hé als we wegzijn,'' sprak hij tegen de hond en ik klikte het slotje op de kist en kwam nu omhoog. ''Bijna klaar?'' Vroeg hij en hij hield een wenkbrauw omhoog. Ik knikte nogmaals en rekte me toen uit terwijl ik achter Lance ging staan. ''Een beetje geduld zou fijn zijn,'' zei ik terwijl ik zwak glimlachte en met mijn hand tegen de muur ondersteunde ik mijn lichaam. ''Moet ik nog wat doen?'' Vroeg ik en ik zette een paar stappen zodat ik buiten stond en de iets wat frissere lucht me tegemoet kwam. Het was een heerlijk gevoel nadat je een hele dag in die snikhete ruimte had moeten zitten. Ik wachtte tot Lance voor mij kwam te lopen en volgde hem naar het kasteel.


    Everything is illuminated by the light of our past.

    Helena "Leen"

    Aecces drukte een kus op het hoofd van Charles, en ik keek hem verbaast aan. Had hij iets met Charles? Ik aaide zachtjes over zijn neus heen, en streelde zijn witte manen. Het was zielig dat de prinses hem niet meer wou, maar aan de andere kant was het ook wel weer fijn. Ik kijk mijn vriend Aecces aan, in zin blauwe kijkers. Ineens besef ik me dat ik het best goed heb vergeleken al die andere opleidingen. Ik zou nooit een dienstmeid van iemand kunnen zijn, want ik zou nooit iemands haren goed kunnen doen, en haar kleding netjes maken. Dienstmaagd was ook niks voor mij; ik was slordig, en had geen gevoel voor orde. Kokkin zou nog wel gaan, ik kon aardig koken. In ons huisje deden we het omstebeurt. Vandaag was Aecces aan de beurt, morgen ik weer. Dacht ik tenminste. Maar welke opleiding ik echt wou nemen, was ridder. Maar dit was ook goed, ik had een prima leventje.
    "Wat is hier gebeurd? Jullie zien eruit alsof iemand bijna gestorven was door een van de paarden." Maakte iemand mij wakker uit m'n gedachten. Ik zag Dany, een meisje dat soms bij ons in de stallen kwam. Toen Aecces uitgelegd had wat er was gebeurd, grijnsde ik breed naar haar. Ik stond bekend als een losbol, best grappig. Zoals de meeste mensen keken als iemand verteld heeft wat ik nu weer had meegemaakt, keek Dany me geschrokken aan.
    "Leen kijk alsjeblieft uit voortaan! Volgende keer kan je het misschien niet meer navertellen en Sir Roodkruid hoort nog van me." En ik wist dat ze dat echt zou gaan doen, dat was Dany. Ze kwam vaak in de problemen, ik kon problemen altijd vermijden. Misschien had ik wel een gave.
    "Gelukkig heb ik altijd deze in mijn buurt, anders was ik nu wel dood ja." En ik prikte met mijn wijsvinger in de zij van Aecces, die ondertussen Charles aan het opzadelen is.
    "Leen kun je opstijgen?" Vroeg Aecces aan mij. Ik was bijna vergeten dat hij mij wou gaan leren rijden.
    "Natuurlijk kan ik dat!" Zei ik lachend, terwijl ik zelfverzekerd naar het paard liep. Ik had vaak een stoffen broek onder mijn rok aan, dus het was geen probleem. Hoewel, ik had nog nooit opgestegen, maarja.
    Ik zette mijn linkervoet in de gesp, en ik zwaaide mijn rechterbeen, over de rug van Charles heen. Bijna viel ik er weer aan de andere kant vanaf, maar ik pakte nog net op tijd de teugels weer. Dany kwam naar buiten met Apollo, en ik knikte goedkeurend. Toen kwam Aecces naar ons toe lopen, maar achter hem zag ik nog iets. Het was Lennox, de jongen waarmee ik altijd stiekem mee zwaardvocht. Hij was van mijn leeftijd, en had me het meeste geleerd, hoewel ik nu vaker van hem won. Ineens besefte ik me dat we vandaag gingen oefenen in het bos. Dat was ik vergeten! Stom, stom, stom!
    "Hey kom je Leen?" Zei zijn ruwe stem. Ik werd een tikkeltje rood, en keek van Dany naar Aecces. Zij wisten natuurlijk niks, Aecces zou wel vragen gaan stellen bij het eten.
    "Ahm, ik kom straks wel naar jou toe." Hij knikte en liep weg. Hopelijk ging niemand opmerkingen maken.


    "I would have followed you, my brother... my captain... my king."

    Lancelyn || Smid

    Cédrick zudte diep, maar kort en ging de kist halen, waarna hij die begon te vullen. Erg veel werk was het niet. Hij klikte het slotje van de kist dicht en knikte op mijn vraag, waarna hij zich even uitrekte en achter me ging staan. ''Een beetje geduld zou fijn zijn,'' was zijn weerwoord ,waardoor een kort lachje mijn lippen verliet en ik de kist optilde en in de houten kruiwagen gooide. Die had ik ooit gemaakt met de timmerman van het dorp. Stalen wielen die niet gauw zouden breken en de bak was gemaakt van sterke eik zodat het mijn landing smeedwerk gemakkelijk kon dragen. Cédric leunde wat tegen de muur en ik zag dat hij genoot van de buitenlucht. Beter dan de rook die je longen doet verschroeien inderdaad. ''Moet ik nog wat doen?'' vroeg hij me en een lichte grijns sierde mijn lippen. "Nu je het vraagt, waarom duw jij de kruiwagen niet? Wat beweging zal je goed doen." zei ik waarna ik mijn winkel afsloot en nog eens checkte of ik mijn dolk mee had. Het was een klein dolkje, met versierd lemmet die ik bijna altijd bij me had de holster van het lemmet was van metaal versiert met bladgoud. Het was vooral voor noodgevallen als ik een misdadiger tegen het lijf kom mij en mijn bestellingen kon veiligstellen. Ik liep voorop en Cédric liep achter me met onze levering. Zo liepen we door de mark heen die zoals iedere dag zijn chaols heeft. Van kippen en geiten die zomaar over de staat liepen tot familie ruzies en kapotte wijnkruiken. Enkele van de kasseien zaten los dus bij dit gedeelte hielp ik Cé met duwen. De stalen wielen waren goed bestand tegen de harde stenen. Mijn blik viel op een blond meisje die ik ergens van herkende, maar ik kon er niet meteen opkomen. Ik had Cédric een duwde en knikte richting het blonde jonge meisje. " Herken jij haar?" vroeg ik hem. Ondertussen waren we niet ver van het kasteel dus besloot ik er niet verder over te praten. Misschien kwam ik er later plots op. Na zo'n tien minuten kwamen we aan en haf ik de kist aan de ridders die aan de poort stonden. Ze keurde de lading goed en we mochten de hall binnen. Het was hier echt enorm werkelijk om geen woorden voor de hebben. enkele dienstmeisjes kwamen naar ons toe en namen de kruiwagen mee richting de koning. waarschijnlijk omdat ik er niet deftig uitzag met dat roet op mijn gezicht. "Dus zin om hier wat rond te kijken?" vroeg ik Cédric. Er waren nog enkele mensen die ik graag nog eens wilde zien, aangezien ik nooit echt de tijd heb.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Aeccestane

    "Leen kijk alsjeblieft uit voortaan! Volgende keer kan je het misschien niet meer navertellen en Sir Roodkruid hoort nog van me." viel Dany meteen in verdediging voor Helena. Ik pers mijn lippen even samen tot een dun spleetje en kijk dan weer naar Helena.
    "Gelukkig heb ik altijd deze in mijn buurt, anders was ik nu wel dood ja." Ik moest lachen toen ze haar vinger even tussen mijn ribben prikte. Als ik ergens niet tegen kan is het in mijn zij prikken. Mijn lachspieren lijken dan een eigen wil te hebben en ik kan me dan niet inhouden niet te gaan lachen. Ik schraap mijn keel even om het lachgeluidje weg te camoufleren en kijk naar het paard. "Natuurlijk kan ik dat!" antwoordde Helena op mijn vraag of ze op kon stijgen. Ik doe een stap naar achter en kijk toe hoe ze, niet erg subtiel, het paard bestijgt en er bijna aan de andere kant weer vanaf valt. Ik had een stap naar voor gezet om haar vast te pakken, maar ze had de teugels al beet. Een zachte en opgeluchte zucht ontsnapt tussen mijn lippen door. Na mijn aanbod naar Dany toe schudde ze haar hoofd.
    "Ik heb een beetje een lieveling hier..Sir Jaqhuen zou het vast niet erg vinden, hij ligt nu toch in bed, door de verwondingen, en Apollo heeft beweging nodig." ik haal mijn schouders even kort op en laat haar haar gang gaan. Ik hoop daadwerkelijk voor haar dat Sir Jaqhuen het goed vindt. Misschien moest ik dat even navragen? Een kleine grijns komt op mijn gezicht te staan, maar al snel veranderd deze. Ik wandel naar Helena en Charles toe. Als ik wat voetstappen achter mij hoor kijk ik even achter mij. Daar loopt een jongen van rond dezelfde leeftijd als Helena. Ik frons even. Wat doet hij in de stallen?
    "Hey, kom je Leen?" mijn frons word dieper wanneer hij vraagt op Helena mee gaat met hem.
    "Ahm, ik kom straks wel naar jou toe." antwoord Helena tegen de jongen. Al snel gaat hij er vandoor. Ik stijg achter Helena het witte paard op en pak om haar heen de teugels vast. Ik spoor Charles aan waardoor hij in beweging komt en de stallen uit wandelt.
    "Kom je Leen?" zeg ik plagend en grinnik zacht. "Had je een afspraak die je vergeten bent? Niet zo goed hé," zeg ik grappend en geef Helena een zacht duwtje met mijn arm. Aangezien dat mijn armen om haar heen zitten kan ze er niet afvallen, ik vang haar dan wel op. Maar het duwtje was ook niet hard genoeg om eraf te vallen.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Elisabeth.
          Elke keer weer als ik hier op straat ben, geniet ik van de wildernis, zo lijkt het wel. Er lopen kippen, geiten en schapen los over de kasseien, er zijn veel verschillende dingen om te zien, zoals de edelsmid, de groenteboer die mensen eten aansmeert, er is een slachter, die voor het oog van iedereen kippen de nek omdraait, ze plukt en de kip, of haan, vervolgens onherkenbaar maakt zodat je niet weet dat het ooit een kip was. Ik glimlach even. Tussen alle bedrijvige mensen, loopt een oudere vrouw met tarotkaarten in haar hand. Ze wil de toekomst van mensen voorspellen. Helaas voor haar staat iedereen daar nogal sceptisch tegenover.
          Zo goed mogelijk probeer ik me te verbergen voor de mensen die rondlopen. Er kunnen gewoon mensen van in en om het kasteel rondlopen die me zouden herkennen en de koning of een van 'zijn mensen' in zou lichten. Liever niet, dan ben ik echt de sigaar. Ik bekijk enkele gesmede beeldjes bij de edelsmid. Als ik het geld zou hebben... Een beeld van een steigerend paard trekt vooral mijn aandacht. Wauw, die is werkelijk waar beeldschoon! Ik pak het even op en bekijk het van alle kanten. 'Hé! Ga je dat kopen of niet?' Ik kijk op. De verkoper staart me aan. 'Ik bekijk het alleen,' antwoord ik dan. 'Nou, dat doe je dan maar van een afstand, je jaagt alle klanten weg!' Ik zucht en zet het beeldje op zijn oorspronkelijke plaats terug. Elke keer weer gaat het op deze manier. Ik mag toch wel gewoon kijken, of word je daarvoor ook al in de kerkers gegooid? Ik wil het niet eens weten, dat schrikt me alleen maar af. En waarom zou ik alle klanten wegjagen? Ik zie er beter gekleed uit dan de meeste mensen die hier rondlopen, bij elkaar opgeteld. Ik besluit zo langzamerhand maar weer terug te gaan naar het kasteel, voor er wordt opgemerkt dat ik weggeglipt ben. Bij de poort zie ik enkele ridders staan en ik besluit maar om te lopen. Ik heb enkele maanden terug een stiekeme ingang ontdekt, en daar maak ik maar al te graag gebruik van. Als die ontdekt wordt door anderen, is mijn vrijheid helemaal naar de filistijnen. Ik glip erdoorheen en loop snel naar de grote, massief houten deuren. Ik stap de hal in. Veilig. Ik hoor enkele stemmen wegsterven en ik baan me een weg naar het naaiatelier. 'Dus, zin om hier wat rond te kijken?' hoor ik een stem zeggen. Ik hou mijn pas even in. Help.


    I, Tahani Al-Jamil, shall do my level best to make every event too much.

    Cédric
    Een kort lachje verliet zijn lippen terwijl hij de kist in de kruiwagen gooide, bij mijn vraag verscheen er een lichte grijns rondom zijn lippen. ''Nu je het vraagt, waarom duw jij de kruiwagen niet? Wat beweging zal je goed doen,'' zei hij en ik rolde met mijn ogen en pakte met tegenzin de kruiwagen aan. We liepen samen door de markt heen waar het een enorme chaos was. Na een tijdje bij een paar losse stenen hielp Lance me waardoor de kruiwagen niet meer zo zwaar aanvoelde. Bij het loslaten gaf hij me een duwtje en keek ik met hem mee in de richting van een blond meisje en ik kneep mijn ogen iets dicht. ''Herken jij haar?'' Vroeg hij en ik schudde mijn hoofd terwijl ik het meisje nakeek en de kruiwagen nu nog met moeite meekreeg. Hij was niet de enige die het meisje begon te herkennen maar aangezien Lance zijn gedachten al weer bij iets anders had besloot ik het ook maar te laten.
    Na een paar minuten kwamen we aan en pakten de ridders onze kist aan waardoor de kruiwagen bijna al het gewicht verloor en het voor mij veel makkelijker was om te tillen. We mochten vervolgens de hal binnen waar de kruiwagen ook van ons werd afgenomen en ik keek Lance even licht grijnzend aan en haalde toen een hand door mijn donkere haren. ''Dus zin om hier wat rond te kijken?'' Vroeg hij en ik keek rond de grote hal en grijnsde nog iets breder. Het was hier echt groot en ik kon niet geloven hoe mooi. Mijn blik ging over Lance en ik veegde mijn handen af aan mijn shirt. ''Ja tuurlijk,'' zei ik. Mijn gedachten gingen weer naar het blonde meisje en ik fronste. ''Of ben je hier voor iemand anders?'' Vroeg ik hem met nog steeds dezelfde speelse grijns als daarnet.

    [ bericht aangepast op 21 april 2014 - 20:33 ]


    Everything is illuminated by the light of our past.

    Fawkus 'Fawk
    Het was weer eens winderig boven. Ik had mijn tuniek straker om mijn lichaam geslagen en een gaatje erbij laten zetten in mijn riem, om mijn broek wat meer op zijn plek te houden. Als er ook maar een klein kiertje in mijn kleding zat, zou ik kou vatten.
    De malienhemd, begon geirriteerd op mijn schouders te rusten, waar ik een drang kreeg om het gewoon uit te trekken. Dit waren een van de saaiste momenten van het ridder zijn.
    De wacht houden. Alleen. Zonder mede ridders. En dit stuk was nog eens een gevaarlijk stuk om te bewaken en kon ik er niet bij bedenken, de hele tijd mijn kruisboog laden en lossen en af en toe eens de hendel overhalen. Ik keek op toen een man naar me toe kwam lopen. Zijn harnas kletterde om zijn lichaam. 'Ik neem de wacht over,' zei hij en ik liet een zucht van verlichting horen, waarbij ik me snel uit de voeten maak om eens wat nuttigs te gaan doen.
    Ik schoot de deur door, om vervolgens de wenteltrap naar beneden te lopen, dat uiteindelijk op de binnenplein bood. Hij wist dat hij voor het donker weer de wacht moest houden, al zag hij daar tegenop. Zonder erbij na te denken liep hij naar de waterput en ging op het randje zitten. Gespte zijn riem los en trok zijn tuniek uit. Vervlogens trok hij zijn malienhemd over zijn lichaam, zodat zijn bovenlichaam onbedekt was.
    Een enorme verlichting op zijn schouders gaf hem weer hoop. Hij legt zijn hemd op zijn schoot en trok zijn tuniek weer aan, waarbij hij zijn riem weer om zijn middel bond.


    Vampire + Servant = Servamp

    Huisjes waar de 18 jarige wonen (optioneel) [deze bevinden zich nét buiten de muren van het kasteel, maar binnen de stadsmuren. De huisjes zijn net groot genoeg voor 2 á 3 personen] even toegevoegd


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Dorocha schreef:
    Huisjes waar de 18 jarige wonen (optioneel) [deze bevinden zich nét buiten de muren van het kasteel, maar binnen de stadsmuren. De huisjes zijn net groot genoeg voor 2 á 3 personen] even toegevoegd


    [Leuk kipje erbij xD ]


    "I would have followed you, my brother... my captain... my king."

    RingKeeper schreef:
    (...)

    [Leuk kipje erbij xD ]


    (Hahah kon geen betere vinden )


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Lancelyn || Smid

    Cédric keek me even lecht grijnzend aan en haalde een hand door zijn donkere haren heen. Bij mijn vraag werd zijn grijns echter nog breder dan tevoren. ''Ja tuurlijk,'' zei hij terwijl hij zijn handen afvaagde aan de stof van zijn shirt. ''Of ben je hier voor iemand anders?'' vroeg hij me plots terwijl zijn grijns een tikkeltje speelser werd, waaruit ik kon opmaken dat hij een vrouwelijk iemand bedoelde. Een lachje verliet mijn lippen en ik haf hem een vriendelijke stoot. "Ja ik ben hier voor de prinses." zei ik sarcastisch tegen hem en schudde dan lachend mijn hoofd. "Nee, helaas ben ik hier niet voor vrouwelijk schoon ,maar eerder om wat oude vrienden terug te zien." zei ik daarna met een glimlach tegen hem. Cédric werkte al een tijdje voor me en ik wist heus wel dat hij erg aantrekkelijk was bij de vrouwen en hij al met enkele in het hooi heeft gezeten, maar zo iemand was ik niet. Ik had geen interesse in de liefde of tja dat maakte ik mezelf wijs. Mede omdat ik niet denk dat ik ooit verliefd zou worden op iemand. Ik liep wat door de gang heen terwijl ik met Cédric aan het praten was en na even was ik stil omdat ik meende wat te zien. Of iemand? Een frons vormde zich op mijn voorhoofd en ik deed enkele passen dichterbij omdat ik er zeker van wilde zijn of er wel iets of iemand zat. Het was hier nu echt wel stil op de grote hal, maar door het gepraat met Cédric zou het heus kunnen dat er iemand probeerde weg te komen of hier in het kasteel te geraken


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH