Amy Lynn Winchester || Klassenoudste || Zesde jaars || Gangen
Ik dacht dat ze anders was, Scorp. Maar ze zijn allemaal hetzelfde ze gebruiken je totdat ze beter hebben en dat was in mijn geval al binnen een uur, maar ik begrijp haar keuze wel. In de tijd dat ik en haar wat hadden had ik haar alleen maar in problemen gebracht. Het was Campbell zijn stem die die pijnlijke woorden uitspraken. De tranen waren opnieuw over mijn wangen gaan rollen terwijl ik langzaam een paar stappen achteruit deed. Het had nu geen zin om met hem te praten, ik kon hem maar beter de tijd geven. Hij had nu immers zijn beste vriend om hem te troosten.
Plots hoorde ik vlugge voetstappen mijn kant op komen en botste iemand tegen mij op die snel de hoek om was komen rennen. Het was Campbell!
Hij keek mij geschrokken aan en rende toen vlug langs mij heen. Niet begrijpend staarde ik hem na. Ik wilde hem achterna gaan, hem troosten, maar dat had immers geen zin. Ik maakte alles alleen maar erger, en ik moest nu zelf getroost worden.
Plots kwam ook Scorpius de hoek om gelopen. 'W-waar is hij heen?' vroeg hij mij, duidelijk geschrokken omdat ik hier was. 'Sorry'
Ik schudde echter mijn hoofd en glimlachte flauwtjes naar hem. 'Nee, het spijt mij.'
Ik liet mijn hoofd hangen terwijl ik langzaam weer weg liep. Ik besloot plaats te nemen in het dichtstbijzijnde raamkozijn en trok mijn knieën op, waarnaar ik mijn armen om mijn benen heen sloeg en mijn hoofd op mijn knieën plaatste. Ik staarde uit het raam terwijl alle pijnlijke woorden die ik vandaag had gehoord, zich als een kassettenbandje opnieuw in mijn hoofd afspeelde.
'Amy,' Het was Finn zijn stem die dicht bij mij klonk, maar ik weigerde naar hem om te kijken. Ik hield mijn blik strak op de sterrenhemel gericht die belicht werd door de volle maan.
Ik hoorde Finn zuchtten en vervolgens tegenover mij in het raamkozijn plaats nemen. Hij plaatste zijn beide handen op mijn knieën en de dammen in mij leken dan eindelijk te breken. Ik barstte in huilen uit en voor ik het wist wierp ik mij in zijn vertrouwde armen.
'Ssshh, het is al goed.' suste Finn mij terwijl hij geruststellend over mijn rug wreef.
'Nee, dat is het niet!' wierp ik tegen. 'Het word mij allemaal gewoon even te veel.' snikte ik. 'Iedere keer wanneer ik iemand zijn behoeftes voor die van mij plaats, lijkt het alsnog mis te gaan. Hoe graag ik de personen om mij heen ook wil helpen, ik doe ze alleen maar meer pijn.'
Ik moest terug denken aan Campbell zijn woorden en de pijn die nu bezit van mij nam was overweldigend. Ik trilde van top tot teen. Het voelde goed om dat er even uit te hebben gelaten, maar het deed nog steeds pijn.
'Het doet zoveel pijn, Finn.' snikte ik waarnaar ik zijn gewaad krampachtig beet pakte en mijn gezicht erin verborg. 'Laat het alsjeblieft stoppen.'
Finn plaatste zijn kin op mijn hoofd en trok mij iets dichter tegen zich aan terwijl hij mij allemaal lieve woorden toe fluisterde.
Zo zaten we nog een lange tijd voor Finn de stilte verbrak. 'Wil je dat ik Campbell haal, zodat jullie kunnen praten?' vroeg hij mij voorzichtig. Ik schudde echter mijn hoofd.
'Nee, ik wil liever alleen zijn.' fluisterde ik zacht. Mijn stem was schoor van het huilen en mijn ogen deden pijn, maar het voelde tegelijk ook goed om het er allemaal even uit gelaten te hebben. Alle frustraties van deze vervloekte dag.
'Wil je dat ik ga?' vroeg hij mij.
Ik knikte. 'Alsjeblieft.' Finn liet mij voorzichtig weer los en drukte nog een laatste kus op mijn kruin voordat hij opstond.
'Goed dan, ik zie je straks weer.' glimlachte hij en verdween toen de duistere gang in. Kijk, daarom was Finn ook mijn beste vriend. Hij was tenminste niet iemand die aandrong. Als ik hem vroeg om mij alleen te laten, dan deed hij dat meteen, want hij wist dat wanneer ik iets vroeg en zei, het ook meende.
[Aangepast!]
[ bericht aangepast op 25 feb 2014 - 23:33 ]
"We accept the love we think we deserve."