‘Mooi, dan kunnen we weer vertrekken,’ vond Nick.
Hij zag dat Jurgen zijn bord nog niet leeg had, maar dan moest hij maar opschieten. Hij had wel weer een beetje genoeg van dit gezelschap – behalve van Alaine – en wilde zo snel mogelijk terug naar de toverwereld.
***
Haar voeten deden pijn van het lange lopen, maar ze durfde er niets over te zeggen. Brian liep zwijgzaam voorop en had een verbeten uitdrukking op zijn gezicht. De rest volgde hem aarzelend, hoewel niemand een duidelijk idee had waar ze naartoe gingen, maar ze vroeg er niet naar. Ze was te vermoeid om een discussie aan te gaan en eigenlijk wilde ze gewoon slapen. Voorlopig zou dat echter niet gebeuren, want de zon was net opgekomen en ze hadden nog een hele lange dag voor de boeg.
***
Aenea voelde zich gek genoeg beter nu Sykes terug was. Ze konden zich redelijk normaal tegen elkaar gedragen, al was er nog wel een zekere spanning tussen hen. Ze waren zo erg van elkaar vervreemd dat ze elkaar niet meer vertrouwden, maar ze hoefde al haar dagen in ieder geval niet in haar eentje te spenderen.
‘We moeten hier vandaan,’ vond ze.
Hij leunde achterover. ‘Maar waarheen dan? Ardaneus en Brian zijn op zoek naar een manier om hier weg te komen. Als ze iets vinden, komen ze ons wel halen. Als we zelf weggaan vinden we hen nooit meer terug.’
Aenea zuchtte. Brian was een goeie jongen, maar ze betwijfelde of hij wilde dat ze terugkeerde naar de wereld waar ze vandaan kwamen, bang dat ze weer in haar oude patroon zou vervallen. Ze kon dat wel begrijpen maar was niet van plan om hier zonder magie achter te blijven. Juist doordat ze de dood duizenden jaren getrotseerd was, ervoer ze er nu een diepe angst voor, al zou ze dat aan niemand toevertrouwen.
***
Epialthes nam de andere mee naar de kamer van het schoolhoofd, waarmee hij al contact had gehad. Hij verkeerde onder een vloek waardoor hij geen vragen zou stellen en even later werden ze naar de grote zaal gebracht, waar ze een versleten hoed op het hoofd kregen die hen vertelde tot welke afdeling ze behoorden.
Tomas nam als eerste plaats. Hij keek naar de leerlingen in de zaal, die nog slechts kleuters leken. Wederom ging hij het zevende jaar opnieuw doen, al wist hij nog niet een of hij kon toveren. Hij had nog geen toverstaf gekregen en hij voelde zich niet anders dan hiervoor. De hele sfeer en de pratende hoed op zijn hoofd zorgde er echter voor dat hij zich beter voelde dan de afgelopen dagen omdat ze ieder geval weer terug waren in een magische wereld. Hij werd ingedeeld in Zwadderich, net als de voorgaande jaren. Hij liep naar een juichende tafel toe en schoof aan, terwijl een glimlach zijn lippen tekende. Hoewel hij deze school jaren had verafschuwd, was hij vreselijk blij dat hij was teruggekeerd.
***
Nimue staarde naar haar nieuwste aanwinst. Het was een interessante jongeman en ze wist nog niet zo goed wat ze met hem zou gaan doen. Het was een dreuzel, maar hij wist verbazingwekkend veel over de toverwereld. Ze zou hem gescheiden houden van de andere dreuzels, want zijn wil was te sterk om zo maar weggedrukt te worden. Ze besloot hem te laten wachten totdat zijn celmaatjes kwamen. Ze wist dat hij een grote invloed had op Li en Moon, die beiden nu behoorlijk verzwakt waren. De jongen was een goed middel om hen helemaal te breken.
***
Sloane keek nog even om naar het bewegingloze lichaam, maar draaide zich toen om en liep achter de twee jongens aan. Het meisje was dood, hadden ze geconcludeerd. Normaal gesproken had ze haar meegenomen, maar ze hadden ontdekt dat ze geen magie meer hadden en dat ze uit verschillende tijden kwamen: een grotere puzzel die moest worden opgelost dan het begraven van een meisje dat ze toch niet kenden.
Ze bleef naast een jongen lopen die zich had voorgesteld als Damien. Hij was een stuk vriendelijker dan de ander, die ze eigenlijk maar een ongevoelige asshole vond.
***
Moon werd met hoofdpijn wakker. Ze kon zich niet herinneren dat ze in slaap was gevallen en het moest ook van korte duur zijn geweest. Haar gezicht was nog opgezwollen van de tranen. Ze zuchtte diep en liep naar het badkamertje, waar ze haar gezicht waste. Het liefste wilde ze weer onder de dekens kruipen, maar ze wist dat daar niets mee verholpen zou worden. Epialthes was waarschijnlijk nog steeds in de buurt. Ze wilde zich tegen hem wapenen, maar had geen flauw idee wat ze hem kon uitrichten. Luuk had hem geen kwaad kunnen doen en was uiteindelijk zelf gestorven.
Ze staarde naar haar spiegelbeeld, dat kringen onder haar ogen vertoonde. Het was vreselijk om alleen maar te kunnen afwachten, niet wetend wat Epialthes van plan was. Ze was machteloos.
Langzaam kleedde ze zich aan en liep ze naar de eetzaal, waar nog niemand was. Het beangstigde haar een beetje omdat hij haar zo kon overvallen, maar hij had net zo goed naar haar slaapkamer kunnen komen. Ze was nergens veilig.
[ bericht aangepast op 23 dec 2013 - 14:34 ]
Every villain is a hero in his own mind.