Sloane keek nieuwsgierig naar de man die voor haar stond. Hij zag er een beetje verfromfraaid uit, alsof hij ook in een bos had liggen slapen.
'Goedemorgen,' groette ze hem. 'Zou je ons misschien naar het dichtbijzijnde dorp kunnen brengen?'
***
Gaara ging naast Tomas zitten. Hij was bij Zwadderich ingedeeld en wist genoeg van de afdelingen van Zweinstein om te weten dat dat niet voor Claire zou gelden. Misschien dat Emmy nog kans maakte, maar hij bleef liever bij haar uit de buurt. De enige reden dat hij deed alsof hij haar kon ontstaan, was Claire.
Terwijl hij wachtte totdat de rest werd ingedeeld, keek hij naar de zaal waarin hij zich bevond. Het was enorm. Er was geen dak – als hij omhoog keek zag hij de sterren twinkelen. Het moest haast wel magie zijn, want er was verder geen zuchtje wind te voelen.
Er waren vreselijk veel mensen die om het hoogste woord vochten en hij wist niet hoelang hij zich zou kunnen handhaven in een gezelschap als deze. De laatste keer dat hij door zoveel mensen omringd was geweest, was op het dreuzelschooltje waar hij een paar dagen naartoe was geweest, maar daar had hij zich zo veel mogelijk afgezonderd en hij vermoedde dat hij dat hier ook weer zou gaan doen, al was het hem nog steeds niet duidelijk wat Epialthes met hen voorhad. Hij had hen hier ongetwijfeld met een reden naartoe gehaald. Hij keek even om zich heen om te zien of hij de man kon vinden, maar hij leek de zaal verlaten te hebben.
***
Moon staarde naar haar bord, waar een boterham op lag waarvan ze twee happen had gegeten. Ze kreeg verder geen hap door haar keel. Ze wist dat ze moest eten om Luuks voorbeeld niet te volgen, maar gek genoeg klonk dat erg aanlokkelijk. De pijn in haar binnenste zou dan vervagen, dat wist ze uit ervaring. Ze wist alleen niet of ze Li kon achterlaten. Hij had zich nog niet laten zien en ze wist dat Luuks dood ook een grote invloed op zijn gemoedstoestand had – zeker na de dood van Zoë.
Ze schonk een glas vol met melk en bracht het met een trillende hand naar haar mond. De eetzaal was bijna geheel verlaten: het leek alsof iemand de helft van de leerlingen in hun slaap ontvoerd had. Ze zag dat Megan een eindje verderop zat, in haar eentje en raapte haar moed bij elkaar. Ze kon zich niet de hele tijd afzonderen. Ze moest zich sterk houden totdat Li in ieder geval weer in een normaal bed kon slapen en niet constant onder bewaking stond.
'Hé,' groette ze Megan en ze zakte naast het meisje neer. Ze wist niet goed wat ze verder moest zeggen, want het was nogal onbenullig om te vragen hoe het met haar ging. Er was hier niemand die die vraag met 'goed' zu beantwoorden.
***
Adrienne was blij toen er een pauze werd ingelast. Ze zakte op de vochtige grond neer en zuchtte diep. Ze wist nog steeds niet waar ze naartoe gingen. Ardaneus en Brian leken niet echt een plan te hebben – of waren in ieder geval niet bereid om dat met hen te delen.
Ze dacht aan Hermes en Tomas, die nog opgesloten waren in het hotel. Hoe zouden zij zich voelen? Zouden ze nog leven? Ze vond het moeilijk om te accepteren dat ze geen contact met hen kon opnemen en hoopte maar dat Brian en Ardaneus snel een magiebron konden vinden.
***
Een paar uur ging voorbij voordat ze een duiventil vonden.
'Nou dames, zoek maar een schoonheid uit.'
Hij blikte op Daisy en Jurgen, die samen een gesprek aanknoopten met een man. Nick bleef samen met Alaine staan en wachtte enigszins ongeduldig af. Hij wist best dat ze op deze manier nooit de magie zouden terugvinden, maar het was beter dan nietsdoen. In het dorp waar ze vandaan kwamen was er helemaal niemand geweest die bekend was met de toverkunst en dus konden ze enkel hopen een snul of tovenaar tegen het lijf te lopen.
Every villain is a hero in his own mind.