Ashar Darrak II Jafar II 37
[Saleen, Abis Mal en Harud zijn personages uit de tekenfilm/serie Aladdin en gewoon enkele NPC's. Personen die Jafar heeft meegenomen uit Agrabah om voor hem te laten werken. De eerste alinea is dan ook gewoon om Jafar iets te doen te geven, binnen de RPG, en de tweede alinea om dus een gesprek aan te knopen met Dominque Balthazar Lockwood van Maximesa]
Met een halfslachtige grimas rond zijn mondhoeken geplooid, liep Jafar – ondanks dat hij in Storybrooke schuilging onder de naam Ashar Darrak – door de lange gang van het kattenasiel, naar een aanliggend gebouw, wat ontoegankelijk was voor bezoekers of onuitgenodigden. Nog voordat hij de deur bereikte, werd deze al van binnenuit geopend en werd hij hoffelijk, tegen het nederige aan, gegroet door één van zijn mannen. Jafar liep de man echter straal voorbij, hem negerend ter wederbegroeting.
‘Wat is het probleem, Saleen?’ vroeg hij, direct ter zake komend, toen een vrouw in een strapless rode jurk zich naar hem toedraaide.
‘De lamp… ze is verdwenen,’ was het ogenblikkelijke antwoord dat hij kreeg. Zijn mondhoeken trokken nog verder naar beneden en zijn ogen knepen zich vervaarlijk samen.
‘Wat zeg je?’ perste hij uit, terwijl zijn kaken steevast op elkaar geklemd waren en zijn woorden dus zacht en dreigend waren uitgesproken.
‘Ze…,’ en de vrouw slikte zenuwachtig, ‘is verdwenen. Iemand moet haar hebben meegenomen.’ Haar blonde haren waren strak in een knot geplaatst en de rode hakken tikten op de harde plavuizen toen ze op Jafar afstapte. ‘Ik heb Ismal en Harud al uitgestuurd.’
Jafars kaken verstrakten, aangezien Saleen precies had gedaan wat hij haar zou hebben opgedragen. ‘Hoe heeft dit kunnen gebeuren?’ vroeg hij nochtans mistevreden. Hij vouwde zijn handen tegen elkaar en bracht de toppen van zijn vingers naar zijn lippen.
‘Dat wordt nog uitgezocht,’ antwoordde ze, waarna de vrouw hoorbaar haar longen volzoog. Jafar had echter al een donkerbruin vermoeden wie de dief was, en inwendig ontplofte hij dan ook, ondanks dat er aan zijn uiterlijke vertoning geen millimeter verroerde, op een enkel spiertje na ter hoogte van zijn kaak.
‘Goed,’ zei hij, nadat hij degene was die zijn longen volzoog. ‘Hou me op de hoogte.’ Jafar wilde zich omdraaien, toen ze hem bij zijn Storybrooke-naam aansprak.
‘Ashar Darrak,’ begon ze, zijn echte naam niet wetend, aangezien ook Saleen haar geheugen kwijt was, net zoals bijna iedereen in Storybrooke. ‘Kan ik nog iets anders doen?’
‘Haar zo snel mogelijk terug vinden,’ reageerde Jafar kortaf, waarna hij de ruimte verliet.
Doordat er geen magie was in Storybrooke, in deze wereld, was de lamp nutteloos, wat inhield dat het aantal verdachten minimaal was. Het was maar een handvol die iets met de lamp konden uitrichten, en mr. Gold was daar één van. Al had Jafar in de tussentijd voldoende vijanden gemaakt, ook hier in Storybrooke. Dus mr. Gold was niet de enige verdachte, maar wel de eerste die door zijn hoofd schoot. Alleen mr. Gold wist dat de lamp in Storybrooke fungeerde als gevangenis voor zijn dochter Yasmine, en dat zelfs hij – Jafar – haar niet kon bevrijden met de magie die hij had weten mee te nemen naar deze wereld.
Vastbesloten was Jafar dan ook om mr. Gold – die hij niet beter kon als Rumplestiltskin – een bezoek te brengen. Natuurlijk wist de Dark one niet dat Jafar zijn geheugen had behouden, iets wat bij wijze van spreken nog zijn eigen verdienste was, aangezien Jafar een zwarte magiër was geworden door zijn hand. Jafar hield echter de schijn op dat hij Ashar Darrak was, iets waar geheel Storybrooke in leek te trappen.
Normaal gesproken had hij zich laten brengen met zijn zwarte sedan, maar feitelijk was hij te voet sneller. En tijd was hem nu veel te kostbaar. Zijn aandacht gleed echter al naar de politiewagen die iets verderop geparkeerd stond, en naar de vrouw die er tegenaan stond geleund.
‘Agente Lockwood,’ groete hij Dominique Balthazar Lockwood nors. ‘Het is goed dat ik u hier aantref,’ begon hij, iets wat totaal niet zijn gewoonte was, aangezien hij simpelweg nooit iemand aansprak. Vandaag was het echter anders. ‘Iemand heeft iets van me gestolen en gezien ik niet zomaar belastingen betaal, mogen jullie van de politie de zaak oplossen.’ Hij wondt er geen verdere doekjes om en was direct in zijn verwoording.
[Jafar heeft dus enkel maar een vermoeden wie de lamp gestolen heeft. Zelf heb ik dus ook geen idee wie de lamp heeft, al is mr. Gold wel voor de hand liggend natuurlijk, of Hook of de Mad hatter gezien deze twee ook hun herinneringen hebben. mr. Gold vind ik echter echt veel te voor de hand liggend, en ik hou nu eenmaal van dingen die dus minder voor de handliggend zijn, dus als iemand in zijn plot kan verweven van de gestolen lamp (met de dochter van Jafar erin opgesloten) mag die zich laten horen in het praattopic, of het verwerken in zijn post
]
“If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”