Blaine Anderson:
Ik hijgde het uit en moest echt even gaan zitten. Gelukkig heb ik hard gerend en zijn we nu veilig uit de buurt van Steven. Ik ging zitten en nam Kurt op mijn schoot. Mijn hartslag ging gewoon te keer en moest alles even goed laten bedringen en bezinken, wat er net was gebeurt. Ik kon het nog steeds niet geloven wat ik net zag. Zelf kreeg ik tranen in mijn ogen en had ik nu door dat ik pijnlijke steken had in mijn gezicht, maar dat negeerde ik. Kurt was het belangrijkste van allemaal en kijk hem aan. Ik hoorde wat hij zei en daarna in huilen uitbarsten. 'Het is goed, het komt goed en het is goed tussen ons. Geen sorry zeggen, het is goed tussen ons. Je hoeft niet meer te zeggen' suste ik hem gebroken. Als hij gebroken was, dan was ik dat ook. Zelf had ik nu ook tranen in mijn ogen en moest moeite doen om ook niet in tranen uit te barsten. Ik drukte Kurt tegen mij aan en wreef over zijn rug heen en wiegde hem zachtjes heen en weer. 'Niets zeggen, je bent veilig' zeg ik zachtjes en drukte een kus op zijn voorhoofd. 'Het komt goed' herhaalde ik elke keer om mezelf en Kurt rustig te krijgen. 'Het is niet erg, ik vergeef je en ik ben er voortaan altijd voor je en ben er om je te beschermen' suste ik hem verder. Ik stond vervolgens op, omdat ik het niet vertrouwde, dalijk volgde Steven ons of kon hij ons hier vinden. Snel liep ik weer met Kurt in mijn armen naar de villa, eenmaal daar ging ik één van de kamers op de begane grond in om niemand te storen en ging naar binnen. Ik legde eerste Kurt op bed en deed de deur op slot en liep weer naar Kurt toe. Ik legde hem nu goed en deed zijn schoenen uit en deed ook mijn schoenen uit en ging bij hem liggen. Ik trok hem op me en suste vervolgens verder. Ik had gemengde gevoelens nu, ik was woedend, bezorgd om Kurt, verdrietig dat dit gebeurt was, verbijstering en zo machteloos. Ik wou de pijn van Kurt afnemen, zodat hij niets meer voelde en weer gelukkig kon worden. Ik liet Kurt nu echt niet meer alleen, echt niet meer.
Isabella Elizabeth Espinoza:
Hardhandig werd ik op het bed geduwd, waardoor ik nu languit op bed lag en Damian ging op me liggen. Even was ik verbaast, maar angst kwam nu voor in de plaats. 'Nee' piepte ik bang en probeerde tegen te stribbelen, terwijl dat mislukte. Damian was veel te sterk, echt veel te sterk en ik kon helemaal niets doen. Ik was gewoon machteloos, ik wou gillen, maar dacht gelijk aan de dreigenmenten die hij net zei. Als ik zou gillen of wat dan ook, dan zou hij in mijn buik stompen en dan was mijn kind er geweest. Gelijk kwam er paniek en angst in me en panierig hapte ik naar adem. Tranen liepen onbewust over mijn wangen en nu voelde ik pas pijn aan mijn wang en in mijn nek. Hij had me gewoon geslagen en in mijn nek geknepen, daardoor kon ik nu even moeilijk op adem komen?!! Hij zoende me ruw en duwde zijn onderlichaam tegen de mijne, waardoor ik een walgelijke gevoel in me kreeg. Ruw trok hij mijn jurkje open en keek ik hem bang aan. 'Waarom doe je dit?' vroeg ik vol met tranen en vol met angst. Opeens kwamen er allemaal beelden tervoorschijn van de ontvoering en werd ik nog meer gegrepen door angst. Ik hoorde mijn smeekgebeden, mijn gehuil, mijn pijn, mijn angst. Alles kwam gewoon weer terug en ik trilde gewoon door mijn hele lichaam. 'Laat me met rust' smeek ik huilend en kon niets meer zien door mijn tranen. Was dit dan mijn verdiende loon tegenover Damian en Finn? Zo bedoelde ik allemaal niet en snikte vervolgens zachtjes. Door de paniek die ik nu kreeg, stribbelde ik uit alle macht tegen en wou gewoon gillen om Finn. Finn was pas mijn ware liefde en hij moest me redden. Hij was degene die ik wou, hij was mijn leven, mijn ware liefde. Zonder hem kon ik niet leven.
(Hahah, inderdaad!! Maar het is zo leuk!! )
One Who Travels A Higher Path.