~Het is nu avond, anders klopt mijn verhaal niet ~
Rose
Ik sloop stilletjes uit het kleine dorpje waar ik de laatste paar maanden gejaagd had, ik was wel weer eens toe aan wat anders. Met mijn ogen die verder konden kijken dan mensen, zag ik een kleine nederzetting op een berg. Dat leek me wel wat. Ik klom in een boom en snoof de geuren op die ervandaan kwamen. Zo te zien was er niet veel bijzonders. En toen rook ik de lekkerste geur die ik in jaren geroken had. Blijkbaar was er daar een mens met heerlijk bloed. Aangedreven door de geur sprong ik behendig van boom naar boom, tot ik op ongeveer 50 meter afstand van het gebouw was. Blijkbaar was het een school. Ik snoof. Dit ging moeilijk worden, met al die getuigen erbij. Maar ik moest en zal die mens vinden. Ik volgde de geur en klom in de boom die dicht bij een zolderraam stond. Lucky, het raam stond wagenwijd open. Nou, geen beste beveiliging hier. Ik sprong lenig naar binnen en kwam geluidloos neer op de houten vloer. Met dat ik binnenkwam, ruik in plotseling de smerige stank van weerwolven. Getver, denk ik, en met de geur prikkend in mijn neus, draai ik me om, omdat ik hier geen zin in heb en de lekkere geur ook helemaal kwijt ben. Maar als ik me omdraai komt er een zacht briesje mijn kant op, en blijkbaar slaapt de persoon van wie de geur komt in deze kamer. Ik kijk nu wat beter om me heen en zie dat het een meisjeskamer is, want ik elk bed ligt een meisje te slapen. Ik ruik een aantal weerwolven en een paar meisjes hebben een geur die ik niet helemaal thuis kan brengen. Ook merk ik dat een van de weerwolven zwanger is, ik hoor het duidelijk herkenbare zacht kloppende hartje van het kleine kind. Gatver, ze vermeerderen zich. Als ik zachtjes verder loop in de kamer ruik ik een van mijn eigen soort, en daar ligt ze dan eindelijk, het meisje met de lekkere geur. Haar bruine haren liggen warrig om haar slanke keel. Ik loop langzaam naar haar toe, en ik moet me inhouden om me niet meteen op haar te stoppen. Het brandende gevoel in mijn keel, wat ik heel lang niet heb gehad omdat ik genoeg had om me te voeden, laait weer op. Ik schuif haar haar zachtjes opzij en buig naar voren. Over een paar seconden zal ik de smaak van bloed op mijn lippen voelen. Net als mijn tanden haar keel raken, schrikt het meisje wakker en deinst gillend achteruit in haar bed. Ik sis, en kijk om me heen of ze iemand wakker heeft gemaakt. Achterin de kamer zie ik dat een van de weerwolven in haar ogen wrijft, natuurlijk is ze wakker want hun gehoor is bijna net zo goed als dat van mij. Voordat ze me kan zien spring ik snel op een van de balken die het dak van de zolder steunen, en hoop vurig dat ze allemaal snel weer slapen zodat ik mijn feestmaal kan voortzetten.