• Survival of the Fittest
    Het jaar 3120, het jaar waarin de mensheid zichzelf voor goed van de aarde vervaagde… Dácht men.

    Rampen zoals hongersnood en tsunami’s waren niet meer het ergste wat men zich kon voorstellen. Oorlogen werden de gewoonste zaak van de wereld, overal ter wereld slachtten mensen elkaar af en lieten straten verlaten achter. Huizen kwamen leeg, winkels werden gesloten, mensen vluchtten… Maar uiteindelijk kon niet ontsnappen aan de verwoesting van de mens.

    Er was één ding dat iedereen was vergeten. In het jaar 3082 was er namelijk een doorbraak, het zou voortaan mogelijk zijn je in te laten vriezen. Het was te vergelijken met een kunstmatige coma van een aantal jaren, waarna je weer zou ontwaken alsof je enkel een paar uur had liggen slapen.
    Alleen stond niet iedereen te popelen om zich in te laten vriezen, het was de eerste keer dat het mogelijk was en de mensen wisten niet wat ze er van moesten denken. Was het wel veilig?

    Hier verzon de regering iets op. Op er voor te zorgen dat er mensen zouden komen die het wilden testen loonden ze een flinke som geld uit aan diegene die zich aanboden als ‘proefpersoon’. Verscheidene mensen meldden zich aan, ieder met zijn eigen reden. Het geld voor hun arme familie, het avontuur, omdat ze hun eigen leven zat waren.. Toch hadden ze één ding gemeen, al wisten ze dat niet voordat ze instapten en hun eigen, veilige, rustige en bijna saaie leventje voorgoed gedag zeiden.

    De lichamen werden bewaard in de grote stad New York City, het was toen groots, prachtig en vol leven, maar in 3120 was het totaal uitgestorven en deels verwoest. De omgeving om de stad was totaal weggevaagd waardoor de stad in de middle of nowehere gekomen was.
    Eén jaar nadat de gehele mensheid verwoest was werden de ingevroren mensen wakker en het enige wat ze hadden was een grote sporttas die ze voordat ze ingevroren werden zelf hadden mogen inpakken naar hun wensen.

    Het jaar 3121, het jaar waarin de ooit ingevroren mensen ontwaakten in een wereld die ze niet kennen met geen andere keus dan een manier te vinden om te overleven. Doen ze dit alleen, of zoeken ze bondgenoten? Bedriegen ze hun eigen vrienden om alles voor zichzelf te houden, of doen ze er geen moeite voor hun heblust naar al het kostbare dat nog over is te verbergen. Of nog erger, zullen ze de rest uitroeien, enkel om hun eigen hachje te redden?


    Verhaallijn in het kort.
    Het is het jaar 4033 en de mensen die ooit ingevroren waren zijn sinds een twee weken weer ontwaakt. Er zijn mensen die al gauw bondgenoten vonden en zo werden er twee groepen gevormd, ieder met een eigen leider. Deze twee groepen raakten al gauw verwikkelt in een strijd om leven en dood. Het voedsel is immers schaars, net zoals het drinken, en dat terwijl het gevaar continue op de loer ligt. Een aantal dieren blijken de verwoestingen te hebben overleefd, doordat ze bijvoorbeeld onder de grond leefden, en zijn langzaamaan gemuteerd tot wezens die nieuw zijn voor de ooit ingevroren mensen. Hoe redden ze zich hieruit?

    Meedoen.
    Je kan mee doen als je:
    1) Graag langere stukken schrijven (zeker min. 15) en bereidt zijn dit te doen.
    2) Graag meedoen aan RPG's die beter uitgewerkt zijn, dus niet 'het gaat over 4 vrienden die op vakantie gaan', maar een dieper verhaal.
    3) Liever geen Mary Sue's hebben in RPG's en die zelf ook niet spelen.
    4) Graag meedoen aan RPG's waarbij het topic niet na één dag alweer vol zit, waardoor als je het wat drukker met school hebt, ook gewoon nog mee kan doen, omdat er simpelweg minder vaak gepost wordt (maar wel langer geschreven natuurlijk)..
    5) Het prettig vinden dat het gemeld wordt als iemand wilt stoppen met de RPG en als ze dit zelf ook doen.

    Als je het eens bent met alle bovenstaande punten, maak je hier een personage.

    Personages:
    Groep A – Chase
    Lexus; Chase Armedi - 22
    Iyatiku; Clyve Qwynn Lovell - 22
    SUMMERx; Luca Keegan Fanning - 21
    Cyberlord; Donovan Nickolas - 21

    Yuffie; Desirae Amelia Brown - 24
    General; Olivia Lanee Peterson - 26


    Groep X – Elisabeth
    Keegan; Elisabeth Romy Hirsch - 23
    Cocon; Roxanne (Roxy) Veronica Barlow – Lolita - 22
    Ebola; Natalya Krupin - 21

    Roden; Prescott Elias Whittemore - 24
    Aotearoa; Lucien Nicola Castellan - 19


    Loners:
    Endure; Alison Jade Skyler - 23
    Sid; Richard Hirsch - 25

    [ bericht aangepast op 13 sep 2012 - 15:31 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Natalya Krupin

    Het is vroeg, heel vroeg. Ik ben al een tijdje op en loop zacht neuriënd tussen de groot en deels lege schappen door. Ik bekijk alles, alle blikken met voedsel en draai er af en toe eentje om met het label naar voren. Het stof veeg ik er van af en ik zie het rond dwarrelen in het vale ochtendlicht, dat beetje bij beetje naar binnen valt, tussen de kieren door. De tochtige kieren van hout die we voor het gebroken glas gemaakt hebben. Mijn lange benen bewegen zich sierlijk voort, zo in de ochtend stilte. Het is een heel andere kant dan de ijskoude die ik meestal laat zien. Het is waarschijnlijk omdat er op dit moment geen mensen zijn, geen mensen die wakker zijn tenminste. Net had ik ze zitten bekijken, het is makkelijk om ze te doden in hun slaap, als ze maar niet gaan gillen. Daarna zou alles van mij zijn, alle dekens, het eten, het drinken. Ik zou er een tijd mee vooruit komen. Maar het brengt ook zoveel gevaar met zich mee...
    Ik ril even, het is zo koud 's morgens hier. Ik hoor diep onder de dekens te liggen, net als de anderen. Opwarmend tot de middag zich aanbied. Dat kan ik niet, ik kan niet zo lang slapen. Zeker niet in de buurt van anderen. Het resultaat was een behoorlijk slaap tekort en mijn sarcastische opmerkingen werden sadistischer en scherper. Ik spreek er zelfs vaker van dan normaal. Ik wrijf mijn handen tegen elkaar en loop verder, een Russisch kinderliedje neuriënd. Ik zong het vaak voor mijn broertje toen wij beiden klein waren, het blijft in mijn hoofd hangen. Hij was zo'n mooie baby, met zijn zwarte haren en donkere ogen. Net een Jood met een mooie neus. Maar van papa mocht ik hem niet zo noemen, dan werd hij boos... Ik schud met mijn hoofd in de hoop zo ook de gedachte van mij af te schudden. Dat is één van de goede dingen aan onder mensen zijn, ze houden me van mijn andere gedachtes af.


    I wish you good luck, and may God rest the souls of those who died in eternal peace.

    Chase Armedi – Leider groep A [=awesomeness]


    ‘Start spreading the news
    I am leaving today
    I want to be a part of it
    New York, New York’


    Dat was het eerste dat hij dacht op het moment dat hij zich had laten invriezen en de wereld van hem werd weggerukt. Want zo was het gegaan, hij had zich laten invriezen en toen dit was gebeurd was het plotseling gedaan met zijn oude leventje. Zijn lichaam was niets meer dan een vrijwel levenloze ijsklomp geweest, voor een flink aantal jaren. Maar daarvoor, toen zijn lichaam nog functioneerde en hij nog in staat was om na te denken dacht hij aan deze tekst. Die tekst stond voor hem gelijk aan wat hij kon verwachten nadat zijn lichaam zou worden ontdooid. Hij had heilig geloofd in een nieuw leven, een nieuwe start maar met diezelfde stad. New York. Als hij had geweten dat die stad er na zoveel jaar zo uit zou zien als ze nu deed zou hij het geld niet hebben aangenomen. Alhoewel, daar was hij nog niet zo zeker van. Hij was blijkbaar erg wanhopig geweest. In ieder geval zo wanhopig dat hij in het idee van de regering had geloofd. Heilig geloofd. Hij had het geld zonder aarzelen aangepakt en was met de overeenkomsten akkoord gegaan. Zijn familie achterlaten, zijn huis achterlaten, zijn verleden achterlaten, dat boeide hem allemaal niet op dat moment. Het idee van een gouden toekomst werd echter al snel vervaagd tot een donkere vlek in zijn geheugen bij het zien van de stad.

    Eerst had hij niet geloofd dat hij zich überhaupt in de ‘city of dreams’ bevond. Het leek in niets op dat wat hij zich kon herinneren. Meteen kwamen er allemaal vragen bij hem op. Was hij wel goed in zijn hoofd? Was hij gehersenspoeld en hadden ze hem gewoon in een andere stad gedropt? Wat was er met de stad gebeurt? Die vragen deden duizenden gedachten in zijn hoofd kronkelen. Nee, hij moest proberen zijn hoofd koel te houden, had hij tegen zichzelf gezegd. Niet meteen te veel gaan denken, niet meteen vragen gaan stellen. Dat was wat hij zich voorhield. Want als hij dat zou doen, zou hij meteen wanhopig verloren zijn in de stad die hij ooit zo goed had gekend. En dat wilde hij niet, want hij wilde overleven. Zo begon hij met inventariseren. Hij begon met het kijken naar zijn omgeving, alles wat er om zich heen afspeelde nam hij waar.

    Hij bevond zich op een grond. Het was een ietwat modderige grond. Zijn handen gingen over de grond en hij merkte dat ze al snel vuil werden. Kleine zanderige steentjes liet hij door zijn hand glijden. Toen hij achterom keek stelde hij vast dat hij zich op een weg bevond. Nee, op iets wat ooit een weg was geweest. De grond was modderig geworden door de regen en af en toe waren er plekjes op de weg met opgehoopt zand. Overal lag vuil. Niet alleen afval vond hij, maar ook oude voorwerpen die ooit een nuttige functie hadden vervuld. Voor hem zag hij een paar in elkaar gestorte gebouwen. Van die gebouwen was niet veel meer over dan een paar stenenhoopjes. Je zou ze bijna als ruïnes kunnen bestempelen. Enkelen leken echter nog vrij intact te zijn, wat Chae erg merkwaardig vond. Hij richtte zijn blik weer naar de grond, alsof deze hem wat kon vertellen. Nog steeds was hij onder de invloed van drugs. Hierdoor kon hij nog niet helemaal alles goed op zijn plek zetten. Zijn handen tastten weer naar de grond, bijna zoals een blinde dat deed om de weg te vinden. Niets leek hij te herkennen, en hij voelde zich al snel een vreemde in zijn geboortestad. Vloeken wilde hij, vloeken omdat hij deze teringzooi niet als New York beschouwde. En dat deed hij dus. Hij vloekte met alle scheldwoorden die hij kende, en dat waren er veel. Maar er was niemand die hem hoorde. Zijn woorden vervlogen in die vieze vervuilde lucht. Ook die lucht vervloekte hij. Hij bleef nog even razen tegen niemand in het bijzonder. Maar er kwam geen antwoord. Er kwam zelfs geen echo.

    Hierna was de harde werkelijkheid al snel tot hem doorgedrongen. Hij hield zich geen illusies meer voor maar had nog wel een sprankje hoop. Aan dat kleine sprankje hoop hield hij zich vast. Deze hoop zorgde ervoor dat hij ondanks zijn ontwenningsverschijnselen toch kon overleven. Hoe hij dit precies had gedaan wist hij niet, maar hij was altijd een harde geweest. Hij sleepte zichzelf naar vuilnisbelten voor eten, naar oude winkels op zoek naar eten. Lopen deed hij veel en zo kreeg hij weer een beetje iets van een conditie.


    ´My little town blues
    They are melting away
    I gonna make a brand new start of it
    In old New York´


    Deze woorden bleven aan hem kleven. Dat was het sprankje hoop dat hij had gehad. Misschien zou hij iets herkennen in zijn oude New York. Een paar dagen later leek deze hoop echter ook uit hem gedrongen. Deze hoop was weggeëbd en liet een leegte in hem achter. Een donkere duistere leegte. Deze leegte overmande hem samen met eenzaamheid. En zo kwam het voor dat hij er niet meer in geloofde. Geen nieuwe toekomst. Geen eten, geen geld, hier was niets te vinden. Enkel en alleen ellende hield hij zich voor.

    'If I can make it there
    I'll make it anywhere
    It's up to you
    New York, New York'


    Wat een onzin, dacht hij plots op een moment. Hij geloofde niet meer in die droom, dacht hij terwijl de woorden zich in zijn hoofd bleven herhalen. Nee, hij kwam opeens standvast tot een besluit. Hij was bedrogen, New York was niet meer de zijne. Maar hij zou overleven, al was het alleen uit wraak gevoelens. Hij begon eten te verzamelen, straten te verkennen en voordat hij het echt goed en wel besefte was hij leider van een groep. Hoe dit precies allemaal kwam wist hij niet. Anderen had hij het liefst willen mijden maar in zijn eentje zou hij krankzinnig zijn geworden. En dus werd hij leider van een groep, waar hij echter alleen mensen in verwelkomde die hem aanstonden.


    'New York, New York
    I want to wake up in that city
    That never sleeps
    And find I'm king of the hill
    Top of the list
    Head of the heap
    King of the hill'


    Waarom wist hij niet, maar plotseling kwamen de lyrics weer bij hem op. New York, New York van Frank Sinitra. Oh, New York oh New York. Het waren dagen geleden geweest toen hij ze had gehoord, in zijn eigen hoofd. Blijkbaar spookten ze nog ergens in zijn geheugen rond, want hij wist ze zo helder voor zich op te halen. Nu hoorde hij de woorden terwijl hij in een oude krakkemikkige stoel zat. Een stoel die zo onder zijn gewicht zou kunnen bezwijken. Maar dat deerde hem niet. Hij waagde het zelfs om met de stoel heen en weer te wippen terwijl hij op een oud balkon zat. Niet dat hij echt dacht dat hij van dat balkon zou afvallen als hij uit evenwicht raakte. Diep in gedachten was hij verzonken. Hij zou het niet door hebben als er iemand de kamer zou betreden waar hij in zat. Die woorden, die deden hem weer wat hoop geven. Nog niet alles was verloren, hield hij zich voor, nog niet alles was verloren…
    ~~
    sorry voor de lange post , had inspiratie haha
    kan ook zijn dat er spellingsfouten in zitten.

    [ bericht aangepast op 10 sep 2012 - 19:58 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    Lexus schreef:
    Chase Armedi – Leider groep A [=awesomeness]


    (...)


    [Hehehe :'D Awesomeness is echt een geweldige groepsnaam x)]


    yeehh

    General schreef:
    (...)

    [Hehehe :'D Awesomeness is echt een geweldige groepsnaam x)]


    [Haha, het was niet bedoeld als groepsnaam, maar als A staat voor awesomeness]
    [ik kan trouwens wel een poll maken met mogelijke teamnamen, daar mogen de A mensen dan op stemmen ;D]

    [Voor de mensen van groep A ; hier alvast de poll, hij wordt nog aangepast -> Groep A naam stemming]

    [ bericht aangepast op 10 sep 2012 - 20:22 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    Clyve Qwynn Lowell • Groep A

    Ik drukte mijn vingertoppen tegen mijn slapen en likte langs mijn gebarsten lippen om ze enigszins te bevochtigen, mijn mond was droog en ik had hoog nood aan wat vocht. Hierbinnen was het vochtig genoeg, schimmels hadden zich genesteld in hoekjes en tegen de muren en bovendien vrat het aan je kleding, stemming zelfs aan je schoenzolen. Gisterenavond had ik met de vochtplekken op de muur in mijn achterhoofd een plekje op de bank weten te verwerven, veel had ik er namelijk niet voor gevoeld om op de betonnen vloer te slapen. Het was hierbinnen niet echt koud, kil was een beter woord, maar de bank had alleszins mijn voorkeur genoten. Een tijdje geleden al was ik wakker geworden door het licht dat hier en daar door wat spleten onder de deur en in de muur naar binnen sluimerde. Ik vermoedde dat het nog vroeg in de ochtend was maar ondanks het kleine beetje licht was het hierbinnen schemerig. Voor mij was dat geen probleem, ik hield van het donker mijn ogen waren er aan gewend en ik voelde me op een of andere manier veilig, niet zo bekeken. Beheerst graaide ik naar een sigaretje in mijn sporttas, ik had dat nodig om wakker te worden, tot mijn ongenoegen begon ik al aardig door mijn voorraad heen te raken. De vraag wat ik zou moeten als ze echt op waren teisterde me nu al een tijdje en het antwoord liet maar op zich wachten. Het vlammetje dat ik uit mijn aansteker tevoorschijn wist te halen creëerde enkele seconden lang een schaduwspel op de muur. Na een hijs van mijn sigaretje trok ik de sporttas onder mijn hoofd vandaan en werkte mezelf met mijn ellenbogen recht overeind. Ik liet mijn blik door de kamer heenglijden, niet iedereen hield zijn of haar persoonlijke bezittingen even goed bij en de verleiding om er eens in te neuzen was groot. Helaas was het nu te laat, anderen waren wakker maar ’s nachts zou het goed moeten lukken. Ikzelf bewaakte de tas met mijn leven ten minste als het erop aan zou komen zou ik het doen. Gunstig zou het niet zijn als ik mijn enige paar wapens verloor aan een ander groepslid, ik wist niet hoe ze in elkaar staken maar vertrouwen deed ik ze niet. Anderen leken zich hier minder over te maken en aan de andere kant kon ik nog best het een en ander gebruiken. Een valse grijns vormde zich om mijn mondhoeken.

    Ik was op mijn plaats in deze groep, het bleek ook achteraf gezien een goed idee om me hier aan te sluiten. Ik genoot nu de bescherming van een groep voor zoverre ik bescherming nodig had en voor zoverre ik op die bescherming zou kunnen vertrouwen maar ik moest toegeven dat dit beter was dan niets. Het bood immers een zekere mate van zekerheid, het was veiliger zo en in mijn geval zeker. Ik kende de stad niet weliswaar had ik me in sommige delen georiënteerd door wat rond te struinen, van de anderen wist ik niet veel maar ik had het vermoeden dat er minstens een iemand tussen zou zitten die hier op zijn plaats was. Het bemachtigen van voedsel koste me tot slot heel wat minder inspanning. Het idee dat ik mijn spullen zou moeten delen met de rest had me niet aangetrokken en daarom had ik het een en ander achtergelaten in mijn oude schuilplaats. Mocht het hier misgaan dan had ik nog wat achter de hand. Toch wist ik dat er meer van ons moesten zijn, meer dan enkel deze groep en als zou blijken dat die groep het beter voor elkaar had dan zou ik mijn kans pakken.

    Al snel had ik me aangepast aan deze vorm van bestaan, uiteindelijk was dat immers de enige mogelijkheid geweest: aanpassen aan de omstandigheden. Ik pretendeerde tegenover de rest alsof het me niets uitmaken maar voor mezelf kon ik niet ontkennen dat het een domper was geweest. Daar had ik me overheen weten te zetten maar aan de oppervlakte speelde nog die irritatie. Ik had me opgegeven voor een eerlijke toekomst, de kans die ik in mijn schoot geworpen kreeg had ik met beide handen aangegrepen. En nu bleek die hele kans een illusie, zowel die kans als mijn toekomst was een illusie gebleken. Ironisch was het juiste woord om dat te omschrijven, vroeger had ik me immers graag in een illusie bevonden. De tweedimensionale wereld van woorden die je kon vervormen naar eigen wensen die je kon opslokken dat was ook een illusie geweest. Die wereld had ik achter me gelaten ik leefde nu in de driedimensionale werkelijkheid die zich aan mij had geopenbaard. De werkelijkheid met alle gebreken, ik zou het maar voor lief moeten nemen. Deze stad had me niets anders te bieden, deze toekomst had me niets anders te bieden.

    De eerste paar dagen had ik op mezelf geleefd, de stilte, rust en eenzaamheid waren me bevallen en op het eerste gezicht kon ik me prima alleen redden. Uit wat vervallen huizen had ik het een en ander meegesleept zonder echt te weten of het van pas zou komen. De inhoud van mijn tas verschafte te weinig om hier te overleven en dus was ik op zoek gegaan. Het ging me eigenlijk prima af allemaal maar al snel had ik sporen van de andere gevonden. Na een tijdje wist ik hun verblijfplaats gevonden, het duurde niet lang om te beslissen. De groep had niet veel voedsel maar wel te drinken en onderdak. Dus besloot ik me aan te sluiten. Tot mijn verbazing was dat een stuk makkelijker verlopen dan ik had gedacht.

    [ bericht aangepast op 10 sep 2012 - 20:37 ]


    ~Those who danced were thought to be quite insane by those who could not hear the music.

    > Mijn topics.


    Bij het zien van die lange posts krijg ik echt kriebels om mijn gast snel af te maken zodat ik ook kan gaan schrijven, ziet er al goed uit! ^^

    [ bericht aangepast op 10 sep 2012 - 21:06 ]


    Stand up when it's all crashing down.

    Het kan zijn dat in de loop van de tijd weer over ga op ik-persoon, toen ik aan deze post begon beviel dit beter, ookal doe ik dit nooit.

    Luc. Groep X
    Langzaam werd Luc wakker, niemand zou het gemerkt hebben, hij lag nog steeds even roerloos als twee minuten geleden. Hij vond het nog steeds heerlijk om in dezelfde houding te blijven liggen als dat hij wakker werd. Dat was een van zijn rare trekjes, volgens Luc hadden artiesten dat vaker, van die rare trekjes die alleen zij begrepen. Na een paar minuten roerloos gelegen te hebben, legde hij zijn handen onder zijn hoofd. Hier was hij dan, in het nieuwe Nieuw York, het was niet zoals hij zich had voorgesteld, eigenlijk had Luc geen idee wat hij zich had voorgesteld. Vanaf de dag dat hij wakker was geworden, had hij zich niet echt bekommerd om hoe het er allemaal uitzag. Zijn eerste prioriteit lag bij overleven. Al vanaf de eerste nacht was hij blij geweest dat hij een slaapzak mee had henomen, bij het inpakken had Luc het iets overbodigs gevonden, maar iedereen zei dat het van pas zou komen.

    Nadat Luc wakker was geworden, had hij een tas gepakt en zonder iemand te spreken weg gegaan. De tas waarop L.N. Castellan stond, de naam die hem gegeven was, zijn naam. Niemand wist zijn naam, alleen dat hij zichzelf Luc noemde. Zijn volledige naam hoefde ze niet te weten, dat was voor hem en hem alleen. De eerste paar dagen had hij alleen rond gelopen, pas als laatste had hij zich bij deze groep aangesloten. Luc had het niet erg gevonden om alleen te blijven, maar helaas kon hij niet genoeg voedsel vinden om te overleven, noodgedwongen had hij mensen gezocht en met hen mee gegaan. Nu lag hij in een slaapzak op een koude vloer in een verlaten winkel. De helft was ingestort, maar gelukkig was er iets te eten. Voor de rest bleef hij een beetje afgezonderd, hij sliep net iets verder weg dan de rest en bleef op een gepaste afstand. Nadat hij nog een paar minuten op de vloer had gelegen, besloot hij toch om op te staan. Snel pakte hij al zijn spullen en stopte ze terug in zijn tas, no way dat iemand anders die ging gebruiken! Hopelijk zou het nog even duren voordat de rest wakker zou worden, hij had er een hekel aan als hij geen gitaar had gespeeld nadat hij was opgestaan. Luc pakte zijn gitaar en ging met zijn tas in een hoekje zitten. Zacht begon hij te spelen, het waren sombere deuntjes die hij ter plekke bedacht.

    Toch herinnerde ze Luc aan vroeger, als artiest was je enigszins gewend zo te leven. Het kwam vaak genoeg voor dat hij en zijn maten bleven pitten in het steegje waar ze hadden gespeeld. Gewoon op de straat langs de instrumenten en met een tas als kussen. Dat was een goede tijd, het leven was toen een groot feest. Ze speelde als verzet tegen de regering, een verzet waarbij je jezelf bleef en niet met de meute mee ging, een verzet waarbij je deed wat je leuk vond en niet wat andere van je verwachten en een verzet waarbij je je haar rechtop zet met zo’n sterk spul dat het nu nog goed stond. Ze hadden de ideeën uit de geschiedenis gepikt, de tijd die ze toen punk noemde hadden ze terug gebracht. Niet veel mensen vonden het leuk, maar onder studenten leefde het zeker. Zijn gitaarspel ging langzaam wat harder, richting het genre wat hij toen speelde. Luc besefte wat hij deed en ging snel terug naar het zachte getokkel. Hopelijk had hij niemand wakker gemaakt.

    [ bericht aangepast op 10 sep 2012 - 21:04 ]

    Scott Whittemore - X
    Ik voelde de wind langzaam door de kleine kieren van het hout razen die we ter bescherming tegen de gebroken ramen hadden getimmerd. Ik voelde de donkere haartjes op mijn armen omhoog reizen en wreef uit puur automatisme eroverheen. Nog met mijn ogen gesloten draaide ik me om en trok het mottendeken wat omhoog om voor enige warmte te zorgen en dacht aan de laatste paar dagen. Hoe veel alles kon veranderen in een tijd die net twee weken leek te duren. Een zucht verliet mijn lippen uit pure ergernis. Was dit wat ik wilde, had ik de juiste keuze gemaakt? Het waren vragen die tot nu toe onbeantwoord bleven.
          Ergens in de duisternis hoorde ik voetstappen, wie het was bleef een raadsel. Romy, Luc misschien, of één van de andere meisjes die zich bij ons hadden gevoegd? Een poging om mijn ogen te openen en te ontdekken wie het wel niet was deed ik niet. Het interesseerde me dan ook barweinig, als het een ander was, een onbekende, dan had hij allang één van ons vermoord, had ik het gehoord of had hij of zij misschien zelfs ons wakker gemaakt. Waren er anderen, dat was natuurlijk ook een vraag die ik kon stellen. Ergens betwijfelde ik het en misschien waren ze al dood. Wij mochten zelfs van geluk spreken dat we dit gevonden hadden, dat er enigszins wat te eten was. Van een lekker maal zoals mijn moeder altijd maakte, mocht ik niet spreken, maar het was beter dan niets. We hadden niet te klagen.
          Mijn tas die ik gebruikte als kussen, trok ik wat op, liet me meeslepen door de melodie die de kamer zachtjes vulde. Ik besefte me dat het Luc was die zojuist wakker was geworden en waarvan ik de voetstappen hoogstwaarschijnlijk had gehoord. Opkijken deed ik niet. Nee, ik hield me liever dom, stil. Als hij dacht dat ik sliep, dan vond ik dat prima – wist hij dat ik wakker was, dan had ik er ook geen problemen mee.
          De muziek die de jongen speelde, deden me denken aan vroeger voor alles. Voor mijn problemen en voor het experiment. Voordat ik wakker was geworden. Het was net vijf dagen geleden dat ik mijn ogen met moeite had geopend en naar mijn hoofd greep. Slaperig had ik om me heen gekeken, besefte niet eens wat er aan de hand was. Het duurde even voordat ik alles op zijn plaats kon zetten en begreep wat er gebeurd was. Ik had vragen, zoveel vragen. In welk jaartal zaten we, wat was er gebeurd met de andere mensen? Zoveel vragen waarvan velen nog onbeantwoord waren. Ik was opgestaan, had de tas gegrepen die het dichtst bij me lag. Hij was bedrukt met mijn naam – Scott Whittemore – een afkorting van mijn volledige naam, maar vanaf nu zou dat hetgene zijn waarmee de andere het moesten doen. Ik wilde opnieuw beginnen en alles achter me laten. Een nieuwe start maken.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    [ vinden jullie het goed als ik een simpele kaart maak van hoe het pand er van binnen uitziet, dan krijg je ten minste overzicht op waar iedereen is en waar je allemaal heen kunt]


    Aan niets denken is ook denken.

    Lexus schreef:
    [ vinden jullie het goed als ik een simpele kaart maak van hoe het pand er van binnen uitziet, dan krijg je ten minste overzicht op waar iedereen is en waar je allemaal heen kunt]

    [Ja! Geweldig idee zelfs.]


    I hope you drown in all the cum you fucking swallow, to get yourself to the top.

    Desirae Amelia Brown ~ Groep A

    De koude frisse ochtendlucht begroette haar. De prachtige ochtendzon wierp grote schaduwen over de stad. Desirae liep een willekeurige straat in. Gelukkig was het pakhuis één van de grootste gebouwen in de stad, dus makkelijk terug te vinden. Afwezig dwaalde ze door de straten. Hoe kon zo'n mooie stad als deze zo vervallen raken? Hoe kon New York ineens zo vuinisbelt zijn? Hoewel ze wist dat er eeuwen tussen nu en het invriezen zat, kon ze al die eeuwen haar niet herinneren. Het was alsof ze in slaap was gevallen en de volgende dag gewoon weer wakker was geworden. Ze had gehoopt dat er iets veranderd was, dat zij veranderd was, dat haar gevoelens veranderd waren.

    Eenzaam liep ze een klein huisje in. De gang was vervallen, gaten zaten in het plafond en een kastje lag aan scherven over de grond. Op de houten planken zaten verschillende maden en een aantal schimmels, maar Desirae negeerde de beesten. Ze liep de gammele trap op en bleef bovenaan de trap stilstaan. Ze keek vrijwel direct een slaapkamer in. Nou ja, wat er van over was. Ze hield zich vast aan de muur, terwijl ze een gat omzeilde in de grond van de hal. In de slaapkamer van het huis vond ze een deken met een aantal gaten, maar was jammer genoeg net zo'n vod als ze al had. Toch vouwde de deken op en hield ze het vast boven haar hoofd. Iets extra's was nooit weggelegd.Ze liep verder het huis in, op zoek naar iets te eten en wat ze nog meer kon gebruiken.

    [ bericht aangepast op 12 sep 2012 - 19:58 ]


    It's never gonna happen, Guys.

    [Hierbij de plattegrond van team A en verdere beschrijving, bekijk deze even voordat je overal en nergens heen gaat; De plattegrond en beschrijving]


    Aan niets denken is ook denken.

    [Zou ik ook even co-auteur mogen worden van de story?]


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Vragen etc. liever in het 'rollentopic' (wat geen rollentopic is..) & ja, ik zal het even regelen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.