Cassie
'Dank je,' zei Fayan plotseling, zo zacht dat we het bijna niet hoorden. Hij keek naar mij, met een lege blik in zijn ogen, en knuffelde me toen zwakjes. Ik kon het niet laten om even te glimlachen en knuffelde hem terug, maar hij liet me al snel los om zijn broertje kort te omhelzen. 'Je hoeft me niet te bedanken,' grinnikte ik. 'Niemand bedankt mij.' Dat hoorde gewoon zo. Ik deed een zwakke poging tot doktertje spelen, en als ze beter werden deden ze alsof er nooit iets was gebeurd. Altijd zo geweest.
Dario
'Toegegeven. Maar verder is iedereen hier grijs en saai. Niemand dóét iets,' klaagde ik. 'Verder is het hier trouwens prima, hoor. De verwarming doet het en er is genoeg te eten. Het is alleen dus jammer dat je altijd binnen zit, maar daar valt mee te leven.'
[Slechte posts, sorry, maar ik moet nu weg En ik ben er dan pas, uh, dinsdag weer, tenzij er wifi op die camping is.]
Our Father who art in Heaven. Our Father who art buried in the yard.