- Ferron
"Leuke naam," zei ik toen Cassie me voorstelde aan het arrogante grijze beest. Ik mocht hem wel. Maar ik vond katten altijd al leuk. Eigenlijk vond ik alle dieren leuk.
"Hé, Fay, wat denk je ervan? Zullen we je eens opknappen en wat eten in je gaan stoppen beneden? Je moet die kamer uit."
Ik zat half voor Fayan en hij keek me wel aan, maar reageerde niet echt. Of het kon hem niet schelen, of hij hoorde me niet. In ieder geval wilde ik hem uit de kamer hebben. We konden naar beneden gaan om wat te eten te halen; zijn lijkbleke huid en ingevallen wangen maakten me echt bang. Wie weet konden we hem daarna zelfs zover krijgen om even naar buiten te gaan, mits de strenge bewakers hier dat toelieten. Voor zijn gezondheid?
"Dank je." Even keek ik verbaasd naar de kat, maar daarna besefte ik dat Fayan dat had gezegd. Heel, héél erg zachtjes, maar hij had het écht gezegd. Zijn ogen stonden op Cassie gericht. Daarna strekte hij zijn magere armen, omhelsde haar kort en zwakjes en gaf vervolgens mij een korte knuffel.
Normaal is het gemiddelde van alle afwijkingen