• Een groep jongeren word uitgekozen voor een geheim project. Project Morbid. Ze zijn met niet veel maar ze zijn heel verschillend en afkomstig uit bijna alle werelddelen. Op het kleine eiland worden ze getraind en opgeleid zonder dat ze weten waarom, zonder te weten dat ze speciaal zijn, anders zijn. Want iedere mens heeft bepaalde Machten, ze moeten alleen maar tot uiting gebracht worden.




    Trainers
    - Carolina Maellis Sawyer (Hoofdtrainster|Oprichtster)
    - Rose Victoria Stann

    jongeren.

    - Joachim Nowak
    - Jess(ica) Alexis Lane
    - Jayden Micah Rhodes
    - Celeste Artemis Dubois
    - Val (Valentin) Gray
    - Elín Jónsdóttir
    - Liberty Roxanne Summers
    - Jace Dagget
    - Drake Lunix



    Rose Victoria Stann

    Joachim Nowak
    Jess(ica) Alexis Lane
    Celeste Artemis Dubois
    Jace Dagget



    Carolina Maellis Sawyer

    Val (Valentin) Gray
    Elín Jónsdóttir
    Liberty Roxanne Summers
    Drake Lunix



    Wat afspraken.


    # Ik wil vragen om toch iets meer dan 1 zinnetje te schrijven, het is heus niet zo moeilijk om een post te schrijven van een vijftal zinnen. Je hoeft ook geen posts van 800 woorden te gaan schrijven als de rest dat doet.
    # Maak geen ruzie, hou het leuk. Personages onderling mogen natuurlijk wel ruzie maken.
    # Houd je alsjeblieft aan de verhaallijn.
    # Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    # Verhaal kwijt? Stop dan niet zomaar zonder wat te melden, maar vraag waar de rest is of om een kleine samenvatting.
    # Je maakt geen grote beslissingen in je eentje en bestuurt de anderen hun personage niet!
    # Have fun

    Je kan nog steeds inspringen als jongere!


    [ bericht aangepast op 23 juni 2012 - 20:27 ]


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    De trainster had hier niet op geantwoord, en ik haalde mijn schouders op. Waarom is ze altijd zo stil en geheimzinnig bezig? Pfft, van dit soort mensen wordt ik zo moe en geïrriteerd van. Met gefronsde wenkbrauwen kijk ik Val aan, en kijk dan terug naar de trainster. “Ik ga de vijftig push-ups doen.” Nog steeds niets. Mij best, dan niet. “Dan ga ik maar mijn eigen training doen, als dit niet opschiet.” zei ik met ongeduldige toon, terwijl ik het zand opliep. Ik kon Valentin en de vrouw nog wel zien, en misschien was dit ook wel beter zo. Telkens als die vrouw tegenkom krijg ik een ongemakkelijk gevoel, en ben ik op mijn hoede bij haar. Ik kan haar dus in de gaten houden, dus heeft ze minder kans op om Val wat aan te doen.. als ze dat zou doen.
    Voordat ik aan mijn vijftig push-ups begin neem ik een grote slok van mijn fles water en vervolgens begin ik dan, omdat ik later met de training ben begonnen dan zou moeten. Dus eerst even de push-ups, en dan zie ik wel wat er volgt.
    Ik bukte, en begon eraan. Eerste push-up, tweede push-up. Later ging ik hardop tellen, en af en toe deed ik mijn ogen dicht – zodat ik niet misselijk of moe zou worden. Dit werkte soms, omdat ik dan in mijn eigen wereldje was. Ik was in een wereld waarin ik een goede jeugd had, waarin ik me veilig en fijn voelde. Maar als ik dan opslag mijn ogen opende.. was ik weer in de koude, kille wereld. De wereld waarin ik geen jeugd heb gehad, en dan sloot ik mijn gevoelens en emoties weer. Dan bouwde ik die hoge muur steeds verder op.
    Ik vind het verschrikkelijk als ik iemand leer kennen, en diegene wordt speciaal voor me. Die muur wordt dan afgebroken. De gevoelens komen tevoorschijn, en mijn emoties rollen mijn ogen uit. Ik haatte dit zo erg, en ik haat dit nog steeds. Hopelijk wordt er niemand speciaal voor me, en houdt ik die muur hoog.
    Goed, waar was ik ook al weer met tellen? Oh ja. “Eenentwintig, tweeëntwintig..” ging ik stug door. Ook al begon ik best moe te worden. Push-ups was ik nooit echt goed in geweest, en dat bewees het nu ook maar weer.

    Jace Dagget.
    Ik hoorde hoe er werd afgeteld in mijn hoofd, en vervolgens ging de startsein af. Meteen zet ik het op een rennen, en voelde hoe het zand weggleed. Maar hier gebruikte ik mijn voordeel uit. Ik zou hierdoor misschien dan wel sneller moe worden, maar ik zou ook sterker worden. Ik zou hierdoor meer uithoudingsvermogen krijgen, en een nog betere conditie. Toen voelde ik de vaste grond weer onder mijn voeten, en mijn eerste ronde was voorbij. Was dit nou echt de training? Rondjes rennen om het gebouw binnen een bepaalde tijd. Spannend zeg, dacht ik ironisch. Mijn gezicht straalde nog steeds geen emoties uit, en staarde recht voor zich uit.
    Ik heb zo'n enorme hekel aan rennen, maar het moest maar. Het was niet dat ik hier snel moe door wordt. Nee, ik heb zowat weg moeten rennen voor mijn hele verleden. Het is meer dat ik beter met mijn armspieren bezig ben dan met mijn beenspieren. Trouwens, rennen deed ik niet graag meer. Ik wilde het gewoon rustig aandoen.
    Ik zucht, terwijl ik aan mijn derde rondje bezig ben. Daar komt de zand weer aan, en vervolgens weer de harde grond. Het bedeltje dat aan mijn ketting vastzit, beweegt telkens heen en weer doordat ik ren. De herinneringen komen boven, en de haatgevoelens komen terug. Ik voel weer hoe mijn handen trillen van de woede, maar ook van de angst.
    Zonder dat ik het doorheb, begin ik steeds harder te rennen. Steeds harder tot ik niet meer ken, maar dat zou nog wel even duren.
    Uiteindelijk kom ik dan aan bij mijn vijfde rondje, en ik ben opgelucht dat ik nog maar drie rondjes te gaan heb.

    [ bericht aangepast op 22 maart 2012 - 23:02 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Liberty Roxanne Summers

    Ik zuchtte, misschien moet ik toch even gaan? Ik keek om me heen en liep naar één van de mensen. Ik zuchtte, mijn kleding had ik al aan, spullen had ik al alleen mijn tekenblok moest ik verstoppen onderweg had ik die al in een holle boom verstopt. Nu nog maar hopen dat er niks bij komt. Ik zucht en schrik op als ik denk dat ik iemand zie. De man die ik zo haat, die ik alleen nog ken van mijn herinneringen. Ik walg en ik krijg een waas voor mijn ogen. Ik probeer mezelf te kalmeren maar het lukt gewoon niet. Ik ren op de gene af maar als ik dichterbij kom stop ik. Het is Jace, de stille jongen die hier weinig zegt. Ik heb zijn gedachte wel eens gehoord. Hij is niet zo verlegen als dat hij lijkt. Ik schrik op van mijn eigen gedachte, heb ik nou serieus Jace gezien als hem. Ik draai me om en kijk hem aan. Hij is rondjes aan 't rennen en even sta ik verstijfd. Dan probeer ik me weer uit de greep te worstelen en loop dan naar één van de begeleiders toe. 'Wat moeten we allemaal doen?' vraag ik dan nog steeds in shock van wat er net is gebeurd. Ik bind mijn haar vast en kijk haar dan aan. In mijn ogen kan je zien dat ik er niet bij ben, laat ze me snel een opdracht geven en hopelijk kan ik me dan daarop focussen. Ik zucht en wacht af op haar antwoord..Vanuit mijn ooghoek zie ik Jace nog, hoe heb ik in godsnaam Jace met hem kunnen vergelijken. Ik ben de gene die de naam nooit uitspreek, ik walg ervan en zal het ook nooit doen. Of je zou het uit me moeten trekken natuurlijk maar dat gaat zelfs niet zo snel. Iemand die me zal begrijpen zal niet snel langskomen. Is er wel iemand ? Mijn gedachte dwalen af,

    'Dag lieverd,' hoor ik zijn stem nog heel goed. Het was laag, donker maar zo liefdevol. Hij geeft me een kus op mijn voorhoofd en neemt me in zijn armen, 'Beloof me dat je goed voor mama zult zorgen, en dat je later een succesvolle, mooie jonge dame wordt. Het voorbeeld dat ieder meisje wil zijn,' Dat waren zijn laatste woorden die hij tegen me zei. Hij gaf mijn moeder nog één waardevolle blik en keek me toen nog één keer aan. 'Wat ga je doen papa?' vraag ik dan. Als klein meisje van 4 weet je niet wat er gebeurd. 'Ik ga weg,' zegt zijn stem dan. Ik kijk hem vragend aan met mijn grote bruine puppy oogjes, 'Wanneer kom je weer terug,' vraag ik met mijn liefste glimlach. Zonder te antwoorden loopt hij weg, een traan die op het tapijt viel zag ik nog net uit zijn ooghoek komen.

    Sinds dien wist ik dat hij niet meer terug zou komen, als pienter meisje van 4, ik heb alles gedaan dat hij van me wou tot mijn veertiende. Ik had altijd in mijn achterhoofd, dit doe ik voor papa. Maar na mama sloegen mijn gedachte om. Hij had er voor ons moeten zijn. Ik heb ze nooit ruzie zien of horen maken. Het was allemaal erg verwarrend. Ik weet wel dat ik mijn gave van mijn moeder heb, ze kon het allemaal ook.
    Door mijn herinnering werd ik boos. Ik hoorde opeens alle gedachte van iedereen om me heen en werd een beetje gek. Mijn gave deed niets beters, mijn hand vloog omhoog en greep naar mijn hoofd. Een bal vloog ook maar toen ik het snel door had liet ik die weer in de mand zakken. Het is niet altijd makkelijk om zo'n gave te hebben, dat weet denk ik niet iedereen, de meeste weten er niets vanaf. Ik zucht en krijg de drang om iets te doen, mijn gedachte op iets anders te zetten. 'Aan welk onderdeel kan ik beginnen,' vraag ik nog net iets te ongeduldig.

    [ bericht aangepast op 23 maart 2012 - 8:49 ]


    The duty of youth, is to challenge corruption.

    Het spijt me dat ik zo lang afwezig ben geweest, nu ja een aantal dagen, maar ons internet lag eruit =.=
    Kan iemand me een beetje bijpraten?


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    [ Niks bijzonders denk ik... Van mijn personage die spijbelde eerst en is later toch naar de les gegaan..ze praat tegen een begeleider alleen ze weet neit wie het is xd ]


    The duty of youth, is to challenge corruption.

    [Oh, je praat tegen Carolina, is het goed als ik vanavond nog probeer te reageren? Ik ga eerst even verder leren voor mijn examens en dan naar de boekenbeurs, vandaar c: ]


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    [ Ja is goed, maakt niks uit xd ]


    The duty of youth, is to challenge corruption.

    [Ik ben enkele dagen niet online geweest, kan ik ergens inspringen?]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    [Je kan Jace wel storen. Hij is nog bezig met rennen, aan zijn zesde rondje. Als je wilt dan tenminste.]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Elín

    Wanneer ik klaar ben met mijn push-ups, ben ik compleet afgepeigerd en me totaal onbewust van alles wat er om me heen gebeurd is. Inwendig mopperend kom ik weer overeind en sla het vuil van mijn kleren. Om niet ter plekke in slaap te vallen besluit ik maar een kleine wandeling te maken tot iedereen aangekomen is. Ik trap tegen een keitje aan terwijl ik mezelf eraan herinner de ene voet steeds weer voor de andere te zetten. Mijn benen wegen als lood. Ik kan me haast niet voorstellen dat dit nog maar het begin van de training is. Of zouden ze gewoon willen zien uit welk hout we gesneden zijn? Ik haal onbewust mijn schouders op en steek mijn handen in mijn zakken, ik denk niet dat ik het snel te weten zal komen. Langs me zie ik enkele anderen voorbijlopen in de tegengestelde richting. Ik sla mijn ogen neer en concentreer me op mijn gedachten. Er verschijnt een kleine glimlach op mijn gezicht als ik er aan denk hoe Adam hier zeker weten een onderlinge wedstrijd had van gemaakt en hoe Björk alle -tevergeefse- moeite van de wereld zou doen om ons bij te houden. De stralen van de zon lijken iets harder op mijn bol te schijnen en om van de warmte te genieten til ik mijn hoofd op. Dat ik in de eerste plaats niet naar beneden had mogen kijken besef ik wanneer ik recht tegen iemand loop. Door de klap val ik achterover. Fronsend kijk ik omhoog en zie Griezel staan. Geweldig.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Dus ze is tegen Jace aangebotst, toch?


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    [Ja ^^]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    [Hij is niet zo goed hoor.]

    Jace Dagget, jongere.
    Als ik bijna klaar ben met mijn zesde ronde, en ik de hoek omga – val ik met een abrupt op de grond, doordat iemand tegen me aan is gebotst. “Wat moet dit? Kijk is uit-” Ik stop halverwege in mijn zin als ik zie wie er tegen mij aangebotst is.
    Ik sta op, en klop de zand van mijn kleding af. Hoe heet ze ook al weer? Ik heb haar eerder in de eetzaal gezien. Ik steek mijn hand naar haar op. “Te druk bezig met dromen?” Vroeg ik met een kleine glimlach.
    Als ik mezelf erop betrap dat er een kleine glimlach op mijn gezicht zit, veeg ik die snel van mijn gezicht af. Misschien dat de zon de glimlach op mijn gezicht heeft getoverd? Al vind ik warm weer echt lekker – ik moet wel er meer op gaan letten. Ik houdt er namelijk niet van als ik mijn emoties of gevoelens laat zien bij anderen in de buurt. Dus ik geef gewoon de schuld aan de zon. Rot zon.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Elín

    “Wat moet dit? Kijk eens uit-” Hij maakt zijn zit niet af wanneer hij naar me kijkt. Hij slaat het stof van zijn kleren af en steekt dan zijn hand naar me uit. Nogal cynisch kijk ik hem aan en krabbel zelf overeind. Ik begin ook het zand, voor de tweede keer, van mijn mijn kleren af te vegen.
    “Te druk bezig met dromen?”
    Wanneer ik naar hem opkijk, vang ik nog een glimp van een glimlach op. Al snel staat zijn gezicht weer strak. Ik hou mijn hoofd een beetje schuin en bekijk hem terwijl ik hoogte van hem probeer te krijgen. Waarom veranderde hij zijn toon plots toen hij wist dat ik tegen hem opgebotst was? Had hij dat bij Jess of Celeste ook gedaan? Waarschijnlijk is hij het type dat een grote bek opzet als er andere kerels in de buurt zijn, maar in werkelijkheid een zachtgekookt eitje is. Ik onderdruk een grijns en knik zachtjes als antwoord op zijn vraag.
    "Zoiets," mompel ik. Pas dan besef ik dat hij waarschijnlijk nog bezig was met het rennen van zijn rondjes. Ik doe een stap opzij terwijl ik een lok haar achter mijn oren steek. "Je mag niet stoppen," zeg ik stil.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Jace Dagget.
    Ik had mijn hand uitgestoken om haar overeind te helpen, maar ze nam 't niet aan en ging zichzelf helpen. Ah, koppig iemand dus.
    Dan grinnikt ze zachtjes, en antwoord. 'Zoiets.' Waar zou ze dan zo mee bezig zijn dat ze niet oplette wie of wat er aankwam? Ach, het zal wel. Dat waren dan haar problemen en niet de mijne. Ik heb er al genoeg, en daar was ik al niet blij mee.
    Dan zet ze opeens een stap opzij. 'Je mag niet stoppen,' zegt ze stilletjes. Ik frons mijn wenkbrauwen. Hoezo zou ik niet mogen stoppen? Wat zou dat haar nou weer boeien? Of ze wilt me gewoon zo snel mogelijk weg hebben.. dat kan ook. Ik grinnik. Waarschijnlijk was het gewoon de laatste optie.
    “En waarom dan niet? Ik ben bijna klaar, dus het boeit niet.”


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Elín

    Hij front en grinnikt even.
    “En waarom dan niet? Ik ben bijna klaar, dus het boeit niet.”
    Ik kijk hem ongelovig aan en zucht dan diep. Ik wuif het onderwerp weg met mijn hand. Plots besef ik weer waarom ik besloten had niks meer te zeggen; uit alles wat ik wél zeg maken ze op dat ik een kreng of een onnozel wicht ben. Ik probeer Griezel alleen maar te helpen door hem eraan te herinneren wat mij opgedragen is, als hij die raad niet wil opvolgen dan zijn de gevolgen voor hem en niet voor mij. Doodvermoeid probeer ik zijn emoties te lezen, maar er gaat op dit ogenblik zoveel door mijn eigen lijf dat ik niks doorkrijg. Alsof de zon met me meevoelt, dimt ze het felle licht van haar stralen. Ik ril even kijk omhoog. Ze is er nog steeds, maar geeft minder warmte en licht af. Wat een vreemde plek is dit toch. Zuchtend ga ik zitten en kijk nog even naar Griezel. Toen hij net zijn haantjesgedrag even liet varen zag ik iemand die ik wel kon waarderen, ondertussen blijft daar weer niet veel meer van over.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.