• Het is het jaar 2063 en de opwarming van de aarde eist zijn tol. In de vorm van allesverzengende droogseizoenen en extreme monsoenmaanden, neemt moeder Aarde wraak op degenen die haar zo hebben aangetast. Bovendien blijft de wereldbevolking door gaan met pieken, maar het voedsel en water raakt op. Te midden van deze chaos, ziet de regering geen andere uitweg dan de bevolkingsgroei af te kappen door enkele metropolissen te bombarderen.

    Waar er eigenlijk niets dan puin over hoorde te blijven, lijken enkele mensen de ramp te hebben overleefd. Afgesloten van de rest van de wereld, zonder bereik en zonder benzine, raken deze overlevenden onder de impressie dat zij de laatste overblijvende mensen op aarde zijn. Gefrustreerd en wanhopig raken ze vast in een cirkel van chaos en plunderingen, die misschien nog meer levens eisen. Wanneer ook enkele gestrande vakantiegangers in de ruines van de stad belanden, staat de boel helemaal op stelten.

    Written by Cumberbatch



    Meedoen?
    Invullijstje voor Rol:
    Soort Rol: (Overlever uit Redmon, of persoon die er strandt.)
    Volledige Naam:
    Geslacht:
    Leeftijd: (Liefst geen kinderen van 7, tenzij er om gevraagd wordt, dat het bijvoorbeeld iemands zusje is.)
    Uiterlijk: (Foto is leuk, niet verplicht)
    Karakter:
    Extra:

    Personages (kort):
    Overlever uit Redmond.
    Eli Honeychurch - 21 - Vluuv
    Katherine (Kat/Kath/Katy) Misha Carter - 22 -Progeny
    Ayame Natsumi Kaede - 17 - Randomness
    Deanna June Goodheart - 20 -RainBowDay

    Cole halliwel - 20 - kiara2
    Laurence Suffolk - 25 - Sid
    Aiden Sicks - 24 - Inkheart
    Jim Fisher - 19 - Bear
    Ethan Joseph Sicks - Progeny
    Joel ‘Joe’ Marcus Hayes - 22 - Cumberbatch
    Jack Alexander Hayes - 26 - Cumberbatch


    Gestrand persoon.
    Anna-May Parker - 17 - Maitresse
    Janine 'Jainy' Amély Fride - 17 - Pariah

    Naam - Leeftijd - Speler


    Gestorven Personages
    Janice Esther Parsen - 18 - xJennii
    Emily June Cruz - 21 - Endure


    De story!


    Archief

    Part 1

    [ bericht aangepast op 4 maart 2012 - 14:23 ]

    Aiden
    Eli zet wat vlees voor ons neer en geeft Janine en mij allebei een stuk brood. Zelf gaat ze dan tegenover ons zitten. Afwezig pluk ik een klein stukje van het brood af en eet het langzaam op. In eerste instantie heb ik geen honger, wat mijn lichaam ook laat merken. Vrijwel direct krijg ik de nijging om het al zo kleine stukje weer uit te braken, maar gelukkig weet ik het nog binnen te houden.
    'Hoe lang denk je dat hij nog heeft?' vraagt Eli. Haar stem klinkt simpel en haar gezicht is uitdrukkingsloos. Begrijpt ze dan totaal niet wat er in me om gaat?! Ze heeft toch wel meer hersens om te bedenken dat ik daar op dit moment geen antwoord op heb en niet eens op zou willen antwoorden! En dan zeker niet als ze het zo emotieloos, in mijn ogen eerder respectloos, vraagt. Net voordat ik de moet bijeen hem geraapt om antwoord teven verteld Janine haar mening. Hoe kon ze zo rustig blijven, terwijl ik hier moeite doe om me in te houden en niet uit te flippen. Snel werp ik een blik naar Ethan. Ik kan het gewoon niet meer. Na mijn beetje kracht verzamelt te hebben, kijk ik Eli recht in haar ogen aan. Ze mag best weten wat ik er van vindt. Zeker nu, misschien kan ze er dan nog een heel klein beetje rekening mee houden. Het is niet voor niks dat ik net zelfs weg ging om te voorkomen dat het mis zou gaan.
    'Volgens mij bedoel je eerder: hoelang het nog duurt voordat je hem kunt opruimen, of nog beter: hoe kan dat nu zo snel mogelijk!' val ik tegen haar uit. Mijn keel doet pijn van het gehoest. 'Het zou fijn zijn om nog een laatste beetje respect voor mijn broer op te brengen, maar nee niemand lijkt überhaupt te begrijpen waarom ik zoveel geef om hem, of waarom ik zelfs nu nog mijn eigen leven voor hem zou offeren als hij daar beter door zou worden of het zelf zou willen!' Tegen het eind begint mijn stem wat schor te klinken. Verwoed sta ik op en loop naar Ethan. Snel trek ik mijn vest uit om het over zijn lichaam te leggen in de hoop dat hij het een beetje warm zou hebben. Een paar eenzame tranen vallen op zijn doffe huid, die ik daarna nog wat beter bedek. Het stuk brood leg ik bij hem neer. Bibberend neem ik zijn futloze lichaam in de kleren in mijn armen om snikkend over zijn wang te strijken.
    'Het is goed. Ik heb wat brood als je honger hebt,' fluister ik schor. 'Let maar niet op wat de rest zegt, ik zal altijd bij je blijven, wat er ook gebeurt.' Alles komt er maar moeizaam uit. Hopelijk zou het nog meekrijgen, maar veel teken van leven heeft hij niet meer. Snikkend van verdriet, bibberend van de koorts, woedend van de situatie, toch probeer ik Ethan boven mezelf te stellen en sta ik mijn eigen dingen af. Een laatste blik werp ik op Eli en Janine om me vervolgens beter over Ethan te buigen. Waarom?!

    Trouwens, over wat er met Ethan moet gebeuren.. Als Humble niet reageert moeten we hem op een gegeven moment maar gewoon laten sterven. Dat was toch sowieso al het idee vanaf het begin, dat hij vroeg of laat dood zou gaan?

    Eli Honeychurch - Survivor
    Ik kijk Janine aan, die zachtjes zegt dat Ethan waarschijnlijk minder dan een week te leven heeft. Zwijgend kijk ik naar het deel van zijn gezicht dat ik vanonder de deken uit kan zien komen. Uitgeput, uitgemergeld. Het lijkt alsof zijn lichaam al gestorven is, maar zijn geest zich nog vastklampt aan het leven. Ik kijk vanuit mijn ooghoeken naar Janine die hongerig stukjes brood afscheurt en opeet, en merk dan op dat Aiden naar me kijkt. Zonder mijn hoofd af te wenden laat ik mijn ogen naar hem afdwalen en kijk hem aan. Misschien was mijn eerdere opmerking toch inderdaad wat tactloos, want hij lijkt nogal van streek. Stilletjes laat ik hem uitpraten. Ik hoor hem tegen Ethan mompelen en zie zonder wat te zeggen toe hoe hij Ethans slappe lichaam in zijn armen neemt en huilt. 'Natuurlijk begrijp ik wel dat je om hem geeft, en je voor hem wilt opofferen,' zeg ik, iets zachter, maar nog steeds kalm. 'Hij is je broer, het zou vreemd zijn als je die gevoelens niet had. Mijn vraag was niet gemeen of respectloos bedoeld, mijn excuses als hij zo op je over kwam. Je moet alleen wel realistisch blijven, Aiden.' Ik zwijg even en probeer een manier te bedenken om mijn volgende zin zo vriendelijk mogelijk te laten klinken. 'Er komt een moment dat Ethan je zal verlaten, en dan moet je voorbereid zijn. We moeten een plek vinden om hem te begraven, zodat je hem een laatste eer kunt bewijzen.' Ik wil nog een bemoedigend gebaar aan mijn woorden toevoegen, maar glimlachen lijkt me ongepast en lichamelijk contact, zelfs al is het maar een schouderklopje, maak ik liever niet. Daarom kijk ik Aiden nog een tel roerloos aan en sla dan mijn ogen neer. Ik bedoel het heus niet verkeerd, maar het heeft gewoon geen zin er nu om heen te draaien. We weten allemaal dat Ethan zal sterven, en snel ook, dus kunnen we ons maar beter voorbereiden.

    Als jullie het goed vinden laat ik hem nu sterven, ik heb een leuk ideetje verzonnen. Als jullie het te vroeg vinden pas ik het wel wee aan :)

    -Aiden-
    Achter me hoor ik Eli wat zeggen over dat ik realistisch moet blijven en we ons moeten voorbereiden. Wat nou realistisch! Zij zou het zelfde reageren als dit haar situatie was. Hoe kun je nu nog realistisch zijn?! Ze snapt het niet! Niemand snapt het! Het is niet normaal dat we zoveel om elkaar geven, nee normaal zou iedereen blij zijn als hij broer of zus dood zou gaan. Ze wensen het zelfs om enigs kind te zijn. Iedereen die ons kent zegt dat dat ons speciaal maakt. Ons origineel en uniek maakt. We waren altijd samen hoe erg het ook was. We zeurden nooit over elkaar en vonden het alleen maar erg als we niet samen waren. Iedereen vond dat speciaal, maar begreep niet hoe het mogelijk was. Tegen Eli zeg ik er niks meer over en snik zacht verder. 
    'rustig maar Ethan, alles komt goed,' snik ik zacht. Eigenlijk zeg ik het meer om het mezelf te laten geloven. Toch weet ik dat het niet waar is. Mijn vingers strelen zacht over zijn wang. Voorzichtig controleer ik of hij er nog is. Mijn hand ligt in zijn nek. Tevergeefs probeer ik een hartslag te vinden. Het duurt een voordat ik doorheb wat dat betekend. Ethan heeft me zonet verlaten! Ik bijt op mijn onderlip. Voorzichtig laat ik hem los en leg hem in de kleren. Het vest dat ik net over hem gelegd heb, trek ik omhoog tot over zijn hoofd. 
    'Het is beter zo,' fluister ik tegen Ethan en strijk nog een keer langs zijn wang. 'ik zal je missen broertje.' het vest leg ik neer en sta op. Met de rug van mijn hand veeg ik de tranen weg en kijk nog een keer naar het hoopje kleren. Tegen mezelf blijf ik zeggen dat het beter zo is. Een lichte bloed smaak proef ik op mijn lip. Ik kan het niet meer! Abrupt draai ik me om en stap recht op de deur af. Net voor ik naar buiten loop werp ik een laatste blik op Eli.
    'wat nou voorbereiden!' schreeuw ik schor tegen haar. 'er valt niks meer voor te bereiden! Het is te laat en je kan er niks meer aan veranderen!' ik draai weer naar de deur en wil naar buiten stappen als ik me bedenk.
    'Sorry dat wij jullie tijd hebben verdaan, jullie kunnen nu proberen te overleven zonder dat jullie op ons hoeven te letten,' snik ik. Met alleen een trainingsbroek en een T-shirt stap ik het gebouw uit. Voor dat ik er over na heb gedacht, ren ik in de richting van de klif. De tranen rollen over mijn wangen en vallen zonder wat te zeggen op de grond. Wat maakt het ook uit! Uitgeput kom ik bij de klif aan. Een ijskoude rilling loopt over mijn rug en ik merk dat ik niet meer kan. Voorzichtig ga ik zitten. Het is zo verleidelijk om te springen. Dan zou ik bij Ethan komen. Ik ga iets beter zitten zodat ik makkelijker zou kunnen springen. Het zou toch geen verschil maken. Eli en Janine zouden zo veel beter verder kunnen. Ik ben toch te moe om iets te doen. Zwaar ademend ga ik op de koude grond liggen. Aan mij hebben ze toch niks meer. De nachtmerries hebben me nachten lang wakker gehouden waardoor ik dood moe ben. Verder ben ik te ziek om nog veel te doen. Het remt hun alleen maar af. Ik kan het gewoon niet meer!

    [ bericht aangepast op 22 april 2012 - 13:43 ]

    Eli Honeychurch - Survivor
    Het irriteert me dat Aiden mijn goedbedoelde opmerkingen negeert en stil staar ik in het vuur, terwijl hij tegen zijn broer murmelt. Een tijdje is iedereen stil. Buiten begint het al te schemeren en het miezert lichtjes. Door het gebroken raam druppelen wat spetjes naar binnen en ze maken het raam kozijn nat. Ik zucht en sla mijn armen rond mijn knieën. Straks, als iedereen gaat slapen, zal ik vast op wacht moeten staan. Geen probleem op zich, maar ik voel me gesloopt. Emily's dood spookt nog altijd in mijn achterhoofd rond en ik voel me schuldig dat ik niets voor haar heb kunnen doen. Dat Aiden zo moeilijk doet maakt het er niet veel beter op. Ik kan er toch zeker niets aan doen dat zijn broer kanker heeft en dood gaat? Dat is nu eenmaal zo, hij moet er maar mee leren leven.
    Plots staat hij op en loom til ik mijn hoofd op. Ik kijk toe hoe hij naar de deur loopt en zich dan omdraait en me in de ogen kijkt. 'Wat nou voorbereiden! Er valt niks meer voor te bereiden! Het is te laat en je kan er niks meer aan veranderen!' Met grote ogen kijk ik hem aan. Wat? Excuse me, wat heb ik nu weer fout gedaan? Ik haal geïrriteerd mijn neus op als hij door raast en sta op om Ethans hartslag te controleren. Wie weet heeft Aiden het niet goed gecontroleerd en leeft hij nog. Ik kniel naast hem neer, pak zijn pols vast en leg mijn oor tegen zijn borst. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Aiden het gebouw uit rennen en knarsetandend probeer ik me te concentreren. Ik heb die oen nog zo gewaarschuwd voor de wolven. Als hij straks wordt gegrepen en opgepeuzeld is dat mooi zijn eigen schuld.
    Een tijdje blijf ik stil luisteren of ik enig teken van leven hoor bij Ethan, maar na een minuut of wat kom ik weer overeind en bijt op mijn lip. Hij is dood. Terwijl ik hem niet echt ken treft het me toch. Hij is de tweede persoon die ik vandaag zie sterven. En ik weet dat Aiden het alleen maar moeilijker zal krijgen nu. Maar waarom probeert hij niet eens om zich in te houden? 'Hij is..' begin ik tegen Janine, maar dan breek ik mijn zin af als ik weer aan Aiden denk. 'Ik ga die idioot naar buiten volgen, voordat hij wordt verslonden door een wild beest. Blijf hier bij Ethan, zorg dat het vuur aanblijft, dat zal de wolven afschrikken.' Ik werp een blik op het lijk en kijk Janine kort aan. 'Ik regel dit wel, het komt goed.' Dan pak ik mijn rugzak en shotgun en ren op een drafje naar buiten. Aiden is nergens te zien, maar ik vind hem wel. Ik begin in een spiraalvorm de omgeving uit te kammen en zorg ervoor dat ik geen enkele plek over sla. Na een kwartiertje zie ik op de kliffen aan de rand van de stad een figuurtje zitten. Ik rol geërgerd met mijn ogen omdat hij net deze plek heeft uitgekozen, hoe dramatisch wil hij het maken? Nadat ik diep adem heb gehaald loop ik op hem af.
    Ik ga naast hem staan en hurk bij hem neer. Hij blijft in de verte kijken, maar ik probeer oogcontact te maken en doe mijn best niet al te hard te klinken. 'Kom Aiden, het is hier niet veilig. Ik weet dat je het moeilijk hebt, maar je gedraagt je als een klein verwend kind nu. Denk je niet dat je broer liever had gewild dat je je sterk zou houden? We moeten een plek zoeken om hem te begraven voordat hij begint te ontbinden.'


    Oooh, de subtiliteit van Eli. Precies wat je nodig hebt nadat een van je naasten is overleden.

    Janine 'Jainy' Amély Fride

    Zwijgend kijk ik toe hoe Ethan sterft, en pas als Eli en Aiden beide weg zijn gelopen sta ik mezelf toe naar Ethan toe te gaan.
    Om zeker te weten dat hij er echt niet meer is, check ik zijn pols telkens opnieuw en opnieuw. Een enkele traan trekt een spoor over mijn wang naar beneden. Verwoed veeg ik hem weg.
    Hij mocht niet gaan, vanwege Aiden, vanwege mij. Ik pakte zijn hand vast en zei helemaal niets terwijl de tranen steeds sneller en met veel meer kwamen. Met mijn vrije hand streek ik over zijn wang, alsof ik hem zo terug kon halen. Dat bleef ik doen, alsof mijn leven ervan afhing.
    Terwijl ik een zacht slaapliedje voor Ethan zong, voelde ik de warmte van zijn hand steeds verder wegtrekken.


    It is better to reign in hell than to serve in heaven.

    Aiden
    Langzaam gaat het van miezer naar hardere druppels. Het weer lijkt zich goed in te leven. Hoe langer ik hier ben, hoe ellendiger ik me voel. Ethan was de laatste persoon die ik had. Het duurt echter een tijdje voordat ik enig ander teken van leven opmerk. Stiekem hoop ik toch dat het een wolf is, dan heeft mijn einde nog voor iemand iets gunstigs. Maar helaas.
    'Kom Aiden, het is hier niet veilig,’ hoor ik de stem van Eli zeggen. Mijn ogen staren nog steeds naar een of ander punt in de verte.
    ‘Ik weet dat je het moeilijk hebt, maar je gedraagt je als een klein verwend kind nu. Denk je niet dat je broer liever had gewild dat je je sterk zou houden? We moeten een plek zoeken om hem te begraven voordat hij begint te ontbinden.' Ik heb zelfs geen kracht meer om tegen haar in te gaan. Normaal had ik met plezier een even groot weer woord gehad, maar nu? Nee, nu kan ik er niks tegen in brengen. Ze kan er niks aan doen dat ze denkt dat ik daarom zo reageer. Ze kent mijn verhaal niet. Het verhaal dat Ethan alleen kon. Langzaam draai ik me naar haar toe en sla mijn ogen neer. Het verbaast me dat ze toch zo dichtbij zit.
    ‘Ken je het gezegde “Crying doesn't mean you're weak. It means you have been strong for too long”?’ zeg ik zacht.
    ‘Nou, zo moet je het bij mij ook eens zien. Het is niet dat ik nu iets niet wil, nee ik kan het gewoon niet meer. Ethan was het enige dat ik nog had, onze ouders zijn er een tijd geleden vandoor gegaan en we zijn samen hier gebleven. Het was een geweldige tijd samen, net zoals de rest van ons leven dat we samen gedeeld hebben. Nu hij ook dood is-‘ Zacht snik ik even. Het is moeilijk om ineens zoiets te vertellen, vooral tegen iemand die je niet eens moet.
    ‘Is alles voor mij weg. Ik kan op niemand meer terug vallen. Het is sinds dat we het van hem weten dat het moeilijk is. Voor mij was de klap net zo groot als voor hem. Het was een nette manier om te zeggen dat je broer dood ging en snel ook. In het begin ging het nog wel. Ethan sliep gewoon dus ik ook, maar hoe verder het ging hoe erger het werd. Ethan kreeg er meer last van. Zelf had ik me voor genomen om het voor hem zo makkelijk en fijn mogelijk te maken als maar kon, dat betekende dat ik wakker zou zijn als hij dat was, of dat nu om drie uur ’s nachts was of om drie uur ’s middags voor mij maakte het geen verschil. Alleen wat hij niet wist was dat ik zelf net zo goed ’s nachts wakker werd. Zelf ben ik nachten lang geteisterd door alle vormen die nachtmerries konden aannemen, steeds opnieuw. Tot op een gegeven moment dat ik zo bang was om te gaan slapen dat ik wakker bleef, zolang tot ik van vermoeidheid in slaap viel en met een nachtmerrie weer wakker werd. Verder kwamen er dingen zoals eten bij kijken. Daar moest ook voor gezorgd worden en Ethan probeerde gelukkig nog zelf zoveel mogelijk te doen om niet afhankelijk te worden. Daarbij kwam deze bominslag nog. Net in de tijd dat het steeds slechter met Ethan ging moesten we weg. Het is mede daarom dat ik nu ziek ben. Een dag of twee voordat Janine kwam, het regende best hard en we liepen, op zoek naar een schuilplaats. Midden op straat kreeg Ethan een van de dingen die bij zijn vorm kwamen kijken. Hij kon niet veel meer en het enige dat we konden doen was wachten. Natuurlijk probeerde ik hem te helpen en heb mijn T-shirt voor hem als kussen gebruikt en mijn eigen lichaam als half regenscherm. De regen kletterde ijskoud tegen mijn rug. Toch kon dat me niets schelen, zolang het maar goed was voor Ethan zou ik het doen. Toen heeft hij me iets beloofd, als ik dat ook deed: Hij zou altijd aan me en aan de leuke tijden blijven denken, áls ik hem beloofde dat ik mezelf niet meer zo voor andere op zou offeren als hij er niet meer was en ik me zou laten nakijken in hoeverre dat kon-‘ Hoe meer ik aan die middag denk, hoe erger ik het krijg. Een schor gehoest is het enige dat ik tussen het gesnik nog kan uitbrengen. Het maakt me niet meer uit wat Eli zou vinden, nu wist ze waarom ik ziek ben, waarom ik moe ben en waarom ik het gewoon niet kan uitstaan dat iemand zo simpel kan doen over de situatie.
    ‘Helaas heb je ons nooit in goede staat mee gemaakt, we waren altijd optimistisch,’ zeg ik nog schor voordat ik mijn blik weer afwend. Nu kan ze kiezen wat ze met me doet. Ze kan het proberen te begrijpen of ze kan net zo emotieloos blijven en het alleen maar oppervlakkig zien, haar keuze.

    He Sioux, vette nieuwe username c: Waar komt hij vandaan?

    Eli Honeychurch - Survivor
    Wijselijk houd ik mijn mond en luister naar Aidens verhaal. Zijn openhartigheid verbaast me oprecht, aangezien hij me nog niet lang kent en niet erg aardig lijkt te vinden. Niet dat hij overkwam als een erg gesloten type, maar toch. Dit is zijn levensverhaal, of in ieder geval een belangrijk gedeelte eruit. Ik leg mijn hoofd op mijn knieën en hoor zijn verslag aan. Als hij klaar is met vertellen klinkt zijn stem schor en staan zijn ogen nog vermoeider dan eerder. Hij kijkt weer van me weg en ik blijf stilletjes zitten. Een minuut of wat gaat voorbij terwijl ik probeer te bedenken wat nu te doen. Dan kom ik overeind, loop de laatste meter die me nog van Aiden scheidde, hurk bij hem neer en sla houterig mijn armen om hem heen. Het voelt vreemd en onnatuurlijk, maar ik weet niet wat ik anders moet doen. 'Je bent altijd sterk geweest, Aiden.' zeg ik na een paar seconden, en laat hem weer los. Ik geef hem een klopje op zijn rug en probeer te glimlachen, maar dit intieme gedoe doet me zo ongemakkelijk voelen dat ik slechts een soort scheve grimas tevoorschijn weet te toveren. 'Maar nu is het meer dan ooit de tijd om sterk te zijn. Ik en Janine zijn hier om je te helpen, en dat zullen we doen voor zover we kunnen.' Ik haal diep adem en sta op. 'Ik weet dat je je verschrikkelijk moet voelen, Aiden, maar weet in ieder geval dat je niet alleen bent. Nu, kom, voordat het helemaal donker is.'

    Het betekend Nieuw Zeeland, en komt uit het Maori (oorspronkelijke bewoners van Nieuw Zeeland). En omdat ik daarheen ga, en de meeste plaatsnamen al bezet waren en ik dit leuker vond, werd het Aotearoa!

    Aiden
    Eli zegt geen woord, ook niet als ik eenmaal klaar ben. Uiteindelijk slaat ze even haar arm om me heen, maar die laat ze snel weer los. Het maak me niet uit wat ze doet, mijn aandacht ik toch weg. Ze probeert me nieuwe moed in te spreken. Even knik ik dat ik het verstaan en begrepen heb. Ik moet weer sterk zijn. Is er dan geen mogelijkheid dat ik uit kan zieken? De hoofdpijn begint weer op te spelen. Langzaam kom ik overeind en zie het beeld een seconde of drie draaien. Voorzichtig leg ik mijn hand even op mijn voorhoofd. Maar laat die al snel afglijden naar mijn slaap. Ook mijn andere hand zet ik tegen mijn slaap in een poging om de hoofdpijn te bedwingen. Net voelt mijn voorhoofd nog steeds koortsachtig heet aan. Toch moet ik verder. Ik hoest een paar keer flink en ga naast Eli staan.
    'Het laatste dat Ethan echt gedaan heeft, was ervoor proberen te zorgen dat ik mijn rust kreeg en beter zou worden,' mompel ik schor en loop lusteloos verder. Mijn hoofd heb ik naar de grond gericht in een poging om alles wat je van mijn gezicht af kunt lezen te verbergen. Ieder normaal mens kan zien dat ik me niet heel geweldig voel. Als ik mijn voet over de drempel wil zetten, blijf ik staan. In de zakken van mijn trainingsbroek bal ik mijn handen en ik slik even. Na nog één laatste zucht zet ik toch de stap over de drempel. Zonder een blik op Ethan te vestigen, zoek ik een stapel kleren en leg ze in de hoek. Ik was moe, maar ik kon toch niet slapen. Te lang had ik 's avonds wakker moeten blijven dat mijn ritme totaal verstoort was. Mijn lichaam leek deels gewend aan de paar uur slaap per nacht. Toch was ik moe, doodmoe. Ethan zou willen dat ik rust zou nemen voor mezelf en beter zou worden. Dat moet ik dan maar waarmaken.

    Gaaf ;o
    Sorry dat mijn stukjes steeds korter worden, trouwens.. Ik denk dat ze wel weer langer zullen worden als de volgende dag is aangebroken, want nu werkt het allemaal toch maar naar het punt toe dat ze gaan slapen ;x

    Eli Honeychurch - Survivor
    Tevreden kijk ik toe hoe Aiden opstaat. Hij is sterker dan ik hem had ingeschat. En dat stelt me ergens wel gerust. Het is volstrekt normaal dat hij na de dood van zijn broer van streek is, maar het is goed dat hij zichzelf weer bij elkaar heeft geraapt, want in dit soort tijden hebben we niets aan jankebalken. 'Het laatste dat Ethan echt gedaan heeft, was ervoor proberen te zorgen dat ik mijn rust kreeg en beter zou worden.' Ik knik maar, niet wetend hoe ik anders zou moeten reageren. Ethan was een goed mens, dat is wel duidelijk. Op mijn hoede loop ik met Aiden mee naar onze schuilplaats. Nu het begint te schemeren kunnen de wolven elk moment komen, en ik wil geen munitie meer hoeven te verspillen aan nog meer van die mormels.
    Zodra we weer bij de supermarkt zijn zondert Aiden zich af. Ik voeg me bij Janine en probeer naar haar te glimlachen. 'Je kunt zo meteen maar beter gaan slapen. Ik houd de wacht wel. Morgen moeten we een plek zoeken om Ethan te begraven en naar meer eten op zoek gaan.' Ik trek mijn knieën op en gooi wat houtjes in het vuur.

    Aiden
    Eli komt niet veel later ook binnen. Ze gaat bij het vuur zitten en gooit er af en toe wat hout op.
    Je kunt zo meteen maar beter gaan slapen. Ik houd de wacht wel. Morgen moeten we een plek zoeken om Ethan te begraven en naar meer eten op zoek gaan,’ hoorde ik haar tegen Janine zeggen. Ik werd dus alleen gelaten en er werd waarschijnlijk ook nog verwacht dat ik rustig zou gaan slapen. Aan de ene kant wilde ik niets liever, maar toch was ik bang dat de nachtmerries door zouden gaan. Voor mezelf knikte ik, ik had een besluit genomen en dat was als teken van bevestiging. Niet dat andere het gezien zouden hebben, maar voor mij voelde het goed. Hoestend stond ik op en liep naar het vuur. Even staarde ik erna, maar niet veel later keek ik naar Eli.
    ‘Zou je, als je iets van geneeskunde of EHBO afweet natuurlijk, uhh eens willen kijken wat ik heb?’ mompelde ik moeizaam. ‘Daarna houd ik wel de wacht, ik kan toch niet slapen en blijf de aankomende uren standaard wakker. Dan kun jij ook gaan slapen.’ Of het echt een ruil of een aanbod was wist ik niet. Maar ik kon het beter wel vragen, ik leek me met de minuut slechter te voelen. Dat laatste was deels waar, ik kon inderdaad ook niet slapen, maar ik wilde het ook niet. Grote kans dat ik ergens midden n de nacht schreeuwend wakker wordt en dan ook nog moet uitleggen wat er aan de hand is. Nee dan blijf ik liever wakker

    Eli Honeychurch - Survivor
    Zwijgend staar ik naar de vlammen. Langzaam veranderen de houten stokjes en plankjes in zwarte as. Net zoals deze stad langzaam van een bruisende samenleving in een donkere ruïne vervalt. Loom knipper ik met mijn ogen. Mijn maag voelt hol, maar het vervelende, knagende gevoel van honger kan ik nu juist in mijn voordeel gebruiken. Als ik namelijk niet zou worden afgeleid door mijn lege maag zou ik binnen een halve minuut diep in slaap verzonken zijn. Met een zucht leg ik nog wat houtjes op het vuur. Ik wou dat Emily nog leefde en hier bij ons was. Zelfs met haar had ik meer een klik dan met Aiden en Janine. Vooral Aiden werkt op mijn zenuwen, met zijn overgevoeligheid en zijn tranen. Janines stille karakter kan ik wel waarderen. Met haar verwacht ik niet veel onenigheid te hebben. Ik merk dat Aiden opstaat en op ons af komt gelopen, maar ik blijf in het vuur staren. Als hij echter tegen me begint te spreken draai ik langzaam mijn ogen zijn kant op. 'Zou je, als je iets van geneeskunde of EHBO af weet natuurlijk, uhh eens willen kijken wat ik heb?' zegt hij zachtjes. Het voorstel dat hij daarna doet, om zelf de wacht te houden, spreekt me wel aan. Ik wil het niet toegeven, maar dit alles is een stuk vermoeiender dan verwacht. 'Veel weet ik niet van geneeskunde,' zeg ik zacht. Het is waar, ik weet meer manieren om een mens om te brengen dan om er een te genezen. 'Maar mijn moeder was arts, en van haar heb ik wel eens wat meegekregen. Wat voor klachten heb je?' Ik probeer vriendelijk te klinken, maar het lukt me niet mijn toon minder zakelijk te krijgen dan normaal gesproken. Daarom trek ik een mondhoek op, wat resulteert in een soort grimas die bedoeld is als glimlach, om te laten zien dat ik heus de kwaadste niet ben.

    Aiden
    Eli keek me gelukkig aan als ik tegen haar praat. Ze zei dat ze niet veel van geneeskunde weet, maar vroeg toch wat er is. Hopelijk kon ze me helpen, ik voelde me belabberd en zou toch wel weer eens iets willen doen, zonder steeds te stoppen om te hoesten of iets dergelijks. Ze leek een soort van te glimlachen, ach het was vast goed bedoeld. Ik was in ieder geval te vermoeid om me er druk om te maken. Ze vroeg naar klachten. Even dacht ik na, klachten…
    ‘Ik moet vaak hoesten, dat doet ook pijn. Nog steeds heb ik hoge koorts en zelfs bij het vuur voelt het alsof ik het ijskoud heb. Niezen gelukkig iets minder. En met tijden hoofdpijn. Verder voel ik me zwak en kan ik gewoon niks.’ Ja dat was waarschijnlijk de beste beschrijving. Hopelijk kon ze er wat mee. ‘Ow en slapen gaat zeer slecht,’ mompelde ik er nog snel achteraan. Voorzichtig ging ik op de grond liggen. Er moest toch een manier zijn om beter te worden. Slapen kon ik niet, honger had ik niet (ook had ik veel te weinig gegeten) en medicijnen waren er niet. In de hoop het weer wat warmer te krijgen, trok ik het vest weer wat dichter tegen me aan. Zoals alle keren dat ik dat geprobeerd had, hielp het niet. Mijn gezicht draaide ik aar Eli. Hoopvol keek ik haar aan. Ze was mijn laatste hoop. Als zij niks wist zou dit zo blijven. Het was van mezelf ook niet slim dat ik steeds naar buiten ging, maarja de hele tijd binnen zitten kon ik niet. Zeker niet zolang ik steeds aan Ethan werd herinnerd. Snel kwam ik overeind, een nieuwe hoestbui was komen opzetten. Met de ene hand voor mijn mond en de andere tegen mijn borst gedrukt bleef ik even zitten. Gelukkig was het deze keer snel voorbij. Met een hand bleef ik tegen mijn borst drukken, terwijl ik weer ging liggen. Even sloot ik mijn ogen om bij te komen. Ik had er echt genoeg van om ziek te zijn!

    Eli Honeychurch – Survivor
    Stilletjes luister ik naar de lijst klachten die Aiden opsomt. Hij voelt zich knap beroerd, dat is wel te merken. Dat weet hij nog goed te verbergen. Ik wend mijn gezicht af naar het vuur en denk zwijgend na. Veel ziektes die er bij passen kan ik niet bedenken, maar ik ken sowieso niet veel ziektes. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Aiden op staan en een hevige hoestbui krijgen. Ik kijk het een tijdje aan en wacht tot hij weer is gaan liggen. Dan kom ik zelf overeind, gooi wat extra blokken hout bij het vuur en hurk naast hem neer. Even twijfel ik of ik hem een bemoedigend klopje op zijn hoofd of schouder moet geven, maar ik houd mijn handen thuis en kijk stilletjes naar zijn van pijn vertrokken gezicht. ‘Ehm..’ Ik slik en werp een blik op de slapende Janine en kijk hem dan weer aan. Mijn stem klinkt schor, merk ik op. ‘Misschien is het Pfeiffer? Het zou je zwakheid, je hoofdpijn, koorts en moeite om te slapen verklaren. Tenminste, volgens mij zijn dat allemaal symptomen die aan Pfeiffer te koppelen zijn.’ Ik stop even met praten en houd mijn hand voor mijn mond terwijl ik gaap. Loom staar ik voor me uit en praat verder. ‘Ik heb geen idee hoe we dat zouden kunnen behandelen.. Volgens mij is er niet eens een behandeling voor.. Je moet gewoon uitzieken en wachten tot het over is, meer dan dat kun je niet doen. Als het Pfeiffer is tenminste, missc hien heb ik het wel fout.’ Ik ga op de grond zitten en wrijf in mijn ogen. ‘Weet je zeker dat je het de hele nacht lang wel redt? Als je moe wordt moet je me gewoon wakker maken, dan neem ik het over.

    Aiden
    Mijn ogen waren gesloten terwijl ik op Eli’s oordeel wachtte. De eerste tijd zei ze niks en toen ik mijn ogen opende om te kijken wat ze deed, zat ze naast me gehurkt. Haar stem klonk schor terwijl ze praat.
    ‘Misschien is het Pfeiffer? Het zou je zwakheid, je hoofdpijn, koorts en moeite om te slapen verklaren. Tenminste, volgens mij zijn dat allemaal symptomen die aan Pfeiffer te koppelen zijn,’ zei ze. Vermoeid keek ik haar aan. Als ze gelijk had, was dat echt zwaar balen! Voor mij betekende dat dus veel uitrusten en niks doen. Daar had ik al zo weinig zin in.
    ‘Ik heb geen idee hoe we dat zouden kunnen behandelen.. Volgens mij is er niet eens een behandeling voor.. Je moet gewoon uitzieken en wachten tot het over is, meer dan dat kun je niet doen. Als het Pfeiffer is tenminste, misschien heb ik het wel fout,’ zei Eli nog, niet dat het veel toegevoegde waarde had, maarja. Ze ging zitten. Het was duidelijk dat ze zelf alle slaap wel kon gebruiken.
    ‘Weet je zeker dat je het de hele nacht lang wel redt? Als je moe wordt moet je me gewoon wakker maken, dan neem ik het over.’ Toch leek ze niet zeker of ik wel wakker moest blijven of niet.
    ‘Maak je geen druk Eli, na tal van maanden ben ik niets anders meer gewend dan heel weinig tot geen slaap. Aan het eind van de nacht kan ik pas slapen, maar voor hoelang is altijd de vraag. Verder wil ik gewoon niet slapen. Nog meer nachtmerries zouden me gek maken, werkelijk waar. Het is niet echt fijn om zwetend en schreeuwend wakker te worden. Ga maar gewoon slapen, ik red me wel,’ mompelde ik. Uit mijn zak haalde ik het laatste stukje van Janine’s reep. Het was niet veel meer, maar echt honger had ik dan ook niet. Voorzichtig brak ik het in twee en bood Eli de andere helft aan.
    ‘Alsjeblieft,’ zei ik zacht. Heel langzaam begon ik aan mijn eigen stukje te eten. Ondanks dat het zo’n klein stukje was, duurde het nog lang voordat ik het op had. Gewoon omdat ik geen honger had en als ik dan teveel at zou ik over mijn nek gaan.

    Eli Honeychurch – Survivor
    Ik kijk hem twijfelend aan, niet zeker of zijn woorden geruststellend zijn of niet. Het is fijn om te weten dat hij echt niet in slaap zal vallen, maar hoeveel emotionele en mentale schade gaat er nu eigenlijk schuil achter Aidens gehuil en gesnik? Mijn medische kennis is al zeer beperkt, maar de rol van psycholoog zal ik zeker niet kunnen gaan vervullen. Zwijgend pak ik het stuk van de reep aan dat hij me geeft. Ik houd het een tijdje in mijn hand en kijk hoe Aiden zijn stuk op peuzelt. ‘Dankjewel,’ zeg ik dan, en eet mijn helft op. De reep smaakt een beetje muf en voelt klef aan, maar ik kan er niet mee zitten. Ik heb zo’n honger dat karton me nog goed zo smaken. Bij wijze van spreken dan. Nadat ik de reep op heb kijk ik naar het knapperende vuurtje. Ik sta op, gooi er wat hout blokken bij, en ga weer bij het vuur zitten. Ergens voelt het ongemakkelijk om te gaan slapen waar Aiden bij is, zeker omdat hij waker zal blijven. Mocht hij me aanvallen, dan kan ik me niet verweren. Ik bijt op mijn lip. Ik moet hem en Janine leren vertrouwen als ik langer met ze op wil trekken. Het is bovendien waarschijnlijk toch onzin dat ik ze niet vertrouw, en dat besef ik me heel goed, maar een gevoel zet je nu eenmaal niet zo snel van je af. Ik heb nooit veel mensen vertrouwd, dus het voelt vreemd dat nu ineens wel te moeten doen. Nadat ik nog een tijdje heb gezwegen kijk ik Aiden aan. ‘Tot morgen dan maar,’ zeg ik, als aankondiging dat ik ga slapen. Dan ga ik voorzichtig liggen en vouw mijn handen onder mijn hoofd. Ik trek mijn knieën op en sluit mijn ogen. Het geluid en de warmte van het vuur werken kalmerend en het duurt niet lang voordat ik weg dommel, uitgeput van alles wat er vandaag is gebeurd.