Wie heb jij voor Duits?
Het lidwoord:
Mannelijk:
-Alle mannelijke personen- en diernamen (der Onkel, der Stier)
-Alle dagen van de week/maanden/jaargetijden (der Montag/der Februar/der Herbst)
-Bijna alles wat met weer en weeromstandigheden te maken heeft (der Regen)
Vrouwelijk:
-Alle vrouwelijke personen- en diernamen (die Schwester, die Kuh)
-Woorden die eindigen op -e, -ei, -heit, -keit, -ung, -schaft (die Umgebung, die Spalle)
Onzijdig:
-Nederlandse het-woorden (das Buch, das Spiel)
-Woorden die eindigen op -chen/-lein (das Mädchen)
-Woorden die beginnen met ge- en eindigen op -e (das Gemälde, das Gebäude)
I may not always be perfect, but I'll always try.