DE DAG
Aan niets was te zien hoe nerveus Cornelia Nachtwacht was toen ze achter het geïmproviseerde podium ging staan, dat haar adviseur Pieter Dageraad voor de gelegenheid had neergezet. Het was niet de eerste toespraak die ze hield in de afgelopen maanden, maar toch wist ze dat alles hierna zou veranderen.
Tijdens haar laatste toespraak was de opkomst erg laag. Toch stond nu het hele plein vol. Hun promotie - dat er vandaag grote veranderingen zouden plaatsvinden - had de interesse van de Wakkerdammers gewekt. Ze keken afwisselend van hun burgemeester naar de grote, met een enorme doek bedekte stapel naast het kleine podium.
Helemaal vooraan stond Victor Vosselaar. Hij keek haar aan met zijn gebruikelijke grijns, en trok even geamuseerd zijn wenkbrauwen op toen ze oogcontact maakten, alsof hij wilde zeggen: ‘Wat voor wanhoopspoging ga je doen om je burgemeesterschap te redden?’ En hij had nog gelijk ook.
’Ahem.’ Ze schraapte haar keel in de microfoon, en het werd direct doodstil op het plein. ‘Dank dat j́ullie in groten getale zijn gekomen. Wat ik te zeggen heb, is voor iedereen in het dorp relevant.’ Haar hartslag donderde in haar borst. ‘De situatie rondom de weerwolven in ons dorp is niet meer houdbaar. U weet het, en ik weet het ook. Te veel van onze geliefden zagen al de dood. Te veel leven we nu in angst. En ik ben het ermee eens dat het beleid dat we nu voeren, niet voldoende effectief is in de bestrijding van deze moordzuchtige wezens. Wezens die onder ons leven, en die het wantrouwen in onze medemens doen vergroten. Dat kan niet langer.’
Ze liet bewust een stilte vallen, maar erg veel reactie kreeg ze niet. Wel zag ze de dorpelingen met wantrouwende nieuwsgierigheid naar haar kijken - ze wilden duidelijk dat ze de maatregelen zou benoemen.
En dus deed ze dat. ‘We weten inmiddels door middel van onderzoek dat de ware gedaante van een weerwolf enkel kenbaar wordt als we deze in de brand steken. En daarom hebben we een brandstapel gemaakt.’ Ze gaf een seintje aan Dageraad, die het doek van de berg naast het podium trok en zo een enorme stapel hout onthulde. Terwijl Cornelia verder sprak, hees hij een enorme paal omhoog, middenin de stapel.
’Het is tijd voor actie,’ zei Cornelia met vaste stem, ook al leek haar hele lichaam vanbinnen te trillen. ‘Vanavond zullen we dit vuur ontbranden en onze grootste verdachte aan de paal binden. Diens identiteit zal onthuld worden - en hopelijk weten we zo een weerwolf te ontmaskeren.’
De dorpelingen begonnen geschrokken met elkaar te praten. Cornelia had dit verwacht, maar wilde ze niet de ruimte geven om dit te bespreken voor zij uitgesproken was. Daarom schraapte ze weer haar keel en vervolgde ze: ‘Er hebben de afgelopen veel onderzoeken plaatsgevonden. We hebben met mensen gesproken over wat zij gehoord en gezien hebben, we hebben patronen gezocht bij de slachtoffers en er zijn nachtdiensten gedraaid om verdachte activiteiten bij te houden. Daaruit zijnvier hoofdverdachten gerold. Vandaag krijgen zij de kans om zich te verdedigen, daarna volgt een democratische stemming en de uitslag zal bepalen wie er op de brandstapel zal sterven.’
Het geroezemoes was niet langer zacht, maar mensen waren nu hardop met elkaar aan het praten. De reacties waren verschillend: Cornelia zag angst, gretigheid, nieuwsgierigheid, woede, maar ook enthousiasme.
Ze stak haar handen omhoog om de menigte te sussen. Het werkte niet volledig, maar ze vervolgde toch haar verhaal: ‘De stemming is volledig anoniem, alleen meerderjarigen mogen stemmen. Vanavond om 7 uur beslissen jullie wie er zal sterven. De hoofdverdachten zijn verplicht om naar voren te komen en hun pleidooi te houden, met elkaar te discussiëren en zo hun eigen lot te bepalen.’ Ze keek de groep rond en voelde een brok in haar keel toen ze kort naar de verdachten keek. Het was zo moeilijk om voor te stellen dat één of meerdere van hen een moordmachine was - maar ze kon de waarheid niet langer ontduiken. ‘Ik vraag jullie naar voren: ProngsPotter, Kobyla. Ringwraith en Frodo.’
En toen barstte het geluid los. Opwinding, schrik, angst, woede - alles klonk door elkaar. Cornelia wist dat dit veel oproer zou veroorzaken, maar toch was het pittig om het ook werkelijk onder ogen te komen. Deze vier dorpelingen zouden nooit weer normaal over straat kunnen zonder verdenkingen te ondergaan - maar de woede en achterdocht van de Wakkerdammers zou nu in ieder geval op een aantal enkelingen gericht zijn, en niet langer op elkaar. En hopelijk zou dit leiden tot de dood van een weerwolf en zou de rust in Wakkerdam wederkeren. Over het alternatief durfde Cornelia niet meer na te denken.
_____________________
Het is tijd voor de dagfase! In deze fase mogen jullie discussiëren en uiteindelijk stemmen. Stemmen is anoniem via een pb naar mij. Jullie hebben tot 5 februari 00:00 uur. Je laatstgestuurde stem telt. Het is toegestaan om iets anders te stemmen dan je in de discussie aangeeft.
If you want the rainbow, you gotta put up with the rain