"Als je iets dwars zit, dan mag je dat altijd bij me kwijt, hè,” zei Keahi stil terwijl Zeph zijn vork in zijn mond stopte. Hij knikte afwezig en forceerde een glimlach op zijn gezicht.
De maaltijd was zoals gewoonlijk fantastisch, maar Zeph slaagde er niet in erg veel te eten. Hij zat met zijn hoofd te veel bij het papiertje in zijn broekzak en was voortdurend afgeleid door de mensen rond zich. Elk gezicht bestudeerde hij, maar hij kon bij niemand zeker zeggen of het briefje van hen afkomstig was. Wanneer zijn zusje zijn aandacht weer probeert te trekken wanneer hij weer eens niet horde wat ze zei, voelde hij zich een beetje schuldig. Hij beloofde haar in stilte om toch iets van enthousiasme op te werpen tijdens het gala zelf, maar hij wist zo al dat hij die belofte zou verbreken, zeker toen het weer buiten grimmiger werd.
Het was altijd zo geweest; Zeph had niet enkel een invloed op het weer, het weer had ook een invloed op hem. Hij wist niet goed waarom. In principe beheerste hij het weer niet; hij beheerste het water in de wolken en de lucht errond en ertussen. Ooit had hij een onderzoeksvoorstel uitgewerkt over de invloed van het weer op zijn krachten en op zijn gemoedstoestand, maar hij had het nooit ingediend. Hij wist niet zo goed waarom niet.
Wanneer de maaltijd voorbij was en de stoelen en tafels verdwenen – een paar ongelukkige mensen vallen zo op de grond omdat ze de aankondiging gemist hadden, en Zeph zou daar een van geweest zijn als Keahi hem niet op tijd gewaarschuwd had – sleurde zijn zusje Zeph mee naar de dansvloer. Hij wilde eigenlijk net naar de wc, maar ze zag er zo gretig uit dat hij besluit dat hij het wel even kan ophouden.
”Z, mag ik deze dans van jou?” vroeg zijn zusje hem met een grijns en een kleine buiging.
Zeph rolde net niet met zijn ogen en trok in plaats daarvan een wenkbrauw op terwijl hij haar hand vastnam. Een bliksemschicht deed de zaal oplichten en Zeph stapte bijna op Kiki’s tenen toen hij opnieuw afgeleid naar buiten keek. Hij slaagde erin om zijn pas bij te houden en bedankte in stilte zijn moeder, die zijn gezeur over belangrijker werk nooit had willen horen wanneer ze erop stond hem danslessen te geven.
Een paar minuten later, wanneer Zeph het ritme gevonden had en best tevreden was met hoe hij zijn zusje doorheen de dans begeleidde, is het plots Kiki die afgeleid raakt. Een van de discolampen was kapotgesprongen, maar Zeph had er niet eens op gelet omdat hij weer naar de storm buiten keek. Hij merkte dat de haartjes op zijn armen overeind stonden en fronste diep terwijl hij Keahi’s hand en heup losliet.
”Zeph?” vroeg ze. “Is dit normaal?”
Zeph hield zijn hoofd schuin terwijl hij een paar stappen naar een van de grote ramen langs de zaal zette, zijn frons dieper. Het was zo donker buiten dat hij de stad in de verte niet meer kon zien, wat op zich niet heel vreemd was bij deze tijd van het jaar – behalve dat er buitenverlichting zou moeten zijn. Hij hoorde donder, maar er was geen bliksem die de zaal verlichtte.
Hij keek opnieuw om naar Keahi. Hij wilde haar avond niet verpesten, maar hij wist ook dat ze hem altijd door had als hij loog. In plaats van dus maar vlakaf ‘nee’ te zeggen, haalde Zeph zijn schouders op.
”Geen idee,” zei hij. “De elektriciteit op Red Fountain is niet grotendeels op magie gebaseerd zoals aan Cloud Tower of Alfea. Misschien was het gewoon een slechte kabel en raakte de lamp oververhit.”
|
┌─────┐└─────┘
┌─────┐
└─────┘
|