Mannen waren allemaal hetzelfde.
Hoewel het mannelijke gezelschap in Die betrunkene Katze behoorlijk gemêleerd was, leken ze stuk voor stuk op elkaar. Aan de oppervlakte waren er wellicht verschillen. De wijze waarop Misha haar hand koppig van zijn schouder schudde zoals zij eerder bij hem had gedaan, leek immers in niets op de manier waarop Jimmy haar eerder met suggestieve blik en een jongensachtige grijns op zijn gezicht te woord had gestaan. Nee, de Duitser en Amerikaan verschilden in eerste oogopslag als dag en nacht van elkaar. De laatste, die met zijn charmante woorden en fonkeling in zijn ogen maar al te duidelijk maakte haar gezelschap op prijs te stellen. Tegenover Misha, die een poging deed zich koeltjes te gedragen en haar met gelijke munt terug te betalen, terwijl Josephine wel beter wist.
Aan de oppervlakte waren er wellicht weinig verschillen, maar in feite waren mannen allemaal hetzelfde: ze hadden een fragiel ego én konden een vrouw die op lieflijke wijze hun ego vleide in geen geval weerstaan. Helaas voor Misha had Josie geen plannen om de plooien van haar koele gedrag eerder glad te strijken: hij wilde haar spreken en zij wilde weten waarom. Ze sloeg haar ogen kort op naar het plafond toen hij haar hand van zich afschudde en nam desalniettemin plaats naast de Duitser om direct met de deur in huis te vallen.
“Ah, Josephine,” groette de man haar op eenzelfde wijze als dat ze zijn volledige naam had uitgesproken, en ze moest moeite doen om haar irritatie te verbergen. Al vanaf het eerste moment dat ze hem kende wist hij een reactie in haar uit te lokken. Op sommige momenten wist ze niet goed wie een spelletje met wie speelde, maar ze weigerde hem het genoegen te gunnen dit te laten merken. Bovendien werd haar aandacht getrokken door het luide gebons op de deur, gevolgd door de entree van de Ier die een schaars geklede brunette in het kielzog had. Josie klemde haar kaken opeen en terwijl haar blik teruggleed naar Misha, merkte ze nog een nieuw gezicht op naast Lore. Had de brunette haar uitgenodigd? Josies ranke vingers trommelden op het tafelblad, enigszins gespannen en bovendien in gedachten verzonken, alvorens ze haar blik weer op de man naast haar vestigde en hem een sigaret aanbood. Rustig wachtte ze af tot hij de aangeboden sigaret pakte, waarna ze voorstelde een rustigere plek op te zoeken.
“Wat is het, Josie, durf je niet met mij in het openbaar gezien te worden?” Zijn plagerige woorden waren tekenend voor de onderlinge band tussen de twee. Feilloos voorzag de Française hem van een weerwoord, waarbij haar rode lippen tot een lieflijke lach zuinig omhoog krulden.
“Wat is het, Misha?” kaatste ze op zoete toon terug. Haar donkere ogen blikten onschuldig in de zijne. “Zou je fragiel mannelijke ego dat niet aankunnen?” Al even uitdagend als zijn toon was geweest, trok ze haar wenkbrauw naar hem op. De man wist verdomd goed dat ze weinig behoefte eraan had om binnen de kroeg te betrokken te raken. In werkelijkheid wilde ze hem hier niet eens hebben. Haar aversie tegen zijn gokverslaving stak ze niet onder stoelen of banken.
“Kom, laten we naar buiten gaan,” stelde Misha voor. “M’lady.” Haar blik dwaalde af naar de arm die hij aanbood. Woordeloos nam ze hem aan, om zijn ego nog enigszins in tact te kunnen laten blijven.
“Oh, haal die grijns van je gezicht, Blumenthal,” murmelde ze desondanks zacht bij het zien van zijn glimlach. “Het staat je niet.” Toch vond ze het fijn om voor kort, bij wijze van uitzondering, de buitenlucht op te zoeken. Minutenlang stonden ze daar in de koele avondbries. Zwijgend, zonder dat de stilte ongemakkelijk voelde. Haar bruine ogen bleven zijdelings op de man gericht om zijn bewegingen te volgen. Ze wist dat hij erom deed; het moment om het onderwerp waar hij haar zo graag over wilde spreken zo lang mogelijk uitstellend. Ze had haar trots daarbinnen al eenmaal opzij gezet door op de man af ernaar te vragen, maar ze zou het vertikken het nogmaals te doen. Al zou ze er nog een half uur moeten staan.
“Zal ik je maar uit je lijden verlossen?”
Een kleine scoff rolde over haar lippen. Eikel. Ze nam met een weinig geamuseerde blik in haar ogen een laatste trek van haar sigaret om deze vervolgens lukraak te doven met haar schoen. “Ik heb niet de hele avond, nee.”
“En, laat me uitpraten voor je met allerlei tegenargumenten komt,” gaf de Duitser nog een disclaimer. Dit zorgde voor haar interesse en alert richtte ze haar blik op zijn gezicht, alsof ze trachtte de woorden die op zijn lippen brandden daar al vanaf te lezen. Wat had hij te zeggen? Waarom verwachtte hij tegenargumenten? Toen hij een stap naar haar toe zette had hij ongetwijfeld wat hij wilde: haar onverdeelde aandacht.
“Laat mij papieren voor je regelen, waarmee je makkelijker de grens over-en-weer komt.” Josephine wist niet wat ze had verwacht, maar zeker niet dit. Een lichte frons verscheen op haar gezicht en ze opende haar mond om tegen te sputteren, maar sloot deze weer – de waarschuwing van Misha dat ze hem moest laten uitpraten nog vers in haar achterhoofd.
“Het zou dingen gemakkelijker voor je maken, geen gezeur als je de grens over moet, geen…” Ze trok haar wenkbrauw op. “Geen grenswachters die je dan kunnen lastig vallen met andere dingen. Ik kan ze ook voor Lene regelen. En ik weet dat je normaal prima jezelf kunt redden, maar dit is anders, Josie.”
De brunette reageerde niet meteen, maar wendde haar blik kort van hem weg; turend in de duisternis voor hen. De recente ontwikkelingen in Berlijn waren haar niet in de koude kleren gaan zitten, maar het was niet zichzelf over wie ze zich zorgen maakte. Het was de club en hoe de leden er zouden moeten raken. Het was haar zusje. Het feit dat Misha haar erbij betrok deed Josephine iets. Ze wilde er niet aan denken hoe Lene zich staande moest houden tegenover de machtsbeluste grenswachters die er zo nu en dan stonden, maar kon zich niet laten leiden door sentiment.
“Wat is er zo anders aan, Misha?” vroeg ze op semi-luchtige toon. “De grens is maar wat prikkeldraad en blokken beton. De wachters zijn maar mannen. Je breekt mijn hart als je insinueert dat ik een stelletje machtsgeile mannen die meer denkvermogen hebben in hun geslachtdeel dan hun hoofd niet aan zou kunnen.” Ze weigerde terug te denken aan het incident jaren geleden, dat fataal was afgelopen voor haar belager. Of de keren daarna, na haar optreden, toen ze verstijfde wanneer enkele aanbidders handtastelijk werden. Ze was nog jong toen. Onervaren. Het waren fouten die ze niet nogmaals zou maken. De jaren hadden haar geleerd hoe om te gaan met perverselingen. Zij speelde nu met hen; niet langer andersom.
Een huivering gleed over haar rug en ze sloeg haar armen over elkaar, om de koele avondlucht zo goed en zo kwaad als het ging buiten haar lichaam te houden. Ze wist niet of het de kou was of dat het haar herinneringen waren die haar deden rillen, maar ze geen tijd om zich druk te maken over dit soort futiliteiten: het aanbod dat Misha haar deed kwam volledig uit de lucht vallen. Argwanend nam ze de Duitser in zich op. Een illegale pokerclub of het hebben van een gokprobleem was één ding, maar zich inlaten met dit soort zaken was iets heel anders. Ze had in clubs her en der verhalen gehoord over de mensen die dit soort valse documenten verspreidden. De prijzen waren hoog en zelfs als je die kon betalen, dan had het maar zelden een goede afloop. Je verkocht je ziel en kreeg in ruil ervoor broddelwerk. Stond in het slechtste geval levenslang bij iemand in het krijt. Hoe ze het ook wendde of keerde: het volk in dat circuit was voor geen goud te vertrouwen.
“Je laat je toch niet in met dat soort louche gasten?” vroeg ze wel, gedempt en met een bezorgde ondertoon. “Echt, Misha, zeg me alsjeblieft dat je geen zaken doet met dat soort volk. Daar krijg je alleen maar problemen van. Problemen die groter zijn dan een grenswachter die zich machtiger voordoet dan hij daadwerkelijk is,” verzuchtte ze, in de hoop tot hem door te dringen. “En ik denk dat we allebei weten dat je al problemen genoeg hebt.”
|
w/ Misha @ outside
|