Nomad Morphew
‘Zelf weten.’ Nomad haalde zijn schouders op. Alsof het hem niet kon schelen - ook al voelde hij toch een kleine steek in zijn maag. Hij was nog nooit zo open tegen iemand geweest en het voelde toch wel onprettig dat het andersom niet gebeurde.
Ze zaten een tijdje stilzwijgend naast elkaar op de steen. Nomad vond stiltes meestal niet vervelend, maar er hing nu een spanning die hij onaangenaam vond. Zeker omdat zijn gedachten weer gleden naar de kus tussen Lee en Casper.
Hij stond op. ‘Ik ga tukken.’
Hij nam afscheid van Casper met een ‘Trusten’ en liep toen terug naar de hoofdingang.
Hij had zich nog niet eerder ongemakkelijk bij Casper gevoeld en vond het maar niets. Toch schoten de woorden door zijn hoofd.
Ik werd iets te nieuwsgierig naar hoe het zou zijn om te zoenen.
En hij had Lee gekozen. En Lee was erop ingegaan. Zou hij nu alweer iemand anders leuk vinden? Nomad wist dat Lee snel verliefd werd, maar had niet verwacht dat het zó snel zou gaan.
Bij de ingang was het een stuk rustiger dan toen hij was vertrokken. Toen hij naar binnen liep, zag hij dat veel leerlingen het voor gezien hielden deze avond en richting hun leerlingenkamers gingen. Hij voelde er weinig voor om met de rest mee te lopen, die geanimeerd aan het praten waren over de avond. Daarom liep hij toch nog de andere kant op, richting de lokalen. Daar zou hij vast niemand tegenkomen. Het was een omweg, maar dat had hij er nu wel voor over.
Toen hij een hand door zijn haren haalde, besefte hij dat dat nog steeds groen was. Hij hoopte maar dat het niet lang zou duren voor die spreuk uitgewerkt was, want hij had weinig zin om morgen een groene haardos in de spiegel te zien - naast kleine ogen en een lijkbleek gezicht, want hij ging er niet vanuit dat hij zich morgen goed zou voelen.
Terwijl hij door de verlaten gangen liep, merkte hij pas hoe moe hij was. Hij had wat hoofdpijn gekregen en hij voelde zich leeg - wat niet gek was als je twee keer had overgegeven, maar enfin.
Hij probeerde alle gedachten over Casper en Lee, Roman’s afkeuring en Stuppy de huiself uit zijn gedachten te bannen door aan iets anders te denken - knalpoker (maar dat deed hij vaak met Roman). Gitaar spelen (maar dat herinnerde hem alleen maar aan Lee). Zijn vakken van morgen? Wat voor vakken had hij, misschien moest hij zich dat proberen te herinneren, zodat zijn gedachten niet afgeleid zouden worden. En dan vooral niet aan Toverdranken, want daar zat hij naast...
Lee.
Nomad’s hart maakte een sprongetje en hij wist dat hij zijn eerste verbazing niet had kunnen onderdrukken toen hij de jongen opeens een paar meter verderop om de hoek zag komen. Hij slikte toen hun blikken elkaar ontmoetten. Het voelde alsof hij een baksteen in zijn maag had, terwijl die inmiddels toch wel flink geleegd was. Voor een milliseconde wilde Nomad de jongen begroeten - een lach op zijn gezicht zien, een sprankeling in zijn ogen herkennen - maar daarna draaide hij zich om en liep hij de andere kant op. Hij had Stuppy dan wel geïnstrueerd om hem vanavond niet langer in de gaten te houden, maar hij kon niet met zekerheid zeggen dat er niemand anders hem volgde. Bovendien moest hij zich voorhouden dat het beter was dat Lee hem haatte nu, zodat hij in ieder geval afstand zou houden.
Maar het voelde niet beter. Het voelde helemaal niet beter.
Hij liep uiteindelijk in stilte terug naar de Ravenklauwtoren. Het was nog redelijk druk bij de ingang, maar hij liep stilletjes met de menigte naar binnen en ging in één keer door naar zijn slaapzaal. Hij zag dat Roman al in het bed naast de zijne lag. Hij had wel door dat de jongen nog niet sliep, maar voelde weinig behoefte om hem aan te spreken. Hij wilde gewoon slapen - en het liefst heel lang niet meer wakker worden.
If you want the rainbow, you gotta put up with the rain