Timothy Shephard Timothy was verrast door het berichtje van Rudie. Het laatste halfjaar had hij best wat met de jongen opgetrokken, maar hij had niet goed geweten wat hij ervan moest verwachten nu ze afgestudeerd waren. Binnenkort studeerden ze beiden in een andere staat. Hij wist dat hij een ontzettende steun voor Rudie was geweest en hij maakte zich geregeld zorgen om de jongen. Geregeld spookte het moment dat hij hem bebloed in een steegje aantrof door zijn hoofd. Dan werd hij badend in het zweet wakker en had hij gedroomd dat hij te laat was, dat de jongen dood was.
Uit de toon van dit berichtje kon Timothy ook niet veel opmaken. Was er iets aan de hand? Was er iets ergs gebeurd? Of verveelde hij zich? Rudie was niet iemand die snel om aandacht vroeg – hij had eerder snel het gevoel dat hij te veel was. Zeker omdat hij wist dat Timothy het druk had met de zorg van zijn moeder. Op dit moment was zijn vader echter thuis en durfde hij wel even weg te gaan, waarna hij het huis verliet, zijn fiets uit de schuur pakte en naar Rudies huis reed.
Zijn moeder deed open, met een warme glimlach op haar gezicht. Toch had ze een onrustige blik in haar ogen. Timothy had haar nooit anders gezien. Hij dacht ook niet dat het ooit helemaal weg zou gaan. Wat zij gezien had…
Er liep een rilling langs zijn rug. Het leek hem afschuwelijk.
‘Wat leuk dat je er bent, Timothy,’ zei ze. ‘Rudie heeft helemaal niet gezegd dat je langs zou komen.’
‘Hij stuurde me net een berichtje, mevrouw.’ Hij glimlachte beleefd terug.
De zorg in haar blik werd scherper. Timothy had met haar te doen.
‘Is hij boven?’
Ze gaf een knikje.
Timothy ging de trap op. Eenmaal op de overloop, bleef zijn blik op de linkerdeur rusten. Daar was het gebeurd. Zouden Rudie en zijn moeder eraan terugdenken, iedere keer dat ze de badkamer in stapten? Het leek hem ontzettend zwaar om daar steeds opnieuw mee geconfronteerd te worden.
Hij gaf een klopje op Rudies slaapkamerdeur en wachtte tot hij wat geschuifel hoorde. De jongen zat op zijn bureau stoel en frunnikte met zijn vingers.
‘Hé,’ zei Timothy met een voorzichtig glimlach. Hij stapte verder de kamer in en ging op de rand van het bed zitten. ‘Alles oké?’
Rudie pakte een stuk papier van de tafel. ‘Ik uhm, heb gewonnen,’ mompelde hij.
Timothy strekte zijn hals iets om te zien wat er op het papier stond, maar hij kon het niet zien. ‘Wat heb je gewonnen?’
‘De prijs. Van school. Van het hotel.’
‘Oh!’ reageerde Timothy verrast. ‘Wat leuk joh!’
‘Ja… Nou ja, weet ik eigenlijk niet.’ Een beetje ongelukkig keek de jongen hem aan. ‘Is het verplicht?’
‘Je bent al afgestudeerd, ze kunnen je sowieso niets maken. Maar denk je niet dat het hartstikke leuk is? Een gratis vakantie!’
Hij dacht wel dat Rudie een leuke ervaring als dat kon gebruiken, zodat hij ook nog een positieve herinnering aan zijn middelbare schoolperiode had.
Rudie trok de zoomen van zijn mouwen over zijn handen en staarde naar de grond. ‘Straks is Jake er ook,’ fluisterde hij. ‘Of een van de andere jongens. En ik kan niet – ik wil niet dat anderen mijn littekens zien.’
Timothy begreep zijn angst maar al te goed. ‘De kans is klein dat uitgerekend zij ook winnen, toch? Er zijn maar zeven anderen die hebben gewonnen – en wie neemt Jake nou
vrijwillig mee naar een eiland?’ Hij trok een mondhoek op.
‘Jij kan zeker niet mee?’ mompelde Rudie. ‘Jij moet voor je moeder zorgen hè?’
Het klonk bijna smekend, alsof hij naar een excuus zocht om ook niet te hoeven.
‘Ik moet dan wel wat regelen,’ gaf hij toe.
Ze waren niet zo close dat hij ooit van plan was geweest om samen met Rudie een week weg te gaan, maar hij gunde de jongen wel heel erg iets leuks en ze konden er vast wat van maken. Hij wist ook wel dat de jongen verder niet zo veel vrienden had. Of…
‘Er is ook nog iemand anders die je kunt vragen,’ zei hij op een ietwat plagerige toon.
Rudie keek op, verwarring op zijn gezicht. ‘Wie dan?’
Hij bewoog met zijn wenkbrauwen. ‘Een hele leuke jongen. Met wie je eigenlijk nog wel iets goed te maken hebt.’
Rudie had hem verteld wat er op het eindfeest gebeurd was. Dat hij in paniek de jongen op wie hij al heel lang verliefd was, had afgewezen. Elliott was een lieve jongen, hij geloofde dat die Rudie wel een tweede kans zou geven.
‘El-Elliott?’ hakkelde hij, met rode wangen.
‘Waarom niet? Hij wil vast héél graag met jou samen op een tropisch eiland zitten. Romantische strandwandelingen maken, samen naar de zonsondergang kijken… Een betere manier om hem te laten merken dat je stiekem gék op hem bent, is er niet.’
De jongen was nog roder geworden. Zijn verlegen blik was aandoenlijk.
‘D-dat durf ik niet, hoor.’
‘Wat heb je te verliezen?’ vroeg hij.
Hij dacht aan Flo. Zelf was hij te laat geweest…
‘Als hij nee zegt, ga ik met je mee,’ beloofde hij. Hoe hij dat thuis ging regelen, wist hij nog niet, maar ze vonden er wel wat op.
Rudie haalde diep adem. ‘Maar ik durf écht niet.’ Hij streek een pluk donker haar voor zijn ogen weg en keek hem wanhopig aan.
‘Ik ga wel met je mee naar zijn huis. Dan wacht ik gewoon aan de overkant van de straat.’
Rudie begon weer aan zijn vingers te frunniken. ‘Hij vindt het vast stom.’
‘Natuurlijk niet! Iedereen vindt het leuk om door zijn crush mee naar een tropisch eiland gevraagd te worden.’
‘Maar hij vindt me vast niet meer leuk.’
‘Heus wel.’ Timothy stond op. ‘Kom, we gaan het meteen doen. Dit is echt de perfécte manier om het met die jongen goed te maken.’
Rudie keek hem angstig aan, maar Timothy glimlachte bemoedigend.
‘Elliott is een hartstikke lieve jongen. Ik kan me niet voorstellen dat hij nee zegt, echt niet.’
Rudie haalde diep adem en schuifelde toen achter hem aan de kamer uit.
Every villain is a hero in his own mind.