Tuurlijk niet.
Neirin kan het simpel ogende zinnetje nog lang horen, met name wanneer ze terug zal denken aan het gesprek met haar mentor, maar ook de klappen die uitgedeeld zijn deze ochtend — de redenen waarom, en wat voor beeld het nu uiteindelijk afgegeven heeft. Desondanks blijft de blonde demon bij haar eigen verworven standpunt en tracht ze het kleine deel van haar onderbewustzijn te negeren dat Kenna wel degelijk gelijk moet geven. Sommige van hen moesten de dingen nu eenmaal met een harde les leren, iets wat Neirin vanmorgen goed heeft laten blijken. Al dan niet zonder er zelf ook zonder kleerscheuren vanaf te komen.
In soepele passen loopt Neirin op haar hoge hakken, en twee tasjes in de hand, naar de deuropening van de oude slaapkamer toe. Haar lange vleugels kunnen de vrijheid haast al proeven, hunkerend naar iets meer bewegingsruimte om ze te kunnen spreiden. Vooral nu de lichte kneuzingen nog altijd voelbaar zijn. Echter, voor ze daadwerkelijk de ruimte kan, mag, verlaten kan Neirin het niet helpen de laatste woorden uit te spreken richting haar mentor. Respect hetgeen dat ten alle tijden verdiend moet worden, iets waar niet lichtzinnig over nagedacht moet zijn en wat bij de blondine erg hoog staat.
”Wat mij altijd geleerd is,” reageert Kenna echter, de woorden krachtig uitgesproken, waardoor Neirin met oprechte niuewsgierigheid naar de oudere demon kijkt — haar blauwe poelen oplettend, glijdend over het fijne gelaat van de vrouw heen. “— is dat respect gegeven wordt, tot iemand laat zien dat hij geen verdiend.” Een vervaarlijke schittering flikkert door Kenna’s heldere ogen heen, een subtiele waarschuwing aan Neirin’s adres; een les om iets met dit gegeven advies te doen, in plaats van het te negeren. Terwijl Neirin voor luttele seconden naar haar mentor op blijft kijken, neemt ze vanuit haar ooghoeken waar hoe de zwarte veren ritselen, alvorens Kenna’s vleugels zich een keer spreiden.
”Ik zal het onthouden,” reageert Neirin, waarna ze aangeeft geen verdere vragen meer te hebben.
Een subtiele gloed van dankbaarheid poelt door haar blauwe ogen heen, wat niet onopgemerkt blijft voor Kenna. Hun gesprek echter tot een einde gekomen en na nog een laatste hartelijke knik, wordt de deur van Neirin’s oude kamer voorgoed gesloten. Beide dames keren hun eigen richting in, met voor Neirin als einddoel het feest bereiken waarvoor ze is uitgenodigd.
Moeiteloos vind de blondine haar weg naar Humanitas, waar ze de ontvangstruimte met stevige passen doorloopt. Haar lange vleugels rekken zich uit, wat een zachte kreun door Neirin’s lichaam heen laat golven vanwege het opgesloten gevoel gedurende de hele dag, maar ook de milde spierpijn die ze heeft opgelopen. Blonde lokken dansen zachtjes langs haar gezicht af en een zwakke wind, door de bewegingen van haar vleugels, stroomt door de grijs geblakerde veren heen, waarna Neirin deze met het betreden van de feestzaal weer terug op haar rug vouwt.
Het was geen verrassing dat het feest al langzaam op gang gekomen is, waar de meeste al aanwezig zijn, maar het verbaasde Neirin wel dat ze niet de laatste was. Slechts een enkeling is missend, waaronder een van de organisatoren zelf; Kali. Neirin fronst lichtjes, bedenkelijk voor even, waarna ze op zoek gaat naar Dinah. Het liefst van alles was ze direct op zoek gegaan naar Laslo, maar bij het ontvangen van de uitnodiging werd nadrukkelijk verzocht eerst langs Dinah te gaan voor het verkrijgen van een tekentje op de pols.
Lang duurt het niet vooraleer Neirin het al te bekende bruinharige koppie herkend, ergens bij de dranktafel — vol met eveneens een paar gekleurde bekers — en in het gezelschap van niemand minder dan Jouka, een van de jarige deze avond. Met de cadeau-tasjes nog in de hand, hetgeen de blondine in alle haast mee naar binnen heeft meegenomen, in plaats van eerst nog ergens achter te laten, loopt Neirin dan ook op Dinah af. In de laatste stappen naar het tweetal toe, vangt Neirin nog net Jouka’s laatste woorden op. Met een flauwe trek rond haar lippen neemt de blondine waar wat de bedoeling van de gekleurde bekers is, om al gauw tot de conclusie te komen dat voor Dinah geen van deze geldig is op het moment.
”Hallo Engel, ik denk dat je beter deze kunt nemen,” begroet Neirin de dame in kwestie, waarbij ze een hele fles drank van tafel pakt en deze met een knipoog tactvol in Dinah’s hand weet te plaatsen. De breuk met Aristotle een die genoeg van de jonge engel gevreten heeft, een hele fles alcohol daarom het beste medicijn — in plaats van de kwelling met bekertjes waaruit ze nooit de goede keus ging maken; een daarvan namelijk al confronterend genoeg. Met een subtiele teint in haar blauwe ogen, blikt Neirin van Dinah naar Jouka. “En jij gefeliciteerd, deze is voor jou.” Met een soepele beweging van haar hand steekt Neirin een van de cadeau-tasjes uit naar de jongen, vlak naast Dinah. “Hoewel het volgens mij nog niet de bedoeling is dat je hem openmaakt, hoop ik wel dat je het wat vind.” Lichtjes tikken Neirin’s mondhoeken iets naar omhoog. Eerlijk toegegeven, voor dit cadeau heeft ze Dinah’s hulp in moeten schakelen, gezien de keuze ontzettend lastig bleek te zijn en niet zo vanzelf ging als het cadeau voor Laslo.
”Nu, volgens mij moest ik bij jou zijn voor een krabbel op de pols, niet waar?”
Met een vragende doch opgetrokken wenkbrauw kijkt Neirin weer terug naar Dinah, alvorens ze eerst een drankje voor haarzelf besluit in te schenken. Gedreven op een gevoel in haar binnenste reikt de blondine naar een taken beker, hopende diep van binnen dat ze er met deze keuze niet naast ging zitten en Laslo hetzelfde gedaan heeft.
|
|