Zebediah
Vanuit zijn ooghoeken keek Zebediah opzij. De honkbalknuppel die bij Fox’ outfit hoorde, tikte de jongen zachtjes tegen zijn voet.
Zebediah was geen prater. Nooit geweest.
De enige met wie hij tot zijn vijftiende optrok, was Noah. Die was zes jaar jonger dan hij, dus hij was altijd erg selectief geweest in wat hij zei en niet. Tijdens zijn periode op school, had hij natuurlijk zat met mensen gepraat. Maar niet over wat hem echt bezighield. Niet over dingen die er echt toe deden. Af en toe waren er wel mensen geweest met wie hij over de toekomst filosofeerde, zo was uiteindelijk dit hele plan ontstaan. Maar met Fox was het anders.
Hij wist niet meer wanneer of waarom, maar op een dag was alles eruit gekomen. Hoe zijn jeugd was geweest, hoe erg hij zijn vader haatte, hoe achterlijk hij dit hele experiment vond, hoe moeilijk het was dat hij de enige was met herinneringen – terwijl hij juist wenste dat hij net als de anderen blanco kon beginnen.
Hoe hij al heel snel muren om zich heen had opgetrokken en anderen kleineren uiteindelijk het meest bevredigend was geweest, omdat hij zich nooit meer zo klein wilde voelde als tijdens zijn kindertijd.
Nadien had hij zich vreselijk geschaamd voor alles wat hij de jongen toevertrouwd had. Met moeite had hij ingezien dat hij veel meer voor Fox voelde dan verstandig was, dat hij een zwakte was geworden.
Fox uit de weg ruimen of uit Fox’ leven stappen waren de enige opties geweest. Het eerste kon hij niet. Het tweede was eigenlijk heel makkelijk gegaan. Spijt had hij in de beerput van al zijn andere gevoelens gesmeten, al achtervolgde Fox’ behuilde gezicht hem soms ’s nachts, op het moment dat de jongen na de aanval naar hem toe kwam.
Hij wist heus wel dat hij de jongen niet verdiende. Maar dat zijn verlangens niet tegen.
‘Vraag maar wat je wil,’ moedigde Zebediah hem aan.
Dat was makkelijker. Tenslotte waren er een hele hoop dingen die hij niet kon zeggen. Om de waarheid heen draaien was makkelijker als Fox een beetje richting gaf.
‘Je wilde dus van school gestuurd worden en je wilde mij daar al die tijd al voor gebruiken?’ Fox’ stem klonk kleintjes.
Zebediah tuurde in de verte. Het was volle maan. ‘Ja,’ gaf hij toe. ‘Je was kwetsbaar, je hunkerde naar liefde nadat je Kris was kwijtgeraakt. Ik moest het plannen, zorgen dat ik buiten het terrein terechtkwam en niet in doodskist. Weten dat jij me vertrouwde en dat ik je op ieder willekeurig moment kon inzetten, was handig.’
Hij gluurde opzij. Fox staarde naar zijn knieën. Zijn vingers waren bleek, zo hard kneep hij in de knuppel.
‘Het had allemaal niet zo lang moeten duren. Niet bijna een jaar.’ Hij zweeg even. ‘Maar jij keek anders naar me dan anderen. Het werd steeds moeilijker om het plan door te zetten en Romeo werd ongeduldig. Hij speelde met mijn gevoelens, zorgde ervoor dat ik het plan alsnog ten uitvoer bracht.’
‘Dus Romeo heeft met je gevoelens gespeeld,’ herhaalde Fox. Het klonk cynisch. Zebediah had gehoopt er zijn sympathie mee te winnen, maar zag nu in dat de leugen toch niet zo handig was.
‘Ja,’ zei hij toch. ‘En ik was er woest om. Wat ik hem niet wilde laten merken, daarmee gaf ik mezelf alleen maar meer bloot. Ik betreurde wat er was gebeurd, maar er zat niets anders op dan het voortzetten van mijn plan. Zorgen dat Experium valt en wij allemaal onze vrijheid terug kunnen krijgen. Zodat je je familie weer kunt opzoeken, Fox. Je vader en moeder waar je weg geroofd bent.’
Fox keek op. Er veranderde iets in zijn blik. Een beetje begrip?
‘Hoe wil je dat dan gaan doen?’
‘Er zijn anderen zoals wij. Op andere scholen, of soms juist op de vlucht voor instanties. Oud-leerlingen die afgeschreven zijn, maar nog wel in leven zijn. Ik verzamel ze, train ze zodat we straks deze school kunnen binnenvallen en iedereen kunnen weghalen.’
Fox beet op zijn wang en keek hem peinzend aan. ‘Ik heb gehoord dat je de Naamlozen uit de weg wil ruimen.’
Irritatie kwam omhoog. Daar had hij niet op gerekend.
‘Dat wil ik niet, Fox. Natuurlijk worden er roddels over me verspreid. De school heeft dit ook wel opgevangen. Denk je nou echt dat die haar leerlingen aanmoedigt om in opstand te komen? Ik weet wat Dezi heeft gedaan. Daar heb ik haar nooit opdracht toe gegeven. Er is een leraar – Maxwell – die me probeert dwars te zitten en zulke onzin rondbazuint.’
Fox zuchtte. Hij trok zijn knieën op, legde de knuppel naast zich neer en streek door zijn geverfde krullen. ‘Drie mensen zijn dood door wat je hebt gedaan. Vrienden van me. Je kan toch niet verwachten dat ik je ooit nog vertrouw?’
‘Je reageerde heftiger dan ik dacht,’ mompelde hij. ‘Het was nooit de bedoeling dat er mensen stierven. Alleen dat ze gewond raakten. Een heler zou ze wel weer opknappen, dacht ik.’
‘Dus het is míjn schuld?’ Fox’ stem sloeg over.
‘Nee – natuurlijk niet. Natuurlijk is het niet jouw schuld, Fox. Het was een inschattingsfout van mij.’ Hij wilde een hand op Fox’ schouder leggen, maar die boog weg. Hij liet zijn arm weer zakken.
Er viel een lange stilte. Zebediah wist niet of en hoe hij die moest verbreken.
‘Waarom ben je hier echt?’ vroeg Fox uiteindelijk. Hij keek opzij.
Zebediah keek hem aan. ‘Ik kan je hier weghalen.’ Hij dacht aan het strandhuis waar hij vannacht en morgen naartoe had willen gaan en de twee mensen die hij daarvoor uit de weg had geruimd. ‘Je wat van de wereld laten zien.’
Fox staarde hem een tijdje aan en wendde toen zijn blik weer af. ‘Maar ik heb vrienden hier. Die kan ik toch niet in de steek laten? Waarom teleporteer je niet iedereen hier vandaan?’
Goeie vraag.
‘Zo makkelijk gaat dat niet.’
Er viel weer een stilte.
‘Ik vertrouw je echt niet genoeg om met je mee te gaan,’ klonk het toen vastberaden. ‘Maar misschien… kun je iets doen om mijn vertrouwen te winnen.’
Zebediah keek hem vragend aan. ‘Wat dan?’
‘Als je zo’n groot netwerk hebt… Dan kun je Kris vast ook opsporen, toch?’ Enthousiasme vulde Fox’ bruine ogen. ‘Ik kan een filmpje voor hem opnemen en die kun je hem dan laten zien. Als hij ook een filmpje opneemt, dan is het al een stuk makkelijker om je te vertrouwen.’
Zebediah klemde zijn kiezen op elkaar. Dat was wel het laatste wat hij wilde…
Maar als dat inderdaad dé manier was om Fox aan zijn kant te krijgen… Het was makkelijk te regelen. Waarschijnlijk weigerde Kris, maar dat was alleen maar beter. Dan filmde hij de jongen en liet hij aan Fox weten dat Kris geen interesse meer in hem had. Was hij daar ook meteen van af.
‘Je weet dat Kris een hekel aan me heeft hè?’ zei hij. ‘Als ik hem überhaupt kan vinden, wil hij vast niets met me te maken hebben.’
‘Maar vast wel als je een filmpje van mij laat zien!’ Opeens pakte Fox zijn hand vast. Stroomschokjes trokken door zijn arm. ‘Alsjeblieft? Een vriendin van me heeft pasgeleden ontdekt dat hij nog leeft. En…’ Fox’ lippen begonnen te trillen en zijn ogen liepen vol tranen. Hij haalde diep adem en veegde langs zijn ogen. ‘Sorry. Ik mis hem zo. Ik zou hem zo graag nog een keertje zien.’
Iets donkers kroop door Zebediahs aderen. Hij wilde zeggen dat Kris hem vergeten was. Dat hij geen moer om hem gaf. Hij wilde dat Fox zoveel om hém gaf.
Tegelijkertijd besefte hij wel dat Kris hét middel was om Fox’ vertrouwen te winnen. Als hij dat eerst maar eens had, dan zag hij daarna wel verder.
Voorzichtig draaide hij zijn hand om en gaf een kneepje. ‘Oké. Ik zal naar hem zoeken. Neem maar een filmpje op.’ Hij gaf de jongen zijn telefoon. ‘Hoe is je vriendin daar eigenlijk achter gekomen?’
Fox pakte het toestel aan. ‘Ze kan in de toekomst kijken. Veel zag ze niet – maar wel dat hij nog leefde!’
Dat moest het Panther-meisje zijn geweest. Binnenkort moest hij maar eens uitvogelen hoe haar gave precies werkte. Nu wilde hij geen argwaan wekken, maar als hij Fox aan zijn zijde kreeg, werd het een stuk makkelijker om meer te weten te komen over de jongste drie Panthers.
Daar moest hij dan maar een beetje contact tussen Kris en Fox voor over hebben.
Bovendien wist hij wel dat dit Kris alleen maar op de zenuwen zou werken. Kon hij er toch nog een beetje lol aan beleven.
‘Ik zal beneden op je wachten.’
Fox glimlachte en gaf een kneepje in zijn hand. ‘Dank je wel, Zebediah. Dat betekent heel veel voor me.’
Ietwat ongemakkelijk glimlachte Zebediah terug. Zijn andere hand legde hij tegen Fox’ kaak. Hij kon zich niet langer inhouden; hij boog zich naar de jongen toe en drukte zachtjes zijn lippen tegen die van hem. Tederder dan hij waarschijnlijk ooit gedaan had.
Fox staarde hem geschokt aan, maar Zebediah was allang blij dat hij niet weer begon te grommen.
‘Voor jou doe ik alles, Fox.’
Zijn mondhoek krulde omhoog toen er een blos op Fox’ wangen kwam en hij vlug zijn ogen neersloeg.
Het was nog niet helemaal verloren. Kris stond duidelijk in de weg, maar daar verzon hij uiteindelijk wel wat op.
Hij kwam overeind en liep naar de trap toe om Fox wat privacy te geven. Niet omdat hij nou zo’n beleefd was, maar omdat zijn liefdesverklaring aan Kris wel het laatste was wat hij wilde horen.
Every villain is a hero in his own mind.