• The Shadowmarket
    Rollentopic ● Praattopic ● Speeltopic



    » S e t t i n g


          De Schaduwmarkt is een parallelle dimensie die zich in deze wereld bevindt — maar ook weer niet. Hij is toegankelijk vanuit werkelijk elke uithoek van de aarde middels portalen, welke zich vaak op de meest onverwachte plaatsen bevinden. De verschillende entrees zijn namelijk magisch beveiligd en onthullen zich enkel aan de bovennatuurlijken onder ons. Mensen zullen deze daarom nooit vinden, mits zij de nodige hulp krijgen om door de zogenaamde glamour heen te kijken, wat uiteraard ten strengste verboden is en voor de meeste stervelingen niet goed uitpakt.

          Op deze buitengewone markt stikt het van de grijze en zwarte magie: bezeten voorwerpen, kopieën van beruchte spreukenboeken, gekooide faeries, vampierbloed, cocktails die de doden weer tot leven zouden moeten wekken — maar ook een lucratieve handel in de vraag en aanbod naar dubieuze diensten behoort hier tot de dagelijkse gang van zaken.
          Wezens uit alle windstreken bewandelen de eindeloze paden langs de kraampjes, één van de weinige plekken waar ze niet hoeven te verbergen wat ze zijn.

          Vanuit welke doorgang je de Schaduwmarkt ook binnenkomt, het lijkt altijd nacht. Betreden is op eigen risico, evenals het kopen van de aangeboden waar, want de betaling is lang niet altijd in geld. Voor je het weet heb je tien jaar van je leven neergelegd, of je eerstgeborene. Oplichters zijn er bovendien ook te vinden.

          Er is echter één nacht in de eeuw die zelfs de meest teruggetrokken figuren naar de Schaduwmarkt weet te lokken: de Nacht der aller Zielen, ookwel Zielennacht genoemd. Gedurende dit fenomeen verschijnen de meest zeldzame items, is magie ongeëvenaard sterk en lijken grenzen te vervagen.





    I only know this:




    P L O T «

          De befaamde Zielennacht is aangebroken: stands die normaal gesproken niet bestaan schieten als paddenstoelen uit de grond, evenals de aanwezigheid van schepsels die zich doorgaans niet aan de rest van de wereld tonen. De algemene stemming op de markt is uitgelaten, onheilspellend en misschien zelfs een tikje opgewonden.

          Er worden shows en demonstraties gegeven: van simpele toekomstlezingen door daadwerkelijke Zieners, tot hypnotiserende muziek, vuurspuwende heksen en levensechte draken. De gevaarlijk verslavende faeriewijn vloeit rijkelijk en vrienden en vijanden kruisen elkanders paden op zoek naar waar ze dan ook voor zijn gekomen.
          Wat een bijna heilig gewaande viering had moeten worden, lijkt langzaam echter te veranderen in een decor voor catastrofe: wanneer de uitgangen stuk voor stuk in rook opgaan en de bezoekers zich realiseren dat ze gevangen zitten op een niet—aardse plek, breekt onvoorzienbare chaos uit.

          Zullen sommige wezens de handen ineen slaan in een poging terug te kunnen keren? Of zullen ze op zoek gaan naar het waarom? Wie of wat is er verantwoordelijk voor de complete lock—down? Er is geen andere plaats die zoveel persoonlijke agenda's telt als de Schaduwmarkt.
          Alles heeft hier een prijs.

          Eén ding is duidelijk: Zielennacht is niet voorbij zolang de portalen naar huis gesloten blijven.


    all magic comes with a price —



    » I M P O R T A N T


    Er zijn zo ongelooflijk veel soorten wezens: wees creatief!
    Is er iets niet duidelijk, heb je ergens hulp bij nodig of kom je er niet uit: vooral vragen. Ik brainstorm graag mee.
    Ik ga er vanuit dat iedereen de Q huisregels in acht neemt.
    Wees zeker dat je de tijd hebt om mee te doen.
    Het verhaal zal al gaande uitgediept worden, en het is de bedoeling dat we daar gezamenlijk voor gaan zorgen. Voel je vrij om ideeën en plottwists in de groep te gooien.
    De woordenquota is 100: zorg er gewoonweg voor dat anderen genoeg hebben om mee te kunnen werken, en heb vooral respect voor elkaars werk. Ik vind kwaliteit veel belangrijker dan kwantiteit en zou het super vinden als we elkaars posts lezen, ook wanneer jouw character daar geen interactie mee heeft.
    Zolang de aantallen gelijk worden gehouden, mag je zoveel rollen op je nemen als je aankunt. Mits er hierbij geen verwaarlozing plaatsvind.
    Laten we er met z'n allen een interessant verhaal van maken met originele characters. (:




    and in all chaos there is calculation.






    R O L E S «


    ♀ ● Name ● Creature ● Username ● Page
    ♀ ● Vivianne 'Vee' Laurier ● Lycanthrope ● Noctifer ● 1.7
    ♀ ● Ghislaine Voss ● Half fae ● Noctifer ● 1.7
    ♀ ● Shiva ● Necromancer ● Cleverness ● 1.6
    ♀ ● Saxa Katrena Laufeyson ● Halfgodin ● Sombre ● 1.2
    ♀ ● Nova Lynx ● Heks ● Estralita ● 1.5
    ♀ ● Vada Quintus 'Villmumon' ● Demon ● e_nnazus ● 1.5
    ♀ ● Sakura Yamamoto ● Kitsune ● spellcasters ● 1.7
    ♀ ● Blanche ● Yuki onna ● Lolicia ● 1.8

    ♂ ● Name ● Creature ● Username ● Page
    ♂ ● Nox 'Hadeon' Zion ● Demonic vessel ● Cleverness ● 1.3
    ♂ ● Angel ● Beschermengel ● Cleaner ● 1.2
    ♂ ● Caelan ● Oracle ● Nulla ● 1.7
    ♂ ● Roman Ax Robbinson ● Halfgod ● Sombre ● 1.6
    ♂ ● Analu Kekoa ● Part giant ● Cleaner ● 1.6
    ♂ ● Blayze Kieran Breathnach ● Bearman ● spellcasters ● 1.7
    ♂ ● Douglas Hamilton ● Kelpie ● Klaus ● 1.8


    Atmosphere


          De markt is te betreden en verlaten door gebruik van portalen. Normaal gesproken zijn er een handjevol doorgangen verdeeld tussen de kraampjes. Het hoofdportaal (waar je vanuit de mensenwereld meestal binnenstapt) bevindt zich in het hart van de markt. Dat is een plein, een open vlakte, waar omheen de gehele markt lijkt gebouwd. Hier worden bijvoorbeeld ook vaak shows gegeven.
          Het is altijd nacht op de markt. Wanneer je omhoog kijkt, zul je geen maan of sterren aantreffen. De markt is letterlijk een schaduwdimensie en dus ook niet geschikt om permanent in te leven. Tijdens de Nacht der aller Zielen, echter, is de lucht compleet anders. Dit is dan ook meteen wat menigeen naar de markt trekt.
          Voor portalen geldt dat die bijna verdriedubbelen. Werelden en dimensies die normaal gesproken niet te bereiken zijn—zijn dat gedurende dit fenomeen wel. Reizen door portalen vergt wel enige kennis, die niet nodig is om de Schaduwmarkt te kunnen binnenstappen. Iedereen met een percentage aan bovenmenselijk bloed zou dit moeten lukken.

          Je zou de layout van de markt als een klok kunnen zien: het hart is het midden van de klok en de verschillende paden die je kunt nemen de cijfers. Je kunt je voorstellen dat het een doolhof kan worden als je niet oppast welke kant je neemt.
          De paden zelf zijn over het algemeen goed verlicht (doormiddel van kaarsen die nooit lijken op te branden of een vleugje magie). Om niet te verdwalen, verschillen de meeste 'straten' (zoals ze ook wel genoemd zouden kunnen worden) gelukkig. Er zijn echter niet alleen kraampjes overal, maar ook winkels tussenin te vinden. Hoewel er wat permanent aanbod is, verschijnen en verdwijnen stands en shops te pas en te onpas. Voor Zielennacht geldt dat het volledig staat volgebouwd met items en curiosa die normaal schaars te vinden zijn. Hoe verder je echter bij het hart vandaan dwaalt, hoe duisterder de zaakjes lijken te worden, en hoe zwarter te magie. Rondom het hart is het dan ook altijd het drukst en meest bruisend, verderweg over het algemeen wat rustiger en obscuurder.

          De Schaduwmarkt wordt gehandhaafd door enkele warlocks en ancient figuren die een oogje in het zeil houden. Het geldt als neutral territory, waardoor deze zijn eigen regels en wetten kent (of juist het gebrek eraan). Het meeste wordt onderling geregeld.

          De markt is een explosie aan geur, kleur en geluid. Je ziet er de meest fabelachtige figuren en krachten en kunt er zelfs levend gekooide creaties kopen.
    Er worden talen in alle tongen gesproken — maar dat alles een prijs heeft is algemeen gedachtegoed.

    [ bericht aangepast op 15 mei 2020 - 12:28 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    ℑ 𝔴𝔞𝔰 𝔟𝔬𝔯𝔫 𝔴𝔦𝔱𝔥 𝔞𝔫 𝔦𝔫𝔰𝔞𝔱𝔦𝔞𝔟𝔩𝔢 𝔞𝔭𝔭𝔢𝔱𝔦𝔱𝔢 𝔣𝔬𝔯 𝔡𝔢𝔰𝔱𝔯𝔲𝔠𝔱𝔦𝔬𝔫

    Demonic Vessel      -      Side track      -      Alone

          De teug waarmee ze een van de glazen leeg drinkt is een bijna gedachteloze, of zo komt het op Nox over. Haar hele aura straalt een ongedurigheid uit waarvan hij zich eveneens nog gehaaster gaat voelen en de tijdsdruk sluit zich langzaamaan als een ijzeren vuist om zijn hart.
          "Ja. Ik moet ook gaan,'' kondigt de zwartharige aan, alvorens hem het glas in handen te duwen, haar eigen neer te zetten op het dichtstbijzijnde kraampje en een halfhartig handgebaar te maken in zijn richting. "Ik moet ergens zijn herinner ik me net. Het spijt me, maar dit gesprek was leuk.''
          En weg is ze, een verbijsterde Nox achterlatend. Hij poogt haar nog even te volgen met zijn ogen, maar al snel verliest hij haar tussen de drom mensen, het volle glas nog in zijn handen en geen idee hebbend wat hem zojuist is overkomen. Hij zal juist eveneens zijn glas neerzetten als een golf aan rumoer zijn kant op komt vanaf het plein waarvan hij zojuist is vertrokken. Er word geschreeuwd — luider dan door de kooplieden en met een geheel andere energie — en de menigte begint zich te roeren, als een zwerm wespen die een dreiging vinden tegenover de koningin.
          Het feit dat hij nog met zijn gedachten bij het zoeven verdwenen meisje is lijkt zijn hersenen trager te laten werken, waardoor hij al mee word gevoerd door de plots onrustige menigte nog voor er tot hem is doorgedrongen wat er precies speelt. Het helpt niet dat er wel tientallen verschillende talen worden gesproken in zijn nabije omgeving en dat hij hier geen touw aan vast weet te knopen. Tot hij dat wel weet te doen.
          "De portalen zijn gesloten!"
          "Waar zijn de poorten gebleven?"
          "Hoe moeten we hier weg?"
          En dat is het punt waarop de ijzeren vuist er een van pure angst word, want wat? Hij komt met een ruk tot stilstand en laat zich niet langer meevoeren door de mensen die nu continu tegen hem aanstoten in een poging op het plein te komen. Hijzelf hoeft daar niet heen te gaan om de waarheid uit de sfeer te halen, is dankzij Hadeon receptief genoeg voor chaos om aan te voelen dat er een gegronde reden voor is.
          Nox weet dat het niet kan, weet dat de demon niet sterk genoeg is om de suppresent te overkomen binnen deze tijdspanne, maar zou durven zweren dat hij de triomf op zijn tong proeft, de absolute extase waarneemt die Hadeon anders gevoeld zou hebben. Niet alleen jegens de onrust om hen heen, maar ook tegen de vlaag angst die Nox zelf voelt omdat hij vast zit. Hij kan niet weg. Hij zit opgesloten op iets wat letterlijk 'schaduwmarkt' word genoemd en huisvest een demon die gedijt op duistere plekken. Het lijkt hem niet mogelijk dat de situatie nog benarder kan worden.


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    Analu      Kekoa

          Son of a Giant      |||      Son of a Lamia      |||      Bounty Hunter      |||      Hired killer      |||      Outfit      |||      @ Pub w/ Saxa     

    Zijn stap dichterbij laat de dame helaas niet naar achteren verplaatsen, maar misschien trekt dat ook net weer zijn interesse. Ergens wil hij weten wat voor wezen ze is, maar ook die interesse kan hij wegwuiven. Goed is ze sowieso niet, dat kan hij zonder enige twijfel nog bedenken. Voor de rest ziet hij vanzelf wel, en zo niet ook prima. Ondanks dat Analu erg nieuwsgierig kan zijn, heeft hij ook zeker een soort van aantrekkingskracht richting de mysterie van een persoon. Zo kent hij er wel meerdere, vooral andere pittige dames.
          Haar reacties blijven hem toch lichtelijk verwarren, waardoor hij zichzelf erop betrapt telkens te twijfelen over zijn volgende woorden — om vervolgens alsnog zijn eerste ingeving te laten ontsnappen. Hij maakt er maar een mengelmoes van frustraties en halfhartig flirten van om te zien wat hij hier nou precies mee aanmoet, want dit soort gesprekken kun je letterlijk enkel voeren binnen de Schaduwmarkt.
          ‘Help me het vinden en dan kom je er achter.’
          Analu’s wenkbrauw schiet omhoog, zich afvragend of hij het daadwerkelijk wil weten, voor hij tot de conclusie komt dat hij natuurlijk wel benieuwd is naar haar kwaliteiten maar daar verder geen moeite voor wil doen — vooral niet het zoeken naar een specifiek voorwerp. Hij heeft zelf het een en ander te doen, en zelfs ondanks dat hij minder haast heeft dan hij misschien behoort te hebben, heeft dat uiteraard voorrang. ‘We zullen het wel zien dan.’ De woorden klinken iets ongeïnteresseerder dan hij misschien wil, al laat hij het voor nu daarbij.
          ‘Ik mag hopen voor je dat die koffie lekker is, want ik heb cafeïne nodig binnen nu en een half uur.’
          Analu rolt met zijn ogen, al draait hij niet om. Hij opent de deur, die als een of ander filmcliché krakent hen entree bekend maakt. De vaste gasten kijken op, begroeten hun bekende met een knikje, waarna hun ogen al gauw richting Saxa glijden. Natuurlijk doet Analu het niet daarvoor, maar de blikken vermaken hem meer dan hij toe wil geven.
          Net op het moment dat Analu plaatsneemt aan de bar, en hun bestelling wil plaatsen voelt het alsof alles ineens omgegooid wordt. Een lichte duizeligheid is er te vinden binnen de grote man, waarna zijn blik even naar Saxa glijdt. ‘Dat voelde jij ook, toch?’ Het is alsof er een of andere wezen geheel in paniek raakt nabij, iets dat door merg en been gaat — al verdwijnt het net zo snel als dat het op komt dagen. Direct hoort hij buiten geschreeuw, luid gekrijs en eigenlijk gewoon pure chaos. Kort kijkt hij om, voordat hij de bestelling dan toch maar af maakt. De barman schud zuchtend zijn hoofd, en wuift letterlijk met de handdoek over zijn schouder richting de deur — alsof de man het allemaal wel gewend is en er simpelweg klaar mee is. De wolf aan Analu's zijde staat paraat, met zijn blik gericht op de deur.
          Wanneer zijn drankje voor hem verschijnt staart hij er even naar, voor hij opmerkt dat de barman de koffie aan het maken is. Zijn ogen glijden naar Saxa. ‘Nou hè hè, daar is je koffie. Zolang het mij maar niet nogmaals ermee raakt — geheel onschuldig uiteraard.’ Het sarcasme is duidelijk hoorbaar, gezien hij haast niet meer kan geloven dat ze het per ongeluk had gedaan. Sinds het gebeurt is, is de enige geur die in zijn neus te vinden is nog die stinkende koffie van haar. Gelukkig plakt zijn shirt al niet meer aan zijn lijf, dat is het belangrijkste voor nu.
          ‘En sweetheart, wat moet je hier met Analu?’ de geïnteresseerde stem van de barman is duidelijk hoorbaar, welke overduidelijk op een verhoging staat. De dwerg, haast een tegenbeeld van Analu, heeft een gladgeschoren en rond gezichtje dat niet past bij het standaard beeld van een dwerg. Zijn hoofd is kaal, en zijn kleding is eerder te omschrijven als casual. Zijn spontane interesse in de dame naast hem doet zijn wenkbrauwen optrekken, waarna zijn blik richting Beanhead glijdt. Eens zien wat ze met hem uithaalt.
          In de taverne zelf lijkt niemand echt enig interesse te hebben in het geschreeuw buiten — zelfs Analu interesseert het niet. De laatste keer dat hier drama gestart was had iemand zijn Mongoolse doodsworm laten ontsnappen. Ook toen heeft hij niet bijgesprongen, ondanks dat hij dat gemakkelijk op kon lossen met de anderen die hun pogingen deden. Oprechte hulp bieden in zo’n situatie is niets voor Analu, het leedvermaak erachter is veel leuker. Of in dit geval het er langs af leven.



    [ bericht aangepast op 9 april 2020 - 22:49 ]


    I'm your little ray of pitch black.

    VEE      LAURIER
    Lycanthrope • Raven of Death • Roman > Nox



          Ze heeft zich nog maar amper losgemaakt van de dansende fae, of haar aandacht wordt opgeëist door een tweede jongeman. De wenkbrauwen van de wolvin hebben nog net de mogelijkheid naar boven te kruipen voor hij zijn mond heeft geopend, niet richting haar maar de fae die geamuseerd is blijven staan. ‘Naaktlopen is een overtreding van de openbare orde, dat weet je?’
          Als zijn kledingkeuze, of het feit dat hij überhaupt kleding draagt, al niet genoeg indicatie was van zijn oorsprong — beseft ze zich door zijn woorden wel dat hij eveneens uit de mensenwereld moet zijn gekomen. Die revelatie doet echter weinig om de verschenen irritatie van haar gezicht te halen. Ze schudt enkel haar hoofd wanneer de faejongen hem met een klakkend, misnoegzaam te noemen geluidje achterlaat — zich maar al te goed beseffend dat het beledigen van het volk rampzalige gevolgen kan hebben. Vee weet daarentegen ook dat zij hier volledig buiten zal staan, waardoor ze de minste moeite niet neemt de schade in te perken.
          ‘Goeiemiddag.’ Hij schenkt haar een knipoog, waardoor ze hem in zich opneemt zoals een roofdier haar prooi zou bekijken. Hij is lang, niet zo lang als Analu, maar zeker een vijftien tal centimeters langer dan zijzelf, waardoor ze haar kin enigszins omhoog steekt om hem het genoegen te geven haar aan te kunnen kijken. Het was immers haar aandacht die hij met gevaar voor eigen leven heeft willen bemachtigen, niet?
          ‘Ik weet niet waarvoor ik je meer moet waarschuwen — boze faeries of wat je van plan was met mij,’ zegt ze hem op het moment dat het vuurwerk boven hen voor een laatste maal uit elkaar spat. Vee's blauwe kijkers schieten omhoog, de omslag in haar kern één die vanuit haar wolvin komt, en waardoor ze zonder enige, duidelijke reden haar gezicht als geslagen in de richting van het hoofdportaal wendt — nog net ontwarend hoe de zacht gloeiende omlijning uitdooft.
          Nee. Nee, dat is onmogelijk. Onmogelijk of niet, de realiteit is overduidelijk als de zoeven nog opgelaten sfeer om haar heen omkantelt in een chaos die hevig genoeg is om haar achteruit te doen stappen. Op de één of andere manier vliegen haar ogen nog eens over de jongen, maar haar lijf wil niet naar hem noch richting de drukte die zich rondom het hart begint te vormen — lijkt haar juist de tegenovergestelde kant op te trekken, weg van de opeenstapeling van talen die ze niet kan begrijpen. Voor ze het weet, is ze zich een pad door een muur van ledematen aan het duwen, haar schouders en ellebogen als beton tegen eenieder die haar de weg versperd beukend, de paniek een voelbare klem die zich om haar keel vouwt als een paar klauwen.
          De zwartharige komt hijgend tot stilstand aan de mond van een leeggelopen straat, overweldigd door de huiveringwekkende lichtflarden boven haar hoofd, een moment nemend om haar hartslag te vertragen, wanneer haar neus tussen de scherpe kruiden en de nevelige mengeling van uiteenlopende wezens, de allesovertreffende geur van cedarhout, eucalyptus en angst opsnuift. Haar pupillen vergroten, schieten over de schepsels die zich langs haar heen richting het plein drommen, tot ze scherpstellen op een donkerharig hoofd.
          Normaal is dit het moment waarop ze wakker schiet — badend in het zweet, vechtend met de lakens, en nog net op tijd de badkamer bereikt om haar maag tegen het koele sanitair te legen. Normaal is dit het eind.
          De zwartharige wolvin trekt haar bovenlip op, een grommend geluid producerend wanneer ze hardhandiger dan voorheen vooruit stapt — de eerdere paniek overtroffen door ongeloof, en dan. . . stopt. Ze heeft hem zo vaak zien ronddwalen, hier, tussen de stallen. Terwijl hij haar nakijkt als ze door het portaal schiet, zijn hoofd schudt wanneer ze met Analu over de ruwe stenen rolt, en weemoedig toekijkt hoe ze haar met bloed doordrenkte geld aanneemt. Hoe vaak heeft ze niet de verkeerde in de kraag gevat? Volledig overtuigd dat hij het echt was?
          Vee voelt alle spieren in haar lichaam instinctief straktrekken, weet ook voordat ze haar vingers in zijn schouder heeft gezet om hem ruw naar zich toe te draaien dat dit geen schepping van haar verbeelding is — maar toch is ze niet voorbereid op het moment dat ze de zeegroene poelen in het centrum van zijn gezicht vindt.


    Feel the fire, but do not succumb to it.


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    ℑ 𝔴𝔞𝔰 𝔟𝔬𝔯𝔫 𝔴𝔦𝔱𝔥 𝔞𝔫 𝔦𝔫𝔰𝔞𝔱𝔦𝔞𝔟𝔩𝔢 𝔞𝔭𝔭𝔢𝔱𝔦𝔱𝔢 𝔣𝔬𝔯 𝔡𝔢𝔰𝔱𝔯𝔲𝔠𝔱𝔦𝔬𝔫


    Demonic Vessel      -      Side track      -      Vee


          Hij staat als verloren terwijl de tijd vooralsnog bijna hoorbaar weg tikt in zijn hoofd en iedere seconde brengt een nieuw rampscenario met zich mee. De connectie naar zijn lichaam is hij kwijt terwijl hij de mensen die hem passeren nastaart en bemerkt dat het in zijn omgeving steeds minder opeengepakt word. Vanaf het plein lichten ondertussen verschillende kleuren op, waarvan hij verwacht dat het magie is, voelt hoe de lucht om hem heen meer beladen word in de nasleep van krachtig spreuk gebruik. Hij proeft het op zijn tong als metaal, al zou het evengoed zijn eigen angst kunnen zijn, vermengd met de herkenning, de herinneringen aan thuis. Aan Susan en G—
          Nox zijn gedachten vallen weg en eerst denkt hij dat hij het zelf heeft onderbroken, zelf de naam af heeft gekapt voor hij nog meer paniek in zichzelf naar boven kan halen. Echter is het eerder of de focus word verlegt en al zijn energie afdwaalt naar zijn gehoor, naar het geluid wat hem zojuist ter oren is gekomen. De herkenning is er, het gevoel van zijn nekharen die overeind komen iets wat hem haast doet rillen nog voor er een hand op zijn schouder word gelegd en hij met kracht om zijn as wordt gedraaid.
          En hij heeft dromen gehad — god zo veel dromen — van zwarte krullen en volle lippen en zelfs zwarte wolven en het was altijd hetzelfde punt waarop hij zichzelf besefte dat het niet de werkelijkheid was waarin hij zich verkeerde, altijd één detail wat hem overeind deed zitten in zijn bed, buiten adem en bezweet. Haar ogen. Want zelfs in zijn verbeelding zouden deze nooit zo doordringend kunnen zijn als de werkelijkheid, nooit ook maar in de buurt komen van het Lapis Lazuli waarin hij zichzelf nu gevangen vind. Zijn hand ontspant zich, verliest de grip op het glas.
          Nox zijn hart slaat over in iets wat pijnlijk te noemen is, alvorens het naar zijn schoenen zinkt met een bijna misselijkmakend gevoel. Hij vraagt zich af of de magie alle zuurstof aan de lucht heeft onttrokken, want ademen is plots moeilijk en hij ziet dingen. Ziet Vee. Weet ook dat dit geen droom is, want hij heeft al honderden keren geprobeerd die kleur blauw voor de geest te halen en heeft tot noch toe elke keer gefaald. En dan komt het besef dat hij daar staat te staren als een verdoofde idioot, overvallen door een vlaag aan emoties zo sterk dat hij Hadeon ieder moment verwacht, tegelijk met het geluid van spattend glas.
          Zijn ogen schieten van haar ogen naar haar kleding, zwart zoals ze altijd heeft geprefereerd, maar zo veel anders dan de oversized bandshirts en hoodies, en dan weer terug naar haar gezicht, naar de lippen die permanent in een sneer lijken te staan en dan — dan naar haar jukbeen, waar hij er aan word herinnert wat hij heeft gedaan. Wat haar heeft verjaagd. Waarschijnlijk. Misschien. Zijn blik schiet weer terug naar haar lippen. Je mag niemand vertellen wat er is gebeurt, zweer het.
          Terug naar het litteken. Hadeons litteken. Half verscholen achter een verdwaalde krul, maar voor hem zo makkelijk te ontdekken. Omdat hij weet waar hij moet kijken, zich kraakhelder voor de geest kan halen hoe het bloed er uit gutste terwijl hij haar bij de strot omhoog hield tegen een boom. Hoe hij haar aan het wurg—
          "Vee?" vraagt hij, zijn stem rauw en hees en gevuld met alles, alles wat er momenteel door zijn lichaam raast. Hij had zichzelf zo veel scenario's voor de geest gehaald, zo vaak gedagdroomd over hun weerzien en nu is hij leeg, lijkt hem niets nuttigers te komen dan haar naam. "Zeg alsjeblieft dat ik niet weer droom."

    [ bericht aangepast op 10 april 2020 - 0:23 ]


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    ⋄ ◊ ⋅ Nova Lynx ⋅ ◊ ⋄

    Witch ━ 22 ━ Schaduwmarkt ━ CaelanOutfit

    Vanaf het moment dat de aandacht van de jongen verdwijnt, ging alles opeens héél snel. Hij liet haar middenin haar zin in de steek en Nova keek hem verbaasd achterna. ‘’Oh – Oké.. aangenaam kennis te maken?’’ De woorden kwamen wat mompelend uit haar mond, waarbij Nova kort een krabbel gaf aan haar haren. Ze dacht na over mogelijke verklaringen waarom hij plots was verdwenen, maar voelde niet veel later zelf ook wat veranderen in de atmosfeer. Het was alsof er een onzichtbare golf van energie langs de gehele markt liep. Daarna klonk er ook meteen rumoer wat Nova ietwat angstig om haar heen liet kijken. Haar aandacht werd getrokken door een grote zwerm van bijen dat net boven de hoofden van alle wezens verscheen en zich richting de hart van de markt begaf. Het geluid werd snel onverdraagbaar om aan te horen waardoor Nova zo ver mogelijk naar achteren stapte. Haar handen gleden vlug naar haar oren maar veel deed het niet. Het gezoem werd alleen maar luider en luider. Ze moest hier weg. Nova scande haar omgeving voor een escape route en dat was niet naar de drukte toe.
    ‘’Sorry –‘’ Bracht ze herhaaldelijk uit terwijl ze uit de menigte probeerde te glippen. Met de ene hand op haar hoed liep ze met snelle passen naar een van de zijstraatjes waar het rustiger was en zag de zwerm eindelijk langzaam uit haar zicht verdwijnen.

    [ bericht aangepast op 10 april 2020 - 1:21 ]

    𝔖𝔥𝔦𝔳𝔞

    Necromancer      -      Twenty Six      -      Center Square      -      Doug

    tekstteksttekstteksttekstteksttekstteksttekstteksttekstteksttekst

          Zodra Shiva de bokaal ook maar uit de handen heeft geslagen lijkt de gehele aura van de jongen voor haar neus te veranderen. Zijn ogen lichten vervaarlijk op en hij ontbloot kort zijn tanden, wat ze zonder te twijfelen beantwoord met een dierlijke grauw. Ze komt als winnaar uit de strijd wanneer hij een laatste verontwaardigde grauw uit en zich dan uit de voeten maakt, misschien wel geen zin hebbend om deze strijd aan te gaan. Shiva kan weinig triomf halen uit zo'n aftocht en voelt haar lip dan ook optrekken tot een sneer, alvorens haar aandacht wordt opgeëist door een man die het duidelijk tegen haar heeft.
          "Alles okay?" Donkere ogen blikken in de hare, de jongeman zelf beduidend langer dan haar. Zijn woorden gaan langs haar heen, klinken als gibberish in haar oren en dragen geen enkele betekenis. De toon die hij aanwend heeft echter niets vijandigs en aan de natte vlek in zijn kleding te zien is hij de dupe geworden van haar competitie met de kleine blazende krijger van eerder. "Was je drankje zo vies dat besloot er een omstander mee water te geven?"
          Voor een moment kijkt ze enkel naar hem omhoog en vraagt zich af waarom hij planten uit de zee in zijn haren draagt. Haar oog valt op de ketting om zijn hals en de daar afgebeelde bloem, haar interesse kortstondig getrokken door de subtiele sporen van magie die rond hem hangen. Vooralsnog lijkt hij haar niets te willen doen.
          "Ini handinzwisise mutauro wako," zegt ze, al begrijpt ze dat het tevergeefs kan zijn. Misschien begrijpt hij dan echter dat zij hem niet begrijpt. Voor ze hem echter nog iets kan vragen klinkt er achter haar een bijna zuigend te noemen geluid en plotseling worden de koorden energie naar haar portaalbewakers doorgesneden in één enkele haal. Haar connectie met Khán blijft bestaan, maar terwijl er om haar heen een shift is in de energie van de menigte, voelt ze zelf iedere connectie met haar wereld vervagen. Haar ogen worden groot terwijl ze terug kijkt naar de donkere ogen van de vreemdeling, haar houding per direct een meer vijandige, bovenlip opgetrokken wanneer ze weer spreekt. "Wakaitei iwe, mutorwa?"
          Hij lijkt dan geen kwaad in de zin te hebben, maar zij is nieuw in deze wereld, iedereen die ze tegenkomt een onbekende. Terwijl het geschreeuw om hen heen aanzwelt tot iets paniekerigs zoals ze dat nog nooit heeft gehoord, begint het haar te dagen dat er misschien meer speelt, dat het toch niet bij deze persoon voor haar ligt. Khán tijgert geagiteerd langs haar heen, blazend naar eenieder die te dicht nadert en duidelijk niet op zijn gemak binnen de ontstane drukte.


    Ik begrijp je taal niet
    Wat heb je gedaan, vreemdeling?


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    outfit // grumpy // at the shadowmarket

    SAXA      //      HALFGODDES      //      WITH ANALU

          'Ik mag hopen voor je dat die koffie lekker is, want ik heb cafeïne nodig binnen nu en een half uur.' Ik zag terwijl ik achter de man aanliep dat hij met zijn hoofd schudde om mijn woorden, waardoor er toch een grijns op mijn gezicht ontstond. Hij trok een deur open die echt wat olie nodig had en nog voor we binnen stonden keek iedereen binnen de tavern onze kant op. Met een resting bitch face keek ik de menigte aan, waardoor langzamerhand de gezichten ook weer wegdraaide. De man nam plaats aan de bar en liet zichzelf op een krukje zakken van niet al te hoge kwaliteit. Nog voor ik me bij hem kon aansluiten stond ik ineens stil en kreeg ik een nare rilling over mijn ruggengraat. Over mijn hele lichaam stond kippenvel en het viel me op dat ik meteen een blik kreeg van de man, hij voelde het ook.
          'Dat voelde jij ook, toch?' Zijn woorden bevestigde wat ik al dacht en ik knikte kort als antwoord. Het viel me ook op dat de wolf aan zijn zijde het door had, hij stond op scherp en staarde naar de uitgang. Ik volgde zijn blik en keek naar buiten, waar ik al snel mensen heen en weer zag rennen en schreeuwen. Wat een drama, het zal wel niet zo heftig zijn als het volk denkt. Ik draaide me weer om naar de bar, waar de man al drinken had besteld. Zijn glas stond er al en ook mijn koffie was in de maak.
          'Nou hè hè, daar is je koffie. Zolang je mij maar niet nogmaals ermee raakt — geheel onschuldig uiteraard.' Kwam er sarcastisch over zijn lippen, waardoor ik met mijn ogen rolde. Het was natuurlijk zijn eigen schuld, hij liep tegen mij op, maar ik besloot die opmerking voor mezelf te houden. Het kleine mannetje achter de bar ging met zijn ogen over mij en vervolgens naar de man, waardoor ik hem even afwachtend aankeek.
          'En sweetheart, wat moet je hier met Analu?' Ik glimlachte naar de man bij het horen van de naam Analu. We hadden ons natuurlijk nog niet voorgesteld, dus nu had ik een voordeel. Ik ging wat dichter bij Analu staan, sloeg een arm om hem heen en keek hem quasi-verliefd aan.
          'Oh, had je dat nog niet gehoord? We gaan trouwen!' Glimlachte ik naar de man waarna ik Analu een kus op zijn wang drukte. Ik kon zijn mannelijkheid ruiken en ik moest toegeven dat hij een goede geur had. Wel schoon, maar geen liter parfum, walgelijk vond ik dat altijd.


    - thank you for existing -

    BLAYZE
    ⚜ 𝖈𝖚𝖗𝖘𝖊𝖉 ⚜

                                                                           


    ❝ fate lives within us;
          you only have to
                be brave enough to see it.❞

    𝖇𝖊𝖆𝖗𝖒𝖊𝖓
    outfit • With Villmumon
          Villmumon knikte alsof ze het begreep, maar toch had het gevoel dat de jongedame niet naar hem had geluisterd. Eigenlijk had Blayze de jongedame gewoon haar gang moeten laten gaan. Hij kon alles naar haar roepen, maar zelfs als hij een driedubbele moord zou toegeven, zou ze hem met een glimlach en een knik negeren. Toen Blayze met zijn ogen knipperde was ze alweer verdwenen.
          “Net lag het hier nog!” Blayze draaide zich geschrokken om. Hoe had ze dat nou weer gedaan? Als een monster zocht Villmumon tussen het servies. Geen kopje werd gespaard en een paar keer moest Blayze haar te hulp schieten — als ze bijna servies van de tafel afstootte of een andere onbekende haar af wou leidden. ,,Ik weet het zeker!”
          Terwijl Villmumon doorging met alles door elkaar te zetten, probeerde Blayze haar zoektocht terug te draaien om geen scène met de verkoper te veroorzaken. Hij wilde haar wel kalmeren, maar zou geen idee hebben hoe. Blayze haalde een hand door zijn haar en besloot de jongedame wat ruimte te geven. Hij wou op haar schouder tikken en haar aandacht trekken, maar werd ervan weerhouden, omdat iemand tegen zijn schouder aanstootte.,,Kijk uit, blinde!'' schreeuwde een elf, terwijl hij een middelvinger naar Blayze opstak. ,,Sukkel'', fluisterde Blayze.
          Toen hij zich weer op de jongedame richtte had ze een aparte glimlach op haar gezicht, maar Blayze vond het nog geen reden voor paniek — nog niet. Langzaam deed ze haar zonnebril af. en rode ogen kwamen erachter tevoorschijn. “Doe eens een stap opzij.” Bezeten deed hij wat ze vroeg. Géén idee waarom — zijn benen deden gewoon wat ze wou. ,,Waar zijn we naar opzoek?'' Vroeg hij. ,,Ik kan je helpen? Dingen optillen en zo.''
          Blayze wou nog iets zeggen — zijn mond was al open, maar een vrouw liet hem zijn gedachten vergeten. ,,Gevangen!'' Schreeuwde ze, maar vanaf Blayze zijn positie was het onmogelijk om het goed te horen. Hij herhaalde haar woorden, maar er was al paniek ontstaan in het rustige straatje. Blijkbaar hadden anderen het wel goed gehoord. Blayze was sterk genoeg om in de drukte te blijven staan, hij duwde gewoon de menigte aan de kant. Hem meesleuren was onmogelijk, maar waar hij zich meer zorgen om maakte was de jongedame. ,,Zitten we gevangen?''

    [ bericht aangepast op 10 april 2020 - 15:41 ]


    My magical crystall ball tells me •´¯`•» you're full of shit «•´¯`•.

    Villmumon

    demon • outfit • met Blayze

    Villmumon lachte tevreden, toen Blayze opzij stapte en het licht eindelijk op het kraampje viel. Bijna meteen zakten haar schouders omlaag. Het glinsterende ding was gewoon een theelepeltje. Ze had minstens een halfuur gezocht naar een theelepel, waarvan ze dacht dat het iets anders was.
          “Waar zijn we naar opzoek?” Ze kon begrijpen dat hij niks van haar gedrag begreep. “Ik kan je helpen? Dingen optillen en zo…” Hij leek nog iets te willen zeggen, maar viel opeens stil. Ze zag hem de andere kant op kijken en volgde zijn blik.
          Er was iets veranderd. De uitgelaten, vrolijke stemming, die eerst heerste over het hart van de markt, was verdwenen. Paniek had zijn plaats ingenomen. Wezens renden alle kanten op, sommige schreeuwend, anderen huilend. Iemand was zijn schoen verloren, maar rende gewoon door. Een ander gooide haar drankje weg, zonder te kijken waar ze het naartoe gooide, waardoor weer een ander over het bekertje struikelde. Het was een chaos. Waarom?
          Precies op het moment dat ze haar mond open deed, om te vragen wat er aan de hand was, hoorde ze Blayze iets anders vragen. “Zitten we gevangen?”
          Gevangen? Een lach ontsnapte uit haar mond. “Gevangen? Zoals ik-“
          Iemand schreeuwde door haar zin heen. “De portalen! Ze zijn dicht!”
          Even bleef Villmumon als versteend staan. Het was maar goed dat die persoon was gaan schreeuwen, want ze had teveel gezegd. Hopelijk had Blayze haar niet gehoord.
          Toen pas drong het tot haar door wat de persoon eigenlijk zei. Ze geloofde het maar half, maar het idee was erg genoeg om haar de adem te benemen. De druk op haar borst was weer terug en haar nekharen kwamen langzaam overeind, alsof ze duidelijk probeerden te maken dat er dit keer wel een reden voor paniek was. Ze moest hier weg.
          Ze graaide om zich heen om zich aan iets overeind te houden. Haar hand klemde zich om het eerste wat ze tegenkwam. De arm van Blayze.
          “Blayze!” Ze gilde harde in zijn oor, haar paniek duidelijk hoorbaar. “We moeten hier weg!” Op het moment dat ze het zei, bedacht ze dat dat helemaal niet kon.

    GHISLAINE
    Half fae ✰ with Angel ✰ Outfit




          Ghislaine kiest er wijselijk voor het teruggespeelde antwoord van de dame niet als vraag op te nemen. Technisch gezien hoeft ze er op die manier namelijk niet op te antwoorden. Dat de mysterieuze brunette niet incapabel is, is de half—fae inmiddels wel glashelder. Hoeveel van de voorwerpen die hier verkocht worden zijn daadwerkelijk veilig om te hebben? Haar wilde gok is tien procent, hoewel zelfs dat als een optimistisch percentage klinkt. De Schaduwmarkt staat vrijwel gelijk aan het dark web in haar belevenis.
          Het ontgaat haar niet dat de donkere schone de kelk eerst zorgvuldig in zich opneemt, zich waarschijnlijk zeer bewust van de gever. Ghislaine kan het haar niet kwalijk nemen, hoewel haar bovennatuurlijke trots zou willen snuiven voor de ondankbaarheid die hiermee gepaard zou kunnen gaan.
          ‘Aangenaam, Ghislaine. Mijn naam is Angel.’
    Het is de oprechte vriendelijkheid in de woorden die haar ervan weerhoud de wijn in iets te veranderen wat een stuk minder onschuldig zou zijn. Angel. Ze houdt haar groenblauwe kijkers onafgebroken op haar glimlachende gezicht gericht wanneer ze de eerste slok neemt.
          ‘Bedankt, het is heerlijk.’
    Het complimentje doet haar zelfgenoegzaam grijnzen, waardoor ze zelf ook nog een flinke teug neemt en haar blik dan voor het eerst weer even over de stroom vreemdelingen laat glijden. Iets aan het duo lijkt de donkere gestaltes op afstand te houden, wat Laine alleen aan de donkerharige aan haar zijde zou kunnen koppelen. Hmm...
          ‘De beste remedie voor een verloren ziel,’ verzucht ze, zonder haar glimlach te verliezen. Haar gedachten dwalen onbewust af naar de fae die haar gebaard heeft. De titel moeder is ze alleszins niet waard in haar optiek, iets wat haar verleidt nog een slok te nemen, maar haar arm halverwege doet verstijven.
          ‘Hij zal vast en zeker niet zo erg zijn? Dat mag ik hopen althans, gezien zijn werk,’ zegt Angel tot haar eigen verbazing. De witharige kantelt haar gezicht zodat deze iets dichterbij de jonge vrouw komt en schudt haar hoofd.
          ‘Dit is de enige plek die ik ken waarop de echte monsters zich niet in de schaduwen bevinden.’
    Laine steekt haar hand uit, haar mondhoeken omhoog krullend alsof ze zojuist niet een onheilspellende waarheid heeft uitgesproken om een bruine lok bijna liefkozend achter haar oor te strijken.
          ‘Het spijt me overigens dat ik geen echte gift voor je heb, of je verder een koop kan bieden. Jij biedt me hulp, heerlijke wijn... en ik vrees dat ik er maar weinig voor terug kan bieden,’ zegt Angel op schuldbewuste toon, het begrip van voor wat hoort wat niet verloren aan de dame. Ghislaine wuift de woorden belangeloos weg, haar gedachten al verbolgen over een acceptabele ruil. Ze laat haar tweekleurige ogen over de donkere kijkers van haar metgezel omlaag dwalen, waar ze op haar lippen blijven hangen.
          ‘Ik denk—’
    De rest van wat ze had willen voorstellen gaat verloren in de chaos die rondom de kleine stand uitbreekt; stemmen die schreeuwen dat de portalen zijn verdwenen, in rook opgegaan, dat ze zich naar de hoofdingang moeten haasten nu ze nog kunnen. Ghislaine's gezicht vertrekt tot een grimas als ze zich in één vloeiende beweging van Angel afbeweegt en bovenop het kraam klimt, de mogelijkheid nemend om over de vele hoofden naar het plein de de verte te turen.
          ‘Dat is...’ Onmogelijk? Laine spant en ontspant haar vingers, zich afwendend van de onrust in de straat. ‘Het ziet er naar uit dat we hier nog wel even zitten,’ zegt ze, omlaag springend voor ze haar jurk gladstrijkt. Ze is er niet bepaald voor gekleed, of wel?


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    VEE      LAURIER
    Lycanthrope • Raven of Death • Nox



          Tijd.
    372 dagen, voorbij in een knippering van haar ogen, verdwenen in een onsamenhangende reeks van nachtmerries en zelfmoordmissies.

    Tik
    Tik
    Tik


    En dan heeft hij haar ingehaald. Als een stomp in haar maag, waarvan de impact de wereld om haar heen doet tollen. Rond en rond en— ‘Vee?’ Zijn stem slaat over, maar het is zijn geluid, haar naam en zijn stem en de zuurstof is nog nooit zo snel haar longen binnengezogen.
          ‘Zeg alsjeblieft dat ik niet weer droom.’
    De zwartharige wolvin voelt zijn pezen opbollen onder de greep die ze nog steeds op zijn schouder uitoefent, haar aandacht voor het eerst van zijn gezicht omlaag flitsend, de veranderingen gade slaand waar ze deze aantreft. Er is helemaal niets slungelig aan de jongeman die nu voor haar neus staat; maar zijn huid is doorzichtiger dan ze deze ooit heeft gezien, en de hoeken van zijn groot geworden ogen zijn rood doorlopen. Hadeon. Hadeon. Hadeon. Het is geen droom. Is het een truc?
          Er botst iemand tegen haar op, doet haar in één klap realiseren wat er om hen heen gaande is, waardoor ze haar hand terugtrekt nadat ze hem een weinig voorzichtige duw richting de zijkant heeft gegeven. Haar gehemelte lijkt van beton, onvermurwbaar vasthoudend aan haar tong. Ze kan niet helder denken.
          ‘Wat doe je hier in godsnaam?’ Wreed, zo wreed.
    Haar armen glippen over elkaar, trachten houvast te vinden in een positie die haar rug kaarsrecht dwingt, maar ze kan hem amper aankijken onder de schaduwen die over zijn gezicht vallen. Wat als Hadeon hem hiertoe aangezet heeft?
    Vee spant en ontspant haar kaken, een zinloze poging om de onrust die haar ingewanden uit elkaar trekt te negeren. Pas na een interne crisismeeting, schieten haar ogen opzij, verzekerd de jonge wolvin zich ervan dat hij er echt staat. Haar wenkbrauwen kunnen niet verder naar elkaar toe trekken, overweldigd door de laatste herinneringen die ze aan hem heeft; hoe hij in het holst van de nacht tussen de bomen verdween, compleet onwetend dat het de laatste keer was dat ze elkaar ooit zouden zien.
          Dat was het niet. De realiteit staart haar namelijk rechtstreeks in het gezicht en weigert weg te kijken.
    Vee duwt haar verweerde handen door haar krullen, de enige uiting van emoties die ze dusver toont, hoewel ze het gevoel heeft dat haar aan elkaar gestikte naden de wervelwind die binnenin haar gaande is amper nog kunnen bedwingen.
          Geleende tijd, misschien was het allemaal geleende tijd, zijn de secondes gaan aftikken vanaf het moment dat ze het lafaardpad koos. Is dit een voorteken? Haar handen glijden naar haar zakken, waarin ze zich tot vuisten ballen.
          ‘Ziet dit er nog steeds uit als een droom voor je?’ vraagt ze hem op cynische toon zodra ze ervan verzekerd is dat haar stem niet zal overslaan. Het heeft haar nog nooit zoveel moeite gekost om achteloos te klinken. Ze hebben een veel groter probleem, een leven—of—dood situatie — maar toch vraagt de harde wolvin zich af of er een alternatief universum bestaat waarin de angst om hem aan te raken zou worden verworpen door het verlangen om hem vast te pakken als de reddingsboei die hij de betere helft van haar leven is geweest.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Doug
    25 • Kelpie • Vendor and Buyer • Close to his stall • Can't breath • Shiva


    De vrouw bleef me met grote ogen aankijken. Alsof ik wartaal uitbracht. Was mijn accent dan zo dik dat ik lastig te verstaan was? De meesten hier spraken in elk geval wel iets Engels of hadden een manier om de taalbarrière te overstijgen. Zij bleek hierop de uitzondering, merkte ik toen zij begon te praten in iets wat mij totaal onbekend klonk. Shit. Hoe was dit op te lossen, want de vrouw intrigeerde me wel, dus een gesprek zou ik wel kunnen waarderen. Ik keek om me heen en zag bij een van mijn buren een omnilingualism kettinkje hangen. De warlock had me hier wel eens over vertelt: Alle talen spreken en begrijpen door een klein beetje hele specifieke en hele sterke magie. Het was mij neergezet als gevaarlijk, maar nu zou het wel heel handig zijn. Ik gebaarde haar zo goed en zo kwaad als het kon te wachten, voor ik op de koopman afstapte.
    Ik was druk aan het afdingen toen er een bizar geluid klonk. Ik legde het geld op tafel en pakte de ketting vast, toen ik plots geen lucht meer kreeg. Het leek of mijn hele lijf in brand stond en ik van binnenuit werd verscheurd. Alsof het water uit mijn cellen zich een weg naar buiten probeerde te banen. Happend naar adem draaide ik me naar de dame, ogen groot van paniek, met de ketting in mijn handen. Om ons heen was het ook plots grote chaos, maar het ging grotendeels langs me heen door wat zich in mijn lijf afspeelde. Ik kon nog net haar de ketting in haar hand drukken, voor mijn benen het begaven. Water. Ik had water nodig, en het liefst het gore water van de Clyde waarin ik was opgegroeid.
    Nu pas begon me te dagen dat ik mijn verbinding met thuis niet meer voelde. Het gevoel was nooit heel sterk, een achtergrond gevoel, maar nu was het alsof er een groot gapend gat was op de plek waar mijn hart en longen hoorden te zitten. Wat was er in hemelsnaam aan de hand? "Water." piepte ik wanhopig. Ik had in mijn kraampje een aantal potjes staan met producten in water van thuis, dat zou ideaal zijn, maar ik voelde me zo zwak dat ik amper nog zou kunnen staan. Er was iets heel erg mis, maar ik was nu niet in staat het uit te vogelen. Niet in deze chaos, niet met mijn lijf waar ik amper nog controle over had. Ik was doodsbang en mijn normaal zo nonchalante houding was volledig verdwenen.
    Ik kreeg pas weer lucht toen iemand iets van vocht over me heen gooide. Ik keek omhoog en zag een oude bekende met een van mijn potten naast me staan. Hij hielp me omhoog en ik bedankte hem, terwijl ik zo goed mogelijk op adem probeerde te komen. Zo snel als dat hij was verschenen, verdween hij ook weer in de ultieme chaos om me heen, toen hij doorhad dat het weer met me ging. Voor de zekerheid greep ik nog een pot van mijn kraampje af, voor ik me druipend van het water weer op de dame richtte. "Wat is er in godsnaam aan de hand?" vroeg ik haar, mijn ogen nog altijd groot van paniek en verwarring, en mijn ademhaling nog zwaar van wat er net was gebeurd. Ademhaling ging nog altijd niet volledig zo makkelijk als normaal, maar ik kreeg in elk geval weer lucht. Mijn hoofd was nog maar langzaam aan het terugkomen van wat er net was gebeurt, waardoor zelf nadenken nog niet echt mogelijk was.

    [ bericht aangepast op 11 april 2020 - 14:54 ]


    Bowties were never Cooler

    ⋄ ◊ ⋅ Nova Lynx ⋅ ◊ ⋄

    Witch ━ 22 ━ Schaduwmarkt ━ Doug & Shiva ━ Outfit

    Nova bleef nog altijd staan leunen aan een muur in donkere schaduwen. Van een afstand bestudeerde ze wat er verderop in het centrum gaande is. Nog steeds zag ze een grote zwerm van insecten hangen in de lucht, maar dit keer deed het geluid ervan weinig met haar. Ze was er al inmiddels achter gekomen dat de insecten maar een verbeelding waren. In letterlijke opzicht representeerden de insecten de chaos dat gaande was.
    ‘ – vast.’
    ‘Poorten –‘
    ‘Dicht.’
    Het waren steeds dezelfde woorden die ze opving. Ze zaten vast omdat de poorten waren verdwenen – althans, het hoofdportaal. Maar als de andere portalen open waren, waarom zou er dan nog zoveel paniek zijn ontstaan? Nova knipperde onzeker en staarde in het niets. Het was al niet de bedoeling dat ze hier lang haar tijd zou verdoen, maar dit..? Nare verbeeldingen kropen haar gedachten binnen, echter weigerde Nova ze door haar hoofd agressief te schudden. ‘Look on the bright side, Nicholas zit hier dan ook vast, niet?’ Ze probeerde haarzelf aan te moedigen dat het goed zou komen. Haar gedachten dwaalden af naar haar ouders en zusje. Wanneer zou ze hen gaan zien als ze vast zat? De blik van Nova gleed weer naar waar het hoofdportaal had moeten staan en roerloos keek ze toe hoe meerdere wezens een poging waagden om weg te kunnen komen. Niks werkte.
    Haar aandacht verschoof echter toen ze plots een jongen verderop naar adem zag happen. Hij leek wel haast in te zakken. De pupillen van Nova werden groot en meteen begaven haar benen zich richting de jongen. Nog voordat ze binnen gehoorbereik was, werd er wat water gegooid op hem en leek hij weer wat bij te komen.
    ‘’Gaat het?’’ Vroeg Nova bezorgd toen ze eenmaal naast hem stond en kantelde vragend haar hoofd.

    Angel

          Guardian Angel      |||      Fairy Godmothersomething      |||      Protector      |||      Guardian Spirit      |||      Al Hafathah      |||      Outfit      |||      @ Ghislaine’s stall w/ Ghislaine     


    In the body of — Vera Trust.
    She is a — Harpy-Banshee hybrid.



    Het is bijna akelig hoe de witharige dame de glimlach niet van haar gezicht laat verdwijnen, laat staan het feit dat ze deze niet van Angel afkeert. Zelf is de engel al niet te best in het hebben van conversaties met personen die hem onbekend zijn, maar deze dame zorgt er enkel voor dat deze nerveuze ondertoon binnenin Angel — die hij niet af kan schuiven op Vera — aan het groeien is. Het heeft niets te maken met de afkomst van de dame, of welk wezen er in haar schuilt, het is puur de wanhoop om alles perfect te doen binnenin Angel zelf.
          ‘De beste remedie voor een verloren ziel.’
          Angel geeft bij wijze van instemming een klein knikje. ‘Ben je een verloren ziel?’ Het hoofd van Angel kantelt wat, terwijl ze het wezen tegenover haar bestudeerd. Binnenin hoort hij Vera zacht lachen, al oogt het voor hem helemaal niet als zo’n vreemde vraag. Zelf voelt hij zich alles behalve een verloren ziel, en heeft hij ook niet zozeer het idee dat hij zo overkomt — maar wie weet, indrukken kunnen uiteraard altijd anders zijn.
          ‘Dit is de enige plek die ik ken waarop de echte monsters zich niet in de schaduwen bevinden.’
          Wanneer Angel beseft dat Ghislaine’s hoofd wel aardig dichtbij gekomen is, stapt hij echter niet weg. Er is iets aan deze half-faerie wat enige interesse op weet te wekken. Haar glimlach is weer wedergekeerd na een korte afscheid, terwijl ze een lok haar van Vera achter haar oor veegt op tedere wijze.
          ‘Ik denk—’
          Ghislaine’s blik op de lippen van Vera was hem niet ontgaan, waardoor deze wat uiteen gingen. Hij had genoeg romantische films gezien, evenals boeken gelezen — en dan nog niet te vergeten naar koppels gekeken om te zien wat er op het punt stond te gebeuren. Het ergste? De half-faerie had hem in zijn macht gehad. Nu was Angel daar enorm vatbaar voor, dus de enige die hij hiervoor kan beschuldigen is zichzelf. Het is echter iets dat het moment verbreekt, en ervoor zorgt dat de Schaduwmarkt op zijn kop staat.
          De stemmen om hen heen wijzen niet alleen op chaos, het is het feit dat er wezens zijn die er een poging toe doen hun krachten te gebruiken, en dat deze binnen luttele seconden terugflitsen in een vlaag van verwarring. Het licht in hun ogen dooft na de zoveelste poging van komen en gaan — iets dat Angel nog besluit met rust te laten. Zijn krachten zijn al ver weg te vinden, waardoor hij dit niet aan wil kaarten aan de buitenwereld. Een zwakke engel kan nog altijd op negatieve zin gebruikt worden.
          Wanneer Angel zich weer tot de witharige dame keert, staat deze bovenop haar kraampje. ‘Dat is…’ Afwachtend luistert hij naar het volgende woord, maar er komt niets. Het enige dat hij hoort is het geschreeuw van de mensen om hen heen, en al gauw beginnen de eerste personen in een vlaag van paniek rond te rennen als een kip zonder kop. Angel’s schouder blijkt een geliefd punt te zijn, waardoor deze zich wat meer richting het kraampje van Ghislaine verplaatst.
          ‘Het ziet er naar uit dat we hier nog wel even zitten.’
          Angel kijkt naar de dame terwijl ze naar beneden springt en haar jurk glad strijkt. Ondanks dat Angel er geen behoefte aan heeft de paniek zichtbaar te maken op het perfecte gezichtje van zijn tijdelijke lichaam, voelt hij deze wel ontstaan. De huid van de dame wordt blanker, terwijl de mond open glijdt — op zoek naar een directe oplossing, of misschien zelfs een logische reden waarom dit gebeurt. ‘Dat meen je niet?’ De woorden klinken wanhopig, alsof Angel zich nog vast wil grijpen aan iets — alles.
          Zijn hand glijdt naar zijn mond, terwijl hij nogmaals rondkijkt naar de omgeving. De manier waarop mensen simpelweg elkaar omver knallen om zich richting de dichtstbijzijnde poort te kunnen begeven, mocht deze spontaan terugkeren. Wanneer hij een joch op de grond ziet belanden, en al gauw iemand op de jongen af ziet komen lopen zonder waakzaam te zijn, schiet hij in een waas van een wit met gouden flits er vandoor, om hem gauw omhoog te helpen en aan de kant te krijgen voordat er ongelukken gebeuren. De jongen, niet veel ouder dan veertien schat Angel hem, knippert enkele keren met zijn ogen, voordat deze zonder enig woord er vandoor rent.
          Wanneer hij zijn aandacht weer richt op Ghislaine, van wie hij nog niet eens op zo’n grote afstand is, maakt hij op normale wijze zijn weg terug. Hij slikt zacht, en besluit te spreken voor zij het kan. ‘Heb jij enig idee hoe dat gebeurt kan zijn?’ De woorden klinken wanhopiger dan Angel wil toestaan, maar waarschijnlijk lang niet zo wanhopig als hij zich voelt. De angst dat hij te lang bij zijn mens vandaan blijft groeit met de seconden, waardoor zijn handen samenkomen en hij met de ringen die Vera draagt begint te frutselen. Hij doet een poging zijn adem onder controle te houden, terwijl hij toch begint te twijfelen of hij een poging moet doen zijn eigen krachten te gebruiken. Zojuist heeft hij het toch al gedaan, dus een extra poging is niet vreemd.
          Angel werpt een knikje richting Ghislaine. ‘Op hoop van zegen dan maar.’ In een flits is Angel verdwenen, waarbij hij opnieuw een wit en gouden licht achterlaat. Ditmaal blijft hij echter weg, en verschijnt hij niet zozeer een stukje verder. Nee, hij dwaalt even in een onbekende omgeving, waarna hij terugschiet naar het kraampje van de half-faerie. ‘Oh nee…’ Zijn hart klopt als een bezetene, en om zichzelf te kalmeren probeert hij zich tot Vera te keren — het probleem is enkel dat deze in een nog ergere paniek te vinden is dan hijzelf.



    Analu      Kekoa

          Son of a Giant      |||      Son of a Lamia      |||      Bounty Hunter      |||      Hired killer      |||      Outfit      |||      @ Pub w/ Saxa     

    'Oh, had je dat nog niet gehoord? We gaan trouwen!’
    Waarschijnlijk moeten de woorden hem meer doen, maar ergens staat hij niet eens meer versteld van deze dame. Met een grijns op zijn gezicht neemt hij dan ook de kus op zijn wang in ontvangst, terwijl hij nonchalant zijn schouders ophaalt richting de barman. Laatstgenoemde begint echter luid te lachen, maar wanneer hij Analu’s gezicht niet ziet vertrekken stopt deze abrupt.
          ‘Serieus?’
          Analu schud grijnzend zijn hoofd, en neemt dan een slok van zijn eigen drinken. Al gauw klinken er “ze is te goed voor je” en “wat moet ze met jou” door de bar, waardoor de zoon van een reus zichzelf toch wat meer vermaakt dan hij gewoonlijk doet. ‘Ze zeggen toch altijd dat je moet reiken naar iemand die beter is dan jou? Nou, dat heeft ze gedaan.’ Zijn arm glijdt grijnzend rond haar slanke taille, waarna hij ditmaal degene is die een kus plaatst, op haar voorhoofd ditmaal. Hij is nu echt niet van plan dit te verbreken, het is veel te vermakelijk. De taverne is overspoeld met ongeloof, wat hij voor nu nog wel kan hebben.
          ‘Analu, hoe heb je dit arme ding hierin meegesleept?’
    De barman lijkt de verdoemde act door te hebben en kijkt de twee dan ook met vernauwde ogen aan. Analu haalt als antwoord zijn schouders lichtjes op. ‘Misschien is ze helemaal niet zo onschuldig als ze eruit ziet.’ Nu ziet ze er al alles behalve onschuldig uit, dus kunnen ze zich vast een aardig beeld schetsen — mits hun blikken zich weg weten te keren van haar rondingen.
          Wanneer Analu een of andere vaste klant de mond wil snoeren voor een onzinnige opmerking vliegt de deur van de taverne open, luid tegen de muur erachter aan — een handeling die de barman laat schreeuwen dat de persoon zachtjes moet doen met de deur. ‘De portalen zijn dicht. We zitten vast.’ De woorden kunnen niet eens tot Analu doordringen, voor dezelfde barman luid begint te lachen — totaal in ongeloof. Hij biedt de man een drankje op het huis aan, en begint al met schenken. De man lijkt ook wel alsof hij het nodig heeft, waardoor Analu zich tot de dame naast zich keert. ‘Nou, het lijkt erop dat er toch iets gaande was dan.’ De woorden klinken aardig droog, gezien het voor Analu eerder een voordeel is dan wat anders — mits zijn slachtoffers al binnen zijn althans.


    I'm your little ray of pitch black.


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    ℑ 𝔴𝔞𝔰 𝔟𝔬𝔯𝔫 𝔴𝔦𝔱𝔥 𝔞𝔫 𝔦𝔫𝔰𝔞𝔱𝔦𝔞𝔟𝔩𝔢 𝔞𝔭𝔭𝔢𝔱𝔦𝔱𝔢 𝔣𝔬𝔯 𝔡𝔢𝔰𝔱𝔯𝔲𝔠𝔱𝔦𝔬𝔫

    Demonic Vessel      -      Side track      -      Vee



    ℑ𝔣 𝔶𝔬𝔲 𝔬𝔫𝔩𝔶 𝔨𝔫𝔢𝔴
          Dat lege gevoel houdt aan terwijl zij hem eveneens in zich opneemt, haar hand nog steeds op zijn schouder. Hij voelt het gewicht ervan, de grip welke momenteel het enige is wat hem geaard lijkt te houden, maar ondanks dat lijkt de aanraking niet te registreren. Er heerst zo'n angstaanjagende stilte in zijn hoofd dat hij bijna zou wensen dat Hadeon iets zou zeggen, puur om iets bekends te hebben om zich aan te vergrijpen, een stukje realiteit in deze waanzin.
          De zet die hij van haar krijgt is een weinig zachtzinnige welke hem niet enkel naar de zijkant van het pad dwingt, maar ook net dat beetje meer ruimte tussen hen creëert. Ook dit lijkt Nox nog niet zozeer wakker te schudden, zijn lichaam op de automatische piloot en zijn ogen nog steeds rond als schoteltjes op haar gestalte gericht. Op hoe vertrouwd ze is, tegelijk met het feit dat er een complete vreemde voor hem lijkt te staan.
          "Wat doe je hier in godsnaam?" En het is de toon in haar stem die hem in één klap met beide benen op de grond doet komen. Het rumoer om hen heen vult met hernieuwde kracht zijn oren en plotseling zijn zij niet meer de enigen, word de wereld weer rechtgetrokken tot de puinhoop die het momenteel is — wat het het afgelopen jaar überhaupt is geweest. De woorden kick-starten zijn hersenen weer en deze lijken in overdrive te gaan. Hij ziet de manier waarop ze zichzelf draagt, de manier waarop haar ogen zich overal lijken te richten behalve op de zijne en dan raakt het hem als een mokerslag. Van alle scenario's, alle mogelijke uitkomsten en fantasieën die hij zich voor de geest heeft gehaald, was dit er geen. Woede en diepe gekwetstheid vullen zijn kern zo snel dat hij bijna verwacht weg te vallen om ruimte te maken voor Hadeon. Maar dit is niet Hadeon; dit is hij zelf.
          "Ziet dit er nog steeds uit als een droom voor je?" vraagt ze door, het gebrek aan antwoord opvullend met cynische woorden die door hem heen lijken te snijden. En hij begrijpt het nu — begrijpt wat voor een idioot hij is geweest. Verbijsterend dat het nu pas lijkt te klikken, al heeft hij misschien vanaf dag één wel geweten dat hij in de ontkenningsfase zat die nu ruw word beëindigd. De schaamte piekt venijnig omhoog naar zijn wangen, welke lichtelijk verkleuren in iets waarop Vee vroeger altijd uit leek te zijn, in dit geval zonder enige speelsheid.
          Hoe belachelijk lijkt het nu dat hij twee maanden lang iedere dag naar de garage is gegaan, iedere dag is gaan checken of de wolvin terug was gekomen van wat voor fase ze op dat moment dan ook had. Soul-search? Vluchtgedrag? Ruimte, misschien? Hij heeft zichzelf alle mogelijke redenen voor gehouden die er waren, ieder aannemelijk scenario geaccepteerd zolang hij maar niet naar Hadeon zijn continu zacht gefluisterde woorden hoefde te luisteren; Je hebt haar afgeschrikt. Weggejaagd. Ze heeft je in de steek gelaten omdat ook zij, net als ieder ander, niet kan leven met een monster zoals jij.
          En hij begrijpt dit, heeft altijd in zijn achterhoofd geweten dat er een moment zou komen waarop hij iedereen van zich af zou stoten en durfde nooit te geloven dat mensen hem los konden zien van de demon. Het in je achterhoofd hebben en het bevestigd krijgen zijn echter twee compleet verschillende dingen, zo is gebleken, en het vertrek van Vee is als een afgrond geweest voor hem. Een bevestiging die heeft geleid tot overgave aan Hadeon op een geheel nieuw level, met alle gevolgen van dien. Het is zijn eigen schuld, werkelijk, en toch is er die woede. Nox lacht, kort en vreugdeloos.
          "Dat is je eerste vraag? Serieus?" werpt hij bijna even cynisch terug, zijn toon bijtender dan hij voorheen ooit zou gebruiken tegenover wie dan ook. "Wat zou ik hier nou doen?"
          Hij begrijpt waarom hij boos is, ziet in dat hij ergens nog de hoop had gehad dat ze elkaar ooit weer zouden kruisen en dat het dan als vanouds kon zijn, dat ze misschien blij zou zijn hem te zien. De werkelijkheid dat ze hem nauwelijks aan kan kijken en zich overduidelijk geen houding weet te geven bevestigd zoveel meer dan hij aan kan. Hij is niet zozeer boos op haar, als wel op zichzelf.
          "De betere vraag is; wat doe jij hier?"

    [ bericht aangepast op 12 april 2020 - 1:18 ]


    Marrow deep, soul deep, essence deep