Brother Zachariah
151 || Silent Brother || Visiting an old Friend || Breaking the Law
Magnus' ogen leken uit zijn hoofd te vallen en zijn mond stond wijder open dan dat ik ooit mogelijk had gedacht, toen ik hem het kleine boekje overhandigde. Voor het eerst sinds tijden kreeg ik een glimlach om mijn lippen, al zou het van buiten vast op een afzichtelijke grimas lijken. Het deed me goed om mensen te kunnen verrassen, ze echt blij met iets te kunnen maken, want als Silent Brother gebeurde dat maar weinig, en zeker dat deel van mijn wezen was over de jaren compleet aan het wegkwijnen, terwijl het vroege het grootste deel van mijn persoonlijkheid was geweest. Zijn gestotter was misschien nog wel het beste. Natuurlijk wist ik de waarde van dit boek, voor ieder van de soorten in de Shadowworld en zeker de Warlocks, maar om een oude vriend zo vol ongeloof, dankbaarheid, en vreugde te zien, was geweldig. Het leek mijn emotieloze ziel haast weer te ontwaken. Dat zou nooit gebeuren zolang ik deze Runes droeg, maar het gevoel was geweldig, een van de redenen waarom ik hier was: Om me weer enigszins levend, enigszins menselijk te voelen. Bij zijn laatste woorden schudde ik mijn hoofd langzaam.
Haar naam is en zal altijd Tessa Grey zijn, en bij haar overlijden zal het terugkeren naar het Spiral Labyrinth. Zo zou Will het hebben gewild, en zo wilt Tessa het ook. Daar is het veilig.Via Alexander kan ik ervoor zorgen dat het terugkomt bij Tessa. Ik vertrouw erop dat hij bij jou in goede handen is tot die tijd, zoals ik was al die jaren geleden. Mijn bleke irissen zochten even contact met zijn kattenogen. Het was niet meer dan een paar tellen, maar een blik zei veel meer dan welke woorden ook zouden kunnen. Ik was hem zo dankbaar voor alles wat hij voor mij, voor Tessa, en bovenal voor Will had gedaan over de volledige tijd dat hij er voor ons was geweest, al bijna 150 jaar. Daar woog niets tegenop. Ik wist ook wel dat het verre van altijd compleet onzelfzuchtig was, maar dat maakte mijn dankbaarheid niet minder. Zelfs sinds ik een Silent Brother was geworden, was hij, naast Tessa, een van de weinigen die nog enige vorm van contact had gehouden, al was het maar heel sporadisch en via Institutes. Magnus en Tessa waren de enigen die ik nog over had uit mijn oude leven, de enigen aan wie ik me nog kon vastklampen in de hoop mijn menselijkheid nog een klein beetje te kunnen behouden, hoe zwaar dat ook was in de Silent City. Ze gaven me hoop dat misschien, ooit, de vloek van de Yin Fen opgeheven kon worden, en ik misschien, ooit, weer zou kunnen rondlopen als de Jem die ik ooit was geweest.
Bowties were never Cooler