(...)
Hoe oud zou hij zijn? Door haar wimpers keek ze weer naar de jongen, die inmiddels enkel voor zich uit staarde. Zijn mobiel hing slap in zijn rechterhand, die op zijn knie leunde. Zijn linkerarm leunde met de elleboog op zijn opgetrokken knieën en met zijn linkerhand ondersteunde hij zijn kin. Hij leek na te denken; Yenthe schatte hem ongeveer 24. Dat was een mooie leeftijd voor een topvolleyballer.
Ze begon te typen:
X is 24 jaar oud en speelt in het Nederlandse team van volleybal. Hij traint vijf dagen in de week en wijdt zijn hele leven aan volleybal. Zijn team is alles voor hem en zijn grootste doel in het leven is om de olympische spelen een keer te winnen. Mentaal is hem echter iets overkomen waardoor hij zijn energie kwijt is geraakt; iets volleybal-ongerelateerds, iets wat hem de lust in het leven heeft afgepakt. Waarom is hij zo droevig?
Ze dacht even na. X moest een geschiedenis hebben. Een verleden, iets waardoor het volleyballen nog belangrijker voor hem is. Volleybal moest voor hem een manier zijn om dat had hem dwarszat, te verdringen. Maar wat? Wat zat hem dwars? Waarom keek hij zo droevig?
Ze keek nogmaals heel kort op en zag tot haar teleurstelling dat hij opstond om weg te gaan. Dit verhaal boeide haar en ze wilde ermee verder, maar nu raakte ze het beeld van hem kwijt... Ze pakte vlug haar mobiel uit haar zak en drukte op de camera. Zo onopvallend mogelijk, alsof ze aan het typen was, zette ze hem in beeld en drukte ze op de foto. Haar hart begon als een razende te kloppen toen ze zag dat er licht uit haar camera kwam.
Hoe kon je zo stom zijn om de flits aan te laten?!
Ze vergrendelde vlug haar mobiel en wilde paniekerig opstaan om snel weg te lopen, maar het was te laat. X liep haar kant op, met gefronste wenkbrauwen, en vroeg haar waarom ze een foto van hem maakte. Ze wenste, zoals vaker, dat ze hierin meer als Racquel was: die had nu een flirterig grapje gemaakt, geknipoogd en had dan weg kunnen gaan. Zij stond echter met haar mond vol tanden en kon alleen maar naar de grond staren.
'Ik vroeg je wat.' Hij klonk geïrriteerd, maar niet kwaad, en ze waagde het om op te kijken. Hij stond enkele meters van haar vandaan en had zijn armen over elkaar geslagen; ze voelde zich verschrikkelijk.
'S-sorry.' Het was een zacht excuus, maar hij moest het gehoord hebben; hij trok zijn wenkbrauwen op.
'Ik vind het niet prettig als mensen zomaar foto's van me maken.' Hij zuchtte.
'Nee, dat snap ik. Sorry.' Haar hele gezicht moest knalrood zijn; haar lichaam trilde en ze gloeide van top tot teen. Ze durfde hem niet aan te kijken.
'Ik ben geen beroemdheid, hoor. Waarom deed je het eigenlijk? Om een foto op te sturen naar vriendinnen, of zo?'
'Nee!' Haar reactie was vlug en lichtelijk fel en ze besefte pas dat dat een belediging was nadat ze het al gezegd had.
Het was duidelijk dat hij er niks van begreep. Even dacht ze dat hij weg zou lopen en dus overwoog ze haar opties. Als ze nu niets zou zeggen, zou hij haar heel raar vinden; als ze hem uitlegde wat ze had gedaan, zou hij haar ook raar vinden, maar misschien net iets beter begrijpen. Ze zuchtte zachtjes en schraapte toen haar moed bij elkaar.
'Ik schrijf graag verhalen,' mompelde ze. 'Over - over mensen hier op de camping.' Heel kort keek ze op. Hij leek verbaasd, maar bleef wel staan.
'Niet iedereen is daar van gediend,' zei hij, na een korte stilte. 'Dat je zomaar verhalen over ze schrijft. En waarom maak je dan een foto?'
'Ik - ik schrijf niet over de persoon zelf. Ik gebruik alleen de - de situatie. Het uiterlijk. En - en daar verzin ik dan een verhaal bij.' Ze had haar blik weer neergeslagen en voelde zich onnozel. Ze had hem gewoon moeten laten gaan; nu zat ze in een sociale situatie waar ze zich helemaal niet in wilde bevinden.
'En de foto heb je nodig om verder te kunnen?' Hij klonk iets milder, iets vriendelijker. 'En ik ben één van je personages?'
Ze beet op haar lip en knikte.
'Wat heb je over me geschreven?'
Ze slikte. Ze had een fout gemaakt door de situatie uit te leggen. 'Dat je eh - dat je volleybalt. En 24 bent.'
'Ik ben geen volleyballer, al vind ik het een leuke sport. En ik ben 23, daar zat je wel dicht bij.' Hij grinnikte nu. 'Dat is wel weinig info, hoor. Was dat alles?'
Ze keek naar haar laptop. Waarom is hij zo droevig? Dat zou ze niet zeggen. Dat zou de situatie er niet beter op maken.
'Keek ik droevig?' Haar hart sloeg een keer over toen ze besefte dat hij ook mee kon kijken op haar laptop. 'Sorry. Ik weet dat het asociaal is om op iemands beeldscherm mee te kijken, maar ik was nieuwsgierig.' Hij keek haar aan en hield haar blik vast. 'Keek ik zo verdrietig?'
'Een - een klein beetje. M-maar ik overdrijf wel alles.'
'Jemig.' Hij plofte op het bankje neer naast Yenthe. 'Wat ben ik een aansteller, zeg.' Hij begroef kort zijn gezicht in zijn handen en zette ze daarna in zijn haar. Daar staarde hij weer een paar tellen naar voren, alsof hij weer in gedachten was, en toen leek hij uit de trans te ontwaken. 'Wat was je van plan te schrijven? Waarom ik droevig was?'
Yenthe staarde naar haar laptop. 'D-dat wist ik nog niet zeker.'
'Hmm.' Hij keek weer naar voren. 'Vast iets vreselijks. Een scheiding. De dood van een geliefde. Zoiets.'
Yenthe keek even naar hem. Dat waren niet dingen die ze in haar hoofd had gehad; ze wilde iets doen dat dieper ging dan dat. Iets wat in zijn verleden was gebeurd, maar wat plotseling, door een andere gebeurtenis, heel sterk naar voren kwam. Iets wat geen tijd nodig had om opgelost te worden, maar afsluiting. Acceptatie. Maar dat zou ze zeker niet tegen deze jongen zeggen. Daarom reageerde ze niet.
'Nou, ik kan je vertellen dat het veel minder erg is dan je denkt,' zuchtte hij. 'Geldt onbeantwoorde liefde op het eerste gezicht als iets ergs?'
Ze keek schichtig op. Vertelde hij haar dit nu echt? Was hij zo open tegen haar? Was dit de waarheid? Hij kende haar toch helemaal niet? Waarom zou hij haar dit vertellen? Ze kende al jaren niemand meer die haar ooit vertelde wat die persoon het meeste dwarszat, laat staan een vreemde...
'Dat - dat kan best erg zijn, denk ik.' Haar gedachten gingen heel kort naar de jongen met zijn hoedje en zijn lange haar, maar dat beeld liet ze vlug weer varen.
Hij grinnikte, al klonk het niet echt vrolijk. 'Ik had haar anders nog nooit gesproken. En toch doet de afwijzing pijn.'
'Afwijzing doet altijd pijn.' Haar vader had haar met open armen geaccepteerd in zijn leven, maar hij was de enige. Racquel en Racquel's moeder hadden haar gehaat vanaf het moment dat ze haar zagen. Ze kon het hen niet kwalijk nemen, gezien de situatie, maar het had haar leven niet makkelijker gemaakt.
'Dat klinkt alsof je ervaring hebt.'
Shit. Ze wilde helemaal niet praten over haar eigen situatie. Ze haalde daarom haar schouders op en zei niets. Dat leek voor de jongen een teken te zijn om op te staan. Hij keek naar haar en zei pas weer iets toen ze hem ook aankeek. 'Dit gesprek blijft tussen ons, toch?' Hij glimlachte vriendelijk. 'Ik ben Johan.' Hij stak zijn hand uit.
Ze pakte die aarzelend aan en dwong zichzelf om hem aan te kijken toen ze haar naam zei. Ze knikte als reactie op zijn vraag en keek hem nog kort na toen hij wegliep. Hij pakte opnieuw zijn mobiel uit zijn zak, keek even op het scherm en stopte hem toen met een zucht weer weg, terwijl hij in de richting van het strand liep.
If you want the rainbow, you gotta put up with the rain