Charles Spencer Mazetti
Iemand gooit me de vuile oliedoek toe en grijnzend veeg ik mijn handen er aan af. Er zit alweer een werkdag op, en we hebben vandaag twee auto's gefixt. Lang niet slecht, al zeg ik het zelf. Ik neem afscheid van iedereen, en loop naar de bureau, waar mijn spullen staan. Ik drink mijn kop koffie leeg en haal mijn jas en rugzak uit mijn locker, waarna ik die weer op slot draai. Voordat ik naar buiten loop, steek ik nogmaals mijn hand op en roep ik dat ik weg ben.
"Tot morgen!" roep ik naar de mannen die er nog zijn, en loop de deur uit.
Meteen loop ik rechts, zoals ik altijd doe. Ik haal mijn mobiel boven en kijk naar het boodschappenlijstje dat Joanne me deze ochtend heeft doorgestuurd. Ik versnel mijn pas wanneer ik merk dat het elk moment rood kan worden, en steek de straat nog gauw over. Ik loop de supermarkt op de hoek binnen en loop meteen door naar de rijen waaruit ik wat nodig heb. Ik neem een brood, wat kaas, pasta en saus voor vanavond en reken het allemaal af. Het kassabonnetje stop ik in mijn broekzak.
Ik fluit een melodietje dat daarstraks op de radio speelde en loop verder richting huis. Ik stop de sleutel in het sleutelgat en loop naar binnen. Ik leg meteen de boodschappen in de keuken, en ga daarna mijn schoenen uitdoen.
"Joanne?" roep ik door het appartement.
Ik hoor wat gestommel in de bijkamer en zie dat ze bezig is met de was. Ik neem wat van mijn kleren van haar over en kijk haar glimlachend aan.
"Bedankt, je bent een schat," zeg ik dankbaar, en zet mijn woorden kracht bij door een klapzoen op haar wang te drukken. Lachend schud ze haar hoofd.
"Liever wat meer was doen, dan dat ik last heb van een stinkende huisgenoot die erbij loopt als een dakloze," zegt ze grinnikend en duwt me de bijkamer uit door me een klapje op mijn kont te geven.
"Maar toch, ik apprecieer alles wat jullie voor me doen."
Hoewel ik het bijna elke dag tegen zowel Joanne en Nic zeg, vind ik dat ik meer dankbaar zou mogen zijn. Ik help overal waar het kan, maar het voelt alsof ik niet genoeg doe.
"Je weet dat dat graag gedaan is. Hup, ga je maar omkleden, ik wil die vieze dingen niet aan tafel. Het eten is binnen een halfuurtje klaar," zegt ze nog voordat ze haar slaapkamer binnenloopt met haar eigen wasmand.
Gedwee loop ik naar mijn kamer, waar ik me omkleed, en loop vervolgens om Joanne te helpen met de pasta.
Anderhalf uurtje en een volle maag later, trek ik me beleefd terug naar mijn eigen kamer, waar ik me nog wat opfris en wat tv kijk. Aangezien het een lange en vermoeiende dag op het werk was, duurt het niet lang voor ik wegzak in een droomloze slaap.
Wanneer ik langzaam wakker word, denk ik haast dat ik me overslapen heb door het felle licht dat zelfs te zien is wanneer ik mijn ogen gesloten heb. Wanneer ik gekwetter hoor van vogels en iets anders ruik dan mijn eigen naar versgewassen lakens ruikende kamer (ik steek de schuld op Joanne), open ik mijn ogen. Niet-begrijpend kijk ik om me heen, en bijna ben ik dankbaar dat ik in slaap gevallen ben met mijn kleren aan. Ik haal mijn hand door mijn haren, en merk dat mijn pols brandt.
Een tattoo? Van een barcode nog wel, wat doet dat op mijn lichaam?
In de verte hoor ik een schreeuw, en meteen ben ik alert. Ik ben hier helemaal niet alleen. Meteen spring ik recht en kijk om me heen.
"Hallo?" roep ik voorzichtig. Wanneer er geen antwoord komt, doe ik een paar stappen richting iets dat eruit ziet als een tropisch woud. "Is hier nog iemand?" roep ik wat luider.
But I still have this faith in the truth of my dreams.