• T h e      W o l v e s      I n      T o w n      ~      R o l l e n t o p i c

    Elke stad heeft zo wel zijn eigen mythe. Zo heeft La Push de mythe dat er weerwolven hoedde in het kleine stadje. Zo heeft het vele mensen getrokken die het geheim willen ontdekken van de stad. Alleen is La Push niet de enige stad waar de weerwolven heersen over de stad. Ergens verscholen in Mallowhill, vlakbij La Push, heeft zich een nieuwe wolf pack gevestigd. Niemand wist er ooit van, tot er liefdes buiten de wolf pack ontstaan en er geen weg terug is dan het hun te vertellen. De leider van de pack is er niet blij mee dat het geheim wordt verspreidt. Toch moet hij het feit accepteren en de nieuwe leden een kans geven, maar zal het hun lukken om hun geheim binnen de pack te laten?


    R o l l e n:
    W o l f      p a c k:
    - Aya Brooke Stark » 18 jr. » Reincarnate » 1
    - Tatiana "Tatia" Quinn » 17 jr. » geleninja » 5
    -

    - Finn Zachary van Hohenheim » 18 jr. » Enchanter » 2
    - Clyde Roy Mokamo » 19 jr. » Vivir » 5
    - Jared Avalon » 20 jr. » Ephrya » 8 (Alpha)

    M e n s e n:
    - Lora Woods » 17 jr. » Vivir » 1
    - Yasmin Yaela Oliveira » 19 jr. » Princesas » 3
    - Gereserveerd voor Crissy

    - Damon Cameron Morriss » 19 jr. » Reincarnate » 2
    - Keith Layton Anderson » 18 jr. » Enchanter » 4
    - Dante William Darbyshire » 19 jr. » Drifted » 7

    R e l a t i e s:
    -
    -
    -


    R e g e l s:
    -Alleen ik (Reincarnate) mag topics aanmaken!
    -Max. 2 rollen p.p. toegestaan!
    -RESERVATIES BLIJVEN 4 DAGEN STAAN! DAARNA WORDEN ZE VERWIJDERT!
    -Geen gescheld of gepest! Na 2 waarschuwingen word je eruit gezet!
    -Minimaal 300 woorden per stukje.
    -Rollen uitgebreid inleveren en laten nakijken! GEEN PERFECTE MENSEN!
    -Beheers alleen je eigen rol en niet dat van iemand anders! Jij hebt je eigen rol en daar bemoei je je ook mee!
    -Problemen of vragen? Stuur een pb en leg het graag allemaal uit

    [ bericht aangepast op 8 dec 2014 - 22:53 ]


    "I don't have sweet dreams.. I have beautiful nightmares" †

    Keith Layton Anderson.

    Voordat ik het weet, ben ik omringd door mensen. Net op het moment dat ik van de stilte om me heen begon te genieteb en mijn hoofd het zou overnemen. Zitter er twee mensen bij mij aan de tafel. Ondertussen is mij al een donut aangeboden, die ik vol genot aan het binnenwerken ben. De "Hey" die van Clyde af kwam, klonk niet erg vrolijk. En ik vraag me af of ik me daar zorgen om moet maken. Om de drie seconden checkt Tatia haar telefoon. Ook iets bij haar thuis aan de hand? Ik haal mijn schouders op en groet de jongen terug. "Morgen," zeg ik zelf ook al niet al te vrolijk. Misschien had ik de suiker wel nodig, aangezien ik me al een stuk beter begin te voelen. Een hoger bloedsuikerlevel is altijd beter voor je, althans. Dat zeggen mijn moeders altijd.
    Thuis wordt ik altijd volgestouwd met de meest suikerige dingen ooit, die ze natuurlijk, je raad het al, allemaal zelf hebben gemaakt. Mijn zusje Amy slaat alles altijd af, bang om haar dunne figuur te verliezen. Ik lach meestal en stop het suikerige dat haar in aangeboden daarna in mijn mond. Waardoor ik een tik op mijn voorhoofd verdien, en ik er vervolgens nog een krijg. Want ja, 'zo'n jonge jongen moet wel goed blijven eten hoor, hij is nog in de groei'.
    "Als ik ooit iets af wil schaffen, dan is het economie!" zeg ik terwijl ik mijn vuist op tafel gooi. Zonder dat ik het me echt opvalt mimiquet Tatia mijn beweging. Overduidelijk is ze het er mee eens, daarentegen, het valt me wel vaker op dat ze het met de meeste mensen eens is. Iedereen lijkt haar aanwezigheid uit te kunnen staan, en accepteert haar om zich heen. Wat mij verbaast, want normaal gesproken, mijdt ik mensen zoals Tatia. Maar ach, een persoon als haar kan je moeilijk gaan negeren niet?
    Nee inderdaad. Het duurt niet lang meer voordat de volgende bel zal gaan. Ik stel voor om alvast te vetrekken. Maar als tieners, lijkt niemand echt de aandrang te hebben om te gaan. Vandaar dat ik ook maar blijf zitten.


    “You’re unique. Not just in terms of what you’ve accomplished, but what you represent.” - The Illusive Man



    Tatia Quinn


    'Hey,' zegt Clyde terwijl hij bij ons komt zitten. Hij klinkt chagrijnig dus ik bied hem zwijgend een donut aan.
    "Als ik ooit iets af wil schaffen, dan is het economie!" zegt Keith ineens heel fel en hij slaat met zijn vuist op tafel. Ik doe het zelfde.
    'Als ik ooit iets af mag schaffen is wiskunde, en scheikunde en natuurkunde... economie mag ook wel weg,' besluit ik. Ik neem een hap van mijn donut en kijk nogmaals op mijn telefoon. Geen berichten meer. Wat was er aan de hand vandaag? Ik eet zwijgend mijn lunch op en net als Keith voorstelt om alvast naar de les te gaan krijg ik een sms van mijn broer.
    - Maak je geen zorgen, maar kom na school direct naar huis, Krister-
    Geen zorgen, my ass. Even verstijf ik dan raak ik geheel in paniek. Ik grijp Clydes arm beet en begin over mijn hele lichaam te trillen. Ik haal heel diep adem, maar ik heb het idee dat ik geen lucht krijg. Mijn zicht word wazig en ik kan niet eens vaststellen dat ik aan het hyperventileren ben, want het enige wat ik me kan bedenken was dat de laatste keer dat ik zo'n raar sms'je had gekregen Alex in het ziekenhuis lag met een hersentumor.

    [ bericht aangepast op 7 dec 2014 - 18:26 ]


    There is something alluring about an angel drawn to the dark side.


    Clyde Roy Mokamo


    Zodra ik zit wordt me een donut aangeboden door Tatia, die ik maar al te graag aanpak en zwijgend op begin te eten.
    "Morgen." Zegt Keith en verder is de rust redelijk stil naar mijn mening. "Als ik ooit iets af wil schaffen, dan is het economie!" Hoor ik Keith dan ineens uit het niets zeggen. Hij en Tatia slaan met hun vuist op de tafel, wat er ergens wel ironisch uitziet.
    'Als ik ooit iets af mag schaffen is wiskunde, en scheikunde en natuurkunde... economie mag ook wel weg,' Vervolgd Tatia Keith's vakken die weg mogen lijstje. Ik voeg geen woord toe in het gesprek. Ik vindt de vakken en school niet zo erg. Er zijn ergere dingen in de wereld. We mogen gelukkig van zijn dat we ons daar geen voorstelling van kunnen geven. Ondertussen stelt Keith voor om alvast naar de lessen te vertrekken en ik knik een beetje waarna ik opsta, net als Tatia, waarna zij opeens heel vreemd begint te doen. Ik zie haar trillen en ik voel dat ze mijn arm beetpakt. Gelijk let ik erg goed op, want deze symptonen ken ik maar al te goed. Ik slik even en ik kijk de overvolle aula rond. Te veel mensen, is mijn conclusie.
    "Ik denk dat wij maar beter even een luchtje kunnen scheppen. Keith, wil je bij economie zeggen dat Tatia even onwel werd en iets later komt." Zeg ik tegen Keith en zonder zijn antwoord af te wachten loop ik al de aula uit, terwijl Tatia aan mijn arm hangt. Onderweg komen we Lora tegen en zij kijkt geschrokken naar Tatia.
    "Tatia, wat is er aan de hand." Vraagt ze, maar zonder antwoord te geven loop ik door, snel naar buiten waar er niet zoveel mensen zijn.
    "Hoe voel je je?" Vraag ik haar als we eenmaal buiten zijn.

    [ bericht aangepast op 7 dec 2014 - 19:07 ]


    She was always looking for more..



    Tatia Quinn


    Clyde neemt me zo snel als hij kan de school uit en ik begin te beseffen dat ik niet genoeg lucht krijg.
    'hoe voel je je?' bijna had ik zijn vraag gemist, in mijn paniek.
    'Lucht... Geen lucht... Alex...' hyperventileren, ik ben aan het hyperventileren. Wat moet je doen als je aan het hyperventileren bent? Ik weet het niet. Ik weet het echt niet. O, God. Dadelijk gaat Alex dood! Dadelijk heeft hij weer kanker. 'Clyde?!' weet ik uit te brengen. Mijn lichaam gaat nog erger trillen en een warmte verspreid zich over mijn lichaam. Ik trek mijn jack uit en gooi die op de grond. Het trillen was nu onbeheersbaar en ik greep Clydes arm weer vast. Op het moment dat ik zeker wist dat ik flauw ging vallen door een zuurstof te kort veranderde er iets. Ik klapte dubbel en voelde hoe ik binnen enkele seconden veranderde in iets wat heel anders met paniek om ging dan een mens. Grote poten stonden stevig op de grond en een grote vacht lag over mijn lichaam. Ik had het idee dat ik kilometers ver kon horen en alles in het bos kon ruiken. Ik zette aarzelend een stap naar voren. Ik hoefde me niet af te vragen wat ik was. Ik was groot gebracht met onze legendes.
    Ik voelde Clyde naast me staan, ik kon zijn lichaamswarmte voelen, ik kon zijn hartslag horen, ik kon hem ruiken. Ik keek naar hem en maakte een klein blaf geluidje, wat me heel erg verbaasde.

    [ bericht aangepast op 7 dec 2014 - 20:11 ]


    There is something alluring about an angel drawn to the dark side.


    Clyde Roy Mokamo


    'Lucht... Geen lucht... Alex...' Ze klinkt paniekerig. Alex is haar broer, dat weet ik. Maar wat kan er met haar zijn, of eerder gezegd met haar broer. Ze lijkt zich er zorgen om te maken, te veel zorgen dan ze nu kan gebruiken.
    "Tatia. Probeer naar me te luisteren. Doe rustig." Zeg ik tegen haar. Dit is niet echt de goede plek hiervoor, ik moet haar ergens anders heenbrengen. Dit kan niet, niet hier, niet nu, gewoon niet. Het lijkt wel te snel voor mij te gaan. Tatia was mijn zorgeloze vriendin, mijn mensenvriendin, met nadruk op mens. Nu dit, dit kan gewoon niet. Niet zij, waarom zij? Ze lijkt zich niet te kunnen ontspannen. En dan gebeurd het. Ze veranderd. Ze kijkt me paniekerig aan en ik weet al gelijk dat ze echt weg moet van deze plek. "Kom mee." Zeg ik tegen haar. Uitleg kan later wel komen, maar niemand mag haar hier nu zien. Omdat ik extra sterk ben door het wolf zijn, weet ik haar op te tillen, waarna ik met haar in mijn armen richting het bos ren. Als we daar zijn aangekomen ruik ik nog een geur, iemand uit mijn pack is hier. Haastig ren ik op haar af, waar ik Aya zie en aankijk. Ik zet Tatia daar ook neer.
    "Ehm Aya, ik heb hier een klein probleempje." Zeg ik tegen haar. Ik haal een beetje moeilijk adem doordat een wolf toch wel zwaar is, ook al ben ik er zelf één. Ik maak me zorgen om Tatia, wanneer ik verandere vond ik het vreselijk en het is ook wat mijn familie uiteindelijk uit elkaar heeft gescheurd. Ik herinner me de pijn die ik had toen mijn botten voor het eerst veranderde en die wens ik niemand toe en al helemaal Tatia niet.


    She was always looking for more..

    A y a      B r o o k e      S t a r k



    Ik hoorde een geluid uit de bosjes komen en rook de vertrouwde geur van een lid van de pack. Ik draaide mijn grijze kop om en zag Clyde aankomen. "Ehm Aya, ik heb hier een klein probleempje", Hoorde ik hem zeggen en keek naar de nieuwe wolf. Ik herkende nog de oudelijke geur van Tatia. Ze was dus pas net veranderd. Met mijn redelijk grote wolvenlijf liep ik op Clyde en Tatia af. Ik stopte vlak voor hem en keek hem recht aan. "Wat is er aan de hand?", Vroeg ik in de gedachtes van Clyde, aangezien ik deze vorm niet kon praten. Ik keek naar Tatia en merkte dat ze het moeilijk had. Voorzichtig nam ik Tatia van Clyde over en legde haar neer op de grond. Ik legde haar hoofd wat hoger, zodat haar luchtwegen wat opener werden. "Tatia, dit is een kleine fase waar je doorheen moet. Het duurt even en het is niet fijn, maar de eerst transformatie is altijd pijnlijk.", Zei ik tegen haar in haar gedachtes. Het was een gave die elke wolf van de pack had, zodat we met elkaar konden communiceren. Ik fronste en hoopte voor haar dat het snel gedaan was, maar ik kon al horen dat haar botten weer aan het genezen waren. Snel dook ik achter een boom en veranderde naar mijn menselijke vorm. Ik vond het nooit zo fijn om voor iemand zijn ogen terug te veranderen. Ik fronste en liep weer terug richting Clyde met mijn kleding weer aan. "Hoelang gaat het al zo?", Vroeg ik aan Clyde en bleef Tatia bekijken. Ik kon de pijn van mijn eerste transformatie nog zo goed herinneren. Ik vond het zo onverdragelijk en een vreselijke fase, maar nu wist ik niet beter. Ik krabde achter mijn oor en dacht na. Elke transformatie was anders. Elke transformatie duurt langer over korter dan die van jou en loopt ook heel erg anders. Ik keek Clyde aan en keek hem vol medeleven aan. Ik wist dat hij het moeilijk had..


    "I don't have sweet dreams.. I have beautiful nightmares" †


    Clyde Roy Mokamo


    Naar mijn mening is Aya redelijk kalm voor deze situatie.
    "Wat is er aan de hand?" Zeggen haar gedachtes me. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Het was zo snel gegaan, te snel. Het is oneerlijk. Ik vindt het verschrikkelijk voor haar. Het feit dat ik wolf ben heeft mijn familie verscheurd. Ze geloofden me niet, niemand van hun. Ik herinner me de tijd met mijn opa, hij steunde me, hij hielp me, hij stierf en liet mij alleen achter op de wereld. Na hem volgde de rest van mijn familie. Ze sloegen op de vlucht voor mij, hun gestoorde zoon. Dat hele wolvengebeure kan nooit goed uitpakken voor iemand. Het is naar mijn idee een teken van verdorvenheid, gedoemd te falen, al kan ik niet wegrennen voor de persoon en in mijn geval de wolf, die ik ben. "Tatia, dit is een kleine fase waar je doorheen moet. Het duurt even en het is niet fijn, maar de eerst transformatie is altijd pijnlijk." De pijn, dat maakt het alleen maar erger voor haar. Ik wil niet meer terug denken aan mijn eigen transformatie. Dat was meer dan verschrikkelijk en ik krijg gelijk weer kippenvel nu Aya er over begint. Ik zie hoe Aya even wegglipt om haar kleding te pakken en terug te veranderen in een mens. "Hoelang gaat het al zo?" Vraagt ze aan mij. Ik denk even na. Ik heb niet ontzettend goed aan de tijd gedacht. Ik was vooral bezig met haar uit de school gegaan en het leek vast veel sneller dan het in werkelijkheid was.
    "Ik weet het niet precies hoe lang. Nog niet heel lang. Ik heb haar gelijk hierheen gebracht. Niemand mocht haar zo zien." Antwoord ik uiteindelijk met een schorre stem. Verder voel ik mezelf er een beetje nutteloos bij staan. Ik heb geen idee hoe ik haar kan kalmeren. In zulke dingen ben ik nooit heel handig geweest, maar ik kan nu toch ook niet weggaan?


    She was always looking for more..


    Tatia Quinn


    Toen ik eindelijk over de verbazing heen was voelde ik de pijn. Ieder spier in mijn lichaam protesteerde bij elke beweging, ieder gewricht deed zeer, ieder bot voelde aan alsof het twintig keer gebroken was. Ik klapte dubbel, wat voor een wolf een hele prestatie was.
    Ik voelde hoe Clyde voorzichtig me optilde en weg bracht. Even was ik verbaasd over hoe sterk hij moest zijn om een wolf van mij grote, want ja ik kon hem ineens recht in de ogen kijken dus ik moest enorm zijn, en daarmee ook gewicht kon optillen.
    "Ehm Aya, ik heb hier een klein probleempje,' hoorde ik hem zeggen, maar ik was te gefocust op de pijn om me echt op hem te kunnen concentreren.
    "Tatia, dit is een kleine fase waar je doorheen moet. Het duurt even en het is niet fijn, maar de eerst transformatie is altijd pijnlijk." Ik kromp in elkaar toen ik een stem in mijn hoofd hoorde die niet van mij was. Tegelijkertijd vertelde een instinct, ik had ineens een instinct, dat die stem daar hoorde, dat die stem mij hielp. Ik hoor hoe haar gedachtes terug keren naar haar eigen transformatie en ik voel even haar herinnering. Dan is het weg en komt Aya uit de bosjes lopen.
    "Hoelang gaat het al zo?" Vraagt ze aan Clyde.
    "Ik weet het niet precies hoe lang. Nog niet heel lang. Ik heb haar gelijk hierheen gebracht. Niemand mocht haar zo zien." Zijn stem klink schoor en ik kan zijn paniek en angst ruiken. De pijn trekt ineens heel snel weg en ik heb het idee dat ik weer kan ademen. Zonder dat ik er verder bij na denk, het moet weer dat dierlijk instinct geweest zijn, druk ik mijn kop, mijn enorme veel te grote kop, zachtjes tegen zijn borst. Alsof dat al zijn pijn en paniek weg zou halen.
    Mijn gedachtes zijn weer kalm, en ik besef nu dat ik totaal geen reden had om zo in paniek te raken. Ik wist niet eens wat er precies gebeurd was dat mijn familie zo raar deed? De kalmte voelt fijn en ik kan weer helder na denken. Even raak ik in paniek dat ik niet terug kan veranderen, maar dan herinner ik me Aya weer. Ik blaf, een raar geluid, een vreemde sensatie en ik grijp voorzichtig Clyde bij zijn jas beet en trek. Wel niet voorzichtig genoeg, want ik trek hem omver. Ik ruik de dierlijke geur op, dezelfde geur die op Aya ligt. Hij is net zoals ik, net zoals zij. Ik begin ongelofelijk enthousiast te worden "Kom, verander dan!" denk ik. "Ren met me door de bossen idioot!" Ik denk dat ik grijns en ik maak een raar sprongetje en door mijn onwennigheid van mijn nieuwe lichaam val ik vol op mijn bek. Het boeit me niet, de pijn is binnen enkele seconden weer weg en ik sta weer op. Mijn bewegingen voelen ongecoördineerd en raar, maar ik voel me er zo vrij door.
    "Ik ben een wolf!! Hoe hard kan ik rennen? Wat zou ik allemaal kunnen horen? Zou ik nu ineens heel veel rauw vlees willen eten? Hoe ruiken konijntjes?"

    [ bericht aangepast op 8 dec 2014 - 12:41 ]


    There is something alluring about an angel drawn to the dark side.

    A y a      B r o o k e      S t a r k



    Ik leek misschien kalm aan de buitenkant, maar in mijn hoofd gingen allemaal scenario's rond. Ooit was er voor mijn ogen iemand dood die te lang deed over zijn transformatie. Ik slikte bij dat idee en keek naar Tatia. Ik hoopte sterk voor haar dat het allemaal snel weer goed kwam, maar zoals het eruit zag, zou het wel goed komen. "Ik weet het niet precies hoe lang. Nog niet heel lang. Ik heb haar gelijk hierheen gebracht. Niemand mocht haar zo zien.", Zei Clyde tegen me en ik zag aan zijn gezicht hoeveel hij zich zorgen maakte. "Het maakt niet uit. Het is goed dat ze hier is en dat niemand haar heeft gezien. Maar zoals het nu eruit ziet, gaat het de goede kant op.", Zei ik en legde even mijn hand op z'n schouder. Deze trok ik snel terug en liep naar Tatia om haar hartslag te checken. Deze klopte nog normaal voor een transformatie en ik hoorde hoe haar lichaam zich steeds meer herstelde. Ik glimlachte in mezelf en merkte hoede senario's in mijn hoofd steeds rustiger werden en wegtrokken. Ik kalmeerde steeds meer en ging tegen een boom aanzitten. Zo kon ik Tatia tenminste goed in de gaten houden. Ik haalde rustig adem en keek Clyde aan. "Rustig maar, Clyde. Het komt wel goed.", Zei ik, om hem proberen te kalmeren. Ik hoopte dat het allemaal goed zou komen. Ik fronste en zonk weer diep in mijn gedachtes. Wanneer zou ik mijn imprent ontmoeten? Het leek alsof menneer van Hohenheim die van hem al had gevonden. Mijn schouders zakten verdrietig naar beneden, maar ik hield mezelf groot. Ik wilde zo graag gelukkig zijn, maar er was tot nu toe nog niets wat mij dat speciale gevoel gaf. Niet veel later merkte ik dat Tatia al stond en Clyde omver trok in haar enthousiasme. Ik grinnikte en hoorde hoe ze wilde dat wij ook veranderden. Een glimlach verscheen op mijn lippen en ik veranderde naar mijn wolven-vorm terwijl ik achter Tatia aan rende. Ik voelde me al een stuk beter nu ik eindelijk me een beetje thuis voelde..

    [ bericht aangepast op 8 dec 2014 - 13:07 ]


    "I don't have sweet dreams.. I have beautiful nightmares" †


    Clyde Roy Mokamo


    Ik merk dat Tatia me probeert te kalmeren, maar het lijkt maar niet te werken. Ik blijf maar denken over mijn verleden, wat me steeds lijkt te breken. Meestal denk ik er gewoon niet aan en leef ik van dag tot dag, maar nu met Tatia, ik lijk het even niet te kunnen ontwijken en ik vecht tegen mijn tranen. Het lijkt me al helemaal raar om hier nu te gaan zitten huilen, terwijl Tatia juist degene is die dit alles voor de eerste keer moet doorstaan. Gelukkig zie ik wel dat haar pijn minder lijkt te worden, wat ook Aya opmerkt.
    "Rustig maar, Clyde. Het komt wel goed."Zegt ze nadat ze haar hand op mijn schouder heeft gelegd en me doordringend aankijkt. Ik probeer haar blik te mijden, gewoon omdat ik niet alleen aan Tatia denk, maar ook aan mijn eigen verleden. Tatia lijkt juist totaal niet meer in paniek, maar ongeveer het tegenovergestelde van dat, wat mij eerlijk gezegd alleen maar meer in verwarring brengt. Ze grijpt mijn jack beet en trekt me omver. Ze kent haar eigen kracht niet, ze heeft nog een heleboel te leren. Aan haar gedachten te lezen wil ze dat ik verander, waarvan ik niet goed weet wat ik ervan moet denken. Aya lijkt haar advies al snel op te volgen en ik besef me dat ik het misschien ook wel moet doen, gewoon om mijn gedachten van me af te zetten.
    "Ik ben zo terug." Zeg ik alhoewel mijn stem nog een beetje afwezig klinkt. Ik loop richting de beschutte bomen waarachter ik me gerust zonder blikken van die twee meiden uit kan kleden. Ik heb geen zin in nog meer kapotte kleding, die heb ik al genoeg. Zodra ik achter de bomen in mijn sneeuwwitte wolvenvorm ben veranderd, loop ik in een rustig tempo terug naar de andere twee waar ik me weer bij aan sluit. "Stukje rennen?" Zeg ik tegen ze in gedachten. Misschien had Tatia wel gelijk, misschien helpt het wel. Langzaam kom ik in beweging, waarna ik begin te rennen. In al mijn jaren als wolf heb ik dat erg goed onder de knie gekregen. Mijn wolvenvorm voelt haast vertrouwder aan dan mijn menselijke vorm. Voor Tatia zal dat nog wel even wennen zijn en voor haar ren ik ook lang niet op mijn normale tempo.


    She was always looking for more..


    Tatia Quinn


    "Ik ben zo terug." Clyde verdwijnt achter een paar bomen en even later voel ik zijn geest. Een grote witte wolf komt te voorschijn en begint te rennen. Als een gestoorde schoot ik achter hem aan. Ik struikelde, viel, sprong over eind, om enkele meters verder op weer te struikelen of tegen een boom aan te lopen. Het deed zeer, maar voor enkele seconden en tegen die tijd was ik al weer gevallen. Het was geweldig. Ergens achter in mijn hoofd vertelde een stemmetje mij dat ik knetter gek was en paniek moest raken, want ik had een staart (!!), maar ik had een staart(!!). Ik rende door het bos, nou ja struikelde, op een snelheid die ik in mijn menselijke lichaam nooit zou behalen. Ik rook dingen die ik anders nooit had kunnen ruiken, hoorde dieren waarvan ik niet eens wist dat ze in het bos waren.
    Het duurde even tot de roes van mijn enthousiasme wat verminderde en ik de anderen op merkte in mijn hoofd. Hoe raar dat ik ze al vergeten waren. Ik grijnsde, wel voor zo ver dat mogelijk was, toen ik Aya's gevoel van thuishoren voelde. Het was alsof ze zich beter voelde door mijn rare, en misschien wel een beetje misplaatste, enthousiasme.
    Ik stopte abrupt met lopen toen ik Clydes gedachten langs me heen voelde strijken. Dit was het meest open dat Clyde ooit was geweest en even voelde ik me verschrikkelijk dat ik nu in zijn hoofd keek. Toen pas voelde ik zijn zorgen en voelde me nog meer verschrikkelijk. Godver, dus dit was er gebeurd.
    Ik kreeg de nijging om Clyde te omhelzen en hem niet meer los te laten tot de wereld mooi was en vriendelijk tegen hem deed.
    Dat was een domme rare gedachten die ik normaal gesproken ook zou hebben, maar zonder twee getuigen in mijn hoofd. Als ik een mens was geweest had ik een kleur gekregen waar tomaten jaloers op waren.
    "Dus dit gedachten lezen? Geld dat altijd of kunnen we dat uitschakelen?" vroeg dacht ik. "En bestaan heksen en elfen en zo ook? Nu weerwolven bestaan, bedoel ik. En waarom zijn we eigenlijk veranderd? Volgens de verhalen gebeurde dat alleen als de kouden in de buurt waren... zijn er vampieren in de buurt?"


    There is something alluring about an angel drawn to the dark side.

    A y a      B r o o k e      S t a r k



    Ik luisterde naar de gesprekken die omgingen in hun hoofden en ik fronste daarbij. "Het hoeft niet altijd. Als de kouden er zijn gebeurt het automatisch, maar we hebben er zelf ook controle over.", Antwoordde ik en keek even richting Clyde. Een scheut van medeleven overspoelde me. Het was vast erg moeilijk voor hem geweest met zijn verleden. Ik was zo diep in gedachten verzonken dat ik met mijn grote snelheid tegen een boom aanklapte en mijn achterpoot verstuikte. Een grom en een zachte piep waren hoorbaar uit mijn bek. 'Godverdomme! Ik en mijn diepe gedachtes ook!', Schoot er door mijn gedachtes heen. Ik veranderde terug naar mens en ging bij de boom zitten. Er zat een diepe scheur in de bast en ik keek er even naar. Ik had blijkbaar een harde klapper gemaakt. Tranen welden op in mijn ogen van de pijn en ik greep naar mijn enkel. Het was erg moeilijk om mijn voet en onderbeen te bewegen. Ik gromde in mezelf en keek naar de gigantische blauwe plek, die er op mijn been verscheen. Ik durfde het niet aan te raken, aangezien het nu al vreselikk pijn deed en dat terwijl wolven een hoge pijngrens hebben. Ik haalde diep adem en werkte mezelf uiteindelijk omhoog. Er welde meer tranen op aangezien leunen erop al erg zeer deed. Ik hield mezelf vast aan de boom en zocht naar mijn evenwicht. Uiteindelijk hinkte ik van de boom weg en vond mijn weg langzaam door het bos. Waarom overkwam mij dit nou weer? Ik had eindelijk de tijd van m'n leven en nu overkwam mij dit weer. Ik gromde in mezelf, omdat ik erg baalde. In mijn wolven-vorm zou ik ook niet ver komen, omdat dat nog zwaarder zou zijn dan dit..


    "I don't have sweet dreams.. I have beautiful nightmares" †

    Finn Zachery van Hohenheim.

    Het duurt niet lang voordat ook ik doorheb dat er iets mis is. Echter zal het voor mij moeilijk zijn om naar buiten te stormen. Het zal na deze les moeten gebeuren, anders zal ik hoogstwaarschijnlijk mijn baan verliezen. De geluiden die van buiten komen staan me niet aan. Maar ik laat het even over me heen komen. Iedere keer weer, wanneer het voor mij mogelijk is om het te horen. Klem ik mijn hand steviger om mijn mok met koffie heen. Het verbaasd me dat het ding nog steeds niet gebroken is. Misschien later op de dag wel, het zal me niets verbazen.
    Met enige moeite weet ik mijn verhaal te vertellen voor de klas, het is geen lastige klas. Enkel over de functionele bij koolwaterstofketens. Hier zijn weinig toevoegingen extra dan vorig jaar, toch krijg ik de meest verwarde blikken ooit naar me toegestuurd. Voor een high school als deze, had ik gehoopt op meer intelligentie. Blijkbaar zit dat er niet in bij deze jongeren.
    Zodra de bel gaat, loop er een tergende trilling door mijn lichaam heen. Het geluid is nog steeds even vervelend als eerder. Ik zwaai de kinderen uit, vertel ze exact hetzelfde als wat ik mijn eerdere klassen heb verteld over de bijlessen en wacht tot iedereen is vertrokken. Zodra dit gebeurt is grabbel ik zo snel mogelijk al mijn spullen bij elkaar. De mok laat ik achter als teken dat ik later vandaag terug zal komen in het lokaal.
    Zo snel mogelijk maak ik mijn weg door de smalle gangen van het schoolgebouw. Nou, ik zal het eerder sprinten noemen. De geluiden van buiten zijn inmiddels gestopt, maar dat weerhoudt me er niet van om te gaan onderzoeken wat voor wolfs er wel niet aan de hand is buiten.
    Door een snelle vlaag bots ik tegen iemand op in de gangen. Zonder ook maar op of om te kijken, schreeuw ik: "Sorry!" er ren ik verder zonder diegene weer overeind te helpen.
    Men moet toch iets doen om de bossen in te komen...


    Keith Layton Anderson.

    Een beetje verward door het tafereel van te voren, sleep ik mezelf richting het economie lokaal. Ik heb geen idee wat er aan de hand was, maar het feit dat Tatia zo aan het trillen was, leed mij tot het denken dat ze een aanval had. Van wat dan ook... Voor mijn gevoel is het hele lokaal al vol wanneer ik het betreedt. De vrouw die er zit, met blond haar en een dikke laag make-up kijkt me een beetje boos aan van boven het randje van haar bril.
    "Ta-tia voelde zich onwel worden... Clyde is haar op het moment aan het thuisbrengen." De neiging om 'ofzo' te zeggen is erg groot, maar ik doe het niet. Weten dat ik ze mogelijk daarmee in de moeilijkheden kan brengen. "Ik denk niet dat ze nog terugkomen."
    Ik hoor een klein hufje uit haar mond komen, of eerder een pufje. Ik heb haar altijd al arrogant gevonden, die woorden zal ik daarentegen nooit uit durven te spreken. "Namen?"
    "Tatia en Clyde..." zeg ik een beetje verward. Ik had het daarnet toch al aan haar vertelt?
    Een luide en geïrriteerde zucht verlaat haar keel. "Ik bedoelde natuurlijk..." een dramatische pauze wordt door haar ingelast. Ah... hoe ik een hekel aan deze vrouw heb. Niet alleen omdat ze economie geeft. "...hun achternamen."
    Ik kraak mijn rug even voordat ik antwoord geef. Het geeft me tijd om na te denken over hu achternamen, want ik zou echt geen idee hebben. "Eh..."
    "Ah! Ik heb het al, dankje en ga maar op je aangewezen plek zitten."
    Ik slik moeilijk en sleep mijn benen richting mijn tafel. Het is raar om hier nu te zitten, ik heb geen idee wat er aan de hand was. Maar het was alsof Clyde er alles al van af wist.


    “You’re unique. Not just in terms of what you’ve accomplished, but what you represent.” - The Illusive Man

    JARED AVALON. -- APLHA.


          Zijn hand ging over de vacht van een bruin paard. Het dier, vernoemd naar de Griekse godin Aphrodite, bleef kalm staan terwijl Jared het zadel van haar rug haalde en op ging ruimen. Sommige paarden hinnikte een paar keer geschrokken bij het ruiken van zijn wolvengeur en een enkeling gaf een trap tegen de staldeur, maar verder bleven de dieren wonderbaarlijk rustig. Hij hing een halster rond het dier haar hoofd en haalde het hoofdstel uit om dat over zijn schouder te hangen terwijl hij het paard ging stallen. Hij schoof de staldeur dicht en liep richting de kraan om het bit af te spoelen voor hij naar de zadelkast van Aphrodite liep om het tuig op te hangen en de kast af te sluiten.
          De eigenaresse van het paard had hem een kopie van de sleutels gegeven toen hij Aphrodite bij ging rijden, dus gooide hij de sleutels in zijn tas voor hij al zijn spullen bij elkaar pakte en richting de kleedkamers begon te lopen. De manege had vorig jaar besloten dat ze de lege opslagruimte wel om konden bouwen tot twee kleedkamers en het was verschrikkelijk handig. Jared moest regelmatig vanuit stal naar school, stage of andere afspraken en hij had gewoon de tijd niet om eerst nog naar huis te gaan om zich om te kleden. Daarnaast kon hij gewoon schone rijkleding in zijn kluisje droppen zodat hij zich altijd hier om kon kleden als hij met spoed naar stal moest om te helpen.
          Met zijn schouder opende hij de deur van de kantine en liep hij naar binnen. Vanaf het linker raam was er uitzicht op de binnen-bak en Jared liep precies de andere kant op, naar een van de twee kleedkamers. Hij liep naar binnen en zuchtte opgelucht toen hij niemand zag. Het bestond uit niet veel meer dan twee banken en kluisjes die gehuurd werden door een paar vaste klanten van stal. Hij opende zijn kluisje met de sleutels en kleedde zich snel om. Het ging een stuk makkelijker nu hij de littekens op zijn rug voor niemand hoefde te verbergen, er was tenslotte verder niemand. Vaak was het op zaterdagen echt een ramp. Iedereen ging last-minute nog even naar stal om een paard te rijden en vaak waren er ook nog wel kinderen die in de les reden die nog even snel een cap moesten hebben uit de bak die in de hoek stond voor de mensen die hun eigen waren vergeten. Gelukkig ging alles nu zonder struggles en stond hij al snel weer op zijn gympen in een spijkerbroek en een iets te grote, geruite, roodgekleurde blouse met een wit hem eronder.
          Jared dumpte zijn tas in zijn kluisje. Die zou hij later wel ophalen, hij moest eerst nog wat van de kleintjes helpen met afzadelen voor hij kon gaan.


    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    A y a      B r o o k e      S t a r k



    Ik kreunde bij elke stap die ik zette en vond na een dik half uur mijn weg weer terug naar school. Ik pakte mijn tas onder de struik vandaan en keek om me heen of iemand me zag. Snel glipte ik langs een gebouw en hoopte vurig dat niemand me zag. Ik beet op de binnenkant van m'n lip en glipte langs de stenen muur. Ik haalde rustig adem en rook dat er iemand hier in de buurt was. Geluidloos probeerde ik het plein op de glippen en op een of andere manier de school in te komen. Niemand mocht weten waar ik vandaan kwam. Maar nog voor ik een volgende stap wilde zetten, werd ik weer herinnerd aan mijn manke been. Ik gromde zacht in mezelf en wist dat mijn plan nu nooit zou lukken, dus liep ik maar het plein op en hinkte langzaam richting de school. Ik moest hoe dan ook langs de dokter in de school, dus ik moedt sowieso terug de school in. Ik wilde niet naar het ziekenhuis, aangezien dat te lang zou gaan duren en ik niet kon rijden met mijn been in deze situatie. Zacht verliet een kreun mijn mond en ik keek even om of iemand die had gehoord. Ik wilde liever zo niet voor schut staan op school. Ik fronste en probeerde mijn pijn te weg te bijten. Ik sloot mijn ogen en haalde even diep adem. Daarna vervolgde ik mijn weg weer richting de school. Eenmaal aangekomen bij de school, keek ik naar de trap en slikte. Oké, hoe ging ik dit nu weer doen. Ik rolde met mijn ogen en plofte neer op een bankje vlakbij de school. Wat een stom iets die been. Ik kon nu helemaal niks meer!

    [ bericht aangepast op 8 dec 2014 - 20:44 ]


    "I don't have sweet dreams.. I have beautiful nightmares" †