• Arrendale State Prison


    Regels

    ° Minimum van 300 woorden.
    ° Bestuur enkel je eigen personage, tenzij
    je toestemming hebt van een ander.
    ° Geen Gary-Stu's en Mary Sue's.
    ° 16+ is toegestaan.
    ° Naamsveranderingen doorgeven.
    ° Alleen ik maak nieuwe topics.
    ° Maximaal 3 personage's, in variatie.
    ° Ruziemaken doe je maar ergens anders.
    ° Reserveringen blijven 5 dagen staan.
    ° Geef mensen de kans om rustig te reageren.
    ° Hou het realistisch!

    Topics

    Rollentopics: 1
    Praattopics: 1, 2
    Speeltopics: 1



    Arrendale State Prison, een gevangeniscomplex die beide sekses huist in Georgia. Waarom? Vanwege bezuinigingen. Deze gevangenis leidt daar erg onder, er wordt op van alles bezuinigd. Dit valt ook wel te merken aan het gebrek aan personeel. Ze proberen het gevangenisleven zo gemakkelijk en goed mogelijk te laten verlopen, maar er gebeurd altijd wel iets. De gevangenen zitten er natuurlijk ook niet voor niks.


    Rollen

    Gevangenen:

    ° Ivy "Smiley" Leone - 24 - Twisty 1,2
    ° Pilar Soledad Cruz - 23 - Wallace 1,9
    ° Devina "Dracula" May Black - 25 - Ambrose 1,9
    ° Laylah "Angel" Adkins - 26 - Yoda 1,5
    °
    ° Tabitha Hazel Guthrie - 25 - Gardenzio 1,5

    ° Nick "Barbie" Olsen - 32 - Assassin 1,1
    ° Duncan "Bad Luck" Henderson - 30 - Wallace 1,7
    ° Hayden "Spikey" Adams - 27 - Californication 1,6
    ° Floyd "Siren" Castiel Straye - 23 - Rekkles 1,8
    ° Aidan "Creep" Dean Thomson - 21 - C_A_L_M_ 1,3
    °

    Medewerkers:

    ° Cipier - Geneviva Amelia Jones - 27 - C_A_L_M_ 1,4
    ° Cipier - Catharina Penelope Gates - 25 - Gellert 1,6
    ° Cipier - Toran Celestine Harley Montgomery - 26 - Dumbledore 1,10

    ° Cipier - James "groentje" Redford - 24 - Assassin 1,5
    ° Psycholoog - Trevor "Manipulator" Goode - 28 - GrumpyCat 1,7
    ° Arts - Trenton Sawyer - 35 - Ambrose 1,9


    Celindeling


    ° Ivy Leone -
    ° Pilar Soledad Cruz - Devina May Black
    ° Laylah Adkins - Tabitha Hazel Guthrie

    ° Nick Olsen - Floyd Castiel Straye
    ° Duncan Henderson - Aidan Dean Thomson
    ° Hayden Adams -



    Rooster

    7:00 - opstaan
    8:00 - douchen
    8:30 - ontbijt
    10:00 - vrije tijd
    12:00 - lunch
    13:30 - vrije tijd
    18:00 - diner
    19:30 - mogelijkheid om film te kijken
    22:00 - slapen


    De gevangenis bestaat uit twee vleugels en een middengedeeltes waar je de gezamenlijke ruimtes vind. Een vleugel voor mannen en eentje voor vrouwen. Elke cel heeft een stapelbed, wat betekend dat iedereen een (willekeurige) celgenoot krijgt. Aan het einde van elke vleugel vind je douches. De gezamenlijke ruimtes bestaan uit een kantine, een recreatiezaal, een tuin buiten en een kapel. Verder heb je ook nog ruimtes waar gevangenen niet mogen komen, zoals de koffieruimte van de cipiers, de ziekenzaal en de kantoren.
    Elke gevangene krijgt standaard gevangeniskledij, wat bestaat uit een donkerblauw overal met lange lange mouwen, een donkerblauwe broek, een donkerblauwe jas voor als het koud is, een grijs shirt met lange mouwen, een wit t-shirt en een witte top. Ze krijgen ook een donkerblauwe muts en grijze schoenen zonder veters. Ze mogen echter ook door de gevangenis goedgekeurde kleding dragen.

    [ bericht aangepast op 15 dec 2014 - 19:57 ]


    Your make-up is terrible

    Aidan Dean 'Creep' Thomson
    Ik glimlachte even toen het meisje naast me op de leuning van het bankje kwam zitten. Ik vond het wel best dat we zo zaten. Dan viel het ook niet zo erg op dat we hier gezellig zaten te praten en zouden mensen ons niet uit elkaar sleuren. Voor nu leek deze dame namelijk best aardig. Ik had altijd geleerd om vrouwen en kinderen altijd met respect te behandelen en te beschermen, dat kwam er echt niet zo makkelijk uit. Alleen als zij zou proberen mij iets aan te doen, zou ik erop reageren. Met mannen aanvliegen als ze het verdienden in mijn ogen. Ik keek even rond over het nog rustige plein, tot ik Devina's stem weer hoorde en naar haar op keek. Ik haalde mijn schouders op. "Het grootste deel van de dag ben ik hier buiten lekker aan het trainen. Ik weet niet zo goed wat ik anders zou moeten of kunnen doen. Eten, trainen en slapen, dat ik eigenlijk mijn leven hier, en dat was het hierbuiten grotendeels ook al. Alleen toen met mijn maten, in plaats van alleen." zei ik zacht, in de hoop mijn dikke accent wat te maskeren. Ik was trots op mijn afkomst, maar wist niet hoe anderen tegenover Ieren stonden. Er waren allerlei vooroordelen, die ik verre van prettig vond, en de psychiater had dan ook aanbevolen dat ik mijn accent iets zou afzwakken, om die negatieve prikkels weg te nemen. Ik had er nogsteeds niet een heel goed gevoel over, alsof ik mijn familie de rug toe keerde, maar ik ging niet tegen gezag in, en ook de psychiater was iemand met gezag. Ik zag intussen de cipiers staan kletsen, en niet erg opletten. In mijn hoofd begonnen eigenlijk direct allerlei scenario's te spelen, met betrekking tot een uitbraak. Er waren zoveel mogelijkheden, maar ik bleef toch gewoon zitten. Dit had veel meer voorbereiding nodig dan een momentje hier op een bankje. Daarbij wilde ik zeker niet nog meer straf omdat ik ad geprobeerd uit te breken. Ik zat hier al mijn hele leven en ik wilde geen privileges, die ik toch al weinig had, verspillen. Als ik niet meer naar buiten zou mogen, bijvoorbeeld, zou ik echt na een tijdje alles op stelten zetten. Ik was en bleef nogsteeds een kind, zelfs al was ik officieel volwassen, een kind zonder familie of vrienden, die zijn emoties maar heel lastig wist te uiten en best wat moeite had met sociaal geaccepteerde menselijke interacties, gewoon omdat ik die eigenlijk verleerd was in de loop der tijden. "Is er nog iets wat jij graag deed, hierbuiten bedoel ik, want je zal vast niet zo'n eenzijdig leven hebben gehad als ik, voor je hier kwam." vroeg ik toch enigsinds voorzichtig. Je wist het hier maar nooit.


    Bowties were never Cooler


    Devina “Dracula” Black.
         
    Na mijn vraag had Aidan weer opgekeken waarna hij zijn schouders even ophaalde. ‘Het grootste deel van de dag ben ik hier buiten lekker aan het trainen. Ik weet niet zo goed wat ik anders zou moeten of kunnen doen. Eten, trainen en slapen, dat ik eigenlijk mijn leven hier, en dat was het hierbuiten grotendeels ook al. Alleen toen met mijn maten, in plaats van alleen.
          ‘Ik zag ze laatst kaarten, ik kan me niet inbeelden dat dat mensen langer bezighoudt dan zo’n drie minuten,’ ik zuchtte, ‘maar trainen is wel een logische uitvlucht.’ Zijn accent was licht hoorbaar, maar het stoorde me verder niet. Ik had vreemdere accenten gehoord waarbij ik mensen totaal niet had kunnen verstaan, dát was pas een vervelend iets. Aidan deed echter erg zijn best om het te verbergen, dus ik besloot er verder maar geen aandacht aan te tonen – ik kon daarmee dit sociale moment verstoren maar het contact deed me stiekem wel goed.
          Terwijl ik rondkeek rechtte ik mijn rug en rekte ik mijn armen volledig uit. Het bed hier deed niets goeds met mijn lichaam, en vooral niet met mijn rug. Op deze leeftijd kon ik echt al teveel klagen over mijn rug, Daar wilde ik Aidan echter niet mee lastigvallen, rugklachten had sowieso iedereen hier wel last van, leek me. Langzaam liet ik mijn armen weer zakken, waarbij mijn schouder een harde knak maakte, waardoor ik even een zucht slaakte. Lichaam, gedraag je eens naar je leeftijd.
          ‘Is er nog iets wat jij graag deed, hierbuiten bedoel ik, want je zal vast niet zo'n eenzijdig leven hebben gehad als ik, voor je hier kwam,’ Aidan leek wat terughoudend toen hij de vraag gesteld had.
          Ik keek naar hem met een lichte glimlach die rondom mijn lippen begon te spelen. Ik ging vaak naar football wedstrijden, waar mijn zogenaamde misdaad dan ook gepleegd was, dus dat was de duidelijke reden dat me niet glimlachen. ‘Ik las graag, vreemd genoeg, en ik had een voorliefde aan rockmuziek, maar niet die zooi van nu. Buiten dat was ik graag aanwezig bij football, maar dat is wel een beetje voor de hand liggend, gezien mijn misdaad.’ Ik lachte even. Wat moest ik anders? Dat was de meest belachelijke reden die er was om hier te zitten. Het was gewoon een grote grap geweest. En ik leefde er nog altijd in.


    I'm your little ray of pitch black.

    Aidan Dean 'Creep' Thompson
    Devina luisterde naar me, wat al een verwonderend iets was, maar met haar toevoeging kwam iets nog vreemders de kop op zetten. Een zacht gegrinnik rolde over mijn lippen, niet van sarcasme of sadisme, maar echt door pret. Ik had eindelijk iemand gevonden die tot nu toe redelijk hetzelfde leek te denken als ik. Nu zou dat nooit echt zo zijn en dit bleef een gevangenis, maar het was toch fijn om eens een onbezorgd geluidje uit te slaan. Dat was al zo lang geleden, dat ik het niet eens meer herrinderde. Waarschijnlijk terug in Bristol met mijn maten. Ook als ze me hier opzochten, hing er toch altijd een bepaalde sfeer, waardoor het gelach en jongensachtige gedrag nooit echt onbezorgd was, zelfs niet binnen de restricties die we hadden. Ik schrok heel even van de luide knak die haar lichaam maakte. Dat leek me niet goed. Toch herstelde ik me snel, toen ze er zelf ook niet op reageerde, en vroeg wat zij buiten de muren deed. Kijk, ik wist verhalen, maar meer ook niet. Een rugby hoer, dat wist ik over haar reputatie, maar dat hield ik voor mezelf. Dat leek we wel zo wijs. Ik luisterde naar haar verhaal. Oude rockmuziek kende ik wel van toen we nog naar oude kroegen gingen op vrije avonden, maar het meeste andere was toch voor mij erg vreemd. Ik wist dat rugby hier football heette en dat lezen een normale bezigheid was. Misschien zou ik het eens moeten proberen, maar dan moest ik wel weer eerst overleggen of ik naar de gevangenisbibliotheek mocht om een boek te halen en die te lezen. Meer lezen dan het menu had ik al lange tijd niet gedaan. "Als je goed gedrag toont, mag je misschien bij het bibliotheek gedeelte van de recreatieruimte. Dan kan je toch blijven lezen. Dat is altijd beter dan hersenloos trainen. Zeker als je wel gewend bent dat knappe koppie van je te gebruiken." Dat laatste was oprecht als complimentje bedoeld. Ze had een prachtig gelaat en haar lichaam hoefde ze zich ook echt niet voor te schamen. Ik was alleen verre van goed in dit alles, omdat ik het gewoon nooit geleerd had hoe het werkte. Daarbij kwam dat ik het hier normaal ook nooit nodig had. Ik leefde alleen en dat ging me meestal goed af. Toch begon ik nu ook wel de voordelen van een vriend binnen de muren in te zien.


    Bowties were never Cooler

    Geneviva Amelia "Amy" Jones
    Ik stond nog gewoon op wacht en alles leek goed te gaan. Geen ruzies, geen vuile blikken, alleen wat rust, meer niet. Het was eigenlijk wel prettig, want het leek wel of er elk half uur een pijnsteek door mijn lichaam ging. Nog een tijdje hield ik het wel vol, maar het leek wel steeds erger te worden. Dit waren niet meer gewone schoppen van de jongens. Ik tikte een andere cipier op zijn schouder en vroeg of hij het van me over wilde nemen, terwijl ik pijnstillers ging halen bij Trenton, onze arts. Hij zou vast wat weten wat er aan de hand was en wat ik mocht nemen in mijn staat van zijn. Ik liep met moeite naar de ziekenboeg, maar haalde het maar net, want de pijn bleef maar erger worden. Ik stapte binnen en wist me nog net op zijn bureau te steunen, terwijl mijn benen het bijna begaven en een schijnbaar eindeloze guts water van tussen mijn benen uit stroomde. Ik kon het allemaal even niet bevatten. Niet dat mijn water was gebroken, niet dat de 'schoppen' eigenlijk weeën waren, en al helemaal niet dat ik waarschijnlijk mijn tweeling hier in de gevangenis zou krijgen. "Help! Trent! Het doet zo'n pijn!" piepte ik met tranen in mijn ogen. Mijn benen trilden en ik voelde me echt heel erg verschrikkelijk. Ik kon veel pijn aan, heel veel, dat wist eigenlijk iedereen hier, maar dit was ook voor mij te veel. Met mijn vrije hand omklemde ik de dogtags om mijn nek, terwijl ik met de andere mijn nagels in zijn bureau zette, om de pijn te verbijten. Het deed zo veel pijn. Ik was alleen, had pijn, en kon dit echt niet alleen aan, maar ik was alleen en zou dit altijd in mijn eentje moeten doen, wat dit alles nog een stuk zwaarder maakte. Ja, Trent zou er zijn, en misschien nog een andere collega, maar als ze er eenmaal waren en alles goed ging, zou ik er toch echt alleen voor staan, zelfs al was mijn familie er voor me. Het was toch anders en eenzamer dan dat mijn vriend er nog voor me was geweest.

    [Ik moest iets met haar en hopelijk brengt het wat leven in de zaak]

    [ bericht aangepast op 29 dec 2014 - 11:30 ]


    Bowties were never Cooler


    Devina “Dracula” Black.
         
    Aidan had zacht gegrinnikt door mijn woorden en leek er zelf ook versteld van te staan, wat me verward had gelaten. Ik kon het zelf anders ook niet laten en lachte kort mee. Het was goed om zo nu en dan te lachen, maar om nou in je eentje dat vreemde geluid te produceren zouden ze me nog gekker vinden. Dit was even echt. Misschien wel het echtste moment sinds ik hier beland was.
          ‘Als je goed gedrag toont, mag je misschien bij het bibliotheek gedeelte van de recreatieruimte. Dan kan je toch blijven lezen. Dat is altijd beter dan hersenloos trainen. Zeker als je wel gewend bent dat knappe koppie van je te gebruiken,’ had Aidan me uitgelegd.
          Ik kon me niet herinneren dat dit mij ooit uitgelegd was, maar daarentegen luisterde ik niet zo graag naar anderen en hun onzin – en dan heb ik het over autoriteiten natuurlijk. Het was natuurlijk wel nuttige informatie. Ik legde mijn hand voor mijn mond bij het horen van het laatste om niet te luid te grinniken. ‘Het wordt eens tijd dat ik de perfecte gevangene ga worden in dat geval. En dat zie ik als een compliment, bedankt.’ Ik grijnsde kort om de blos op mijn wangen te verbergen. Ik was nooit goed geweest met complimenten. Ik zag er goed uit, maar complimenten waren niet mijn sterkte punt. Nooit geweest, en daar zou ook totaal geen verandering in komen. ‘Jij mag er ook wel zijn, Aidan.’ Het was waar, maar misschien was dit ook wel meer om de aandacht van mij af te halen nu.
          Vervolgens keek ik maar weer even rond zodat ik die rode wangen eens kon laten verdwijnen, al werkte de zon – die warmer leek te worden – daar niet geheel aan mee. Ik besloot het dus maar op te geven en voor lief te nemen, wat me liet denken. Wanneer zou ik eigenlijk bezoek mogen krijgen? De eerste week mocht het niet omdat ik zou mogen wennen, maar ik had de dag weer eens niet onthouden. Misschien moest ik nodig eens leren luisteren wat de autoriteiten te zeggen hadden – in dit geval was het namelijk nog eens nuttig ook.


    Trenton Sawyer.
         
    Terwijl ik mijn lippen tegen de gloeiendhete beker met thee drukte werd mijn naam luid geroepen. Een of andere cipier zei dat iemand mijn naam had geroepen in mijn kantoor. Dat moest de eerste keer wezen dat dat het geval was.
          Snel zette ik de beker op de tafel en rende ik de kantine uit. Voor anderen zou het misschien zo zijn dat een gevangene meer waar was dan iemand buiten deze muren, maar voor mij was dat onzin. Dat betekende dat ik mijn leven meer waard vond dan dat van hun? Dus dat ik God wilde spelen? Ik was ook maar een mens, net als zij, dus ook de gevangenen verdiende de beste hulp die ze konden krijgen.
          Terwijl ik door de gangen naar mijn werkruimte rende keken ze me vreemd aan, waarschijnlijk waren ze het echt niet gewend bij de vorige. Het frustreerde me lichtelijk, maar als het geschreeuw zo ernstig was maakte ik me nog meer zorgen om wat er dáár gaande was.
          Ik kwam de kamer in, en vond daar Amy. Ze was zwanger, en ik snapte niet wat ze hier had gedaan. Al vaker had ik haar aangeraden om lekker vrij te nemen, maar het deed haar niets. Ze moest wel van haar werk houden. ‘Amy!’
          Toen ik haast uitgleed over de natte grond terwijl ik haar probeerde te bereiken had ik al door wat er gaande was, en dat we dan ook géén tijd meer hadden om haar naar het ziekenhuis te brengen. Voorzichtig pakte ik haar vast en probeerde ik haar – half uitglijdend – richting de onderzoekstafel te brengen. Maar goed dat we dit altijd trainden, want ik zou nu die informatie nodig moeten hebben.
          ‘Adem diep in en uit Amy, zoals er altijd gezegd is,’ ik deed automatisch met haar mee zodat het wat makkelijker zou zijn, of misschien was het gewoon het feit dat ze aan het bevallen was – en dat ik daar niet op gerekend had. Ik kon mezelf best een schouderklopje geven gezien mijn kalmte, al had ik geen idee hoe dit me lukte. ‘Blijf rustig. Heb je het nummer van je vroedvrouw? Waar kan ik het vinden?’


    I'm your little ray of pitch black.

    Geneviva Amelia 'Amy' Jones
    De pijn kon ik meestal verbijten, maar op dit moment ging het echt niet meer. Ik trilde op mijn benen van de pijn. Toen Trent dan toch bij me kwam, klampte ik me aan hem vast, met tranen in mijn ogen. Ik was inmiddels gaan hyperventileren en had al moeite om te blijven staan, laat staan lopen. Bij zijn instructies, probeerde ik ze op te volgens, maar het was echt heel moeilijk. "Het doet zo'n pijn." piepte ik, maar ik probeerde het toch. Ik kreeg het een beetje voor elkaar om rustiger adem te gaan halen, waardoor ik ook mijn voeten iets beter kon plaatsen, tot we bij de onderzoekstafel waren. Daar wist ik me met moeite op te zetten, maar het lukte me. Bij zijn vraag schudde ik wild mijn hoofd en krulde me op. "Thuis op de keukentafel." piepte ik. Ik kon het echt niet meer aan. Het deed zo'n pijn. Ik was dan wel naar een curcus geweest, maar echt niets had me hierop kunnen voorbereiden. "Haal ze er in godsnaam uit. Alsjeblieft. Het doet zo verschrikkelijk veel pijn. Trent, alsjeblieft." smeekte ik hem. Ik zou er echt alles om geven om de pijn te doen verminderen, maar uit die curcus wist ik ook dat het alleen maar erger zou worden. Ik hoorde een sterkte, onbreekbare vrouw te zijn, maar nu zat ik hier als een hoopje ellende, huilend van de pijn om iets wat mijn lichaam normaal hoorde aan te kunnen. Ik voelde me nu echt heel erg zwak en daardoor heel erg slecht. Ik werd alleen maar erger overstuur door die gedachte en begon weer te hyperventileren. Ik wist dat het slecht was, maar het idee wat er allemaal nog zou komen maakte me echt heel bang. "Alsjeblieft. Laat het stoppen. Ik kan het niet aan." piepte ik terwijl ik even naar hem opkeek, met waterige oogjes. Nee, ik wist het echt allemaal niet meer en hij was mijn enige hoop op dit moment.


    Bowties were never Cooler

    Aidan Dean 'Creep' Thompson
    Ik zag haar reactie bij mijn woorden en grijnsde een beetje. Ik had dus gelukkig nog niets verkeerds gedaan. Ik haalde een hand door mijn krullen en keek haar met een scheve en charmante glimlach aan. Een zachte grinnik rolde over mijn lippen bij haar woorden. Ik kreeg best wat moeite om niet over haar lichtrode wangen te aaien. "Geen probleem, dame." zei ik met een klein knikje. Ze was echt een schoonheid, dat zag iedereen. Dat zag je echt niet vaak hier in het gevang, of een militaire school. Bij haar complimentje terug sloeg ik mijn ogen weg en bloosde ik een beetje. Ik had echt geen idee wat ik ermee moest doen. Het laatste echte complimentje wat ik had gekregen was jaren geleden, toen mijn oma nog leefde. "Dank je." zei ik heel zacht voor ik boven me keek en de rekstok daar zag hangen. Ik sprong op mijn voeten en zo door op mijn hurken op het bankje. "Ga je zo mee trainen? Of blijf je nog even zitten?" vroeg ik voor ik een sprong maakte en mezelf zo aan de rekstok ging. Ik begon me rustig op te trekken. Echt veel moeite kostte het niet. Ik deed het echt veel te vaak. Eigenlijk altijd als ik me verveelde was het dit of opdrukken en zo kon ik nog gewoon blijven praten. "Dus, wat is je favoriete boek? Als ik het vragen mag." zei ik, terwijl ik in mijn hoofd telde hoeveel keer ik me al had opgetrokken aan de stok. Ik kon hier nu eenmaal niet veel en ik was al een jong onderdeurtje, dus ik kon maar beter gewoon blijven trainen voor ik echt naar beneden viel in de pikorde. Nu kon ik me op een rustig plekje staande houden en viel niemand me lastig, dat vond ik wel prima. Zo nu en dan liet ik even een arm hangen, misschien een beetje show-off, maar goed. Zo erg was dat niet, toch? Daarbij kregen mijn schouders het soms een beetje zwaar, dus om en om was een goede afwisseling tussen het optrekken met beide armen door. Ik moest gewoon opletten dat ik mijn rug recht hield, want anders kreeg ik daar weer last van. Intussen wachtte ik op het antwoord van Devina, waar ik best benieuwd naar was. Ik had in mijn tijd maar weinig gelezen, maar misschien herkende ik het, en anders kon ik het misschien een keer lenen in de recreatiezaal.


    Bowties were never Cooler


    Devina “Dracula” Black.
         
    Aidan was gaan grijnzen bij het horen van mijn woorden waarna hij zijn hand door zijn warrige krullen haalde. Daarna keek hij charmant naar me, iets dat ik al onwijs lang niet meer gezien had. Er waren weinig charmante mensen aanwezig op de plekken waar ik recentelijk gevonden werd. Ik zou bijna denken dat Aidan met me aan het flirten was, en dat deed me stiekem wel goed. Hij grinnikte. ‘Geen probleem, dame.’
          ‘Ik zou bijna denken dat je met me flirt, Aidan,’ ik grinnikte zacht, maar de blos vertrok niet uit mijn wangen – wat me wel frustreerde uiteraard. Ik deed mijn best het dan ook te maskeren door wat met mijn haren te spelen en de vlecht er daarom weer uit te halen. Bij goochelaars werkte het ook – ze afleiden met je handen. Aidan leek echter evenals te blozen door mijn compliment, waarop hij me een zacht bedankje had toegeworpen.
          Ineens was Aidan opgestaan zonder eerst wat te zeggen, waardoor ik even met een opgetrokken wenkbrauw had gekeken – meer uit nieuwsgierigheid dan frustatie of irritatie. ‘Ga je zo mee trainen? Of blijf je nog even zitten?’ Achter hem was een rekstok te vinden, en als verwacht ging hij daar dan ook aan hangen. Alsof het iets natuurlijks voor hem was begon hij zich eraan op te trekken. Even ging ik naar achteren te hangen om naar het uitzicht te kijken. Hé, waarom mochten mannen het wel, maar vrouwen niet?. ‘Dus, wat is je favoriete boek? Als ik het vragen mag,’
          Ik besloot niet té lang te kijken – zodat hij zich niet ongemakkelijk zou gaan voelen - en knikte daarom op zijn vraag. Ik was wel benieuwd naar een training. De vraag van mijn favoriete boek liet me even denken. ‘Ik ben dol op thriller en horror. Dus Stephen King moet er zeker in staan. Om eerlijk te zijn heb ik even geen idee, daar kom ik nog op terug.’ Ik fronste even. Hoe kon ik ineens niet meer op mijn favoriete boek komen? Er vlogen titles voorbij in mijn hoofd, maar niets dat me echt een ‘wauw’-effect gaf.
          Aidan hing zo nu en dan maar aan één arm, waardoor er een grijns rondom mijn lippen speelde. Ik klom zo sierlijk mogelijk van de bank af. Wat hij nu aan het doen was had ik nog nóóit gedaan, maar het leek me wel interessant – en alles behalve makkelijk. ‘Is er een trucje voor om dat gemakkelijk te leren?’ Met mijn hand gleed ik langs de paal af die de stok overeind hield. Op het schoolplein hadden we deze, maar dat was toch heel anders dan dit.


    Trenton Sawyer.
         
    Amy had me vastgegrepen alsof haar leven er vanaf hing, en het voelde alsof haar nagels hun weg ín mijn armen vonden. Maar het draaide uiteraard niet om mij, het ging om haar. En de baby’s. Ik had nog geen idee hoe ik dat hier allemaal moest doen, ik had de nodige ruggenprik niet hier aanwezig. Ik kon haar eventueel wel wat pijnstillers geven, maar dat zou nooit hetzelfde effect geven. Mijn hoofd draaide van alle gedachten die er nu te vinden waren. Kon ik haar pijn verminderen met de materialen hier aanwezig? En ik had iemand nodig die me zou helpen. Het liefst meerderen. Hoe moest ik in hemelsnaam een bevalling alleen afhandelen? En dan nog een tweeling ook?
          Ik had Amy voorzichtig de onderzoekstafel op geholpen en probeerde mezelf niet te zenuwachtig te maken door middel van haar pijnkreten – want dat was iets dat ik wel geleerd had. Je kon echt niet zomaar het lef hebben zo’n vrouw er respectloos op aan te spreken. Dit was pijnlijk, heel haar lichaam werd vanbinnen zowat uit elkaar gerukt – zo zou het immers voelen.
          Toen ze me vertelde dat het nummer van de vroedvrouw op de keukentafel lag begon ik me toch zorgen te gaan maken. Zij wisten precies hoe of wat, ik had dit nog nooit gedaan. Ik pakte Amy’s hand vast. ‘Het komt goed, oké? Ik sleep je er doorheen.’
          Amy – de altijd zo sterkte vrouw – leek kapot te gaan. Ik moest eerst iets vinden wat haar pijn zou verminderen, anders zou het één grote hel worden, ook na de bevalling. Ik wist mijn hand los te wrikken waarna ik op zoek ging naar een pijnstiller die niet te grof was zodat er complicaties zouden optreden, en nadat ik die gevonden had bracht ik het via een spuit in haar bloedstroom. Tijd voor meer. Gehaast drukte ik op een knop vlak bij de deur, wat moest betekenen dat het niet lang zou duren voordat er andere cipiers deze kant op kwamen. Daarna maakte ik mijn weg weer naar Amy, die nog altijd kapot leek te gaan aan de pijn.
          ‘Ik ga je uitkleden,’ het was natuurlijk logisch dat ik dit moest doen, maar als ik het niet zou zeggen zou het officieel niet eens mogen. Ik moest het altijd aanduidden. Eigenlijk om toestemming vragen, maar Amy had me die eigenlijk al wel gegeven. Voorzichtig begon ik haar van de irritante kledingstukken te ontdoen die het enkel moeilijker zouden maken.


    I'm your little ray of pitch black.

    Geneviva Amelia 'Amy' Jones
    Zodra hij mijn hand pakte kneep ik er hard in. Ik wilde hem geen pijn doen, ik was niet iemand die anderen graag pijn deed, ook de gevangenen niet, hoe vervelend ze ook waren, want het waren ook gewoon mensen. Ja, ze hadden dingen op hun kerfstok, maar niemand is een heilige, en dat maakte ze nog niet minder dan ik. Toch kon ik er nu echt niets aan doen. Mijn eigen pijn was te erg, zo erg dat het me brak. Gelukkig zou Trent me helpen, hij wist wat te doen, zo leek het in elk geval. Toen hij me toch weer alleen achterliet, verdween het kleine beetje rust wat over me was gekomen weer als sneeuw voor de zon. Hierdoor merkte ik pas dat hij terug was toen ik een steek in mijn arm voelde en keek hem even fel aan. Hij was toch al snel weer weg om andere doctor dingen te doen. Heel langzaam werd de pijn ietsjes minder. Het verdween zeker niet, maar het werd iets dragelijker. Toch werd de pijn alsnog steeds erger, zelfs al was het pijnniveau iets gedaald. Toen hij zei dat hij me ging uitkleden keek ik hem met grote ogen aan. Toch wist ik dat het moest gebeuren. Met moeite strekte ik me uit. Ik wist dat in elk geval mijn kisten, mijn broek en onderbroek uit zouden moeten. Ik trilde inmiddels weer van de pijn, die pijnstillers, wat waarschijnlijk die spuit was geweest, hadden schijnbaar weinig geholpen, maar ik wilde niet eens weten hoe het zou voelen als hij me die spuit niet had gegeven. Ik probeerde de ademhalingsoefeningen te doen, die hij had voorgedaan, maar het was makkelijker gezegd dan gedaan. Ik moest mezelf rustig houden, dat wist ik ook wel, maar wie dat ooit had bedacht had dit duidelijk niet meegemaakt. Hoezo rustig blijven terwijl het voelde of je lichaam uit elkaar scheurde? Ik wilde mijn longen uit mijn lijf schreeuwen, maar wilde Trent dat niet aandoen. Daardoor beet ik hard op mijn lip, om mezelf stil te houden. Met mijn handen had ik de tafel vastgegrepen, waardoor mijn knokkels spierwit werden, onder mijn toch al bleke huid. De pijn zwakte wat af en ik wist me iets te ontspannen. "Ik ben bang, Trent." zei ik zacht, terwijl ik zacht over mijn buik aaide. Ik had er nooit aan willen toegeven, maar nu het puntje bij paaltje kwam, wist ik dat het waar was. Ik kon dit niet alleen en zonder Finn was ik dat wel.


    Bowties were never Cooler

    Aidan Dean 'Creep' Thompson
    Ik begon me maar op te trekken aan de rekstok boven ons, gewoon omdat ik me niet zo goed meer een houding wist te geven. Devina had het over flirten en gaf me een complimentje en ik had geen idee hoe ik ermee om moest gaan. Dit was een gebied waar ik geen enkele ervaring mee had, en waar ik me dus ook heel ongemakkelijk in voelde. Ik probeerde dus maar een nieuw onderwerp aan te snijden door haar te vragen naar haar favoriete boek. Ik voelde intussen haar ogen op mijn lichaam branden. Ik snapte eigenlijk niet goed waarom, want zo goed was mijn lichaam nu ook weer niet. Tja, ik had zichtbare spieren, maar vroeger was ik altijd het magere onderdeurtje geweest en in mijn hoofd zou ik dat altijd blijven. Bij haar antwoord knikte ik en ging over in het optrekken met een arm, waaronder ik zo af en toe wisselde. Ik moest iets en vond het heel asociaal om nu rondjes te gaan rennen of te gaan opdrukken. Ik volgde de bewegingen van hem meisje op de voet en bij haar woorden grinnikte ik zacht, waarna ik me soepeltjes op de ballen van mijn voeten deed landen. Even schudde ik mijn hoofd. "Het is gewoon veel doen en niet opgeven als het pijn doet. Doelen stellen voor jezelf en niet stoppen tot je die hebt gehaald. Ik zou wel kunnen helpen met je eerste paar keer, maar je zal het meeste zelf moeten doen. Opdrukken kan je nog mee smokkelen, maar een rekstok echt niet." zei ik terwijl ik mijn spieren iets losschudde. Daarna volgden ook mijn krullen, die vrolijk rond mijn hoofd sprongen. Eigenlijk waren. Ze toe aan een knipbeurt, want ze werden wel weer heel lang, maar gezien ik geen schaar had, of mocht gebruiken, zou ik moeten wachten tot er ooit weer een kapper kwam, wat soms met de feestdagen gebeurde. Ik rekte me nog even uit en keek nog even rond. Meestal was het rond deze tijd hier wel drukker, niet alleen met mensen die hier wilden sporten, maar ook rokers en dat soort mensen. Zelf stak ik ook graag af en toe een peuk op, maar tegenwoordig ging dat ook niet meer. Ik had niet de contacten, nog het goede gedrag, om die stokkies in handen te kunnen krijgen. Inmiddels ging het wel redelijk, maar zo af en toe verlangde ik nogsteeds naar het rustgevende effect van de nicotine. Meestal ging ik dan maar rondjes rennen tot die drang weer weg was. Vroeger toen ik nog over de heuvels en langs de kust kon rennen werkte het beter, als ik geen peuken tot mijn beschikking had, maar goed, dat kon niet meer, en het was mijn eigen schuld.


    Bowties were never Cooler

    “She is delightfully chaotic ;
    A beautiful mess.
    Loving her is a splendid adventure.”
          Tabitha Hazel Guthrie - Gevangene

    Mijn blik gleed over het overgebleven etenswaar dat niet enkel op mijn bord lag, maar tevens het bord van mijn gesprekspartner als zowel enkele anderen. Degene met wie ik voorheen een gesprek heb gedeeld, was alweer verdwenen naar een ander persoon. Ik begon me steeds meer te interesseren in de motivatie als zowel karakteristieken van de figuren in deze gevangenis. Daar hoorde eveneens de bewakers bij, die ons in bedwang trachtte te houden en hierbij soms rebelse daden terug konden verwachten. In mijn gedachtegang ging ik de wachters langs die ik had gezien deze week en bij wie ik mijn nieuwsgierige hersenspinsels wellicht kon uitten. Desalniettemin was ik hier echter een week: lang genoeg om meerderen te kennen en de gang van zaken te weten. De duur was echter niet lang genoeg om mijn nieuwsgierigheid een voldaan gevoel te geven, waardoor ik een diepe zucht slaakte en tergend langzaam opstond.
    Het was te bemerken aan de gevangenen die één voor één de kantine uit druppelden dat de pauze bijna voorbij was. Misschien nog een enkele minuut, maar ik bleef hier niet om dat uit te zoeken. Ik wilde op weg terug naar mijn cel iemand tegenkomen die een perfecte kandidaat kon betekenen. Tweemaal lepelde ik nog wat van de derrie die op mijn bord lag in mijn mond, om mezelf vervolgens toch echt uit de voeten te maken nadat ik het dienblad ingeleverd had. Mijn voetstappen waren een zacht geruis en konden niet op tegen de harde stemmen als zowel het gestamp van de mannen. Het duurde echter niet lang voor ik terug was bij de vrouwen afdeling van dit gebouw. Desalniettemin bevond ik mezelf weer in de vuurlinie van mijn razende gedachten, die heen en weer sjeesden en mij geen enkele rust gaven.
    Tot nu toe vond ik het uiterst interessant de figuren hier gade te slaan, net zoals de man die klaarblijkelijk door de gangen doolde. Ik grijnsde kort terwijl ik me besefte dat de kandidaat sneller was gekomen dan gedacht. Het zou geweldig zijn om meer over hem en het bewakers leven te weten te komen. Met dit in gedachten durfde ik mezelf naar hem toe te begeven, om vlak voor hem tot stilstand te komen en mijn gezicht iets omhoog te wendde. Hij was immers wel een kop groter dan ik was: het liet me stiekem glimlachen.
          'Ah, je komt als geroepen, meneer,' begroette ik hem, waarbij mijn stem geheel serieus klonk. Het was mijn cryptische glimlach die andere intenties aan kon geven, wellicht zelfs de fonkeling in mijn ogen. 'Zoals je misschien al wel weet, ben ik hier pas een weekje, wat me een nieuweling maakt,' vervolgde ik, terwijl het al wel duidelijk begon te worden waar ik naartoe wilde gaan. Mijn slanke, lelieblanke vingers strengelden ik achter mijn rug in elkaar, om tegelijkertijd de volgende woorden over mijn lippen te laten met een glimlach: 'Jij bent echter eveneens het "groentje", waardoor ik wil vragen of je - je gedachten met mij wilt delen.' Met een uiterst onschuldige expressie in mijn diepe, waterblauwe poelen staarde ik hem aan.


    Quiet the mind, and the soul will speak.


    James Redford


    Nu ik helemaal alleen in de vrouwenblokken sta, merk ik mijn zenuwen beter dan tevoren op. Van te voren heb ik alle dossiers van de gevangenen nog doorgenomen. Ik heb hun foto's bekeken met hun namen en daarbij nog hun misdaad, maar op dit moment heb ik het gevoel dat ik alles alweer vergeten ben en geen enkel persoon in deze gevangenis bij naam zal kunnen benoemen. Toch probeer ik mijn houding zo goed mogelijk te houden. Mijn rug recht en met gelijkmatige passen over de vloer. Mijn kisten maken een bonkend geluid op het cement.
          "Naar de kantine, je mag hier niet zijn," spreek ik een jonge vrouw in haar cel streng tegen.
          Dat is over het algemeen het enige wat ik aan het doen ben. Mensen hier weghouden en ondertussen cellen inkijken om te zien of alles wel volgens de regels gaat. Ik ben echter wel blij dat ik kan wennen aan de gevangenis in mijn eentje zonder dat ik ingedeeld ben in de kantine op dit tijdstip. Het maakt de zenuwen voor mij er niet minder op en ik betrap mezelf ook dat ik elke zoveel minuten mijn hand naar mijn mond laat glijden omdat ik op mijn nagels wil bijten, een slechte gewoonte uit nervositeit.
          Het loopt tegen het einde van het ontbijt als er een jonge vrouw voor me tot stilstand komt. Ze valt op door haar gekleurde haar, welke ik niet echt met een kleur kan benoemen, maar grijs/blauw zou er het dichtstbij in de buurt komen. Haar blauwe ogen kijken me met een twinkeling aan en ik voel me eerlijk gezegd een beetje overvallen. Ze is maar iets kleiner dan ik ben en waarschijnlijk ook nog eens ouder. Het is lastig om de zenuwen nu tegen te houden.
          "Ah, je komt als geroepen, meneer," zegt ze serieus, wat tegenstrijdig is met de glimlach op haar lippen. "Zoals je misschien al wel weet, ben ik hier pas een weekje, wat me een nieuweling maakt. Jij bent echter eveneens het "groentje", waardoor ik wil vragen of je - je gedachten met mij wilt delen."
          Wanhopig probeer ik in mijn hoofd te ontdekken wie deze vrouw is, welke naam bij haar hoort. Ik kom er niet uit en zij schijnt nu al meer van mij te weten dan ik van haar. Nerveus krab ik aan mijn arm terwijl ik een zinnig antwoord probeer te bedenken. Ik vind sociale interactie altijd leuk, maar op dit moment voel ik mezelf er te onzeker voor en hoop ik maar dat het goed gaat. Wat hoor je te zeggen tegen een gevangene als ze zoiets vragen?
          "Mijn gedachten?" herhaal ik haar vraag om tijd te rekken en ik doe een poging om een relaxte houding aan te nemen. "Ik denk dat we erg verschillende gedachten hierover zullen hebben. Ik krijg geld om hier rond te lopen en jij... niet." Ik kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan, dat was pas stom om te zeggen. "Ik vind alles dus wel best. Wat zijn jouw gedachten over deze plek, als ik vragen mag," vervolg ik dus maar snel. Hopelijk vind zij mijn blunder niet zo erg als ik het vind.


    Your make-up is terrible

    “She is delightfully chaotic ;
    A beautiful mess.
    Loving her is a splendid adventure.”
          Tabitha Hazel Guthrie - Gevangene

    Mijn gedachten gaan al af naar de antwoorden die hij wellicht zou kunnen geven, maar uiteindelijk weet ik niet genoeg over deze man om een gepast oordeel daarover te verschenken. Ik behoud mijn ogen echter de gehele tijd op die van hem gericht, waardoor ik eventuele hints zou kunnen bemerken aan hoe hij zich voelt ofwel wat zijn gedachten zullen zijn. Hij lijkt me na enkele seconden alleen een speciaal geval, want zijn expressie en handelingen spreken elkaar tegen.
          'Mijn gedachten?' herhaalt hij, een respons waardoor ik vermakelijk grinnik en kort knik. Het krabben aan zijn arm is me, helaas voor hem, wel opgevallen, wat ik aan mijn evaluatie als "nervositeit" toevoeg. Ik neem het hem niet kwalijk: het is immers de eerste dag van de arme man. Het maakt me nieuwsgierig naar waarom hij precies deze baan wilt hebben, of het überhaupt wel vrijwillig is, er zijn namelijk een boel betere banen te bedenken. Waarom een groep criminelen in de gaten willen houden, geheel uit zichzelf? Zou hij stiekem net zo nieuwsgierig zijn als ik ben? Ik besef me dat ik al enkele jaren vooral benieuwd ben naar de beweegredenen van personen, wat de reden is hoe ze handelen en wat hen zo gemaakt heeft als nu.
          'Ik denk dat we erg verschillende gedachten hierover zullen hebben. Ik krijg geld om hier rond te lopen en jij... niet.' Het moment zodra hij deze woorden over zijn lippen heeft durven laten rollen, lach ik zacht. Hij heeft toch niet het idee dat ik hem iets aan zal doen, hé? Momenteel kijkt hij redelijk nerveus uit zijn ogen en ik besluit op een andere wijze met hem om te gaan, wellicht wel om hem wat meer gerust te stellen. Niet te veel, dat wil ik ook weer niet hebben, dan denkt hij straks dat hij van alles kan maken. Ik open hierom mijn mond dus al, maar hij vervolgt zijn woorden zo snel dat ik er niets tussen kan steken. 'Ik vind alles dus wel best. Wat zijn jouw gedachten over deze plek, als ik vragen mag.'
          'Hoe weet je dat zo zeker?' stel ik hem dan uiteindelijk, terwijl er een uiterst serieuze blik in mijn ogen schijnt en mijn wenkbrauw lichtelijk omhoog gaat. 'Misschien zit ik hier wel verborgen voor iemand, die me op het spoor is en me wilt vermoorden. Wellicht krijg ik zwijggeld, omdat ik belangrijke informatie heb.' Ik zet een stap naar hem toe en laat een glimlach op mijn lippen zien, die mensen vaker aan een jong katje doen denken. Hopelijk maak ik hem nu niet paranoïde met mijn "theorie", hoewel ik toegeef dat het wel vermakelijk zou zijn. Na luttele seconden slaak ik een diepe zucht, kijk op een kalme wijze rondom me en neem weer afstand van hem.
          'Bovendien kan ik simpelweg niet geloven dat dit jouw daadwerkelijke gedachten zijn, dat je echt alles wel "best" vindt,' begin ik, terwijl mijn vingers bezig zijn het vuil onder mijn nagels vandaan te peuteren. 'We hebben een verschillend standpunt over dit gevang en de figuren erin. Als je mijn antwoord oprecht wilt weten,' vervolg ik, de laatste paar woorden met een zekere nadruk uitgesproken, waardoor het duidelijk is dat ik hem op dat vlak niet helemaal geloof. Hij zal het vast enkel gevraagd hebben doordat hij zijn eigen hersenspinsels niet durft te delen. 'dan zal ik hierna een uitgebreid antwoord geven. Nu ben ik eerder geïnteresseerd in jouw mening.' Mijn rozige lippen wrijf ik even over elkaar, terwijl ik mijn ogen weer in die van hem laat doordringen, doordat ik eerder even weg had gekeken. 'Bijvoorbeeld: wat is de reden dat je hier bewaker wilt zijn?' Op dat moment beslis ik om er een grapje achteraan te gooien. 'Komt het door mij? Wist je al dat ik hier zat en ben je stiekem een stalker?' Het komt er redelijk serieus uit, maar in feite ben ik uiterst vermaakt.


    Quiet the mind, and the soul will speak.


    James Redford


    Ze lacht zacht om mijn woorden, net waar ik al bang voor was. Het klinkt al net zo idioot als ik dacht, waardoor ik snel verder praat voordat zij iets kan zeggen. Haar mond gaat al open, maar ik ben haar gelukkig te snel af. Misschien is het nog niet te laat om mijn domme fout te herstellen.
          "Hoe weet je dat zo zeker?" vraagt ze serieus. "Misschien zit ik hier wel verborgen voor iemand, die me op het spoor is en me wilt vermoorden. Wellicht krijg ik zwijggeld, omdat ik belangrijke informatie heb."
          Ze zet een stap naar mij toe en glimlacht lieflijk. Ik schud met mijn hoofd, dan had ik het wel geweten. Ik heb alle dossiers gelezen, maar er stond niks soortgelijks in. En anders zou iemand het me toch wel verteld hebben? Ze laat me zelfs bijna twijfelen, maar ik besluit het gewoon niet te geloven. Als het echt zo was, zou ze het me niet vertellen. Ze zucht diep en zet weer een stap naar achteren om afstand van me te nemen. Dat is beter, meer persoonlijke ruimte.
          "Bovendien kan ik simpelweg niet geloven dat dit jouw daadwerkelijke gedachten zijn, dat je echt alles wel "best" vindt," geeft ze haar mening, terwijl ze haar blik van me af gewend heeft en vuil onder haar nagels weg peutert. "We hebben een verschillend standpunt over dit gevang en de figuren erin. Als je mijn antwoord oprecht wilt weten," laat ze me weten dat ze me niet geloofd. "dan zal ik hierna een uitgebreid antwoord geven. Nu ben ik eerder geïnteresseerd in jouw mening."
          Ze richt haar intens blik weer op mij en wrijft haar lippen over elkaar, maar ik kan er niet eens naar kijken omdat ze mijn blik gevangen houdt. Ik kan niet eens knipperen en nadenken is ook wel moeilijk op dit moment. Ik hoop maar niet dat alle gevangenen zo zijn, want dan heb ik een probleem. Ik ben maar een softie en kan hier niet tegen.
          "Bijvoorbeeld: wat is de reden dat je hier bewaker wilt zijn? Komt het door mij? Wist je al dat ik hier zat en ben je stiekem een stalker? vraagt ze serieus.
          Volgens mij ziet mijn hoofd er gelijk uit als een aardbei. Ik voel het schaamrood naar mijn wangen stijgen. Waarom weet ik niet eens, want ze heeft natuurlijk ongelijk. Ik krijg al snel door dat ze het maar speelt, met mij speelt, nadat ik vluchtig met mijn hoofd geschud heb, opnieuw. Oh, ik laat me ook veel te makkelijk manipuleren.
          "Ik ben al langer bezig om een bewaker te worden dan jij hier zit," probeer ik zo luchtig mogelijk te antwoorden en ik grijns iets, waarmee ik mezelf ook een beetje bij elkaar raap. "Ik hou van risico's nemen. Hierheen verhuizen was leuk, maar een bewaker worden in een gevangenis is een risico. Een hele uitdaging, werken met mensen zoals jij. Misschien ga ik over een jaar wel iets anders zoeken als het me toch niet bevalt, dat is het leuke aan mijn leven. Ik ben jong en kan bereiken wat ik wil."
          'mensen zoals jij' spreek ik helemaal niet respectloos uit, zoals ik anderen hier wel heb horen doen. Ik zie ze gewoon als mensen, maar er klinkt wel iets van ontzag in mijn stem door. Geen angst, absoluut niet. Ik ben niet bang voor ze, ik ben gewoon snel nerveus om andere dingen. Ze hebben meestal een grote mond en ik weet vaak niet zo snel iets terug te zeggen. Ze brengen me in verlegenheid en daar komt het vandaan. De rest van mijn woorden zijn misschien niet erg zorgvuldig gekozen, maar het is iets dat ik altijd opzeg als mensen dit aan mij vragen, wat ik gezegd heb tegen mijn familie en vrienden toen ik ging verhuizen om ze gerust te stellen dat ik echt wel een plan had, of er tenminste over na gedacht heb.
          "Nu mag jij je mysterieuze gedachten erover uiten," glimlach ik haar toe. Het is duidelijk dat de zenuwen nu wegzakken, mijn hoofd is geen tomaat meer en ik krab niet meer aan mijn arm. Ik zet mijn ene arm zelfs tegen de muur naast ons zodat ik er tegenaan kan leunen. Relax, Jamie. Zo kom je er wel doorheen.


    Your make-up is terrible

    “She is delightfully chaotic ;
    A beautiful mess.
    Loving her is a splendid adventure.”
          Tabitha Hazel Guthrie - Gevangene

    Een zachte grinnik komt er op een zoete wijze over mijn lippen rollen wanneer ik bemerk dat zijn gezicht een lichtrode kleur aanneemt. Naar mijn idee krijg ik naarmate het gesprek vordert al meerdere impressies van hoe deze man daadwerkelijk is, niet hoe hij zich voordoet naar ons of de samenleving. Natuurlijk kan ik er totaal naast zitten, het is eerder een nieuwsgierigheid waardoor ik zulke dingen überhaupt voor ga stellen in mijn hoofd. Sommigen weten ervan af, anderen niet. Ik betwijfel of ik het deze man zal vertellen, maar dat zal alleen zijn doordat ik me met hem kan amuseren. Of beter gezegd: zijn reacties.
          'Ik ben al langer bezig om een bewaker te worden dan jij hier zit,' vertelt hij me op een zorgeloze manier. Dit alleen al laat een kleine geamuseerde glimlach op mijn lippen spelen, simpelweg en alleen doordat hij mijn woorden aangenomen heeft en moeite doet voor een antwoord. 'Ik hou van risico's nemen. Hierheen verhuizen was leuk, maar een bewaker worden in een gevangenis is een risico. Een hele uitdaging, werken met mensen zoals jij. Misschien ga ik over een jaar wel iets anders zoeken als het me toch niet bevalt, dat is het leuke aan mijn leven. Ik ben jong en kan bereiken wat ik wil.'
    De eerstvolgende zin laat de glimlach echter direct van mijn lippen verdwijnen, het laat me voor een kort moment rillen als er gelijk vragen in mijn gedachten verschijnen. Leeft hij voor de adrenaline? Is hij stiekem een adrenalinejunk, maar doet hij zich bescheiden voor? Heeft hij al eerder gewerkt in zo'n dergelijke richting? Ik onderdruk de neiging een scenario in plan te zetten, waardoor hij in ruzie zal komen met enkele gevangenen, enkel om gade te slaan hoe hij dan zal reageren. Of dat de “kick” is die hij als adrenaline wilt of verwacht te hebben. “Mensen zoals jij” spreekt hij echter niet zoals enig ander uit, die het spottend over hun lippen laten rollen alsof we ongedierte zijn die hen elk moment kan aanvallen. Ik vernauw mijn poelen kort, als deze naar de grond afdwalen en ik bedachtzaam over mijn lippen streel met mijn wijsvingers. Ik ben zo diep in gedachten verzonken dat ik zijn glimlach en de desbetreffende woorden niet opmerk, over hoe hij mijn mysterieuze gedachten wilt weten.
          'Een groepje bajesklanten hoorde ik in de kantine praten over een nieuwe bewaker,' begin ik mijn woorden, waarbij mijn ogen duister fonkelen. 'Hoe was het ook alweer?' vervolgde ik, mijn lippen wrijf ik kort over elkaar nadat ik begin met langzaam naar hem toe aan het lopen. '”Snotneus”, volgens mij. Het komt erop neer dat ze geen bevelen aannemen van iemand die pas net om de hoek komt kijken.' De sfeer neemt opeens een bedrieglijke onheil aan, alsof er iets op komst is. Vlak voor zijn gestalte stop ik en druk mijn wijsvinger tegen zijn borstkas aan met een spookachtige grijns.
          'Mijn week is hier pas net begonnen, ik zal mijn portie nog wel krijgen, maar het is wel duidelijk over wie ze het hadden.' Ik laat mijn vinger over zijn borstkas dwalen, loop tegelijkertijd achter hem om en pak vervolgens zijn bovenarm beet. 'Als je mijn advies wilt weten: vermijdt vooral de grote jongens, die denken alles te zijn, terwijl ze grofweg stuk voor stuk “moederskindjes” zijn.' Met een katachtige grijns kom ik weer tot stilstand, nadat ik zijn lichaam heb bestudeerd en fluister vervolgens in zijn oor: 'Het was fijn om je te ontmoeten, Redford, jammer dat het maar voor korte duur is.' Ik ga weer rechtstaan en maak al rechtsomkeert met als doel om uit zijn zicht te verdwijnen. Ja, ik had momenteel niet het sterke idee dat hij het hier zou gaan redden.

    [ bericht aangepast op 30 jan 2015 - 19:49 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.