I get that. And the language is fine.
Nicolas Servio ~ 24 ~ Rueri
Hoe langer ze op bij de cel bleven staan, hoe lastiger het voor hem werd om zijn claustrofobische neigingen voor zich te houden. Het was niet iets dat hij wilde dat de man voor zich door zou hebben. Zijn blik ging naar diens gezicht, al werd hij af en toe afgeleid door de omgeving. Henry was voor hem eigenlijk een raadsel. Behalve dat hij wist dat hij arrogant was en te zelfverzekerd, leek hij bar weinig om anderen te geven. Of hij ook echt kon liefhebben betwijfelde Nicolas sterk. Hij kon zich niet voorstellen er iemand zou zijn die aan de zijde van Henry gezien wilde worden als diens vriendin of zelfs vrouw.
Het interesseerde eigenlijk niet hoe de man was en wat zijn motieven waren. Dat hij hem niet mocht stond gelijk aan dat hij niets met hem te maken wilde hebben. Hij leek vrij onbetrouwbaar en als hij ergens een hekel aan had waren het leugenaars. Toch vroeg hij zich een aantal dingen af nu hij zo voor de man stond, voornamelijk om zijn gedachten niet naar andere dingen af te laten dwalen. "Je bent echt waardeloos, Nicolas," Was dat de slotzin van zijn preek? Dat hoopte hij maar, want hij begon zich aan de man te irriteren. Hij voelde alsof hij zich elk moment moest inhouden bij Henry. Was zijn hele attitude er niet, dan had hij wel wat beledigende woordjes klaar staan.
Een vage humorloze glimlach zag hij op diens gezicht staan. Waarom hij precies zo lachte wist hij niet, wel bekroop hem het gevoel dat hij zijn ongemakkelijkheid had opgemerkt. Ongetwijfeld had hij gezien dat hij met gespannen schouders hier stond en niet helemaal helder oogde. Toch trachtte hij niet te laten blijken dat hij enigszins in ademnood verkeerde. "Ik ben er verrast van." Het was maar goed dat de man zich omdraaide, anders had hij hem nog vuil aangekeken. Niet dat hij dit waarschijnlijk zou opmerken bij het weinige licht dat hier aanwezig was. "Ze is nog steeds hier, als ik je dan toch een tip kan geven."
Opgelucht was hij toen de man de gang uitliep. De neiging om meteen ook de gang uit te lopen of rennen, onderdrukte hij. Zijn looptempo was normaal, maar van hem mocht hij nog wel wat harder lopen. Net op het moment dat hij dacht van de man af te zijn, opende deze zijn mond nog. "Oh, en Nicolas, kijk me dan ten minste aan als ik tegen je spreek, klootzak. Mijn ogen zitten namelijk in mijn hoofd. Dat is je blijkbaar ontgaan."
Eikel, dacht hij en hij vervloekte de man meerdere malen in gedachten. Tegen ieder ander had hij onmiddellijk wat teruggeschreeuwd, of gedaan, maar deze man kon hij niets doen. Dat was hetgeen dat hem het meest aan hem irriteerde, dat hij op het soort man leek dat overal mee weg kon komen. Na deze woorden was hij gelukkig wel in de duisternis verdwenen, om de gevangenis te verlaten.
Even keek hij nog naar de cel van Jasmine, denkend aan hoe hij haar zou moeten vinden. Hij kende haar enkel en alleen van gezicht en van enkele verhalen die hij over haar had gehoord. Het was maar goed dat ze nog in de omgeving was, anders zou hij zijn zoektocht nu al als zinloos verklaren. Op dit moment was hij niet in de stemming om gelijk naar haar op zoek te gaan. Zijn nicotineverslaving moest op peil gehouden worden en dus besloot hij dat het nu echt tijd was voor een sigaret.
Met snelle maar gecontroleerde stappen liep hij de gang uit. Zijn longen zoog hij vol met lucht. Met wat behendigheid kwam hij aan op het kleine open plekje, boven de gevangenis, wat de meest snelle route was om van de donkere ruimte beneden naar boven te komen. Het was voor zover hij wist een vrij verborgen plekje. Nog nooit was het voorgekomen dat hij hier iemand anders aantrof. Prettig gegeven was dat hij hier onopgemerkt kon roken en tegelijkertijd zijn ogen weer eens aan normaal zonlicht konden wennen. Een sigaret was snel opgerookt als hij chagrijnig was.
Aan niets denken is ook denken.