Aurea Helene Cordero
¼ waterelf, Rueri
Braulio maakt een protesterend geluidje wanneer ik klaar ben met zijn voorstel, waarop ik eerst lichtjes frons, maar wanneer hij de woorden: 'Dit is niet eerlijk,' uitspreekt, maakt de frons plaats voor een brede grijns, gezien ik me besef dat hij wel moet doelen op het feit dat ik hem geen kusje op de mond gaf. Ik kan het niet laten mijn tong naar hem uit te steken. 'Misschien krijg je later meer, misschien niet,' meld ik hem nonchalant, terwijl ik een lok van mijn blonde haar rond mijn vingers wind. God, wat is het toch heerlijk om hem te plagen. Het is oprecht één van mijn favoriete bezigheden en ik doe het dan ook zo vaak mogelijk. Al hoewel, niet té vaak, want ik heb geen zin om hem er boos mee te maken. Dat is nog nooit gebeurd, dat hij daarom boos wordt, maar met hem kan ik nooit echt zeker weten. Al ben ik niet bang voor hem wanneer hij boos is, tenminste lang niet zo bang als ik was voor mijn oom en tante. Braulio ziet er intimiderender uit, maar dat neemt niet weg dat mijn oom en tante een stuk "enger" zijn wanneer ze woedend zijn. Bij Braulio weet ik bíjna zeker dat hij me nooit zal slaan, mijn zogenaamde verzorgers deden dat vaak genoeg, en dat is dan ook één van de redenen waarom ik ze niet meer spreek. Mijn tante flipte zelfs een keer zo erg, dat ze een glas naar mijn hoofd gooide. Ik wist me af te schermen met mijn armen, maar op mijn linkerarm is nog steeds het bewijs van de gebeurtenis te zien in de vorm van een litteken.
Ik ban de gedachten uit mijn hoofd en om ze verder doen te vergeten, besluit ik Braulio nog wat meer te plagen. 'Hé, niet gaan.' Ik besteed geen aandacht aan zijn woorden en loop verder naar de gordijnen, waar ik mijn "dreigement" uit. Ik zie zijn ogen groot worden, waarop ik er aan toevoeg dat hij tien seconden heeft om een beslissing te maken. 'Tien, negen, acht, zeven, zes -' een geamuseerde blik verschijnt in mijn ogen wanneer hij bijna over zijn eigen voeten struikelt '- vijf, vier, drie, twee...' Zijn handen sluiten zich over mijn handen, waarbij zijn handen met gemak mijn handen helemaal bedekken.
'Zeker weten dat je de gordijnen niet open wilt? Het zonlicht zal er vast voor zorgen dat je in één klap wakker wordt,' meld ik onschuldig op.
'Wacht daar nog maar heel even mee,' fluistert hij in mijn oor, waarna hij een kus op mijn lippen doet. Ik merk dat hij probeert om mijn handen van de gordijnen te halen en ondanks dat ik expres lichtjes tegenstribbel, weet hij ze met gemak los te maken en draait hij mij om. Hij sluit zijn armen rondom mijn lichaam en begint kusjes in mijn nek te geven. Een goedkeurend geluidje komt over mijn volle lippen en ik wikkel mijn armen rond zijn nek, terwijl ik mijn hoofd iets schuin houd zodat hij beter bij mijn nek kan.
'We hebben nu wel vast gesteld dat mijn nacht niet de beste was, maar hoe heb jij geslapen, Aurea? En wat zijn jouw plannen voor vandaag?' Verdomme! Ik had gehoopt dat hij niet naar mijn slaap zou vragen. Ik was nog zo opgelucht geweest dat hij nog half bleek te slapen wanneer ik verschrikt wakker werd, maar nu zal ik alsnog iets moeten verzinnen. Dat lukt echter niet al te goed, doordat hij weer een kus op mijn lippen drukt en zijn handen onder mijn shirt laat glijden. Goddank laat hij ze liggen op mijn zijden, anders had ik me helemaal niet kunnen concentreren. Ik zal echter wel iets van de waarheid moeten vertellen, gezien hij het meestal door lijkt te hebben wanneer ik lieg.
'Ik, eh,' begin ik iets stamelend, deels door nervositeit, deels door zijn handen om mijn lichaam. Tegelijk trekt er een rilling door mijn lichaam terwijl ik terug denk aan de nachtmerrie. Hopelijk zal hij mij nooit zo aankijken als hij in mijn nachtmerrie deed. 'Het was gewoon een eh, nachtmerrie. Niks om je druk om te maken, je zal het waarschijnlijk toch maar onzin vinden dat ik een nachtmerrie heb over zoiets,' zeg ik uiteindelijk, terwijl mijn hersens overuren maken voor het geval hij toch vraagt waar mijn nachtmerrie overging. Ik wend mijn blauwe kijkers voor de zekerheid af van zijn gezicht. 'En ik weet nog niet wat ik vandaag ga doen. Ik wilde sowieso Andrew zoeken, maar ik weet niet echt of er nog dingen moeten gebeuren voor de Rueri, maar dat kun jij me vast wel vertellen,' antwoord ik op zijn tweede vraag.
Voorzichtig richt ik mijn ogen weer op zijn gezicht en ik veeg het plukje dat op zijn voorhoofd hangt weg. 'Je mag die nooit afknippen,' mompel ik.
[ bericht aangepast op 17 juni 2014 - 11:20 ]
To the stars who listen — and the dreams that are answered