Sigil, sst, don't go hard on meh baby. Twee weken geleden, haha, damn.
[url=http://data1.whicdn.com/images/112370302/large.gif
]Evanjalin Brentwood[/url] II Mens II Neutraal
Evanjalin wapperde Aerions commentaar dat zijn broer al langer verloofd was weg. Vergeetachtig was de dame niet, maar chaotisch zeker wel en daarbij kende ze het halve dorp bij naam. Zo kwam het dat ze nog wel eens dingen door elkaar haalde, maar gelukkig waren de meesten het van haar gewend. Net zoals haar soms plotseling enthousiaste uitbarstingen wanneer ze zich onder vrienden bevond, zoals nu het geval was en ze schaamteloos Aerion vroeg naar zijn liefdesleven. De rode vlekkend ie zich in Aerions nek vormden ontgingen haar niet en zodra hij zijn onzekerheid uitte flikkerde er medeleven in haar ogen. Het was niet haar bedoeling hem slecht doen te voelen en daarom sprak ze gauw verder, in de hoop de schade te beperken. "Ik denk dat die twee me liever achter slot en grendel zouden willen zetten dan dat ze me zouden willen leren kennen," had Rusty gemompeld toen ze haar aandacht op hem had gericht en Evanjalin trok kort een bedenkelijk gezicht. De gedachte dat mensen zo slecht over elkaar dachten maakte haar verdrietig en daarom dacht ze er nooit te veel over na. Mensen waren mensen en elven waren elven, het deerde haar niet wie ze waren of waar ze bij hoorden, vooral omdat dit laatste volgens haar voortkwam uit de gedachte dat ze op die manier goed deden. Evanjalin zag geen enkele reden om mensen te straffen om iets waarvan ze dachten dat ze goed deden en daarom behandelde ze iedereen gelijk. Helaas werd de dame vaker dan ze lief was met haar neus op de feiten gedrukt.
"Hé, dat is zo een slecht idee nog niet," antwoordde ze met haar roze lippen gevormd tot een grijns toen Rusty een grapje maakte. "En ja, ik heb nog wel een lijstje met dingen die gedaan moeten worden, ik pak het wel even." De houten vloer protesteerde op sommige plekken luid toen ze zich naar de achterkant van de winkel begaf, simpelweg om iets te halen wat ze niet had. Een lijst, het was de grootste onzin ooit, omdat alles wat ze onthouden moest in haar hoofd zat. Als Rusty graag wat te doen wilde hebben dan verzon ze met alle liefde even wat klusjes die gedaan moesten worden. Evanjalin trok het laatje van een houten bureautje open en haalde er papier en wat om te schrijven mee uit. "Uhm.." dacht ze hardop en keek peinzend naar de muur voor zich waarop verschillende schetsen aan vast waren gepind. De meeste mensen die hier kwamen die begrepen er niks van. De schetsen waren chaotisch, hoekig en leken niet op het werk van een jongedame of überhaupt op ontwerpen voor kleding. Hoewel Evanjalin de kunst van het maken van kledingstukken goed onder de knie had, waren haar schrijf en tekenkunsten stukken minder ontwikkeld. Zelfs haar handschrift was hoekig met veel hanenpoten, het handschrift van een man. Toen ze klaar was met schrijven keek ze naar de zwevende letters die op het papier stonden:
Kruiden van Alea
Rok Helen
Brood
Fruit
Vlees
Ze had bedacht dat ze vanavond wel een stoofpotje kon maken en ze wist nog dat Alea bepaalde kruiden had weten samen te stellend ie er heerlijk bij smaakten. Ook was het waar dat Helen nog een rok had die ze gemaakte wilde hebben en hoewel de vrouw had gezegd dat ze die zelf langs zou brengen leek het Evanjalin geen probleem als Rusty of Aerion die ophaalde, dan hoefde de vrouw zelf niet op pad. De rest op het lijstje waren klussen die niet gedaan hoefde te worden. Ze wist dat Meghan wat dieren verzorgde en vond het geweldig om eens in de zoveel tijd langs te komen, gewoon om te weten hoe het ging en brood hadden ze ook nog een stuk. Moest ze misschien iets anders verzinnen? Haar roze lippen vormde een smalle lijn toen Evanjalin deze bedenkelijk op elkaar perste, maar uiteindelijk ontspande ze weer. Kleding ontwerpen was voor haar geen probleem, maar klussen verzinnen was een heel ander verhaal. Ook omdat ze Rusty niet naar de Rueri kon sturen, op die manier viel er al een hoop af.
Met het stuk papier in haar hand liep ze terug naar de twee mannen en overhandigde het aan Rusty. "Alsjeblieft, je kunt altijd nog langs andere mensen, vragen of ze nog wat nodig hebben van me," vertelde ze met een glimlach. Er waren bijna altijd wel mensen die een kledingstuk hadden liggen dat gemaakt moest worden, maar dat ze simpelweg vergaten totdat zij of Rusty langs zouden komen en er naar vroegen. "Jullie kunnen natuurlijk ook samen gaan," stelde ze voor, "en ik ga even laat als altijd eten." In haar chaos was het avondeten nog altijd een soortement rustpunt, aangezien ze altijd op hetzelfde tijdstip het avondeten op eten had, ongeacht de natuurrampen die daaraan vooraf waren gegaan.
Toen Rusty en Aerion de winkel hadden verlaten beklom ze de trap naar de andere verdieping waar haar slaapkamer zich bevond. De houten ruimte was vrij groot, maar leek optisch kleiner door de rommel die er rondzwierf. Ze had een boekenkast, maar de meeste boeken hadden een vaste plek op de grond of op het ladekastje gekregen en zo plaatsgemaakt voor andere prullaria. Stoffen, schetsen, kaarsen, kledingstukken, mandjes, bakjes, kandelaars. Alles waar ze geen afstand van had kunnen doen lag verspreid, soms vergat ze zelfs bijna dat er ook nog een kleedje op de grond lag onder de puinhoop. De roodharige dame had meerdere pogingen gedaan tot het opruimen van deze zwijnenstal, maar had zichzelf altijd snel weer te midden van de rommel gevonden.
Voorzichtig zodat ze op niks scherps zou stappen liep ze richting een kist die er stond. Hoewel de deksel op het oude ding stat staken er meerdere stoffen vanonder het deksel uit. Lakens, dekens.. Haar blanke handen duwden de deksel omhoog en graaiden vervolgens door de zachte stoffen die erin zaten. Ze wist welke jurk ze aan wilde, maar zou hem eerst nog moeten vinden. Uiteindelijk vond ze de blauwe stof, schoon en netjes opgevouwen, in haar ladekast onder een paar verfomfaaide kussens. Evanjalin ruilde de nettere jurk, gemaakt van duurdere stoffen, die ze droeg om voor de alledaagse jurk die de kleur van de hemel droeg. Ze vond het geweldig hoe de jurk de kleur van haar ogen intenser leek te maken. Zoals bijna al haar jurken had ook dit blauwe model lange mouwen om zo de brandwonden op haar rechterarm te verdoezelen. Ze liep er niet graag mee te koop, maar als iemand er naar vroeg zou ze er ook niet geheimzinnig over doen. De reden dat ze het niet wilde laten zien was omdat ze het lelijk vond en het maakte haar wel eens onzeker.
Bij de jurk koos ze een donkerblauwe mantel met kap die ze nog niet opzette. Om de rapier te brengen naar zijn nieuwe eigenaar zou ze naar de Rueri moeten en ondanks haar naïviteit en gevoel dat ze daar zonder problemen rond kon lopen was het een plek waar ze nooit graag kwam. De plek leek zo troosteloos en leek altijd als een zware, duistere deken over haar heen te vallen zodra ze ook maar één voet in de buurt zette. Meestal als ze er dan toch heen ging kroop ze in het hoofd van een ander, als het ware om te doen alsof niet zij daar liep, maar een onverschrokken jonge vrouw die geen angst kende en die er vaker kwam. Het hielp haar keer op keer. Voordat ze vertrok rolde ze nog gauw het stuk brood dat ze nog had in een stuk stof en stopte deze in een leren tas. Ze wilde niet dat Rusty dacht dat ze hem met nutteloze karweitjes had weggestuurd.
Met een zachte plof viel de deur van haar winkel in het slot. Evanjalin hield de rapier onder haar mantel om te voorkomen dat ze meer aandacht trok dan nodig was. Op de een of andere manier kreeg ze de kriebels als ze een wapen bij zich droeg, alsof het zich ieder moment tegen haar kon keren. Met lichte passen liep ze over de straatstenen. Van te voren had ze besloten dat ze eerst nog even langs
Arabella wilde gaan, ze had de vrouw al langere tijd niet gezien en was benieuwd hoe het met haar ging. Gelukkig lag de plek waar ze haar kon vinden op de route. Zodra ze echter voor de deur stond bedacht Evanjalin zich dat ze de kruiden die ze had beloofd voor Arabella mee te nemen was vergeten en ze zuchtte zachtjes. Ze verweet zich zelf deze stomme fout en hoopte dat Arabella ze niet direct nodig zou hebben. Er was maar één manier om daar achter te komen en Evanjalin klopte op de deur. "Bells!" begroette ze de jonge vrouw en omhelsde haar kort met één arm, omdat ze met haar andere de rapier dicht tegen zich aangedrukt hield. Ze liet zichzelf binnen en legde de ingewikkelde rapier voor het gemak even op tafel, wetende dat ze Arabella kon vertrouwen. "Ik ga zo deze rapier langs brengen bij iemand van de Rueri," legde ze uit toen ze Arabella's blik zag, "wil je mee? De vorige keer dat ik wat af wilde leveren werd er nogal moeilijk gedaan." De laatste keer was een week of twee terug, iemand had haar gevraagd zijn laarzen te repareren en dit had ze gedaan. De man had zelf geen tijd, of zin, wie zou het zeggen, gehad om ze op te halen en dus had Evanjalin voorgesteld ze even te komen brengen. Echter had er iemand op wacht gestaan die haar wantrouwde en niet binnen had willen laten. Uiteindelijk had de man veel later dan Evanjalin had gewild zijn laarzen terug gekregen.
Haar blik gleed even over Arabella heen. Ze zag er altijd sterk uit vond Evanjalin, maar toch verbaasde ze zich er soms weer over dat de jonge vrouw zich had aangesloten bij de Rueri. Het was niet iets waar ze de jonge vrouw op zou wijzen, ieder had zo zijn eigen standpunten en had het volste recht deze te verdedigen, maar soms vergat Evanjalin het simpelweg. Nu kwam het echter goed uit dat de vrouw zich daar had aangesloten, zo had Evanjalin iemand om onderweg mee te praten en zou er niet zoveel gedoe ontstaan als ze de rapier zou afleveren. "Hoe is het trouwens met je? Ik heb je al tijden niet meer gesproken," zei Evanjalin terwijl ze haar blik even rond liet gaan, alsof ze hier weer na vele jaren terug was gekomen.
[ bericht aangepast op 22 juni 2014 - 17:10 ]
In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.