• Het is het jaar 2153 en de bekende superhelden zijn samen met hun verhalen en het geloof in hen ten onder gegaan. Echter, een speciaal taskforce van de Amerikaanse overheid heeft hun krachten altijd bewaard in een ondergronds lab niet ver van het dorpje Spellburn voor noodgevallen.
    Midden in de nacht is er iets misgegaan met de machines die deze krachten gevangen moesten houden en zijn ze vrijgekomen. Ze hebben meteen een nieuwe gastheer of gastvrouw gezocht bij de dichtstbijzijnde mensen: allerlei bewoners, jong en oud, uit Spellburn. De overheid heeft snel gehandeld. Alle onaangetaste mensen zijn dezelfde nacht nog uit het dorp verwijderd, terwijl de besmette mensen in een diepe (kunstmatige) slaap waren en er is een grote elektrische koepel over het dorp gezet om hen binnen te houden voor nog onbepaalde tijd.

    De RPG begint in de ochtend: het moment waarop de geïnfecteerde mensen met hun nieuwe superkrachten wakker worden, merken dat al hun familie, vrienden, buren en collega’s weg zijn en ze opgesloten zitten in het kleine dorpje, met weinig voorzieningen en andere mensen met superkrachten. Wie zullen zich aansluiten bij de helden? En wie bij de schurken? En zullen ze onder de koepel vandaan ontnappen, of zijn ze gedoemd te sterven aan een voedseltekort?


    Personages:
    - Naam/Geslacht || Superheld waarvan hij/zij de krachten heeft || Leeftijd || Pagina in het rollentopic • Eigenaar personage

    - Amilia Elizabeth Rosefield || Danny Phantom || 25 || 1.2 • Rider
    - Azalea Lillian Moss || Poison Ivy || 26 || 1.8 • Gaikotsu
    - Vanessa Meghan Sunfield || Mystique || 19 || 1.7 • PeterParker
    - Novalynn Katharina Ivanov || Storm || 19 || 1.9 • Enface
    - Salome DuRhalis || Mastermind || 27 || 1.11 • Fairytalest t/m 2 juli (vaak) afwezig
    - Amora Lee Scarlett || Lady Deathstrike || 18 || 1.11 • Carmenta
    - Teresa Emma Hyde || Lorelei || 27 || 1.13 • Tolkien
    - Lexim Aflex || Beast Boy || 15 || 1.3 • Lazulis
    - Seth Dillard || Magneto || 20 || 1.2 • Eichen
    - Milan Jackson || Hawkeye || 29 || 1.6 • Rhyme
    - Nathaniel Phelix || Wolverine || 22 || 1.3 • Eloquentiae
    - Jack Joshua Longfield || Azazel || 27 || 1.4 • Magnus
    - David Austin Queen || Wolfsbane || 20 || 1.7 • xthevampire
    - Lance Drake Marshall || Bucky/The Winter Soldier || 30 || 1.11 • Bourne
    - Eduardo Axello Castillo || Gambit || 29 || 1.18 • Fairytalest t/m 2 juli (vaak) afwezig

    Regels:
    #Er geldt een minimum van 200 woorden*
    #Mary Sue’s/Gary Stu’s zijn ten strengste verboden
    #Naamveranderingen doorgeven
    #Houd het realistisch
    #Het is verboden personages van anderen te besturen
    #Je mag nooit iemand zonder toestemming vermoorden
    #Gebruik ABN
    #Vermeld boven je post altijd minimaal de naam van je personage
    #Probeer mannen en vrouwen een beetje gelijk te houden.
    #Je reservering komt te vervallen na 4 dagen, tenzij je contact houdt met mij
    #Probeer minimaal 1 keer in de week te reageren en anders mij wel op de hoogte te houden van je afwezigheid
    #16+ is toegestaan, maar houd het netjes
    #Alleen ik maak nieuwe topics aan, tenzij ik er iemand voor aanwijs ivbm drukte
    #OOC tussen haakjes () {} []
    #Geen OOC ruzies, IC mag wel, dus vat dat niet persoonlijk op
    #Originaliteit wordt zeer op prijs gesteld

    *Wanneer je weet lange tijd even niet te kunnen reageren, is het toegestaan een korte post te schrijven, waardoor je tegenspeler niet meer vast zit aan jouw personage. Dit is echter de enige juiste reden om een korte post te schrijven.



    Begin: De afgelopen nacht is het ongeluk gebeurd en zijn alle bewoners van Spellburn door de overheid in slaap gehouden. De koepel is geplaatst en alle mensen die niet zijn geïnfecteerd zijn verwijderd uit het dorp. Het is nu maandag ochtend tien uur en nu kunnen alle overgebleven bewoners weer wakker worden, want het middel van de overheid is uitgewerkt. Alle communicatiemiddelen zijn uitgeschakeld. Dit betekend dat telefoon, sms-diensten en internet zijn uitgeschakeld. De elektriciteit doet het nog wel. Ook water en gas is niet afgesloten. Door de koepel is het onmogelijk om het dorp te verlaten. Dit betekend dus ook dat contact met de buitenwereld niet mogelijk is.
    Op je mobiel, die dus verder vrij weinig kan op het moment, kan je een berichtje vinden van SPECIAL TASKFORCE ZERO waar niet heel veel bijzonders instaat:
    Geachte inwoner van Spellburn,
    In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld. We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten.
    We houden contact.


    Het dorp: Het is een redelijk dorpje met een school, kerk, twee supermarkten, slager, groenteboer, bakker, bibliotheek, allerlei winkeltjes, een aantal barren en restaurantjes, politiebureau, een kleine ziekenpost voor noodgevallen, een plaatselijke brandweer en een muziekschool. (Mis je nog iets, zeg het dan). In dit soort dorpen is niet heel veel veranderd wat betreft technologie, behalve dat alle energie groene energie is, auto's allemaal op waterstof rijden en apparaten ook wel wat simpele ontwikkelingen hebben doorgemaakt.

    Let op: Superhelden zijn voor de meeste mensen tegenwoordig onbekend. De krachten en afkomst dus ook. Aangezien het internet niet werkt, zijn alleen de oude boeken, stripboeken, schijfjes genaamd DVD's, kranten, tv-gidsen, etc. bronnen waarvandaan je kan halen van wie je de krachten hebt en mogelijk hoe je ze kan leren beheersen. Deze zijn natuurlijk te vinden in de bibliotheek. Boekenwormen die hier vaker hun tijd doorbrengen, kunnen natuurlijk al wel dingen over de superhelden weten, maar de kennis is niet alledaags! Denk dus goed na of je personage dit soort informatie zou opzoeken in zijn voorgaande jaren.

    Het weer: Er waait een fris ochtendwindje en het is nu zo'n 15 graden, hoewel de gevoelstemperatuur iets lager ligt. Het is redelijk helder met af en toe een wit wolkje voor de zon. De verwachting is dat het de hele dag droog blijft en de maximum temperatuur rond de 19 graden zal liggen.


    Have Fun!

    [ bericht aangepast op 17 juni 2014 - 15:32 ]


    Happy Birthday my Potter!

    xthevampire schreef:
    David Austin Queen


    Lexim zakt neer op één van de vele losgeslagen rotsblokken en bekijkt het gat. 'Het moet wel een enorm beest zijn geweest die dit heeft veroorzaakt,' piept Lexim met zijn vogeltjes stem en hij vliegt weer op, waarna hij zich weer veranderd in een menselijke gedaante en op zijn voeten beland. Hij krijgt het transformeren onder controle. 'Wie denk je dat dit heeft veroorzaakt?' vraagt hij nu met een normale stem. Ik bekijk het gat met een twijfelende blik. 'Misschien een mens dat net als jouw kan transformeren in een groot beest? Maar het ziet er eerder naar uit dat hier iets is ontploft...' Ik haal even mijn hand langs de met roet besmeurde muur en knik als instemming op mijn laatste suggestie. 'Ik weet dat ik me in een vogel kan veranderen door dat virus, maar jij hebt ook een virus opgelopen, wat kan jij dan?' Lexim kijkt mij vragend aan. Ik haal mijn schouders op. 'Ik heb echt geen idee, het enige wat ik tot nu toe heb gemerkt is dat ik wat sterker ben geworden. Volgens mij zie ik ook wat beter... Ik kan de gehele omgeving super scherp zien en mijn gehoor is ook wat verbeterd,' voeg ik er nog aan toe. 'Ik moet Azalea vinden,' zegt Lexim, waarna hij om zich heen kijkt. 'Misschien vinden we vanaf daar wel weer mensen,' ging Lexim verder en hij kwam op mij af lopen. Ik knik en stap weer op mijn motor. 'Waar ging die Azalea vaak naar toe?' vraag ik, terwijl ik de klep van mijn zwarte motorhelm weer dicht doe. 'Vlieg je weer of stap je achterop?' Vragend kijk ik naar Lexim.


    Lexim Aflex
    Dave zei iets over dat het eerder een ontploffing was dan gebroken. Ik liep op hem af en ik zag hoe hij de klep van zijn motorhelm weer dicht deed. 'Vlieg je weer of stap je achterop?' vroeg hij en ik twijfelde of het wel veilig was. Ik had geen helm. Ineens kreeg ik een idee. 'Ik vlieg wel,' zei ik en sprong de lucht in waarbij ik me verander en gelijk naar boven vloog. Ik keek over de huizen, maar veel was er niet te zien, ik was geen addelaar die groot genoeg was om het dorp volledig te kunnen zien.
    ik vloog op goed gevoel richting het huis van Azalea en ging daar op het hekje zitten. 'Azalea,' piepte ik, waarbij ik hoopte dat ik haar zag.
    Ik vloog terug naar David en veranderde me terug. 'Ik begin hier goed in te worden, zou ik me in iets anders kunnen veranderen dan alleen een vogel,' sprak ik in mezelf voor de zoveelste keer. 'David ik zag water twee straten verderop ergens links, daar zou ze moeten zijn,' zei ik en stapte zonder helm achterop bij David. Ik voelde dat mijn lichaam begon te tintelen en ineens voelde ik dat mijn lichaam langer werd en mijn armen verdwenen. Ineens groeide mijn lichaam om dat van David heen en een sisende tong stak uit mijn mond. Ik voelde twee naalden dat mijn enige tanden waren en opende mijn bek, zodat twee scherpe slangachtige tanden zichtbaar werden, mijn lange lichaam was bruin met vlekken en ik zag nu helemaal niks, alleen bepaalde kleurcontrasten, maar ik rook wel de geur van water doordat mijn tong telkens naar buiten stak.
    Ik kan dus wel degelijk in een ander beest veranderen, dacht ik en keek David aan hoe mijn lichaam begon aan te spannen en hem zowat wurgde. Ik schrok daardoor en liet los, waarbij ik van de motor op de grond viel. Jippie ik ben een wurgslang en hoe kom ik nu terug.

    (Sorry David)

    [ bericht aangepast op 2 juni 2014 - 21:12 ]


    Vampire + Servant = Servamp



    Amora Lee Scarlett


    Het was verschrikkelijk om Azalea zo te zien. De pijn die ze uitte leek wel werkelijkheid te worden en aangezien ik al erg empathisch ingesteld was maakte dit het er niet beter op. "Az, het komt goed. We zorgen ervoor dat het goed komt." Probeerde ik haar te sussen, maar het leek niet veel te werken. "Help me, oh, mijn schatjes. Oh, Ace, Scar, help me. Breng me naar mijn baby's." Mijn neus ving de geur van rook op en meteen scande mijn ogen de omgeving af.
    Azalea's baby's?
    Daar was het. Mijn ogen hadden de oorzaak van de geur gevonden. Haar huis stond in lichterlaaie. "Oh nee.." Mompelde ik en keek van Ace naar Azalea.
    "Schiet op," zei ze met een pijniging in haar stem. Ace, die er ondertussen ook bij was gestaan was meteen tot actie gekomen. 'Morera, kalmeer jij haar? Dan ga ik alvast vooruit,' Ik knikte enkel en draaide me naar Azalea toe. Ace ging alvast vooruit. Het zou nog erger voor Azalea zijn om de brandende boel van dichtbij te zien. Haar plantjes waren alles voor haar, de tuin waar ik vroeger altijd kwam om de mooie bloemen, bomen en planten te bewonderen was langzamerhand aan het verdwijnen.
    Na mijn vriendin te hebben gekalmeerd keek ik Azalea aan. Mijn lichaam begon ineens erg opgepept te raken. "Kom op." Zonder na te denken over wat ze deed trok ze Azalea op haar rug en begon te rennen. Azalea was zo licht als een veertje en binnen een minuut waren ze bij het huis - Zo ver het nog een huis was - van Azalea. "Oh my god." mompelde ik toen ik zag dat Ace er een zwembad van had gemaakt. De rode waterkraan die meestal door brandlieden werd gebruikt was eraf en de straal bleek recht omhoog te schieten. "Idioot!" mompelde ik toen, ondanks dat het erg slim van hem was om zo de brand te blussen, was het tegelijkertijd extreem dom.
    "Azalea, ga naar je tuin toe. Kijk wat er nog van over is. Ace loop met haar mee en kijk wat of wie de oorzaak van deze brand is of kan zijn." Ik zelf liep naar de kraan toe. Ik keek naar mijn handen en sloeg mijn klauwen uit. Maar toen ik dat eenmaal had gedaan, had ik ook weer mijn eigen armen open gehaald. Ik moest echt handigheid in die dingen zien te vinden.
    Ik sloeg de hele kraan er van af zodat ik alleen nog de leiding vond. Het koude water, op deze zonnige dag zou normaal gesproken erg fijn hebben gevoeld. Maar nu ik doorweekt was en er toch een bries hing stond ik te bibberen van de kou. "Jezus." mompelde ik en ik trok mijn klauwen weer in waarna ik de leiding zo boog dat het water nu geen kant meer op kon. Hopelijk zou dit het doen voor even.
    Nadat het water was gestopt liep ik de tuin in om te kijken waar Ace en Azalea naar toe waren gegaan. Toen ik de tuin van Azalea zag hield ik mijn hart even vast. Haar huis, haar tuin, haar spullen. Alles wat afgebrand of zeiknat. Ik liep naar Azalea toe en trok haar heel even tegen me aan. "Het komt goed schat, we zullen er wel achter komen hoe de brand is ontstaan." Ik beet op mijn lip en keek naar Ace. In de hoop dat hij iets had gevonden. "Tot die tijd kan je bij mij blijven?" Het was meer een vraag dan een voorstel. Ik wreef even over haar bovenarm en liep uit de tuin het huis in om te zien wat daar was aangetast.


    The duty of youth, is to challenge corruption.

    Azalea Lillian Moss.
    Ace boog over haar heen en ze wilde hem een blik geven dat genoeg zou zeggen over de situatie, maar ze verging van de pijn. Ze wilde dat het stopte, maar het leek net of er geen einde aan kwam. 'Az, het komt goed. We zorgen ervoor dat het goed komt,' suste Amora haar – niet dat ze het niet lief vond, maar er bevond zich een brand in haar huis en wilde dan ook eerst dat het uitging voor ze totaal gerust was.
    'Oh nee..' klonk er van Scar toen ze naar de rook opkeek. 'Morera,' klonk er opeens met vaste stem – het was Ace. 'Kalmeer jij haar? Dan ga ik alvast vooruit.' En voor ze het wist was hij verdwenen. Ze wilde met hem mee, naar haar tuin, kijken of hij het echt kon oplossen – maar er schoot weer een pijn door haar borstkas en hele lichaam heen. Bijna, het vuur likte al aan enkele planten.
          Ze was gekalmeerd door Scar, maar de razende gedachtes gingen nog steeds door haar heen. Scar keek haar aan. 'Kom op,' zei ze met een opgepepte stem en trok haar vervolgens op d'r rug, waarna ze begon te rennen. Haar haren wapperden in de wind en voor ze met haar ogen kon blinken waren ze er. 'Oh my god,' ontging Scar meteen en direct was Azalea op haar hoede. Ze stapte af van haar rug en keek rond – met open mond. Haar hele tuin naar de mallemoer. Ze sloeg haar handen voor haar mond. De rode brandweerkraan was eraf gerukt en de straal schoot recht omhoog. 'Idioot!' mompelde Scar en Azalea liet een zachte lach horen, sinds het eerst weer.
          "Het is beter dan vuur, denk ik maar zo." Een zwakke, lichte glimlach vormde haar gezicht – ze wilde naar binnen, maar Amora sprak haar toe. 'Azalea, ga naar je tuin toe.' Ze knikte – ze was het toch al van plan, dat was namelijk het eerste (en enigste) waar ze aan dacht. 'Kijk wat er nog van over is. Ace loop met haar mee en kijk wat of wie de oorzaak van de brand is of kan zijn.'
          "Thanks, love." En ze drukte een kus op de wang van haar vriendin, waarna ze haar weg vervolgde naar haar tuin. Ze had niet gemerkt dat er ondertussen iemand anders bij Ace was, omdat ze zich te druk maakte om haar tuin. Ze woonde bij het bos, dus het grootste gedeelte van haar tuin was bos.
    De enorme vijver in het midden was niks – de hoge bomen die rond haar huis stonden waren verzopen en sommige waren afgebrand. Het was niet zo erg als ze dacht, maar door al het water waren ze verzopen. Ze vond het knap van Ace dat hij dit alles geklaard had en ze was hem wel een bedankje schuldig, dacht ze enigszins toen ze terugliep naar het kapotgetrapte tuinhuisje. Ze keek met een duidelijke blik – dat genoeg zei – naar Ace. Meende hij dit nu? Ach, hij moest snel handelen. Ze zuchtte.
          Omdat haar vader een professioneel sporter was en vaak weg was, wilde hij Azalea een geschenk geven wat hem van zijn schuldgevoel afhielp maar haar vooral wilde laten weten dat – ondanks hij er niet zo vaak was, hij nog steeds erg veel om haar gaf. Hij kocht toen een huis voor haar en stond erop dat hij het grootste deel van de kosten voor zich zou nemen – nu was het huis zwart. Meer dan dat kon ze het niet omschrijven, vergaan in as en roet. Al die jaren dat ze haar leven heeft opgebouwd in die tuin toen ze op zichzelf ging wonen is vergaan in zuipnatte planten en verdronken bloemen.
          Haar handen vielen langs haar zij neer, hopeloos, ze was misselijk van de zorgen. Met een zijlings blik naar Ace, keek ze hem aan. Een zachte, zwakke glimlach vormde haar volle lippen. Elk mens zou waarschijnlijk gedacht hebben dat er een bedankje volgde, maar niets was meer waar. Haar ogen hadden namelijk de kletsnatte kleding van Ace opgemerkt en ze liet haar typische lachje horen. "Heb je een lekker bad genomen in mijn vijver?" Grapte ze.
          Haar ogen blonken – ze moest toegeven dat hij zijn best gedaan had, weliswaar waarschijnlijk alleen maar voor de seks, maar hij had zeker zijn best gedaan. Ze liet een korte lach. "Ongelofelijk.." Mompelde ze zachtjes, terwijl ze haar hoofd schudde en haar hoofd toen op richtte om vervolgens verder te lopen – voor hem uit, richting het tuinhuisje. Ze keek uitdagend over haar schouder heen, terwijl ze verder liep. "Dankjewel, lóver." En ze wierp hem uitdagend een kus in de lucht toe. Eerst was ze van plan hem een kus op zijn mond te geven, maar ze wilde zichzelf niet te snel overgeven – nee, het plagen was veels te leuk.
          Ze zag Amora weer en ze werd tegen haar aangehouden. 'Het komt goed schat, we zullen er wel achterkomen hoe de brand is ontstaan.' Ze knikte. "Ik weet het," ergens klonk het triestig, maar ze had meer de wilskracht om alles weer opnieuw op te bouwen. "En dan kun je toch die nagels van je gebruiken." Ze had er net eindelijk het gevoel dat het háár plek was – en dan moest dit gebeuren. Alles liep totaal verkeerd vandaag voor haar! Ze liet een zucht en zakte zachtjes op de grond. Haar handen in het gras. 'Tot die tijd kan je bij mij blijven?' Ze keek op naar haar beste vriendin.
          "Dat is een fantastisch idee, van een fantastisch iemand," lachte ze.
    "Al die spullen kunnen mij niks schelen – de tuin, dat wel."

    [ bericht aangepast op 3 juni 2014 - 12:56 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Lazulis schreef:

    Lexim Aflex
    Dave zei iets over dat het eerder een ontploffing was dan gebroken. Ik liep op hem af en ik zag hoe hij de klep van zijn motorhelm weer dicht deed. 'Vlieg je weer of stap je achterop?' vroeg hij en ik twijfelde of het wel veilig was. Ik had geen helm. Ineens kreeg ik een idee. 'Ik vlieg wel,' zei ik en sprong de lucht in waarbij ik me verander en gelijk naar boven vloog. Ik keek over de huizen, maar veel was er niet te zien, ik was geen addelaar die groot genoeg was om het dorp volledig te kunnen zien.
    ik vloog op goed gevoel richting het huis van Azalea en ging daar op het hekje zitten. 'Azalea,' piepte ik, waarbij ik hoopte dat ik haar zag.
    Ik vloog terug naar David en veranderde me terug. 'Ik begin hier goed in te worden, zou ik me in iets anders kunnen veranderen dan alleen een vogel,' sprak ik in mezelf voor de zoveelste keer. 'David ik zag water twee straten verderop ergens links, daar zou ze moeten zijn,' zei ik en stapte zonder helm achterop bij David. Ik voelde dat mijn lichaam begon te tintelen en ineens voelde ik dat mijn lichaam langer werd en mijn armen verdwenen. Ineens groeide mijn lichaam om dat van David heen en een sisende tong stak uit mijn mond. Ik voelde twee naalden dat mijn enige tanden waren en opende mijn bek, zodat twee scherpe slangachtige tanden zichtbaar werden, mijn lange lichaam was bruin met vlekken en ik zag nu helemaal niks, alleen bepaalde kleurcontrasten, maar ik rook wel de geur van water doordat mijn tong telkens naar buiten stak.
    Ik kan dus wel degelijk in een ander beest veranderen, dacht ik en keek David aan hoe mijn lichaam begon aan te spannen en hem zowat wurgde. Ik schrok daardoor en liet los, waarbij ik van de motor op de grond viel. Jippie ik ben een wurgslang en hoe kom ik nu terug.

    (Sorry David)


    David Austin Queen


    'Ik vlieg wel,' zei Lexim en hij sprong in de lucht, waarna hij weg vloog in de richting van het huis van Azalea. Ik startte mijn motor en volgde hem, terwijl ik met mijn verbeterde vermogen om te kijken hem goed in de gaten hield. Lexim zakte op een gegeven moment weer naar beneden en landde op een hekje bij een huis. 'Azalea,' piepte hij, maar dat was iets wat ik niet hoorde, aangezien ik een paar tellen later aankwam. Ik hoorde hem nog wel mompelen dat hij goed begon te worden in het transformeren en hij zich afvroeg of hij ook in andere dieren kon veranderen. 'David ik zag water twee straten verderop ergens links, daar zou ze moeten zijn!' zei Lexim, waarna hij bij mij achterop stapte. Ik had geen extra helm, dus moest hij maar zonder helm mee, daarbij was ik een ervaren motorrijder en was het lekker rustig op de straat, dus voor een ongeluk zou er een wonder moeten gebeuren! Ik startte de motor en reed weg, maar niet later vingen mijn oren een sissend geluid op, iets wat mij deed denken aan een... Slang! Meteen remde ik zo hard als ik kon, maar het was al te laat! Ik voelde hoe iets om mijn lichaam heen groeide en zich steeds strakker aanspande. 'Lexim,' breng ik uit met veel moeite, doordat ik bijna gewurgd word! Plotseling werd de druk weer minder en hoorde ik een plof. Bang voor wat ik zou aantreffen draaide ik mijn hoofd op. Op de grond lag een lange bruin gevlekte slang, met twee scherpre tanden en een gesplitste tong die om de zoveel seconden uit de slangenbek kwam. Een koude rilling trok door mijn lichaam, Lexim was veranderd in een wurgslang! 'Lexim! Wat doe je nou! Ik ga je echt niet vastpakken hoor!' riep ik geschrokken uit, waarbij ik LExim goed in de gaten hield om mij voor te bereiden op een slangen aanval. Je wist maar nooit of hij honger had en hoe hij zich zou gedragen als een slang! Ik moet zeggen dat ik niet echt bang ben voor dieren, maar een wurgslang bij mij achterop de motor gaat mij toch echt te ver!

    (I like it Lexim ^^ Ik moet alleen nog een keer iets gaan uitvinden waardoor David gigantisch boos word en ook gaat transformeren :p)


    "Always be yourself. Unless you can be a pirate - then always be a pirate." ~ Jack Sparrow

    Eduardo Antonio Castillo

    Ik stond op toen ik in de verte één persoon aan zag komen. Was ik echt de enige man hier? Ik keek naar Teresa, ze was mooi om te zien, maar in haar doen en laten ietwat grof naar mijn mening. Ze miste het sexy vrouwelijke iets, wat Azalea wel had. 'Moet jij niet in het politiekantoor zitten?' vroeg ze. 'Ah, altijd het zonnetje in huis,' zei ik met een glimlach terwijl ik opstond, 'Ja Teresa, ook leuk om jou weer te zien,' zei ik met een ietwat flirterige glimlach. Ik keek op bij het horen van Morera's stem: 'Oh, my god,' het klonk alsof ze net de hoofdprijs in een loterij had gewonnen. Al leek een verzopen huis mij nou niet bepaald een geweldige hoofdprijs. Ik keek even kort naar Azalea, ik had het verpest, ik wist het. Er was alleen geen enkele effectievere manier geweest om het vuur te doven. 'Idioot,' mompelde ze. 'Alsof jij het beter had gekund,' sputterde ik binnensmonds tegen als een klein kind dat trots met een geweldige tekening thuiskwam wat meer op een abstract werk leek dan op de realistische tekening die hij bedoelde. 'Azalea, ga naar je tuin toe. Kijk wat er nog van over is. Ace loop met haar mee en kijk wat of wie de oorzaak van deze brand is of kan zijn,' gaf Morera vervolgens de orders. Ik trok een wenkbrauw op. Ze was minstens vijf jaar jonger dan ik, wat ging er in haar hoofd om dat ze dacht dat ze mij kon commanderen? Ik keek opzij naar Azalea die er geen aandacht aan schonk, inplaats daarvan liep ze naar haar tuin toe. Ik voelde hoe moeilijk het was om achter haar aan te sjokken. De enige troost die ik kon vinden was dat Teresa ook nog rondliep, en ook niet bepaald vervelend gezelschap was. Ik keek toe hoe Azalea de schade in zich opnam gepaard met zuchten. Ik krabde mijn achterhoofd. 'Ik heb mijn best gedaan?' probeerde ik, maar ik wist dat het de pijn niet verlichtte. Een van mijn oppassen had ooit mijn eerste pakje kaarten weggegooid omdat er kreukels inzaten. Ik had overal gezocht, maar kon nog één kaart terugvinden, the queen of hearts. Sinds die dag is het ook mijn gelukskaart geworden, in bijna ieder spel dat ik eerlijk speel, wat er niet heel veel zijn, win ik wel met the queen. 'Heb je een lekker bad genomen in mijn vijver?' vroeg ze met een scheef lachje. Hoewel ze grappig probeerde te zijn, was het een mislukte poging. Ik liep op haar af, maar iets weerhield me ervan om een arm om haar heen te slaan. Alsof ze per se niet wilde breken, maar een simpel gebaar al genoeg was. Ik besloot haar spelletje mee te spelen. 'Dankjewel lóver,' zei ze vervolgens opgewekter. Ik kon er alsnog geen lach vanaf brengen. Haar tuin was haar leven, haar tuin was het dichtste wat ik ooit was gekomen bij een nacht in het bos. Ik hield meer van de steden, er waren minder beesten. Ietwat twijfelend wierp ze me een kus toe, die ik met een geforceerde glimlach opving. Ik liep richting het tuinhuisje en keek naar het hout rondom het slot dat ik had verbrijzeld, samen met de scharnieren. Azalea en Morera waren alweer aan het kletsen, op wonderbaarlijke wijze was het water gestopt met stromen nadat het de halve straat had blank gezet. Ik keek rond, opzoek naar hoe de brand is ontstaan. Ik was er vrij snel achter. 'Bellezas, ik geloof niet dat dit eenmalig was,' zei ik terwijl ik een blik op de hemel richtte. 'Kennen jullie van die kleine kinderen die met een vergrootglas mieren in brand steken?' Ik wees op de koepel in de lucht die op een punt na niet geheel rond was, er zat een lichte bolling in. Het was ook logisch gezien de koepel onmogelijk snel geplaatst moest worden. 'Nou, ik geloof dat wij de mieren zijn,' vervolgde ik. Ik hoopte vurig dat dit de enige bobbel was.

    (Zoiets voor de brand dan?)


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)

    Amilia Elizabeth Rosefield || Danny Phantom

    Er kroop een rilling over mijn rug bij het horen van de klank in de lach van Lancelot. Het was misschien cynisch bedoeld, maar het hysterische erin was onmiskenbaar. Tenminste, als je Lance kende. Ik wist niet of dat voor anderen ook duidelijk te horen en te zien was. Waarschijnlijk was dit niet heel goed voor zijn gemoedstoestand en ik moest toegeven dat deze rariteiten mij ook niet heel goed deden. Niet dat dat merkbaar was aan de buitenkant, maar de zenuwen gierden door mijn lichaam en ik probeerde zinloos grip te krijgen op de situatie door logische verklaringen te bedenken. Die waren er helaas niet nu virus was uitgesloten en waanbeelden dus geen symptoom daarvan konden zijn. Ik moest hierdoor ook de sterke neiging onderdrukken om te proberen door één van de muren te lopen en te kijken of ik dat rare pakje dat ik vanochtend aan dacht te hebben nog ergens vandaan kon toveren inclusief de witte haren en lichtgevend groene ogen.
    Lancelot was ondertussen naar de deur toegelopen. Wetend waar hij over peinsde, probeerde ik paniekerig een leugen te bedenken over hoe ik was binnengekomen. Het was namelijk niet slim om nog meer vreemde dingen op Lancelot af te vuren voor het geval hij helemaal doordraaide, maar helaas kon ik niks bedenken. Mijn hersenen werkten niet helemaal meer zoals ze voor ik deze ochtend al die vreemde dingen mee had gemaakt en hierdoor was mijn creativiteit in het verzinnen van smoesjes ook aangetast.
    'Hoe ben jij eigenlijk in godsnaam binnen geraakt? Ik kan me niet herinneren dat ik je ooit een sleutel heb gegeven. Of ik moest eens compleet van de kaart zijn geweest.' De deur had hij nu open gelaten en zijn ogen waren samengeknepen, alsof hij het niet vertrouwde of iets dergelijks. Mijn gezicht begon nu eindelijk iets van mijn nerveuze emoties te tonen door de lichte blosjes die op mijn wangen verschenen en bijna had ik hem verteld dat ik door de deur was gevallen, geen idee hebbend hoe ik dat in hemelsnaam gedaan had. Gelukkig kwam er op dat moment iemand binnengelopen. Een blond meisje om precies te zijn, waardoor de rodere kleur meteen weer wegtrok en ik haar met een frons op mijn voorhoofd aankeek. Ik dacht dat ze Vanessa heette en buiten dat ik had gehoord dat ze niet zo'n lieverdje was, had ik geen idee wat ze deed en waar ze woonde. Ik was de afgelopen jaren te weinig in dit dorpje geweest.
    'Hey, ik ben Vanessa en ik dacht, ik kom hier om te vragen aan iemand wat er aan de hand is met ons allemaal.' Een haast onhoorbare zucht verliet mijn lippen. Als ik had geweten wat er precies aan de hand was, was ik wel een zaak begonnen tegen de mensen die ons hier zonder enige juiste verklaring hadden opgesloten. Waarschijnlijk de overheid omdat we of helemaal waren doorgedraaid, of allemaal een stel "freaks" waren, om mij bij de woordkeuze van Lancelot te houden.
    'Wel, ik voel mezelf helemaal een freakshow,' antwoordde hij sarcastisch, een toon die eigenlijk wel aansloot bij mijn gedachtes en reactie op haar. 'En ik vraag me nog steeds af hoe Amilia naar binnen is geraakt, want hoe het er uitziet voor mij is dat ze door de deur is gevallen...' Helaas was hij zijn vraag van net dus niet vergeten door de binnenkomst van het meisje dat dus inderdaad Vanessa heette. Ik zuchtte nu wel hoorbaar en zette mijn hand tegen de muur, om na mijn antwoord meteen maar te laten zien dat ik hopelijk niet gek was. Als dit niet zou lukken, zou het heel debiel klinken en zou Lancelot mij waarschijnlijk direct in een inrichting stoppen, maar oké.
    'Wauw, in één keer goed. Je gaat door voor de wasmachine!' zei ik quasi enthousiast en sloot mijn ogen, terwijl ik het rare gevoel weer kreeg van toen ik mijn ogen sloot en hoopte er weer normaal uit te zien, waarna ik mijzelf door de muur voelde vallen en in de kamer naast de gang was beland. Ik opende mijn ogen weer en merkte dat ik weer dat vreemde pakje aanhad en mijn haren weer in een staart zaten. Het koste nu minder moeite om weer terug door de muur te lopen naar het meisje en Lancelot. 'Geloof me, jouw arm valt echt reuze mee in vergelijking met dit,' mompelde ik tegen hem en bekeek mijzelf nogmaals voor zover dat kon zonder spiegel. Ik leek wel half spook of zo.

    (Ze is nu dus wel in spookvorm veranderd vlak voor ze door de muur ging c; Ik hoop dat jullie er iets mee kunnen)


    Happy Birthday my Potter!

    Lexim Aflex
    Ik had eerst niet in de gate dat David was zei doordat ik hem gewurgd had. Daarna hoorde ik hem roepen en liet toen los, waarbij ik op de grond viel. 'Lexim! wat doe je nou! Ik ga je echt niet vastpakken hoor!' zei hij waarbij ik me afvroeg wat hij zei. ik kwam langzaam vooruit en keek naar achteren naar de lange lichaam dat minstens twee meter. Ik kroop naar de motor toe en voel hoe de schubben zich als haakjes blijven aan David vast en ik kroop zo vanaf zijn been omhoog. Ik liet me
    om zijn lichaam heen wikkelen zoals ik het daarnet ook gedaan had. Mijn besef dat ik dit deed was er totaal niet, ik wist zelfs niet dat ik hem voor te tweede keer begon te wurgen.
    Totaal geen controle over het lichaam. Daarbij moest ik denken dat ik met mijn ouders toen ik tien jaar was.
    Een jaar voordat ik ruzie kreeg en gepest werd op school.

    'Kijk eens lexim, omdat je jarig bent gaan we gezellig naar de dierentuin,' zei mijn moeder die drie kaartjes vasthield en ik als het dolle naar de kaartjes greep. Ik was altijd dol geweest op de dierentuin, ik had vroeger altijd gezeurd naar mijn ouders of ik een huisdier mocht, maar ze vonden het te veel tijd nemen. Dat was ook trouwens mijn laaste verjaardag geweest. We reden een uur later naar de dierentuin.
    'Kijk Lex, zie je die aap die lijkt zoveel op je vader,' grapte moeder en ik kwam toen niet meer bij van het lachen. Vader had depressief achter ons aan gelopen en toen bij de vissen had hij haar terug kunnen nemen.
    'Zie je die grote vis, dat is een kogelvis, die blaast zich op als het zich bedreigd voelt, ik ben benieuwd of het ook bij je moeder zo is.' Maar die grap bleek totaal niet grappig te zijn.
    'Dat is niet grappig pap,' zei ik en het was daarom ook gelijk over met onze grappen. Ik was heel lang blijven plakken bij de kleine vogeltjes waarbij mijn moeder uitlegde dat het kolibries waren. Als laatste gingen we naar de reptielenhuis en ik zag enorme vogelspinnen in hun kooi die gevoerd werden met vliegen, en als laatste de enorme Boa constrictor achterin het reptielenhuis. Ik zag hoe hij een muis tussen zijn lange lichaam klemde en hem liet stikken.
    Ik had op de terugweg zitten huilen, omdat ik het zielig vond voor de muis die vervolgens opgegeten werd door de slang. Mijn ouders maakte grappen dat ik eruitzag als een meisje, dat ik zo klonk als een meisje. Later heb ik in boeken gelezen dat het zo hoorde en ik wist dat ik later ook een slang als huisdier wou.


    Langzaam voelde dat ik me voelde veranderen en dat ik bij hem achterop zat. 'Sorry, dat ik je twee keer gewurgd had, maar ik voel gewoon echt niet dat ik het doe, maar je had je gezicht moeten zien toen je naar me keek en zei dat je me niet wilde oppakken,' lachte ik.

    (Ik hoop dat je hiermee wat kan om hem kwaad te maken.)


    Vampire + Servant = Servamp


    Seth Dillard • Magneto
    Ik voel me zo belachelijk omdat ik voor een paar seconden dacht dat ik ook een superheld zou kunnen zijn, dat ik mijn hoofd teleurgesteld schud. Ik doe niet eens mijn best het te verbergen.
    'Telepathie?' vraagt Salome en ik haal mijn schouders op. Dat was inderdaad wat ik dacht, maar nu ben ik er niet meer zo zeker van. 'Het komt wel mooiboy, het begrijpen van de beste gaven duurt het langst.'
    Zelfs Jack probeert me op te beuren door te zeggen dat ik er wel achter zal komen en hoewel ik het gebaar waardeer, helpt het niet. Ik ben ook zo dom om meteen enthousiast te worden. Ik hoef alleen het woordje 'superkracht' te horen of ik begin me te gedragen als een kind tijdens kerstochtend. Het is zowel belachelijk als zielig, maar misschien past dat wel bij mij.
    'Heb jij misschien wat te eten in huis trouwens?' vraagt Salome en ik ben ergens opgelucht dat ze van onderwerp is verandert. Toch ben ik ook nog benieuwd of ik wel een kracht heb die ik gewoon niet ontdekt heb, maar daar wil ik nu zo min mogelijk aan denken. 'Of anders de buren, nu de huizen zo goed als leeg zijn.'
    'Wij hebben thuis alleen van dat biologische spul. Mijn zussen zijn zich ineens helemaal gaan verdiepen in de natuur en zo. Ik snap er vrij weinig van dus vraag er alsjeblieft niet over door.' Ik grinnik en besef plotseling dat ik me een heel stuk vrijer voel nu ik weet dat mijn gezin niet in de buurt is. Ze hebben me op de één of andere manier altijd gevangen gehouden en nu ze er niet meer zijn kan ik zeggen en doen wat ik wil. De gedachte beangstigd me.
    'Maar de buren houden volgens mij wel van eten,' zeg ik terwijl ik naar het huis van de buren knik. Het is een groot huis, maar het ziet er nogal slecht onderhouden uit, alsof het al jaren leeg staat. 'Volg mij maar.'
    Zonder te controleren of ze mijn bevel opvolgen, loop ik weg richting het huis. De voordeur zit op slot, maar ik weet dat ze altijd een sleutel onder de deurmat hebben liggen. Ik heb een keer gezien dat ze die daar neerlegden. De metalen sleutel voelt koel in mijn hand en ik steek het ding in het sleutelgat. De deur gaat krakend open zodra ik de sleutel omdraai.
    'Dames gaan voor.' Ik gebaar met mijn hand dat Salome eerst naar binnen mag. 'En doe alsof je thuis bent.'

    [ bericht aangepast op 6 juni 2014 - 23:32 ]



    Teresa Emma Hyde.
    27 • Lorelei


    "Ah, altijd het zonnetje in huis," antwoordde Ace. Reese rolde hautain met haar ogen en wisselde haar gewicht van been. Gezien de omstandigheden begon ze zo langzamerhand te denken dat de kleren die ze vanmorgen had aangetrokken, niet de meest praktische waren. "Ja Teresa, ook leuk om jou weer te zien," zei hij toen. Ietwat te flirterig naar Reese's mening. Ze schoot hem een dodelijke blik tegemoet en kruiste haar armen voor haar borstkas. Uit de verte klonk Amora's stem, die iedereen wat orders stond te geven. Dit was hoogstwaarschijnlijk niet Reese's zaak, maar haar nieuwsgierigheid won het en ze volgde Ace naar Azalea's tuin, die enerzijds afgebrand was en anderzijds compleet verzopen.
    "Idioot," mompelde Amora tegen Ace. Reese liet in stilte haar ogen over de tuin en de mensen glijden en toen viel haar pas op dat er dus wel degelijk iets ernstigs aan de hand was. Ze stond even versteld, met haar mond zo'n beetje halfopen en haar wenkbrauwen hoog opgetrokken. Reese had Azalea's tuin altijd geweldig gevonden, hoe het over liep in het bos en met die prachtige vijver. Er was een groot deel van de bomen afgebrand en toen haar blik verder ging, fronsten haar wenkbrauwen zich bij het zicht van het zwartgeblakerde huis. En dan... hoe Ace, Amora en Azalea eruitzagen.
    "Volgens mij mag ik nu wel wakker worden," mompelde Reese binnensmonds tegen zichzelf. Ze richtte zich opnieuw op de drie anderen wanneer ze Azalea's stem hoorde.
    "Dankjewel, lover," zei ze opgewekt. Daarop kreeg Reese alsof het een automatisme was meteen weer zin om weg te lopen en in haar bed te kruipen. Ze had toch niets beters te doen. Reese zag half hoe Ace op Azalea af liep. Ze was nog steeds te verbijsterd om iets tot zich door te laten komen. De anderen leken de hele situatie perfect normaal te vinden. Nu dan toch. Reese kon zich maar voorstellen wat een paniek er daarstraks moest geweest zijn. Dat hoopte ze toch. Anders was er echt wel iets flink mis.
    "Bellezas," klonk Ace's stem toen weer, "ik geloof niet dat dit eenmalig was." Hij richtte zijn blik op de hemel. Reese volgde zijn blik en het duizelde haar even. Ace wees ter verduidelijking ook nog eens omhoog. "Kennen jullie van die kleine kinderen die met een vergrootglas mieren in brand steken? Nou. Ik geloof dat wij de mieren zijn." Reese kreunde, niet vanwege Aces theorie - want die sloeg nergens op - maar vanwege het feit dat ze dus echt wel in quarantaine leken te zitten. Wat was er in godsnaam aan de hand.
    "Ace, dat slaat nergens op," mompelde Reese zachtjes. Ze betwijfelde of hij het zelfs al had gehoord. "Maar aangezien je zo fantastisch goed bent in dingen uitleggen, wees zo vriendelijk om een verklaring te geven op het waarom," zei ze ijzig. Haar blauwe ogen leken nog harder dan anders en die aura van macht, die ze daarnet leek te hebben, werd enkel sterker. Al had ze dat zelf niet echt door.


    help

    Salome DuRhalis

    Ik volgde Seth naar binnen en trapte mijn oncomfortabele hakken uit zodra mijn voeten hout voelde. 'Geen zorgen, dat gaat wel lukken,' zei ik terwijl ik rondkeek. 'Als het hier niet zo stoffig was, was dit een prima onderkomen geweest,' zei ik keurend. 'Weet je, normaal zou je het vervelend vinden als je geen huis hebt, maar nu kan je kiezen uit elk huis in dit godverdomme dorp. Misschien ga ik gewoon in de supermarkt kampen, voordat de rest gaat plunderen,' ging ik vrolijk verder terwijl ik een weg naar de keuken zocht. Na een half doolhof zag ik dan toch eindelijk de hoofdprijs; een twee deuren grote koelkast. 'JACKPOT,' riep ik vanuit de keuken, geen idee waar de andere twee jongens waren. Ik opende de koelkast en keek naar de inhoud. Mijn oog viel op een bakje salade, of wat er achter de salade stond om precies te zijn. Ik trok de pannenkoekenmix uit de koelkast. Ik trok de lades open, opzoek naar pannen. 'Iemand zin in pannenkoeken?' vroeg ik weer, geen idee of de jongens de keuken inmiddels hadden gevonden. Misschien had dit huis wel een extra groot tv-scherm en hadden de twee die gevonden. Het zou me typisch lijken. Ik gooide wat boter in de pan en zette het fornuis aan. Voor quarantaine was dit zo slecht nog niet.


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)

    David Austin Queen


    Ik kan mij nog niet voorstellen dat ik ooit zo bang ben geweest, als op het moment dat een levensechte slang via mijn been omhoog kruipt, terwijl ik de schubben aan mijn kleren voel vasthaken. Langzaam maar zeker kwam het de grote wurgslang hoger en begon het zich weer om mij heen te wikkelen. 'Lexim! Wat doe je?' piep ik benauwd, als hij zich steeds strakker om mij heen draait. Lexim, die nu in een slangengedaante is, draait zich strakker en strakker om mijn lichaam. Ik voel de lucht omhoog geperst worden, als de wurgslang mijn buik fijn begint te knijpen. 'L-Lexim!' kreun ik nog één keer. Ik weet dat dit misschien de laatste keer is, want het stikkende gevoel neemt toe. Ik hoor mijn ribben kraken, misschien is verbeeld ik het mij, maar het zou kunnen! Langzaam trekt er een waas voor mijn ogen, ik heb zuurstof te kort! Ik besef dat ik iets moet doen, maar mijn lichaam kan niet bewegen. Ik prevel een klein schietgebedje en maak mij klaar om te sterven. Lexim... Iemand die ik als vriend beschouw zal mij gaan vermoorden. Nog strakker gaat het slangenlichaam om mijn lichaam, wat er voor zorgt dat er nog meer lucht naar buiten word geperst. Ik ga dood... Weg van deze koepel, weg van dit virus. Ik zal nooit weten hoe het gaat aflopen met de andere mensen die in de koepel vast zitten. Misschien gaan ze dood aan het virus of vermoorden ze elkaar als kanibalen. Hoe lang zol het duren voordat alles op is? Mijn gedachten gaan uit naar mijn familie. Mijn ouders, mijn zusje. Hoe zou het met hen zijn? Zouden ze mij missen? Het is pas veel later als ik besef dat de druk op mijn lichaam is verdwenen. Langzaam maar zeker trekt de waas voor mijn ogen weg en begin ik meer lucht te krijgen. Eigenlijk voelt dit wel goed, de verse lucht die mijn lichaam weer laat opleven. 'Sorry, dat ik je twee keer gewurgd had, maar ik voel gewoon echt niet dat ik dat doe, maar je had je gezicht moeten zien toen je naar me keek en zei dat je me niet wilde oppakken,' hoorde ik Lexim lachen. Mijn angst, de opluchting om toch nog te leven begint zich langzaam aan om te zetten tot boosheid. Niet zomaar boosheid, maar woede, echte woede. 'Wat zei jij?' sis ik woedend, terwijl ik van de motor af stap en de normale Lexim in de ogen kijk. Als blikken konden doden, lag Lexim dood op de grond in plaats van mij. 'Denk je dat dit verdomme grappig is? Ik was bijna dood! Je vermoorde mij bijna, Lexim!' Schreeuw ik woest uit. Ik kan het gewoon niet geloven, die jongen doet alsof het een grap was, terwijl ik bijna zuurstofloos op de grond lag! 'Ik was bijna dood, hoor je me!' herhaalde ik woest. Ik voel een enorme kracht in mij stromen, iets wat mij sterker laat voelen. Ik voel mijzelf groeien, maar niet veel later trekt er een pijn door mijn lichaam, iets wat mij nog bozer maakt. Die jongen heeft mij pijn gedaan, bijna vermoord en hij lacht! Nog bezeten door mijn woede, merk ik niet dat er iets met mij gebeurd. Ik doe een paar stappen naar voren om Lexim een klap te verkopen, om zulke grappen af te leren, maar in een reflex zie ik iets blinken als ik mijn hand naar hem uitzwaai. Verbaasd kijk ik naar de messcherpe klauwen die aan mijn hande... Handen? Waar zijn mijn handen? Ik zie alleen een paar grote harige klauwen. Ik kijk naar mijn andere hand, waar ik hetzelfde vind. Een enorme pijn trekt door mijn lichaam, waardoor ik in elkaar zak, voordat ik het besef zie ik achter mij iets bewegen. Grommend draai ik mijzelf om, maar het is verdwenen. Ik kijk om mij heen en zie het even later weer... Een harige staart. Van wie is die staart? Ik probeer mijzelf te bekijken en zie dat mijn kleren op een hoopje op de grond liggen. Geschrokken probeer ik mijn lichaam te bekijken, iets wat ik beter niet had kunnen doen! Tot mijn grote schrik zie ik een wolfachtige gedaante. 'Wat - wat is er gebeurd?' stotter ik geschrokken, waaruit ik kan opmaken dat ik nog wel normaal kan praten, al ben ik in een wolf veranderd... Ik snuif een keer, waarbij ik een aangename geur opvang. Met een razendsnelle reflex draai ik mij om en sta ik oog in oog met Lexim. Ik snuif nog een keer en vang nog eens de geur op van ... vlees en bloed. Een hongerig gevoel komt omhoog. Voordat ik het weet sta ik vlak voor Lexim, mijn lippen zijn dreigend opgetrokken, waardoor mijn nieuwe messcherpe tanden ontbloot zijn. Mijn ogen fixeren zich op de ogen van Lexim. Grommend sta ik voor hem, klaar om naar zijn nek te happen, zijn bloed te drinken en hem te onthoofden, waarna ik hem lekker ga opeten. Ik kom pas weer 'terug', wanneer ik iets zie in de ogen van Lexim, wat mij erg aangrijpt. Angst, doodsangst. Beelden van een paar uur terug schieten weer aan mij voorbij. Hoe ik de zwerfachtige jongen vond, hij was helemaal alleen. Hoe we samen op zoek gingen naar mensen en hoe hij zich leerde transformeren. Transformeren! Dat is het! Mijn menselijke gedeelte krijgt weer de overhand en ik ga nadenken. Mijn dreigende lippen zakken en mijn nekharen die stijf overeind stonden, gaan weer terug in het gelid. Dit is waarschijnlijk mijn bijwerking van het virus. Ik kan transformeren in een rode wolf, net als Lexim kan transformeren in een kolibrie en een slang. Zou ik ook nog in meer dingen kunnen veranderen? Doordat ik rustiger word en weer als een mens ga denken, gebeurt er weer iets, wat voor mij een hele schok is. Ik verander weer terug in een mens, in mijn normale lichaam. Verdwaasd kijk ik naar mijn handen, mijn armen en mijn verdere lichaam. Een grijns glijd langzaam over mijn gezicht, waarna ik opgetogen naar Lexim kijk. 'Wow! Zag je dat? Ik veranderde... in een wolf!' riep ik enthousiast. Nog steeds niet helemaal gelovend wat er was gebeurd, bekijk ik mijn lichaam en strijk ik over mijn armen. 'Ik veranderde in een fucking wolf,' mompel ik nog steeds verrukt over het idee dat ik ook kan transformeren.


    "Always be yourself. Unless you can be a pirate - then always be a pirate." ~ Jack Sparrow

    [Dat is serieus mijn langste stuk ever, geschreven bij een RPG :p]


    "Always be yourself. Unless you can be a pirate - then always be a pirate." ~ Jack Sparrow


    Amora Lee Scarlett
    Lady Deathstrike


    "Dat is een fantastisch idee, van een fantastisch iemand," lachte Azalea. Amora grinnikte, "Heb zo mijn momenten." Knipoogde ze, maar Lea vervolgde: "Al die spullen kunnen mij niks schelen – de tuin, dat wel." Ze zuchtte triest. "Het komt goed, echt waar. De tuin heeft alleen een opknap beurtje nodig." Ze beet op haar lip. De tuin had wel méér dan een opknap beurtje nodig en dat wist iedereen hier. Haar poging om haar vriendin op te beuren was een mislukte poging.
    "Moet jij niet in het politiekantoor zitten?" De bekende stem liet haar omdraaien. Daar stond Teresa. Amora glimlachte naar de vrouw toe. Juist, dit hadden we nodig? Een extra bemoeial? Ze zuchtte en keek naar Azalea. "Misschien is het handig als je een paar spullen alvast bij elkaar pakt. Hoognodige spullen." Teresa en Ace voerde samen een gesprek wat haar niet aanging.
    'Bellezas, ik geloof niet dat dit eenmalig was. Kennen jullie van die kleine kinderen die met een vergrootglas mieren in brand steken?' Het was Ace geweest die hen naar de koepel liet opkijken. 'Nou, ik geloof dat wij de mieren zijn,' vervolgde hij. Ik keek de groep rond. "Ace, dat slaat nergens op," mompelde Reese zachtjes. "Maar aangezien je zo fantastisch goed bent in dingen uitleggen, wees zo vriendelijk om een verklaring te geven op het waarom," Amora rolde met haar ogen. "Zo lang jij met niks beters kan komen, verzoek ik je je mond te houden," Na deze woorden fronste Amora, wat was het met haar en die stemmingswisselingen vandaag? Ze was zojuist uitgevaren naar een oudere vrouw die haar tot nu toe nog niks aan had gedaan en er net bij was komen staan. Ze zuchtte. "In ieder geval, vind ik dat Ace zijn theorie vrijwel kan kloppen." Ze beet op haar lip. "Maar als dit zo door gaat, zal er binnen nu en een halfuur een ander huis misschien wel in de fik staan. We kunnen niet als brandweer spelen."
    Amora liep rond en speelde wat met haar klauwen. Deze begonnen haar steeds meer te bevallen en ze grijnsde gevaarlijk. Ze voelde zich steeds slechter, alsof er van binnen een gevecht speelde.


    The duty of youth, is to challenge corruption.

    - Tail



    Jack Joshua Longfield || Azazel || 27


    "Wij hebben thuis alleen van dat biologische spul. Mijn zussen zijn zich ineens helemaal gaan verdiepen in de natuur en zo. Ik snap er vrij weinig van dus vraag er alsjeblieft niet over door." Seth grinnikte even. "Maar de buren houden volgens mij wel van eten," zei hij terwijl hij naar het huis van de buren knikte. Toen ik keek zag ik dat het een best groot huis was, groter dan die van mij. "Volg mij maar." Seth liep in de richting van het huis en ik liep samen met Salome achter hem aan. Hij haalt een sleutel onder de deurmat vandaan en binnen een seconde zijn we binnen.
    "Dames gaan voor." Hij gebaarde met zijn hand dat Salome eerst naar binnen mag. "En doe alsof je thuis bent." Ik grijnsde naar hem terwijl ik mijn wenkbrauwen ophaalden.
    "Meestal hoor ik dat van iemand die het over zijn eigen huis heeft en niet die van de buren," zei ik tegen hem met een grijns. Toen keek ik naar Salome en zag dat ze haar hakken uittrapte.
    "Geen zorgen, dat gaat wel lukken," zei Salome terwijl ze rondkeek. "Als het hier niet zo stoffig was, was dit een prima onderkomen geweest. Weet je, normaal zou je het vervelend vinden als je geen huis hebt, maar nu kan je kiezen uit elk huis in dit godverdomme dorp. Misschien ga ik gewoon in de supermarkt kampen, voordat de rest gaat plunderen," ging ze vrolijk verder en even lachte ik zacht. Het was best een goed idee. Ik zag hoe ze wegliep en ging zelf ook door het huis heen. Ik kwam in de woonkamer terecht en zag een breedbeeld tv. Op dat moment hoorde ik Salome roepen:
    "JACKPOT." Ja, inderdaad jackpot. "Iemand zin in pannenkoeken?" vroeg ze toen weer. Ik besloot dat ik maar naar haar toe zou gaan en zag haar achter het fornuis staan. Ik leunde tegen het aanrecht aan en pakte een appel om die vervolgens omhoog in de lucht te gooien en weer te vangen.
    "Ja, lekker. Heb er wel zin in. Zal ik kijken of er bacon of zoiets is om erop te doen?" Vroeg ik aan haar om vervolgens mijn appel af te spoelen en er een hap van te nemen. Toen liep ik naar de bigsize koelkast toe en keek naar de inhoud terwijl ik nog een hap van mijn appel nam. Holy cracemoly. Dat is veel eten. Wat was het hier, een supermarkt of zo?
    Ik haalde een pak cola uit de koelkast om vervolgens op zoek te gaan naar glazen.
    "Wil iemand wat te drinken?" Vroeg ik toen - toen ik de glazen eindelijk gevonden had. Het enigste probleem was, dat zelfs ik met mijn lengte er niet bij kon. Even dacht ik na. Net op het moment dat ik op het aanrecht wou klimmen bedacht ik me dat ik een staart had. Ik grijnsde terwijl ik me afvroeg of het zou lukken. Ik rees mijn staart en rekte ermee uit naar de glazen die er stonden. Hij cirkelde erom heen en toen ik dacht dat ik ze goed en stevig vast had tilde ik ze op. Wonder boven wonder kreeg ik ze heel op het aanrecht. Ik grijnsde triomfantelijk.
    Even keek ik om me heen. Het leek hier net een doolhof en ik had geen zin om erin te verdwalen. Ik nam nog een hap van mijn appel en toen die op was gooide ik hem weg in de dichtstbijzijnde prullenbak die ik kon vinden. Toen pakte ik de colafles op en schonk in.


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    Lexim Aflex
    Geschrokken keek ik de jongen aan die woest mijn naam zei. 'Wat zei jij?' zei hij woest en ik kromp wat in elkaar. Hij stapte af, maar bleef me strak aankijken. 'Denk je dat dit verdomme grappig is? Ik was bijna dood! Je vermoorde mij bijna, Lexim!' schreeuwde hij en ik voelde dat er tranen in mijn ooghoeken vormde. Ik voelde me schuldig.
    'Ik was bijna dood, hoor je me!' Geschrokken knikte ik duidelijk en stapte zelf ook van de motor af keek naar de straat die vrij was. Ik deed een aantal passen achteruit toen ik hem zag groeien. Hij kreeg een vacht, en toen hij met woede op me af kwam, nam ik een aantal passen naar achteren en wachtte af tot ik bloedend op de grond lag en mijn lichaam aan stukken scheuren. 'Wat - wat is er gebeurd?' stotterde hij en ik voelde me behoorlijk ongemakkelijk worden bij het zien van die enorme wolf. Hij kon transformeren net zoals ik, maar hij was tien keer zo groot wat ik kan worden. Hij snoof een keer en toen ontbloote hij zijn tanden en keek me aan, waarbij ik op de grond viel tegen de motor aan. ik kon geen kant op en ik voelde de angst door mijn lichaam stromen. 'Da...Dav...David,' stamelde ik niet hoorbaar.
    David bleef me aankijken en zag hoe hij langzaam weer zichzelf begon te worden en een jongen voor me stond. Het duurde niet lang of een grijns vormde op zijn gezicht. 'Wow! Zag je dat? Ik veranderde... in een wolf!' Nog vol anst bleef ik David aankijken. De tranen in mijn ogen begonnen nu over mijn wang te lopen. 'Ik veranderde in een fucking wolf,' ging hij verder. Ik stond op en wiebelde van angst op mijn benen en nam een aantal stappen naar voren, maar zakte weer op de grond. 'Het spijt me,' zei ik tussen mijn tranen door.
    'Het spijt me echt, dat ik je gewurgd heb.' Ik voelde de tranen over mijn wangen stond op en omhelsde David. 'Verander nooit meer in een wolf,' smeekte ik. Ik voelde me een jongen van acht die zijn grote broer een knuffel geeft, maar nu was het heel wat anders. Hij was een jongen van vijftien en doodsbang.


    Vampire + Servant = Servamp