• Het is het jaar 2153 en de bekende superhelden zijn samen met hun verhalen en het geloof in hen ten onder gegaan. Echter, een speciaal taskforce van de Amerikaanse overheid heeft hun krachten altijd bewaard in een ondergronds lab niet ver van het dorpje Spellburn voor noodgevallen.
    Midden in de nacht is er iets misgegaan met de machines die deze krachten gevangen moesten houden en zijn ze vrijgekomen. Ze hebben meteen een nieuwe gastheer of gastvrouw gezocht bij de dichtstbijzijnde mensen: allerlei bewoners, jong en oud, uit Spellburn. De overheid heeft snel gehandeld. Alle onaangetaste mensen zijn dezelfde nacht nog uit het dorp verwijderd, terwijl de besmette mensen in een diepe (kunstmatige) slaap waren en er is een grote elektrische koepel over het dorp gezet om hen binnen te houden voor nog onbepaalde tijd.

    De RPG begint in de ochtend: het moment waarop de geïnfecteerde mensen met hun nieuwe superkrachten wakker worden, merken dat al hun familie, vrienden, buren en collega’s weg zijn en ze opgesloten zitten in het kleine dorpje, met weinig voorzieningen en andere mensen met superkrachten. Wie zullen zich aansluiten bij de helden? En wie bij de schurken? En zullen ze onder de koepel vandaan ontnappen, of zijn ze gedoemd te sterven aan een voedseltekort?


    Personages:
    - Naam/Geslacht || Superheld waarvan hij/zij de krachten heeft || Leeftijd || Pagina in het rollentopic • Eigenaar personage

    - Amilia Elizabeth Rosefield || Danny Phantom || 25 || 1.2 • Rider
    - Azalea Lillian Moss || Poison Ivy || 26 || 1.8 • Gaikotsu
    - Vanessa Meghan Sunfield || Mystique || 19 || 1.7 • PeterParker
    - Novalynn Katharina Ivanov || Storm || 19 || 1.9 • Enface
    - Salome DuRhalis || Mastermind || 27 || 1.11 • Fairytalest t/m 2 juli (vaak) afwezig
    - Amora Lee Scarlett || Lady Deathstrike || 18 || 1.11 • Carmenta
    - Teresa Emma Hyde || Lorelei || 27 || 1.13 • Tolkien
    - Lexim Aflex || Beast Boy || 15 || 1.3 • Lazulis
    - Seth Dillard || Magneto || 20 || 1.2 • Eichen
    - Milan Jackson || Hawkeye || 29 || 1.6 • Rhyme
    - Nathaniel Phelix || Wolverine || 22 || 1.3 • Eloquentiae
    - Jack Joshua Longfield || Azazel || 27 || 1.4 • Magnus
    - David Austin Queen || Wolfsbane || 20 || 1.7 • xthevampire
    - Lance Drake Marshall || Bucky/The Winter Soldier || 30 || 1.11 • Bourne
    - Eduardo Axello Castillo || Gambit || 29 || 1.18 • Fairytalest t/m 2 juli (vaak) afwezig

    Regels:
    #Er geldt een minimum van 200 woorden*
    #Mary Sue’s/Gary Stu’s zijn ten strengste verboden
    #Naamveranderingen doorgeven
    #Houd het realistisch
    #Het is verboden personages van anderen te besturen
    #Je mag nooit iemand zonder toestemming vermoorden
    #Gebruik ABN
    #Vermeld boven je post altijd minimaal de naam van je personage
    #Probeer mannen en vrouwen een beetje gelijk te houden.
    #Je reservering komt te vervallen na 4 dagen, tenzij je contact houdt met mij
    #Probeer minimaal 1 keer in de week te reageren en anders mij wel op de hoogte te houden van je afwezigheid
    #16+ is toegestaan, maar houd het netjes
    #Alleen ik maak nieuwe topics aan, tenzij ik er iemand voor aanwijs ivbm drukte
    #OOC tussen haakjes () {} []
    #Geen OOC ruzies, IC mag wel, dus vat dat niet persoonlijk op
    #Originaliteit wordt zeer op prijs gesteld

    *Wanneer je weet lange tijd even niet te kunnen reageren, is het toegestaan een korte post te schrijven, waardoor je tegenspeler niet meer vast zit aan jouw personage. Dit is echter de enige juiste reden om een korte post te schrijven.



    Begin: De afgelopen nacht is het ongeluk gebeurd en zijn alle bewoners van Spellburn door de overheid in slaap gehouden. De koepel is geplaatst en alle mensen die niet zijn geïnfecteerd zijn verwijderd uit het dorp. Het is nu maandag ochtend tien uur en nu kunnen alle overgebleven bewoners weer wakker worden, want het middel van de overheid is uitgewerkt. Alle communicatiemiddelen zijn uitgeschakeld. Dit betekend dat telefoon, sms-diensten en internet zijn uitgeschakeld. De elektriciteit doet het nog wel. Ook water en gas is niet afgesloten. Door de koepel is het onmogelijk om het dorp te verlaten. Dit betekend dus ook dat contact met de buitenwereld niet mogelijk is.
    Op je mobiel, die dus verder vrij weinig kan op het moment, kan je een berichtje vinden van SPECIAL TASKFORCE ZERO waar niet heel veel bijzonders instaat:
    Geachte inwoner van Spellburn,
    In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld. We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten.
    We houden contact.


    Het dorp: Het is een redelijk dorpje met een school, kerk, twee supermarkten, slager, groenteboer, bakker, bibliotheek, allerlei winkeltjes, een aantal barren en restaurantjes, politiebureau, een kleine ziekenpost voor noodgevallen, een plaatselijke brandweer en een muziekschool. (Mis je nog iets, zeg het dan). In dit soort dorpen is niet heel veel veranderd wat betreft technologie, behalve dat alle energie groene energie is, auto's allemaal op waterstof rijden en apparaten ook wel wat simpele ontwikkelingen hebben doorgemaakt.

    Let op: Superhelden zijn voor de meeste mensen tegenwoordig onbekend. De krachten en afkomst dus ook. Aangezien het internet niet werkt, zijn alleen de oude boeken, stripboeken, schijfjes genaamd DVD's, kranten, tv-gidsen, etc. bronnen waarvandaan je kan halen van wie je de krachten hebt en mogelijk hoe je ze kan leren beheersen. Deze zijn natuurlijk te vinden in de bibliotheek. Boekenwormen die hier vaker hun tijd doorbrengen, kunnen natuurlijk al wel dingen over de superhelden weten, maar de kennis is niet alledaags! Denk dus goed na of je personage dit soort informatie zou opzoeken in zijn voorgaande jaren.

    Het weer: Er waait een fris ochtendwindje en het is nu zo'n 15 graden, hoewel de gevoelstemperatuur iets lager ligt. Het is redelijk helder met af en toe een wit wolkje voor de zon. De verwachting is dat het de hele dag droog blijft en de maximum temperatuur rond de 19 graden zal liggen.


    Have Fun!

    [ bericht aangepast op 17 juni 2014 - 15:32 ]


    Happy Birthday my Potter!

    (Super mega Mijn topics deluxe.)


    Vampire + Servant = Servamp

    •Meum Topicum•


    Sidera nostra contrahent solem lunamque

    I'm so excited
    And I just can't hide it
    Tralala mt


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)

    [Lets rumble this shittle]
    Eduardo Axello Castillo
    Als ik mijn ogen open doe voel ik dat er iets anders in de lucht hangt. Ik ga rechtop zitten en kijk door de tralies naar het politiebureau, de zon scheen door de ramen de lege ruimte in. Zelfs de bureaustoelen stonden nog precies zoals ze achtergelaten waren. In de kast met ingenomen bezittingen, mijn bezittingen, aangezien ik hier de enige was, klonk een irritant piepje. Mijn uitgezette telefoon was kennelijk tot leven gekomen om mij te vertellen dat ik een nieuw bericht had. Het enige vervelende was dat ik hier vast zat. Ik stond op en rekte me uit, ik voelde me op de een of andere manier energieker. Ik sprong een paar keer op en neer en merkte dat ik me inderdaad beter voelde dan gisteren. Ik draaide me weer om om mijn bed op te maken, gezien er in deze ruimte niet veel meer was dan ik kon doen. Misschien was er niemand aanwezig omdat er eindelijk iets was geregeld. Het was ijdele hoop dat ik toevallig in Vegas berecht werd, maar op dit moment vond ik iedere plek beter. Ik had nog überhaupt geen advocaat gezien, maar ik wist genoeg van het recht af om te weten dat ze geen idee hadden wat ze hier met me moesten. Kennelijk was dit een van die brave dorpjes waar nooit iets gebeurde, hooguit waarschuwingen. Het was alleen wat vervelend dat ik al minstens driekwart van het schoolbudget had weggesluisd en er ook al een deel van had uitgegeven. Ik pakte mijn kussen op en gooide het wat in het rond. Toen ik het opving gleed er een tinteling door mijn vingers en er hing een lichte gloed over het kussen heen, uit schrik liet ik het uit mijn handen vallen, toen het kussen de grond raakte spatte het uit elkaar alsof er zojuist een grote pluche vaas op een trampoline kapotviel, want de pluisjes dwarrelde in het rond. Ik schuifelde naar achteren toe totdat ik de muur raakte, ik kon alleen maar vol ongeloof naar de pluisjes staren en vervolgens naar mijn handen. Ik kneep in mijn arm, hoewel ik wel degelijk wist dat ik wakker was. Misschien was ik gisterenavond gestorven en leefde ik nu in een parallelle dimensie tussen de dood en het leven waarin ik dingen kon laten ontploffen. Ik bekeek mijn handen nogmaals en probeerde het gevoel te omschrijven. Het was alsof er een onzichtbare energie aan mijn handen kleefde, een waar ik de controle over moest verkrijgen of ik blies mijzelf de volgende keer op. Ik keek naar de tralies en mijn mondhoeken krulde omhoog. De politiemannetjes waren er toch niet, ik had alle tijd om de spijlen op te blazen en me uit te leven op hun bezittingen. Ik liep naar de tralies toe en legde mijn hand erop. De energie kleefde aan de spijl vast, maar verder gebeurde er niks. De staaf begon niet te gloeien en mijn hand begon niet te tintelen. Ergens voelde ik me een idioot dat ik daadwerkelijk geloofde dat dit kon, maar mijn inmiddels bepluisde haar loog niet. Ik haalde mijn hand van de tralies af en pakte een veertje uit mijn haar, misschien dan met iets kleiners beginnen. Ik ging op het matras zitten en concentreerde de kleefenergie op het veertje die binnen een paar seconde explodeerde. De kleine haartjes vlogen in het rond en ik kon nog net optijd mijn ogen dichtknijpen om te voorkomen dat de haartjes in mijn ogen schoten. Nooit gedacht dat je een haar zo hard kon voelen, dacht ik bij mezelf terwijl ik een volgend veertje pakte. Veertje bij veertje kreeg ik door hoe het zat, de groter mijn concentratie, de groter de explosie. Het afgeven van energie was wat lastiger te omschrijven. Net zoals het gezwets over aura's was dit iets wat niet makkelijk toe te lichten was. Ik stond op en legde mijn handen nogmaals op te tralies. Dit was het moment waarop er een lichte gloed overheen hing, en niet veel later naar voren toe explodeerde. Ik liep in een rechte lijn naar de kast met ingenomen bezittingen en liet de deuren exploderen omdat ik simpelweg te lui was om de sleutel van het bureau te pakken. Daar in de kast hing mijn lange jas waar ik mijn telefoon in had gestopt. Ik trok hem uit mijn linkerjaszak en liet mijn ogen glijden over het berichtje terwijl mijn wenkbrauwen per woord hoger rezen. Ik herlas het berichtje. Nogmaals las ik het berichtje. Dit was gewoon een lange droom, maar geen onprettige. Ik trok mijn jas aan en keek om me heen, ik kon er beter van genieten nu ik er nog in zat. Ik trok een van de lades open en viste mijn dossier eruit. Tevreden stopte ik mijn energie erin en strooide de confetti in het rond. Tijd om de straten te verkennen.

    [kuche overinspiratie, Salome komt wel nadat wat andere mensen hebben geschreven ;$]


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)

    Mes topics c: (Morgen ben ik bij mijn vader, dus waarschijnlijk zal ik dan niets kunnen posten, tenzij hij Champions League gaat kijken xd)


    #dealwithit (cool) NecklessOfHope --> Trohman

    Lexim Aflex//Beast boy
    Ik was tegen de muur in slaap gevallen en had een vreselijke droom dat ik tegen de muur geplakt was en niet groter was dan een golfbal ik kroop toen omhoog naar boven. Ik was donkerbruin kleurend, had acht poten en een dikke zwarte onderlijf. . Ik opende langzaam mijn
    ogen en keek om me heen waar ik was en lag nog steeds op dezelfde plek, maar iets was anders.
    Een klein appaatje lag naast hem op de grond en hij pakte het voorzichtig op, waarbij het in zijn gezicht oplichte en verblinde, een bericht verscheen op het scherm en ik las de zinnen zorgvuldig, maar in die jaren op straat heb ik niet meer kunnen lezen.
    Uiteindelijk stond ik op en liep de straat uit er was niemand op straat, het was rustig. Meestal waren dit de drukst bezochte plaatsen van het dorp. Ik liep de straat uit en hier was zelfs niemand te vinden.
    Even begon hij te denken dat het een grap moest zijn. 'Oke, jullie mogen nu komen, het is niet grappig,' riep hij, maar niemand gaf antwoord. Ik ging zitten tegen een muur aan en bleef met mijn gezicht tussen mijn knieen zitten en voelde en eenzaamheid opborrelen.
    Ik hield totaal niet van eenzaamheid en natuurlijk van dit soort grappen.

    (Iemand Lexim troosten, het is ook niet echt een groot stukje, maar ik moet even inkomen.)


    Vampire + Servant = Servamp

    Mijn topics!


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Delish schreef:
    Mijn topics!


    The duty of youth, is to challenge corruption.

    Lance Drake Marshall

    Ik open mijn nog zware oogleden en knipper een paar keer voor ik scherp zie. Ik wrijf met mijn rechterhand de slaap uit mijn ogen en probeer met mijn linkerhand het lampje dat op mijn nachtkastje staat aan te knippen. Wacht, ik heb maar één hand, dit kan niet. Ik schud met mijn hoofd en doe dan met mijn rechterhand het lampje aan. Ik slinger mijn benen over de bedrand en loop naar mijn raam om de gordijnen open te maken. Ik pak het stof vast en duw het, half slaapdronken, naar achteren. Een bundel licht valt op me en de zon laat zijn warme stralen op me neerdalen. Uit mijn ooghoek zie ik iets glinsteren en kijk naar links beneden om me vervolgens dood te schrikken.
    "Holy!" vloek ik als ik zie dat op de plek waar eerst een prothese zat nu een stalen arm zit. Angstig probeer ik mijn armen op te heffen op gezichtsniveau en beiden armen reageren. De echte en de stalen. "Dit is me aan het freaken." mompel ik tegen mezelf ik loop naar de badkamer en probeer het feit dat mijn lichaam nu perfect in balans is te negeren. Ik trek mijn kast open, maar om het een nog hardere freakshow te maken heb ik in een keer de hele deur mee. Verstijfd blijf ik twee seconden staan met de deur in mijn handen om hem vervolgens met veel lawaai en gekletter op de grond te laten vallen. Ik neem voorzichtig een T-shirt en broek uit de kast en laat de afgebroken deur achter me. Ik trek mijn shirt over mijn hoofd en doe met zorg mijn broek aan, opzettelijk met één hand zodat ik mijn stalen geval niet hoef te gebruiken. Ik was mezelf even in het gezicht en poets mijn tanden zoals ik dat altijd doen. Vervolgens ga ik naar beneden, waar ik sneller lijk te zijn dan anders. Ik open de koelkast als ik in mijn keuken ben en haal er met rechts een pak melk uit ik zet het pak op tafel en loop naar de kast om het pak cornflakes voor ik mezelf een lepel uit de lade neem. Als ik alles op tafel zet stoot ik met mijn hand tegen de melk. Ik zie voor mijn ogen hoe het ding begint te vallen en dan gebeurd er iets onverwachts. Mijn linkerarm schiet naar voren en neemt mijn gewoonlijke reflexen over: de melk opvangen. Ik knipper een paar keer en staar naar de melk in mijn linkerhand. Ik neem een besluit en doe wat cornflakes in een kommetje en giet er dan de melk over. Ik kijk gebiologeerd hoe het stalen ding mijn bewegingen doet die ik eerst met een hand moest doen. Ik zie hoe het mechanisme werk en de kleine deeltjes bewegen bij elke beweging die ik maak. Ik heb er een dubbel gevoel bij, maar het is zeker freaky en ik wil weten wat het is. Dan valt het me op dat het ontzettend stil is. Ik loop naar een raam en kijk naar buiten: niets. Geen auto, geen dier, geen mens, niks. Dit wordt echt met de minuut erger en het brengt me ontzettend in de war. Ik eet mijn cornflakes verder leeg zet de kom in de gootsteen en neem mijn gsm van de kast af. Geen bereik, maar wel een bericht. Ik ontgrendel het ding en lees het bericht.

    Geachte inwoner van Spellburn,
    In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld. We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten.
    We houden contact.

    En dan barst de bom...


    Sidera nostra contrahent solem lunamque

    David Austin Queen


    Net als altijd word ik wakker door een paar eigenwijze zonnestralen die zich door de kieren van mijn rolluik werken. Bijna direct open ik mijn ogen, waarna ze ik weer dichtknijp tegen het felle zonlicht. Ik heb het gevoel alsof mijn hele kamer word verlicht door maar drie straaltjes zonlicht... Normaal kan ik er wel tegen, maar vandaag blijkt het dan mijn ogen een gevoelige dag hebben. Ik zucht, waarna ik mijn ogen op kiertjes open doe. 'Kut licht,' mompel ik geïriteerd. Ik stap uit mijn bed, waarna ik naar beneden slof, terwijl ik door mijn haren wrijf. Er is iets, besef ik. Iets is anders dan normaal. Ik schud mijn hoofd, waarschijnlijk ben ik nog niet wakker genoeg. Ik bereid mij voor om de koelkast die altijd blijft haken open te trekken, maar merk tot mijn verbazing dat deze makkelijk open gaat. Alsof er nooit iets mis mee was. Had ik die gisteren gemaakt? Op de één of andere manier weet ik het niet meer... Op mijn gewone ochtendsnelheid - wat niet snel is - maak ik mijn ontbijt klaar. Ik heb alleen nog water nodig om de koffie klaar te maken. Ik pak de hendel om de kraan aan te zetten, maar tot mijn grote schrik breekt deze af, alsof het een dun luciferhoutje is. 'Shit?' vloek ik, terwijl ik de hendel aan de kant leg. Dan maar geen koffie... 'Wat heb ik vandaag toch?' vraag ik mijzelf af. Ik ga aan tafel zitten, om mijn ontbijt te op te eten, waarbij ik mijn telefoon aanzet. Direct komt er een piepje. Dat zal wel van Avahlynn zijn, denk ik wat vrolijker, maar mijn vrolijkheid betrekt al snel als ik het berichtje lees. 'Special taskforce zero,' lees ik bij de afzender. 'Wat is dit?' mompel ik tegen mijzelf als ik de rest van het bericht lees. 'Is dit een zieke grap of zo?' Ik klik het berichtje weer snel weg, waarna ik even mijn social media wil checken. 'Rot internetverbinding!' scheld ik opnieuw, als ik bemerk dat het internet het niet doet. Ik leg mijn telefoon weer weg en ruim de rommel van het ontbijt weer op. Nadat ik mijn verdere ochtendroutine heb afgerond, stap ik de deur uit om naar school te gaan. Vandaag heb ik gelukkig maar een paar lessen om te volgen. Ik pak mijn zwarte motor uit de schuur, waarna ik mijn zwarte motorjas met bijpassende zwarte helm aan trek. Ik duw de motor naar buiten, waarna ik de schuurdeur ook weer dicht doe, even check ik de omgeving. Tot mijn verbazing lijkt het alsof ik alles veel scherper zie. 'Ik ga echt gek worden, volgens mij!' Ik voel een fris ochtendwindje langs mijn nog blote nek, ik schat dat het waarschijnlijk rond de vijftien graden is. Ik kijk naar de redelijk lege lucht, dat belooft een mooie dag te worden! Ik sla mijn ene been over de motor en trap deze aan. Nog geen minuut later race ik voorovergebogen op mijn motor naar de lokale school. Ik race nu al een klein uurtje over de hoofdweg, maar heb nog steeds geen levend wezen gezien... Ik haal mijn schouders licht op, niet echt verder denkend over het feit dat ik de enige in dit dorp lijk te zijn. Bij de school aangekomen, minder ik wat vaart en stop ik bij het nog gesloten hek. 'What the...' Ik schuif de klep van mijn zwarte motorhelm open en bekijk het lege verlaten schoolplein. 'Waar is iedereen? Zo laat ben ik toch niet?' Ik check mijn horloge en zie dat het nog maar elf uur is. 'Iets klopt hier niet.' Ik doe de klep van mijn helm weer dicht en race door naar het centrum van het dorp. ik check alle plekken die druk behoren te zijn, maar ik vind ze allemaal bijna verlaten. Ik wil net weer verder rijden als ik een bijna onopvallende gestalte tegen een muurtje aan zie zitten. Ik race er naar toe en rem vlak voor de blonde jongen af. Tijdens het afstappen zet ik ook mijn helm af, waarna ik naar de jongen loop en voor hem neer buk. 'Gaat het?' vraag ik onzeker. Ik kijk weer om mij heen en zie dat we serieus maar de enige twee mensen zijn in een omgeving van enkele kilometers. 'Wat is er allemaal aan de hand? Waar is iedereen?' vuur ik nog een aantal vragen op de jongen af. Ik moet meer weten, droom ik nog?


    "Always be yourself. Unless you can be a pirate - then always be a pirate." ~ Jack Sparrow

    Amilia Elizabeth Rosefield || Danny Phantom

    Wakker worden was alsof ik van de duistere diepe onderwaterwereld naar het oppervlakte probeerde te komen, maar de zware stenen die aan mijn enkels gebonden waren mij telkens weer naar beneden sleurden. Normaal sliep ik licht en ontwaakte ruim voor zeven uur -het tijdstip dat ik meestal wakker moest worden op maandag ochtend, omdat ik een stuk auto moest rijden. De wekker op mijn kersenhouten nachtkastje was nooit echt nodig geweest, hij stond er voor de vorm en de zekerheid die het bood dat ik op tijd mijn bed zou verlaten. Deze ochtend was dat niet het geval. Ik dacht ergens ver weg een aantal uren geleden de wekker te hebben gehoord, maar het was onmogelijk geweest mijn ogen te openen. Gelukkig lukte dat nu eindelijk wel, maar ik was veel te laat en bovendien nog slaapdronken, alsof het midden in de nacht was en ik lang de acht uur slaap niet gehaald had. Met mijn ogen nog gesloten deed ik toch een moeizame poging overeind te komen en uit mijn bed te stappen. Op de tast viste ik mijn ochtendjas van de stoel in de hoek en besloot eerst te gaan ontbijten, want mijn maag gaf aan dat ik eigenlijk al een tijdje geleden had moeten eten.
    Eindelijk opende ik mijn ogen, om mijn weg naar de trap te vervolgen, maar vreemd genoeg stond ik al in de keuken, die recht onder mijn slaapkamer was. Vreemd... ik dacht toch echt dat ik nog naar beneden moest lopen. Ik zou wel te slaperig zijn geweest en het zonder te beseffen de trap af zijn gelopen. Een grote gaap ontsnapte mijn lippen, terwijl ik mijn hand op de knop van de koelkast deur te leggen en toen pas kreeg ik het door. Mijn blik volgde verbaasd de lange zwarte handschoen om mijn rechterhand, die vast bleek te zitten aan een volledig zwart zilveren pak en toen was ik plots wakker.
    Ik liet het ontbijt voor wat het was en rende richting de spiegel in de hal. Hijgend kwam ik tot stilstand en staarde mijzelf verwilderd aan, niet begrijpend hoe dit was gekomen. Mijn donkerbruine lokken hadden plaatsgemaakt voor sneeuwwit haar en de diepe donkere kleur die mijn ogen altijd hadden gehad was verdwenen. Twee lichtgevend groene kijkers staarden nu terug vanuit de spiegel. Bovendien kon ik mij niet herinneren dat ik gisteravond een staart had in gedaan. Ik sliep áltijd met los haar. Ook de kleren waren mij onbekend, hoewel ik moest zeggen dat ze niet misstonden. Het was een soort pak, bestaande uit een bovenkant en een broek met laarzen eraan. Op mijn borst stond een sierlijke letter "L". Niet meer langer instaat naar deze onbekende te kijken, kneep ik mijn ogen stijf dicht en hoopte dat het allemaal een droom was, een illusie en dat ik nu gewoon wakker werd met bruine haren, bruine ogen en mijn pyjama en ochtendjas aan. Er liep een soort rilling over mijn gehele lichaam, hoewel die benaming ook verkeerd was. Ik voelde mij eigenlijk voor een seconde heel vreemd, waarna ik mijn ogen weer open deed en tot mijn opluchting een gewone normale Amilia zag staan aan de andere kant van de spiegel.
    'Ik was gewoon nog half aan het dromen,' fluisterde ik mijzelf geruststellend toe, hoewel ik het vreemde onrustige gevoel dat ik had niet van mij af kon zetten. Ik besloot op zoek te gaan naar mijn mobiel, gezien het huis uitgestorven leek en ik mij af moest melden voor college. Het was namelijk al een heel stuk later dan zeven uur en ik zou dus nooit op tijd kunnen komen. Ik vond hem op de keukentafel en bleek een bericht te hebben. Dat zou ik later wel lezen, eerst even bellen. Ik tikte het juiste nummer aan en wachtte tot hij over ging, maar ik kreeg de toon die aangaf dat ik geen bereik had. Verbaasd keek ik weer op het lichtgevende schermpje en opende nu toch het berichtje. De afzender was vreemd, maar het berichtje was nog vreemder. Virus? In quarantaine? Een grote zucht ontsnapte mijn lippen. Top, geweldig. Het verklaarde gelukkig wel de waanbeelden, hoewel het mij niet echt gerust stelde. Helaas was het normaal om in dit soort gevallen zo te handelen en ook volledig legaal. Het ging immers om de veiligheid van de burgers. Alleen hadden ze ons wel iets meer mogen laten weten. Bovendien vond ik het maar niks dat we volledig waren afgesloten van alles en iedereen.
    Omdat hierover piekeren waarschijnlijk toch geen zin had, besloot ik mijzelf aan te kleden, te gaan ontbijten en dan maar eens te gaan kijken wie er nog allemaal over waren. Ik zou eerst naar het huis van Lancelot gaan. Mijn ouders waren er immers niet en hij was als een soort broer voor mij, wat mij er ook aan herinnerde dat mijn nichtje nu ook in Spellburn woonde. Daar moest ik daarna dan maar een kijkje gaan nemen. Aangekleed en wel begon ik aan mijn weg richting het huis van Lance. Ik ging te voet, om zo beter te kunnen zien of er nog andere mensen waren, maar de straten die ik doorkruiste waren uitgestorven en winkels waren leeg. Het bezorgde mij rillingen, wat nog versterkt werd doordat er af en toe koude lucht uit mijn mond kwam. Ik sloeg mijn jasje dichter om de donker groengrijze jurk heen en was blij, toen ik mijn bestemming in zicht kreeg.
    Voor ik aanklopte, legde ik mijn oor even tegen de deur. Het klonk alsof er iemand binnen was. Ik drukte mij er nog iets dichter tegenaan en viel er vervolgens doorheen. Snel krabbelde ik overeind en keek van de dichte deur naar de hal. What the...
    'Lancelot? Ben je er?' besloot ik te roepen, de lichte paniek in mijn stem verbergend, omdat ik zojuist door een dichte deur was gevallen. Het waren vast de hallucinaties door het virus. Niet dat dat mij er geruster op maakte. Ik wist ook nog niet hoe ik aan Lance ging verklaren dat ik binnen was gekomen zonder de deur te openen, maar daar verzon ik vast iets op en liep dus de gang door, al rondkijkend of ik hem kon vinden.

    (Hoe bedoel je lang :') )

    [ bericht aangepast op 24 mei 2014 - 15:55 ]


    Happy Birthday my Potter!

    Azalea Lillian Moss, Poison Ivy.
    "Wat is er aan de hand?" Ze blikte naar de blonde, kleine jongen die enkele jaren jonger dan haar was. Hij was weer weggelopen van thuis, zo haar achtertuin in. Ze gingen altijd samen leuke dingen doen en het zielige was dat, dat juist een van haar weinige vrienden was – vond ze. Ze had het gevoel niet geaccepteerd te worden thuis, dus het was goed dat de blonde jongeman één van haar weinige vrienden was.
          Ze waren elkaar aan het schminken. Alleen was de een iets actiever met de schmink dan de ander en uiteindelijk kwam Azalea eruit als een of andere clown.
    En ze haatte clowns. Waarom wist ze niet, maar ze haatte ze.
          Ze werd uit haar droom gehaald op de een of andere reden. Ze voelde zich ziek – ze had het misselijkmakende gevoel dat ze moest overgeven, maar maakte geen aanstalten om naar de wc te gaan. Ze heeft toch geen griep? Het werd alleen maar mooi weer en ze woonde al een hele, lange tijd niet meer samen met iemand.
    Haar ogen opende ze op kiertjes, vermoeid als ze was, en het eerste wat ze zag – niet opmerkte, was het kastanje nachtkastje naast haar tweepersoons bed. Ze keek rond en liet haar ogen vallen op de wekker die op het nachtkastje stond – met rode, grote blokletters gaf het 10 uur in de ochtend aan. Ze liet een kreun bij het zien van de tijd en draaide haar hoofd sloom om, haar kin wrijvend over het dekbed.
          Ze lag languit op haar tweepersoonbed, op haar buik, met haar armen onder de kussens.
    Toen ze haar linkerarm wilde verplaatsen merkte ze de hele lichtgroene kleur op, waar de zon op scheen tussen de donkere gordijnen. Is die schmink er nou nog niet afgegaan?
          "Wat heb ik nou gezegd Lexim, rustig aan met de schmink," kreunde ze vermoeid, terwijl ze half aan het slapen was en haar ogen weer dichtdeed.
    Ze kreeg echter geen antwoord terug en met dat de seconden langzaam voorbij gingen, kwam het tot haar door dat ze al sinds een lange tijd Lexim niet meer zag. En dat het geen schmink was.
          Ze rukte haar ogen open en keek verschrikt naar de hele lichte kleur groen op haar huid. Ze schoot zo snel haar bed uit daarna dat ze bijna struikelde over het stuk laken dat nog om haar voet was gewikkeld, maar ze kon zich nog net vasthouden aan het nachtkastje – waarna ze de rest van haar lichaam zag. Haar donkere ogen blikten op haar lange benen. Wat was er gebeurd?
          Wat was er eigenlijk de vorige dag gebeurd? Ze probeerde het zich te herinneren, maar kon nergens op komen. Zelfs niet of ze de vorige dag wel in de ochtend had ontbeten en of ze op tijd op haar werk kwam. Als ze maar geen ontmoeting met Ace had gehad. Die man wist maar al te goed hoe hij vrouwen kon verleiden en door zijn versierzinnen ergerde ze zich. Ze voelde haar wenkbrauw al geërgerd trekken bij deze gedachte.

    Ze kwam aan bij de restaurant waar haar beste vriendin werkte. Ze kenden elkaar al lang en ook al was zij ook een paar jaar jonger dan Azalea, voor haar maakte leeftijd niet uit.
          Geërgerd duwde ze de deur van het restaurant open en beende naar binnen om zich vervolgens bij de bar te vestigen. "Geloof je het nou, groen?" Mokte ze door. De hele weg naar het restaurant was ze wezen mokken.
          "Waarom groen? Ik kon het er geen eens af wassen! Hoe hard ik ook boende." Zuchtte ze.
    "Ik denk dat ik dat hele labaratorium maar ga aanklagen," vertelde ze op een rustige, nadenkende toon, terwijl ze over haar kin wreef.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Eduardo Axello Castillo
    Terwijl ik over de uitgestorven straat slenterde, plukte ik het laatste veertje uit mijn haar en stopte mijn energie erin. Op de een of andere manier werden de voorwerpen zwaarder. Ik gooide het veertje richting een vuilnisbak op tien meter afstand en keek triomfantelijk toe hoe het veertje erin belandde en vervolgens de boel opblies. Het was saai om alleen te zijn. Ik keek even achterom naar alle opgeblazen prullenbakken, het was een recht spoor van wat over was van het politiebureau. Ik was nog mild geweest, het gebouw stond nog, maar de rest was praktisch verpulverd. Ik liep in de richting van de eerste plek die in mijn hoofd op kon komen, de laatste plek waar ik ook had afgesproken. Helaas ging mijn afspraak niet door omdat ik een afspraak had met vijf kantjes beton en een rijtje tralies. Mijn besef van realiteit en verbeelding was momenteel een warboel en die werd alleen maar groter toen ik mijzelf van dichtbij kon bekijken door de ramen van mijn favoriete plaatsje. Ik liet mijn vingers onder mijn oogleden doorglijden, waarom ook niet? Mijn bruine ogen waren niet geweldig genoeg, dus werd het maar een mixje roodzwart. Ik duwde de deuren open en liep de lege plek binnen, achter in de hoek aan mijn tafel zag ik nog steeds een setje kaarten liggen, half opgewonden huppelde ik ernaartoe en zakte neer op mijn stoel terwijl ik alle kaarten bekeek. De eerste die ik pakte was the queen of hearts. Ik pakte de kaart tussen duim en wijsvinger en bekeek hem goed. Zonder verder nog na te denken stopte ik de kaart terug in het pakje en stopte dit in de binnenzak van mijn jas. Dat was het moment waarop de deur openvloog en ik de eerste levensvorm zag sinds ik wakker werd vanochtend en het was niet geheel een onprettige. Azalea hield een tirade over haar huid tegenover een meisje dat ik net nog niet had opgemerkt, stond ze daar al de hele tijd? Ik had meteen spijt van mijn idiote huppeltje, maar dat mocht de pret niet drukken. Mijn mondhoeken krulde omhoog bij het weerzien van haar, tenminste één iemand onder dit hermetische dorp van niks waar hij lol mee kon maken. 'Belleza, zelfs nu nog even prachtig,' zei ik met een grijns vanuit mijn pokerhoekje. Ergens klonk mijn stem anders merkte ik op, aanlokkender dan normaal, als dit weer een bijwerking was was dat ook niet geheel een vervelende.


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)

    [MT, ik zal morgen of straks posten.]


    ''Cause I've got a jet black heart and there's a hurricane underneath it.''


    Amora Lee Scarlett, Lady Deathstrike.


    "Schatje." Mijn verdoofde blik gleed over de gestalte, het silhouet van het figuur voor me was wazig. Maar aan de stem te horen was het, het silhouet van een vrouw geweest.
    Mijn ogen vielen dicht.
    "Schatje." Daar was de prachtige en rustgevende stem van de vrouw weer. De stem die me o zo bekend voorkwam, maar die voor mij niet te plaatsen viel. Mijn ogen gingen weer moeizaam en langzaam open en verdoofd. Deze keer schoten ze naar mijn omgeving. Overal stonden ze, overal stonden hoge toppen van groene bomen. Tussen de bomen waren er misschien drie geweest die een andere kleur blad hadden gehad. Moeizaam volgde mijn ogen de omgeving waar ik me in bevond en toen mijn blik het silhouet van de voor mij noch bekend als onbekende vrouw weer zag vielen ze voor de tweede keer dicht.
    "Schatje." Deze keer schoten me ogen in één keer open. De liefdevolle stem van de vrouw had me weer gewekt. Voor de tweede keer scande ik de omgeving, maar waar waren alle hoge groene toppen naar toe?
    Mijn neus ving de geur van jasmijn op. Overal waren er Japanse bloesems in volle bloei, ik was omringd door de prachtige bomen. Dit keer waren mijn ogen niet vermoeid, maar klaar wakker en ook mijn lichaam kon ik bewegen. Ik zat recht op en keek recht in het gezicht van de vrouw die mij - althans daar leek het op - had geroepen. "Schatje." Zei ze weer met een liefdevolle lach op haar prachtig witte gezicht. Het gezicht wat ik zo miste. Mijn hand ging naar haar gezicht. De aanraking had zo echt gevoeld dat het leek alsof ze er nog echt was. Maar dat was ze niet. Ze was weg, verdwenen en kwam niet meer terug.
    Op dat moment realiseerde ik me dat dit niet de realiteit was.
    Ik schoot wakker.
    Hijgend kwam ik weer op adem en sloot mijn ogen. Mijn hoofd tolde, als reflex schoot mijn hand naar mijn hoofd.
    "Auw." Iets scherps had mijn hoofd geraakt en ik trok mijn hand terug. Met een hevige sprong schoot ik mijn bed uit naar mijn spiegel. De houten spiegel die in de hoek van mijn kamer stond was lang, waardoor ik mijn hele lichaam kon zien. Ik keek naar mijn eigen bezwete gezicht in de lange spiegel. Mijn haar was overhoop gehaald en er was een grote snee dwars over mijn voorhoofd. "Hoe.." mompelde ik terwijl mijn ogen in de spiegel, schoten naar mijn hand. Ik slaakte een gil. "Kenji!" Riep ik, het boeide me niet dat het hele huis wakker zou worden. "Godverdomme."
    Mijn vingertoppen hadden plaats gemaakt voor een stel klauwen. Maar dit alleen bij mijn linkerhand. "Godver." Vloekte ik toen weer. Mijn blik schoot terug naar de wond die weer dicht was gegroeid. Ik fronste. Wat gebeurde hier nou? Met mijn rechterhand ging ik naar de plek waar de wond hoorde te zijn.
    Niks aan de hand..
    "Dit kan niet."
    Mijn andere hand hief ik op en weer schrok ik. Had ik dat zojuist gedroomd?
    De klauw was verdwenen en mijn hand was weer even net als normaal.
    Vreemd.
    Ik liep naar beneden, had Kenji me niet gehoord of zo? Ik liep regelrecht naar zijn kamer, maar die was leeg. Misschien was hij bij Raidon op zijn kamer, of bij papa. "Raidon, Kenji!" riep ik toen en liep de kamer in van mijn jongere broertje, maar ook deze was leeg.
    Na tien minuten te hebben gezocht kwam ik tot de conclusie dat iedereen in mijn huis weg was. Heel lief van ze dat ze me niet hebben gewekt. Onderweg terug zag ik op de klok dat het tien uur was.
    Shit, ik moest werken!
    Ik rende naar mijn kamer en pakte een stel kleding en snelde naar de douche.
    Na ongeveer een kwartier was ik klaar en was ik al onderweg naar mijn werk. Mijn telefoon keek ik daar wel even na.
    Aangekomen bij het restaurant waar ik ongeveer bijna iedere avond of ochtend van de week stond liep ik meteen door naar de bar. Ik deed mijn gebruikelijke ritueel en poetste de bar.
    Mijn telefoon had ik op de bar gelaten en mijn tas onder verstopt.
    Ik hoorde de deuren open gaan en keek op. Een man van rond de dertig kwam de ruimte in gehuppeld en ik fronste. "Hallo." Mompelde ik toen, maar hij was al ergens in een hoekje gaan zitten.
    Ik wilde net naar de man toelopen om te zeggen dat we nog gesloten waren tot elf uur tot ik een bekende stem hoorde mopperen.
    "Geloof je het nou, groen?" De bekende stem van mijn beste vriendin deed me opkijken en fronsend keek ik naar de persoon voor me. "Ook goedemorgen Azalea." merkte ze op en glimlachte, maar toen ze de kleur van Azalea's huid zag moest ze een klein lachje inhouden. "Wat heb jij nou gedaan?" Blijkbaar was ik niet de enige met een verrassende ochtend. Het fenomeen van vanochtend dwaalde nog steeds door mijn hoofd, evenals de droom die mij had gewekt. Ik heb al sinds de dood van mijn moeder niet meer over haar gedroomd.
    "Waarom groen? Ik kon het er geen eens af wassen! Hoe hard ik ook boende." Zuchtte ze en ik fronste. "Heb je weer lopen schminken?"
    "Belleza, zelfs nu nog even prachtig," zei een onbekende stem en bijna automatisch schoot mijn hoofd naar de man die zojuist was gaan zitten. Hij had een grijns op zijn gezicht gehad en aangezien Azalea er nu was en ik haar niet weg zou sturen, kon ik de man de deur ook niet wijzen. "Ken je hem?" mompelde ik toen zachtjes. De stem van de man had charmant geklonken en vooral ook aanlokkend. Het was muziek naar mijn oren.
    Ik wierp een blik op de man en kon goedkeurend fluiten. "Geen wonder dat je hem kent." Knipoogde ik naar haar. Ondanks ons grote leeftijdsverschil kende ik Azalea al sinds ik klein was. Ik was op een dag in haar tuin beland. Ze had een hele mooie bloesem staan die me aan thuis deed denken.
    De man had halflang haar en een baardje wat hem sierde. Tot mijn verbazing kon ik de man heel goed zien. Normaal gesproken draag ik een bril 's avonds omdat ik bijziend ben, maar voor vandaag leek het wel alsof ik geen sterkte had. Ik was in de haast mijn lenzen vergeten in te doen. Ik knipperde met mijn ogen. Wat was er toch aan de hand vandaag?
    "Ik denk dat ik dat hele laboratorium maar ga aanklagen," vertelde ze op een rustige, nadenkende toon, terwijl ze over haar kin wreef.
    Ik was gestopt met het spoelen van de glazen en liep vanachter de bar om haar vriendin een knuffel te geven. "Als ik jou was," zei ik en trok mezelf terug terwijl ik twee barkrukken voor ons neer zetten. "zou ik andere schmink gaan kopen." Ze deed me denken aan een oud verhaal wat Kenji altijd las. Hij was er helemaal door geobsedeerd geweest.
    Ik begon te lachen. "Je doet me denken aan dat verhaal van Kenji. Hoe heet die man nou ook alweer. Dat groene monster." Ik grinnikte. "Ik zal later opzoeken wat het was. Kan ik je wat te drinken aanbieden A?" Glimlachte ik toen en ging verder met mijn werk.
    "Ik werd vandaag heel vreemd wakker." mompelde ik toen en ik keek Azalea aan. "Heb jij lekker geslapen?"

    [ bericht aangepast op 24 mei 2014 - 23:01 ]


    The duty of youth, is to challenge corruption.