Eleanor Collins
Ze had niet direct antwoord gekregen op haar vraag en wilde hem net opnieuw stellen, toen Phelan toch antwoordde. "Dat hangt er vanaf, wat je onder lang ziet, het is namelijk nogal een relatief begrip. In ieder geval, ik werk hier nog maar een paar jaar, dus niet echt lang gok ik zo. Waarom?” Het was niet helemaal het antwoord wat ze had verwacht en kort keek ze hem aan. "Is er soms iets mis met een beetje interesse?" vroeg ze, alvorens zich weer op haar werk te concentreren. Toen ze de boterkoek in de oven had gezet en weer terug was bij Phelan keek ze hem aan. "Het ziet er naar uit dat we meer tijd door gaan brengen samen, dus het leek me niet mis elkaar wat beter te leren kennen." Ze begreep werkelijk niet waarom hij de vraag erg gevonden leek te hebben, omdat het in haar ogen niet meer dan normaal was elkaar om de reden die ze hem gezegd had wat beter te leren kennen. Zelfs al was ze zich er van bewust dat ze zelf ook nooit veel over zichzelf los liet, maar dat was met een geldige reden vond ze.
Toen Phelan haar vroeg of ze wist hoe ze een speltbrood moest maken zweeg ze kort, op zoek naar een antwoord dat haar niet in een te slecht daglicht zou stellen. "Ik ben bang dat je het recept weer moet ophelderen voor me," zei ze uiteindelijk en glimlachte kort, in de hoop dat hij haar leugen niet doorzag. Speltbrood, ze had het haar hele leven nog niet gemaakt. Nee, ze had haar vader wel eens horen klagen dat het zo lang duurde om het te maken en om die reden had ze zichzelf er nog nooit aan gewaagd, maar zoveel moeilijker dan een gewoon brood kon het toch niet zijn? Toen ze niet veel later met het deeg bezig was merkte ze dat het recept inderdaad niet veel afweek van dat van een gewoon brood. “Wat brengt jou eigenlijk naar hier, is het niet normaal voor vrouwen van jouw leeftijd om thuis bij de man te zijn? Ik neem aan dat als je vader bakker is hij dan wel een goede partij voor je heeft kunnen vinden.” Zijn vraag had er voor gezorgd dat ze kort bevroor, waardoor het meel dat ze net afwoog maar door bleef stromen zonder dat ze het doorhad. Net op tijd, voordat ze veel te veel meel zou hebben, wist ze zichzelf te herpakken en zette ze de zak gauw opzij. Ze schraapte kort haar keel en weigerde hem deze keer aan te kijken, terwijl ze deze keer expres doorging met haar handelingen, alsof de woorden haar niks deden. "Ik heb geen man." Haar stem had anders geklonken toen ze het zei, een beetje schor, onzeker, alsof ze het zelf nog niet kon geloven. De woorden hadden vreemd aangevoeld. Ze had er veel over nagedacht de afgelopen dagen, maar nu voelde het officieel. Alsof ze zichzelf inderdaad vrij had gevochten, alsof er een hele last van haar schouders viel.
Even was ze in gedachten verzonken terwijl ze het deeg tussen haar vingers voelden glijden, opnieuw en opnieuw, zoals haar zojuist uitgesproken worden zich ook herhaalde in haar gedachten. Ze had geen man, inderdaad. Niet meer, ze was vrij en kon gaan en staan waar ze wilde! Het bracht een euforisch gevoel met zich mee, maar nam ook het geborgen gevoel weg. Met een man wist je dat er altijd iemand was die er voor je zou zijn, iemand die dag en nacht klaar voor je zou staan en die de wereld zou laten stoppen met draaien als hij je daarmee gelukkig maakte. Zelfs haar man had zo nu en dan zijn best gedaan haar gelukkig te maken, zij het op de verkeerde manier. Elk kledingstuk, elk sieraad of andere materiële dingen had ze kunnen vragen, alles wat haar hart maar begeerde. De spullen hadden echter de leegte niet op kunnen vullen en nu was ze hier. Zo ver van huis dat het bijna pijn deed.
"Ik kan het zelfde aan jou vragen," zei ze plots, zich lichtelijk boos makend over het feit dat hij zo een persoonlijke vraag aan haar had willen stellen. Ze stopte met het kneden van het deeg en bij gebrek aan verdere instructies liet ze het liggen en keek Phelan aan voordat ze de volgende woorden uitsprak: "Hoor jij niet bij je vrouw te zijn? En kinderen?" haar stem klonk feller dan dat ze gewend was van zichzelf. Zijn vraag had wat los gemaakt in haar. Ze hoefde niet gebukt door het leven te gaan en het voelde alsof ze dat nu, op dit moment, tegenover Phelan moest bewijzen. Plotseling sloeg haar gevoel echter om, het was niet wie ze was. Ze was niet iemand die anderen aan zou vallen, zowel verbaal als non-verbaal. "Vergeet wat ik zei," voegde ze er daarom aan een korte stilte aan toe en maakte een kort bijpassend gebaar met haar hand. "Vertel me liever wat ik nu moet doen met het deeg, hoe lang moet het rusten?" Nee, ze had het recht niet zich zo te gedragen tegen Phelan. Ze mocht niet vergeten dat hij voor haar opgekomen was en dat hij de reden was dat ze hier überhaupt stond, dat ze vannacht niet op straat had hoeven te liggen. Om geen schuldgevoel te hebben verweet ze haar eerdere woorden aan vermoeidheid en aan de vele gebeurtenissen die ze in zeer korte tijd had moeten verwerken. Ja, dat was het vast geweest, accepteerde ze haar eigen excuus in gedachten.
In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.