Phelan Laoidheach Aedán Roadh
Normaal zou de kans groot zijn dat Phelan zich lichtelijk had geërgerd aan dat de jongeman zo ontzettend stotterde maar vandaag was anders, het maakte Phelan niet zoveel uit. Hij was al lang blij dat de jongeman, die zich Amerigo noemde, uit zijn woorden kwam, al was dat dan met wat haperen. De schadevergoeding die hij had aangeboden gekregen was er eentje waarvan hij niet wist of hij er ooit gebruik van ging maken, hij had immers geen paard, maar hij zou het in ieder gevel onthouden. Misschien zou het ooit nog van pas kunnen komen. Daarnaast vond Phelan dat hij eigenlijk helemaal geen schadevergoeding hoefde te krijgen, hij was op zijn benen blijven staan en had geen waren bij zich gedragen die nu waren beschadigd, in tegenstelling tot Amerigo. “Mijn excuses voor het extra werk dat ik je dan heb geleverd, ik had beter moeten opletten. Dat van die schadevergoeding zal ik onthouden, heel hartelijk bedankt.” Op het moment dat de jongen zijn hand had uitgestoken en zijn naam had verteld had Phelan met een lichte glimlach op zijn gezicht de hand aangenomen. “Phelan is de naam, aangenaam.”
Het was een week geleden sinds het incident wat voor de smidsknecht extra werk had opgeleverd. Phelan was het vrijwel vergeten, behalve het gezicht van de jongeman en zijn naam, Amerigo. Het idee dat hij ooit gebruik zou maken van de schadevergoeding had hij verworpen, een paard zou hij voorlopig niet in zijn bezit krijgen en iets anders uit de smederij had hij niet nodig. Toch liet de gedachten aan het incident nog steeds een glimlach doen verschijnen op zijn gelaat. Het incident had heel mooi bewezen dat Phelan geen tijd had om met zijn gedachten in de wolken te zijn, niet tijdens zijn werk en al helemaal niet als hij op pad was. Nu bleef de schade beperkt tot slechts een aantal deuken in hoefijzers maar hij wilde niet weten wat hem kon overkomen als hij eens niet zou opletten in het dorp. Hij kon wel onder een koets raken of alle koopwaar van een handelaar beschadigen. Nee, het was heel simpel, Phelan focuste zich op de activiteiten die hij uitvoerde en zijn omgeving, zijn gedachten over vrouwen die hij niet mocht waren iets voor andere tijden.
De man stond zich aan te kleden, wat nog altijd onhandig ging aangezien zijn handen nog steeds in het verband zaten. Met een beetje geluk zou hij morgen of anders op een ander tijdstip aankomende week, eindelijk zijn handen weer uit dat vervelende verband kunnen halen. De wonden herstelden niet snel genoeg naar zijn zin. Daarnaast vond Phelan het niet fijn om telkens weer herinnerd te worden aan Kathryn, hij had besloten dat dat hoofdstuk was afgesloten maar zijn handen vertelden hem anders. Strontvervelend vond hij het, maar er was weinig aan te doen. Zo lang Phelan zich gedeisd hield, zijn handen de rust gaf om te herstellen en vooral niet nog een keer zijn vuisten tegen een muur aan plantte dan zouden zijn handen snel weer terug de oude zijn.
In de afgelopen week had hij Eleanor vaak bij Miguel gelaten, die het wel goed met haar scheen te kunnen vinden. Phelan was zeer te spreken over de jongedame die, ondanks dat ze het zware werk duidelijk niet gewend was, zeer goed haar best deed en geen moment enige vermoeidheid liet merken in de bakkerij. Pas op het moment dat ze de bakkerij achter zich had gelaten, zich terug trekkend in het bed van Phelan die hij vrijwillig had afgestaan, liet ze soms blijken aan de man die haar in de bakkerij had gehaald dat het werk haar toch wel uitputte. Het kon ook haast niet anders, het was ook een eigenschap die Phelan zo heerlijk vond aan het bakken, het was fysiek zwaar waardoor je altijd goed kon slapen. Phelan zelf had de afgelopen week klein klusjes opgeknapt, zoals dingen vegen of sjouwen met zakken meel. Het echte bak werk moest hij overlaten aan mensen die geen handen in verband hadden, wat hem somber stelde. Zijn gedachten waren er afgelopen week ook niet helemaal bij geweest, hoe zeer hij zijn best ook deed om zich echt te focussen op de activiteiten die hij uitvoerde, zo af en toe wist er nog een gedachten over Kathryn of een beeld van wat hij had gezien zijn opgeworpen barricade binnen te glippen. Gelukkig wist hij op dat soort momenten echter al weer snel om te schakelen naar een andere gedachten, eentje die hem niet vervulde met enkel woede en haat.
Met enige moeite wist hij dan uiteindelijk toch weer zijn schort om te knoppen, iets dat hem tegenwoordig 10 minuten kostte in plaats van twee. Phelan stond net op het punt zijn kamer te verlaten toen Eleanor binnen kwam wandelen, een heel stuk witter dan hoe ze de kamer eerder die dag had verlaten. Een korte grinnik kwam over zijn lippen toen zijn ogen over haar witte huid heen liet glijden. “Het mag wel duidelijk zijn dat jij al hard aan het werk bent geweest.” Het verbaasde hem echter dat ze nu alweer in de kamer stond, want normaal gesproken zou ze dat pas weer doen aan het einde van de dag, als ze klaar was met alles bakken en bijna naar bed zou vertrekken. “Wat zijn jouw plannen vandaag, dat je nu alweer hier staat?” De jongedame antwoordde hem terwijl ze al wat van het meel van haar gezicht probeerde af te wassen. “Miguel neemt me mee het dorp in.” Aangezien zijn ogen nog op haar gezicht waren gefocust kon hij zien dat de jongedame een glimlach rond haar lippen had. Waarom wist Phelan niet maar zijn onmacht verdween naar de achtergrond van zijn gedachten terwijl er ook een glimlach op zijn gezicht verscheen. “Dat zal wel gezellig worden. Nu ik er nog aan denk, zou je wat honing voor me willen meenemen? Miguel weet vast wel te vertellen waar die het lekkerst is.” Omdat Phelan verwachtte dat de jongedame zich wilde omkleden liep hij naar de deur, om haar alleen achter te laten. Vlak voordat hij verdween door de deur, draaide hij zich nog eenmaal om naar Eleanor. “Je verricht goed werk.” Complimenteerde hij haar alvorens het vertrek definitief te verlaten. Erg scheutig met complimenten geven was Phelan niet maar zo nu en dan was het gepast, zoals vandaag. Eleanor mocht weten dat ze het goed deed in de bakkerij en dat hij blij was dat ze hem niet teleurstelde.
Phelan begaf zich naar de bakkerij waar hij wel weer wat kleine klusjes zou gaan opknappen, een beetje de vloer vegen hier, wat afval opruimen daar, nieuwe voorraad halen, dat soort kleine karweitjes. Het waren klusjes die doorgaans werden overgelaten aan assistentes, aan mensen zoals Eleanor, maar die Phelan op zich had genomen om zich nog van belang te voelen in de bakkerij. Want zijn passie, het maken van de lekkerste dingen, kon hij nog altijd niet bedrijven met die handen in het verband. De man was net klaar met het versjouwen van twee zakken meel toen er een jongedame op hem kwam afgelopen, overduidelijk een dienstmeid, maar van wie wist hij niet. ‘Bent u, Phelan?’ Het overkwam hem anders nooit dat een dienstmeid hem zo direct aansprak maar toch knikte hij om de vraag te beantwoorden. ‘Dan wil ik je verzoeken met mij te lopen, de baas zoekt je in verband met je verwonde handen.’ “Wat krijgen we nou?” Reageerde Phelan vrijwel direct maar de dienstmeid schonk hem slechts een glimlach om vervolgens alweer weg te lopen, er vanuit gaand dat Phelan zou volgen. Als de baas hem zou willen spreken over zijn handen dan had hij wel verwacht dat zijn baas hem al veel eerder had aangesproken, niet pas na een week. Toch liep Phelan gedwee achter de dienstmeid aan. Al snel werd hem duidelijk dat ze naar buiten gingen, wat Phelan nog vreemder begon te vinden maar hij liet het niet blijken. Zijn ogen waren slechts gefixeerd op de rug van de dame die zo’n drie stappen voor hem liep. Bij een plek uit het zicht van anderen hielden ze halt en met wat korte woorden werd hem gevraagd te blijven wachten. Zijn gedachten probeerden een logische reden te verzinnen waarom hij werd verzocht naar deze locatie te komen door zijn baas. Het meisje dat hem naar deze plek had geleid verdween al snel weer, hem alleen achter latend, echter niet voor lang …
Stand up when it's all crashing down.